556672
19
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/67
Nächste Seite
NL
1
Suunto X6/X6m
GEBRUIKERSGIDS
NL
2
INHOUDSOPGAVE
1. ALGEMENE INFORMATIE ......................................................................................5
1.1. Onderhoud ............................................................................................5
1.2. Waterbestendigheid ..............................................................................6
1.3. Verwisselen van de batterij ...................................................................6
1.4. Aftersales service ..................................................................................8
2. HOE GEBRUIKT U UW SUUNTO X6/X6M .............................................................9
2.1. Venster .................................................................................................9
2.1.1. Modussymbolen .......................................................................9
2.1.2. Functiesymbolen ....................................................................10
2.2. Toetsen ...............................................................................................11
2.2.1. Kort en lang indrukken ...........................................................11
2.2.2. Start toets ...............................................................................11
2.2.3. Stop/CL toets ..........................................................................12
2.2.4. Suunto toets ...........................................................................12
2.2.5. Pijltjestoetsen .........................................................................13
2.2.6. Vergrendeltoets ......................................................................13
2.3. Menu’s ...............................................................................................14
2.3.1. Basis menustructuur ...............................................................14
2.3.2. Navigeren in menu’s ...............................................................14
3. MODI ...................................................................................................................15
3.1. Algemene informatie ...........................................................................15
3.2. Time modus .........................................................................................15
3.2.1. Hoofdvenster ..........................................................................15
3.2.2. Alarm .....................................................................................16
3.2.3. Time [tijd] ................................................................................18
3
3.2.4. Date [datum] ...........................................................................19
3.2.5. General [Algemeen] ...............................................................20
3.2.6. Units [eenheden] ....................................................................23
3.3. Compass modus .................................................................................26
3.3.1. Hoofdvenster ..........................................................................26
3.3.2. Use [Gebruik] .........................................................................27
3.3.3. Altitude/Sealevel [Hoogte/Zeeniveau] ....................................28
3.3.4. Compass [kompas] .................................................................29
3.4. Weather modus ...................................................................................32
3.4.1. Hoofdvenster ..........................................................................32
3.4.2. Use [gebruik] ..........................................................................33
3.4.3. Sealevel [zeeniveau] ..............................................................33
3.4.4. Alarm .....................................................................................33
3.4.5. Memory [Geheugen] ...............................................................34
3.5. Hiking modus ......................................................................................35
3.5.1. Hoofdvenster ..........................................................................35
3.5.2. Logbook [logboek] ..................................................................36
3.5.3. Use [gebruik] ..........................................................................40
3.5.4. Altitude [Hoogte] ....................................................................40
3.5.5. Alarms [alarmen] ....................................................................40
3.6. Hiking chrono modus ..........................................................................42
3.6.1. Hoofdvenster ..........................................................................42
3.6.2. Memory [Geheugen] ...............................................................43
3.6.3. Altitude [Hoogte] .....................................................................46
3.6.4. Use [gebruik] ..........................................................................46
3.6.5. Reminder ...............................................................................46
4
3.6.6. De invloed van buitentemperatuur op hoogtemetingen .........48
4. EXTRA FEATURES ................................................................................52
4.1. PC interface ................................................................................52
4.1.1. Gegevens verplaatsen ...........................................................52
4.1.2. De features van de Suunto Activity Manager .........................53
4.2. SuuntoSports.com ...............................................................................56
4.2.1. Systeemvereisten ...................................................................56
4.2.2. SuuntoSports.com onderdelen ...............................................56
4.2.3. Beginnen ................................................................................59
5. TECHNISCHE GEGEVENS ................................................................................60
6. COPYRIGHT EN HANDELSMERK .......................................................................61
7. CE ................................................................................61
8. GARANTIEBEPERKINGEN EN ISO 9001 EISEN ................................................62
9. VERWIJDEREN VAN HET APPARAAT .................................................................63
5
1. ALGEMENE INFORMATIE
De Suunto X6/X6M Wristop Computer is een betrouwbaar hoogwaardig elektronisch
instrument voor recreatief gebruik. De recreant die graag sporten beoefent zoals
bergbeklimmen, trekken en fietsen kan rekenen op de precisie van de Suunto X6/
X6M.
