66
6.3. ZUURSTOFBLOOTSTELLING
De maximale tijd waarop een duiker blootgesteld mag worden aan verhoogde
partiële zuurstofdrukken is gebaseerd op algemeen geaccepteerde maximale
blootstellingstijden. Daarbij maakt de VYPER gebruik van de volgende
maatregelen om de maximale blootstellingstijden te beperken:
• Alle berekende zuurstofblootstellingsniveau’s worden omhoog
afgerond.
• De maximale PO
2
van 1.4 bar, de geaccepteerde limiet voor
sportduikers, wordt als standaard gebruikt.
• De CNS%-limieten tot 1.4 bar zijn gebaseerd op de 1991 NOAA Diving
Manual limieten, maar de limieten boven 1.4 bar zijn sterk ingekort. Zo
kan de VYPER ook wanneer de 1.4 bar PO
2
overschreden wordt, nog
OLF informatie berekenen en weergeven.
• De opname en het herstel van CNS% en OTU% wordt berekend.
• De OTU-berekening is gebaseerd op dagelijkse lange termijn
blootstelling, en het herstel is gebaseerd op een verlaagd tempo.
• De halfwaardetijd voor CNS-herstel is 75 minuten.
• De maximum diepte bij een PO
2
van 1.4 bar wordt berekend en
weergegeven. Desgewenst kan deze druk gewijzigd worden van 1.2 tot
1.6 bar.
De zuurstofgerelateerde informatie welke door de VYPER wordt weergegeven,
gebeurt alleen op logische momenten. De volgende informatie wordt voor en
tijdens de duik weergegeven:
• Het ingestelde percentage zuurstof als deze hoger is dan 21%.
• De OLF-grafiek voor het bijhouden van zowel CNS% en OTU%.
• Hoorbare alarmsignalen en een knipperende OLF-grafiek wanneer de
80% en 100% bereikt zijn.
• Het knipperen van de OLF-grafiek stopt wanneer de PO
2
kleiner is dan
0.5 bar.
• De PO
2
wordt getoond wanneer deze groter is dan de ingestelde limiet
(gewoonlijk 1.4 bar).