111
Freediver Een apnoe-duiker of snorkelduiker: een duiker
wiens enige bron van zuurstof de lucht in zijn
longen is.
Geen-decompressieduik Iedere duik waarbij een directe, ongehinderde
opstijging naar de oppervlakte mogelijk is.
Geen-decompressielimiet De maximum tijd die een duiker op een
bepaalde diepte mag blijven zonder dat hij
decompressiestops moet maken tijdens de
opstijging. Ook: nultijd.
Halfwaardetijd De tijd die nodig is om bij een theoretisch
weefselcompartiment na een verandering in
partiële stikstofdruk halverwege tussen de
oorspronkelijk druk en de nieuwe
omgevingsdruk te komen.
Herhalingsduik Iedere duik waarbij de berekeningen beïnvloed
worden door reststikstof van een eerdere duik.
Hypercapnie Een verhoogd kooldioxideniveau in het bloed.
Een freediver die niet uitrust tussen twee
duiken zal een verhoogd CO2-spiegel in het
lichaam vertonen. Dit kan bijdragen aan
kooldioxidevergiftiging en plotselinge
bewusteloosheid.