N.B.: Met de Suunto X6/X6M mag men geen metingen verrichten die professionele
of industriële precisie vereisen en ook geen metingen doen tijdens het skydiven,
hanggliding, paragliding, gyrocopter riding of het besturen van een klein vliegtuig.
1.1. ONDERHOUD
Volg uitsluitend de aanwijzingen die in deze handleiding staan. De Suunto X6/X6M niet
uit elkaar halen of zelf repareren. Bescherm uw Suunto X6/X6M tegen stoten, hitte en
langdurig blootstellen aan direct zonlicht. Wanneer u de Suunto X6/X6M niet gebruikt,
kunt u hem het beste opbergen op een schone, droge plaats bij kamertemperatuur.
U kunt de Suunto X6/X6M schoonmaken met een vochtige (warme) doek. Voor
hardnekkige vlekken en krassen kunt u een zachte zeep gebruiken. Gebruik geen sterke
chemische middelen zoals benzine, reinigingsoplosmiddelen, aceton, insectenwerende
middelen, zelfklevend materiaal en verf op de Suunto X6/X6M, omdat deze stoffen de
lak, de behuizing en de afwerking kunnen aantasten. Houdt de interfacecontacten voor
de PC schoon met bijvoorbeeld een tandenborstel. Houdt de omgeving rond de sensoren
vrij van vuil en zand. Steek nooit een voorwerp in de sensoropeningen.
6
1.2. WATERBESTENDIGHEID
De Suunto X6/X6M is waterbestendig tot 100 m/330 ft conform ISO-norm 2281 (zie
www.iso.ch). Dit betekent dat u met de Suunto X6/X6M wel kunt zwemmen of andere
watersportactiviteiten kunt beoefenen, maar dat het apparaat niet geschikt is voor
duiken met of zonder zuurstofflessen.
Om het apparaat waterdicht te houden en ervoor te zorgen dat de garantie van kracht
blijft, wordt met klem geadviseerd al het onderhoud, met uitzondering van het vervangen
van de batterij, uit te laten voeren door een erkende Suunto-dealer.
N.B.: Druk tijdens het zwemmen of wanneer het apparaat anderszins in contact met
water staat nooit op de knoppen. Het apparaat kan het defect raken als u de knoppen
opzettelijk of per ongeluk indrukt terwijl het apparaat is ondergedompeld.
1.3. VERWISSELEN VAN DE BATTERIJ
De Suunto X6/X6M werkt op een 3-Volt lithium batterij, type: CR 2032. De maximale
levensduur in ongeveer 12 maanden.
Een waarschuwingsindicator wordt geactiveerd wanneer de batterij nog 5-15 procent
capaciteit over heeft. Wanneer dit gebeurt, moet u de batterij vervangen. Extreme
lage temperaturen kunnen de indicator ook activeren, ook al is de batterij nog niet
leeg. Vervang de batterij wanneer de indicator dit aangeeft bij temperaturen boven
10°C (50°F).
N.B.: Intensief gebruik van achtergrondverlichting, hoogtemeter en kompas vermindert
de levensduur van de batterij aanzienlijk.
7
VERVANGEN VAN DE BATTERIJ
Zorg alvorens de batterij te gaan vervangen dat u beschikt over een originele Suunto-
batterijvervangingsset (bestaande uit batterij plus batterijvakdeksel met O-ring).
1. Plaats een muntstuk of een Suunto-batterijvervangingsmuntje in de gleuf of de gaten
in het deksel van het batterijvak aan de achterzijde van het apparaat.
2. Draai de munt tegen de klok in tot deze in lijn staat met de markering die de stand
‘open’ aangeeft. Draai en til het deksel met het muntstuk vervolgens tegelijk op,
totdat het deksel open gaat.
8
3. Verwijder het batterijvakdeksel en de oude batterij voorzichtig. Vermijd beschadiging
van het contactplaatje.
