Nadat de wandhouder
gemonteerd, de netaansluiting
uitgevoerd en de sensorlens opgezet is, kan de sensor-
lamp in gebruik worden genomen. Met de program-
meertoetsen kunnen drie instellingen worden uitge-
voerd. Door het drukken op een programmeertoets
komt de lamp in de programmeermodus.
Dat betekent:
- de lamp gaat altijd uit.
- de sensorfunctie is buiten werking gesteld.
- de functie voor permanent brandend licht
(indien actief) wordt afgebroken.
De instellingen kunnen zo vaak veranderd worden als
gewenst. De laatste waarde wordt opgeslagen en
blijft ook bij stroomuitval bewaard.
Schemerinstelling (drempelwaarde)
(instelling af fabriek: daglichtstand 2000 lux)
De gewenste schemerstand van de lamp kan van ca.
2 lux tot 2000 lux ingesteld worden.
a) Gewenste waarde instellen:
De toets moet bij de gewenste lichtomstandigheden,
waarbij de lamp bij bewegingen voortaan actief moet
worden, ingedrukt worden tot de rode LED (in de
lens) knippert. Deze waarde wordt nu opgeslagen.
b)
Instelling nachtstand (4 lux) overdag
De toets ca. 5 sec. ingedrukt houden tot de rode LED
in de lens niet meer knippert.
Uitschakelvertraging (tijdsinstelling)
(instelling af fabriek: ca. 10 sec.)
De gewenste brandduur van de lamp kan traploos
van ca. 5 sec. tot max. 15 min. worden ingesteld.
Individuele brandduur van de lamp instellen:
- toets ingedrukt houden tot de rode LED (in de lens)
knippert.
- toets loslaten en de gewenste verlichtingstijd
afwachten (LED knippert).
- vervolgens opnieuw op de toets drukken tot de LED
uit is. Nu is de gewenste tijd tot op de seconde
nauwkeurig opgeslagen.
- de procedure wordt na afloop van de maximaal
instelbare tijd (15 minuten) automatisch beëindigd.
- voor de instelling van de kortste tijd moet de toets
2 x kort achter elkaar worden gedrukt.
Lichtsterkteregeling (Watt-o-matic)
(instelling af fabriek: dimmer uit: 0%)
Het lichtvermogen van de lamp kan tot max. 50 Watt
als permanente verlichting traploos worden ingesteld.
D.w.z.: Pas bij een beweging in het registratiebereik
van de sensor wordt het licht van bijv. 20 Watt per-
manente verlichting op het maximale lichtvermogen
(100 Watt) overgeschakeld.
Installatie/wandmontage
De plaats van montage moet minimaal 50 cm van een
lamp verwijderd zijn, omdat warmtestraling de sensor
kan activeren. Voor de aangegeven reikwijdtes van
5/12 m, dient de montagehoogte ca. 2 m te bedragen.
Montagestappen:
1. Borgschroef op de wandhouder voormonteren
(alleen serie 170/180).
2. Wandhouder tegen de muur houden en boorgaten
aftekenen.
3. Gaten boren, pluggen (Ø 6 mm) plaatsen.
4. Stroomkabel doortrekken. In geval van leidingen op
de muur het gat voor de kabeldoorvoer doorsteken,
afdichtingsdopje plaatsen, doordrukken en de
stroomkabel doorvoeren.
5. Wandhouder vastschroeven.
6. Aansluiting van de stroomtoevoer (zie afb.)
De stroomtoevoer bestaat uit een 2- tot 3-polige
kabel.
L = fase (meestal zwart of bruin)
N = nuldraad (meestal blauw)
PE = aardedraad (groen/geel)
In geval van twijfel moeten de kabels met een span-
ningstester worden geïdentificeerd; vervolgens weer
spanningsvrij maken. De fase (L) en de nuldraad (N)
worden aan de steekklem aangesloten. De aarde-
draad kan met isolatieband beveiligd worden.
Opmerking: In de stroomtoevoerkabel kan natuurlijk
een netschakelaar voor IN- en UIT-schakelen worden
gemonteerd.
Voor de functie permanente verlichting is dit zelfs
noodzakelijk (zie hoofdstuk Permanente verlichting)
.
7. Sensorlens plaatsen (reikwijdte naar keuze,
max. 5 m of 12 m) zie hoofdstuk Reikwijdteinstelling.
Eventueel afdekplaatjes aanbrengen.
Voor serie 170/180 geldt:
8. Schroeven aan de zijkant van de designkap ietwat
losdraaien en afdekking verwijderen. Afdekking
in de openingen van de wandhouder haken en met
de borgschroef onder fixeren.
9. Lamp indraaien.
10. Designkap op de afdekking plaatsen en met
de twee schroeven aan de zijkant fixeren.
11. Tijds-
en schemerinstelling
en lichtsterktere-
geling
uitvoeren (zie hoofdstuk Functies).
Voor serie 190 geldt:
8. Afdekking in de openingen van de wandhouder
haken en met twee schroeven onder fixeren.
9. Lamp indraaien.
10. Tijds-
en schemerinstelling
en lichtsterktere-
geling
uitvoeren (zie hoofdstuk Functies).
11. Designkap op de afdekking plaatsen en
samen met de borgschroef onder fixeren.
Functies
-
- 17 -
NL