13
Voor uw veiligheid
Algemene veiligheidsinstruces
• Om dit apparaat veilig te gebruiken, moet de gebruiker deze gebruiksinstruces hebben gelezen en begrijpen voordat hij
het apparaat voor de eerste keer gebruikt.
• Neem alle veiligheidsinstruces in acht! Als u dit niet doet, kan dit schade toebrengen aan u en anderen.
• Bewaar alle gebruiksinstruces en veiligheidsinstruces voor toekomsg gebruik.
• Als u het apparaat verkoopt of doorgee, moet u ook deze gebruiksaanwijzing overhandigen.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het goed funconeert. Als het product of een deel van het product defect is,
moet het buiten werking worden gesteld en op correcte wijze worden verwijderd.
• Gebruik het apparaat nooit in een ruimte waar ontplongsgevaar bestaat of in de buurt van ontvlambare vloeistoen of
gassen.
• Zorg er aljd voor dat een uitgeschakeld apparaat niet per ongeluk opnieuw kan worden opgestart.
• Gebruik geen apparaten met een aan / uit-schakelaar die niet goed funconeert.
• Houd kinderen uit de buurt van het apparaat! Houd het apparaat uit de buurt van kinderen en andere onbevoegde perso-
nen.
• Overbelast het apparaat niet. Gebruik het apparaat niet voor doeleinden waarvoor het niet is bedoeld.
• Wees voorzichg en werk alleen in goede staat: als u moe of ziek bent, als u alcohol, medicijnen of illegale drugs hee inge-
nomen, mag u het apparaat niet gebruiken, omdat u niet in de veilige toestand verkeert.
• Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) of die beperkt zijn in hun fysieke, sensorische of
mentale capaciteiten of die geen ervaring en / of kennis van het product hebben, tenzij ze onder toezicht staan of zijn geïn-
strueerd over het gebruik van dit product. gebruik het product door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veilig-
heid.
• Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat kunnen spelen.
• Houd u aljd aan alle toepasselijke naonale en internaonale veiligheids-, gezondheids- en werkregelingen.
Electrische veiligheid
• Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een stopcontact die correct is geïnstalleerd en is geaard.
• De zekering moet een aardlekschakelaar zijn met een gemeten reststroom van niet meer dan 30 mA.
• Zorg ervoor dat de voeding overeenkomt met de verbindingsspecicaes van het apparaat voordat het wordt aangesloten.
• Het gereedschap mag alleen binnen de aangegeven beperkingen voor spanning en vermogen worden gebruikt (zie type-
plaatje).
• Raak de stekker niet met nae handen aan! Trek aljd de stekker uit het stopcontact en niet aan de kabel.
• Buig, plet, trek of rij niet over de voedingskabel, bescherm tegen scherpe randen, olie en hie.
• Til het apparaat niet op aan de kabel of gebruik de kabel niet voor andere doeleinden.
• Controleer de stekker en de kabel vóór elk gebruik.
• Koppel de stekker los als de stroomkabel beschadigd is. Gebruik het apparaat nooit als het netsnoer is beschadigd.
• Controleer als het apparaat niet in gebruik is de stekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
• Zorg dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u het loskoppelt.
• Ontkoppel de voeding voordat u het apparaat vervoert.
Apparaat specieke veiligheidsinstruces
• Het apparaat mag niet binnenshuis worden gebruikt.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt in de buurt van zwembaden, tuinvijvers enz.
• Verplaats het apparaat niet wanneer het in gebruik is.
• Kantel het apparaat niet wanneer het in gebruik is.
NL