4. Reinig alvorens de nieuwe batterij in het batterijvak te plaatsen eerst de binnenzijde
van het afdichtoppervlak van het batterijvak.
5. Plaats de nieuwe batterij in het vak, met de plus naar boven. Schuif de batterij
voorzichtig onder het contactplaatje (let op dat het plaatje niet breekt of verbuigt).
6. Plaats het nieuwe batterijvakdeksel op het batterijvak, met de positiemarkering op
het deksel in lijn met de markering die de stand ‘open’ aangeeft op de achterzijde
van het apparaat.
7. Druk met de munt het deksel licht in en draai het naar links, totdat de positiemarkering
op het deksel in lijn staat met de markering die de stand ‘gesloten’ aangeeft op de
achterzijde van het apparaat.
OPMERKING: Controleer na het vervangen van de batterij of het batterijvak goed
is afgesloten. Hierdoor blijft het apparaat waterdicht. Door onzorgvuldigheid bij het
vervangen van de batterij kan de garantie vervallen.
OPMERKING: Veelvuldig gebruik van de displayverlichting, met name in de nachtstand
(‘Night Use’), vermindert de levensduur van de batterij aanzienlijk.
1.4. AFTERSALES SERVICE
Bij klachten die onder de garantie vallen, dient u het product op eigen kosten op te
sturen naar de Suunto-dealer die voor de reparatie ervan verantwoordelijk is. Vermeld
uw naam en adres en sluit het aankoopbewijs en/of de serviceregistratiekaart bij, al naar
gelang dit in uw land is vereist. Uw Suunto-dealer zal het product kosteloos repareren
of u een nieuw exemplaar opsturen binnen een termijn die hij daarvoor redelijk acht en
op voorwaarde dat de noodzakelijke onderdelen op voorraad zijn. Reparaties die niet
onder de garantie vallen, zullen op kosten van de eigenaar worden uitgevoerd. Deze
9
garantie is niet van de oorspronkelijke eigenaar overdraagbaar.
Als het niet mogelijk is contact op te nemen met uw Suunto-dealer, raadpleeg dan voor
nadere informatie de Suunto-importeur in uw land. Het adres van uw Suunto-importeur
vindt u op www.suunto.com.
2. HOE GEBRUIKT U UW SUUNTO X6/X6M
2.1. VENSTER
Wanneer uw Suunto X6/X6M de fabriek verlaat, worden de regels van de hoofdmodus
voor Time weergegeven datum, tijd en dag. Later
kunt u zelf kiezen welke modus wordt getoond.
Naast informatie over modus, staan er nog enkele
symbolen in het venster van de Suunto X6/X6M.
2.1.1. Modussymbolen
De modussymbolen links geven de actieve modus
aan:
Time
Compass
Weather
Hiking
Hiking chrono
10
2.1.2. Functiesymbolen
De functie symbolen geven aan dat of een functie is geactiveerd (bijv. alarm) of dat iets
moet gebeuren (batterijsymbool). De functiesymbolen zijn:
Alarm
Actief, wanneer tenminste één alarm is ingeschakeld.
Weeralarm/hoogtealarm
Actief, wanneer weeralarm, hoogtealarm of Asc/Dsc-alarm is ingeschakeld.
Logboek
Actief, wanneer het logboek data vastlegt.
Chrono
Actief, wanneer de chronometer aan staat en data naar een file schrijft.
Gebruik alti/baro
Geeft aan of de luchtdruksensor wordt gebruikt als barometer en de hoogtemeting is
geblokkeerd.
Is actief als u selecteert dat de luchtdruk als weerinformatie moet worden weergegeven.
In dat geval is in de modus Hiking, Chrono of Compass de hoogtemeting geblokkeerd.
Zie hoofdstuk 3.3.2. voor meer informatie.
Batterij
Actief, wanneer er nog maar 5–15 procent van de capaciteit over is en de batterij moet
worden vervangen.
