20
4.1. HET STARTEN EN STOPPEN VAN HET LOGBOEK
In het [LOG] modus:
1. Druk een keer op de middelste knop tot de tekst "StArt" in veld 4 verschijnt.
2. Druk op de middelste knop en houd deze 2 seconden ingedrukt. Een knipperende
LOG tekst geeft aan dat het opnemen is begonnen.
Het stoppen van een opname
1. Indien de indicator niet naar de tekst LOG wijst, DURK de [+] of [-] knoppen in tot-
dat de indicator naar de tekst LOG wijst.
2. DRUK één keer op de middelste knop tot de tekst "StOP" in veld 4 verschijnt.
3. DRUK op de middelste knop en houd deze 2 seconde ingedrukt om de opname te
stoppen
4.2. DE HOOGTEMETERGEGEVENS UIT HET GEHEUGEN BEKIJKEN
In totaal kunnen zes verschillende vensters met opgeslagen hoogtemetergegevens
worden bekeken. Daarnaast kunnen de hoogtegegevens van maximaal 20
opgeslagen geheugenpunten worden opgeroepen. Bij het bekijken van de vensters
kunt u zowel verder- als terugbladeren.
1. Druk één maal op de middelste knop om het bekijken van de in het geheugen
opgeslagen hoogtemetergegevens te starten.
In het display wordt Start of Stop voor het bijhouden van het logboek weergegeven.
Als er momenteel geen logboek wordt bijgehouden, wordt in het display de
aanduiding 'LOG Start' weergegeven. Als er momenteel wel een logboek wordt
bijgehouden, wordt in het display de aanduiding 'LOG Stop' weergegeven. Houd de
middelste knop 2 seconden ingedrukt om 'LOG Start' of 'LOG Stop' te bevestigen en
het venster te verlaten.