Vergrendeltoets
Actief wanneer de vergrendeltoets is geactiveerd.
11
2.2. TOETSEN
2.2.1. Kort en lang indrukken
De toetsen hebben verschillende functies,
afhankelijk hoe lang u de toets indrukt.
Gewoon indrukken of kort indrukken betekent
dat u de toets kort moet indrukken.
Lange indrukken betekent dat u de toets langer
dan 2 seconden ingedrukt moet houden.
2.2.2. Start toets
Kort indrukken
In Chrono modus: begint met tijd opnemen
en bewaart en toont de tussentijden.
In Hiking modus: bewaart bladwijzers (hoogte
en tijd).
Lang indrukken
Activeert de achtergrondverlichting wanneer
deze niet op uit staat. De achtergrond-
verlichting blijft aan zolang een keuze actief
is en nog 5 seconden na de laatste keuze.
Meer informatie over instellingen achter-
grondverlichting, zie hoofdstuk 3.2.5.
12
2.2.3. Stop/CL toets
Kort indrukken
Keert terug naar vorig menuniveau of vorige keuze zonder de keuze vast te
leggen.
In de Chrono modus: stopt tijd opneming.
In andere hoofdvensters van modus: een shortcut toets, die schakelt het laagste
veld van het hoofdvenster tussen drie verschillende alternatieven. De keuze blijft
actief zelfs als de modus of menuniveau wordt gewijzigd.
Lang indrukken
Keert terug naar hoofdvenster van huidige modus zonder de laatste keuze te
accepteren. Reset de stopwatch in de chronomodus.
2.2.4. Suunto toets
Kort indrukken
Navigeert naar een lager menuniveau.
Accepteert keuzes gemaakt met pijltjes en gaat naar volgende fase.
Keert na laatste keuze terug naar instelmenu.
Activeert, bij twee mogelijke keuzes (bijv. icoontje aan/uit), de keuze en accepteert
de keuzes gemaakt met de pijltjes.
Lang indrukken
Keert terug naar hoofdvenster van huidige modus en accepteert de keuze.
Accepteert bij twee mogelijke keuzes (bijv. icoontje aan/uit) de keuze en keert direct
terug naar hoofdvenster van huidige modus.
13
2.2.5. Pijltjestoetsen
Kort indrukken
Bladert omhoog en omlaag door de menu’s, en voor- en achteruit door logboek en
geheugen.
Wijzigt de waarden. Het pijltje
up [omhoog] verhoogt de waarde en down [omlaag]
verlaagt de waarde.
Beide pijltjes wijzigen de waarde bij twee mogelijke keuzes, bijv. icoontje aan/uit.
2.2.6. Vergrendeltoets
De vergrendeltoets voorkomt dat toetsen ongewild worden ingedrukt. Indien de
vergrendeltoets is ingeschakeld en u drukt op een toets, dan verschijnt het bericht
unlock press suunto” [ontgrendel druk suunto].
Vergrendeling activeren
Doe het volgende om de vergrendeling te activeren:
1. Druk de Suunto toets in. De Suunto X6/X6M gaat naar het functiemenu.
2. Druk de
Start toets binnen 2 seconden in. De toetsen zijn vergrendeld en de Suunto
X6/X6M gaat naar het hoofdvenster van de huidige modus.
Ontgrendelen
Doe het volgende om de toetsen te ontgrendelen:
1. Druk de Suunto toets in. De volgende tekst verschijnt: now press start[druk op
start].
2. Druk binnen 2 seconden de
Start toets in.
14
2.3. MENU’S
2.3.1. Basis menustructuur
De menu’s zijn hiërarchisch gestructureerd onder de modi. Kiest u een modus, dan
verschijnt het hoofdvenster. Drukt u op Suunto in het hoofdvenster van de modus, dan
verschijnt het functiemenu van de modus. Het functiemenu bevat een aantal functies
en alle functies bevatten subfuncties of instellingen. Daardoor ontstaat de hiërarchische
menustructuur.
2.3.2. Navigeren in menu’s
U kunt door de menu-items bladeren met de up [omhoog] en down [omlaag] toetsen
aan de rechterkant van de Suunto X6/X6M. Er passen drie menu-items tegelijk in het
venster. Het menu-item dat actief is en kan worden gekozen, staat geselecteerd. Rechts
in het venster toont een indicatorbalk het totale aantal menu-items. Het aantal actieve
menu-items is zichtbaar naast de indicatorbalk.
U kunt steeds verder in de hiërarchie gaan door een menu te kiezen en de Suunto toets
in te drukken. Wilt u weer een stap terug in de hiërarchie, druk dan de Stop/CL toets
in. Door alleen de Stop/CL toets in te drukken, worden er geen wijzigingen bewaard
— die moeten eerst worden geaccepteerd met de Suunto toets.
Wilt u direct naar het hoofdvenster van de actieve modus, druk dan langer dan
2 seconden of de Suunto toets in (bewaart wijzigingen) of de Stop/CL toets (verwijdert
de laatste wijziging).
De Suunto X6/X6M helpt u zoveel mogelijk wanneer u door de menu’s navigeert.
Wanneer u een functie uitvoert, keert de Suunto X6/X6M vaak automatisch terug naar
het menu dat u waarschijnlijk van plan bent te gebruiken. Ook wanneer u probeert
iets te doen wat niet kan, toont de Suunto X6/X6M eerst een bericht en beveelt dan
15
automatisch een functie aan in geselecteerd beeld en helpt u zo bij het kiezen van de
juiste functie.
3. MODI
3.1. ALGEMENE INFORMATIE
Suunto X6/X6M kent vijf modi: Time [tijd], Compass [kompas], Weather [weer], Hiking
[trektocht] en Hiking Chrono [chrono trektocht]. De symbolen voor elke modus staan
links in het Suunto X6/X6M venster. Wanneer u een modus kiest, verschijnt de indicator
voor actieve modus in het venster naast het symbool van de gekozen modus. Indien
de icoontjes on [aan] staan, wordt ook de actieve modus weergegeven.
Druk om een modus te kiezen of op de up [omhoog] of down [omlaag] pijl in het
hoofdvenster van een modus en blader door de modi. Wanneer u stopt met bladeren,
verschijnen het icoontje van de gekozen modus en de naam daarvan even in het venster
en vervolgens wordt het venster van die modus geopend.
N.B.: Behalve de indicator voor actieve modus, kan ook de indicator voor Use worden
getoond naast de modussymbolen voor Compass of Weather. Indien Use op Alti staat,
dan verschijnt de indicator naast het modussymbool voor Compass en indien Use
op Alti staat, dan verschijnt de indicator naast het modussymbool voor Weather. Zie
hoofdstuk 3.3.2. voor meer informatie over Alti en Baro.
3.2. TIME MODUS
3.2.1. Hoofdvenster
Wanneer u de Time modus kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster
heeft drie regels:
16
Datum
De eerste regel toont de datum in het gekozen format. Zie hoofdstuk 3.2.6. over het
wijzigen van het format voor datum.
Tijd
De tweede regel toont de tijd in het gekozen format. Zie hoofdstuk 3.2.6. over het
wisselen tussen 12- en 24-uurs weergave.
Shortcuts
De derde regel toont naar keuze de dag van de week, seconden of dual time. Druk de
Stop/CL toets in om de getoonde informatie te wijzigen.
Dag: Toont de actuele dag van de week.
Seconden: Toont seconden.
Dual time: Toont de dual time indien dit ingesteld is.
3.2.2. Alarm [Alarm]
U kunt in totaal drie onafhankelijke alarmen instellen. Naast het tijdstip kunt u ook een
datum bepalen waarop het alarm moet afgaan. Indien u geen datum instelt, zal het
alarm dagelijks afgaan zolang het op on [aan] staat.
Wanneer het alarm is ingesteld, verschijn het alarmsymbool in het Suunto X6/X6M
venster.
Activeren van alarmen
Doe het volgende om een alarm te activeren:
1. Druk Suunto in het hoofdvenster in voor het functiemenu.
2. In het functiemenu staat
Alarm al geselecteerd als eerste menu-item. Kies dit door
17
Suunto in te drukken. Het alarmmenu toont de status van de alarmen. Wanneer
u de eerste keer het menu opent, staan de indicators voor alarm standaard op off
[uit].
3. Blader naar het alarm van uw keuze en druk op
Suunto. De alarminformatie wordt
getoond en de aan/uit indicator wordt als actief (geselecteerd) weergegeven.
Wanneer u de eerste keer de alarminformatie opent, staat de tijd op 00:00 of
12:00.
4. Druk op de
up [omhoog] of down [omlaag] pijl om de alarmstatus op on [aan] te
zetten.
5. Druk op
Suunto. De alarmindicator gaat naar on [aan] en dan kan het uur worden
ingesteld.
6. Stel het juiste
uur in met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Dan kunnen de
minuten worden ingesteld.
7. Stel de juiste
minuten met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
8. Wilt u dat het alarm
elke dag afgaat, accepteer dan het dd.mm format door Suunto
in te drukken. (Met lang indrukken opent u het hoofdvenster en door tweemaal kort
in te drukken activeert eerst het mm veld en dan het functiemenu.) Het alarm gaat
nu elke dag af en u keert terug naar het functiemenu.
9. Wilt u dat het alarm op een bepaalde datum afgaat, stel dan de dag en de maand
in de dd en mm velden in met de pijltjestoetsen en leg dit vast door Suunto in te
drukken. Het alarm is ingesteld om alleen op de door u gekozen datum af te gaan.
Hierna keert u terug naar het functiemenu. Om het alarm terug te zetten op de
dagelijkse functie, activeer het mm veld, stel de waarde terug naar mm met de
pijltjestoetsen en leg dit vast door Suunto in te drukken.
18
Deactiveren van alarmen
Doe het volgende om het alarm te deactiveren:
1. Druk op Suunto in het hoofdvenster voor het functiemenu.
2. Blader in het functiemenu naar
Alarm en druk op Suunto.
3. Blader naar het alarm dat u wilt uitzetten en druk op Suunto. De informatie over het
alarm wordt getoond en de on/off [aan/uit] indicator is actief (geselecteerd).
4. Druk op de
up [omhoog] of down [omlaag] toets om de alarmstatus op off [uit] te
zetten en druk op Suunto. Het symbool voor alarm verdwijnt uit het venster.
Reageren op een alarm
Wanneer u het alarm hoort, kunt u reageren door op een van de Suunto X6/X6M toetsen
te drukken. Het alarm houdt automatisch op na 30 seconden.
3.2.3. Time [tijd]
De tijd is de tijd van dat moment en is zichtbaar op de tweede regel in het hoofdvenster
van de Time modus.
Met dual time kunt ook een andere tijd volgen, bijv. uit een andere tijdzone wanneer
u op reis bent. De dual time wordt getoond op de derde regel in het hoofdvenster van
Time modus als een shortcut. Druk de Stop/CL toets in het hoofdvenster in om naar
de dual time te bladeren.
Instellen van tijd en dual time
Doe het volgende om de tijd en dual time in te stellen:
1. Blader naar Time in het functiemenu en druk op Suunto. Het menu met de opties
tijd en dual time wordt getoond.
19
2. Blader naar tijd of dual time en druk op Suunto. U kunt nu het uur kiezen.
3. Wijzing het
uur met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Nu kunt u de minuten
kiezen.
N.B.: Indien de tijd wordt weergegeven als een 12-uurs klok, dan verschijnt of het AM
of het PM symbool op de laatste regel. Zie hoofdstuk 3.2.6. over informatie over de
12/24-uurs klok.
4. Wijzig de
minuten met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Nu kunt u de seconden
instellen.
5.
Wanneer u op de pijltjestoets omlaag drukt, worden de seconden op nul gezet. Wilt
u bepaalde seconden instellen, druk dan op de pijltjestoets omhoog en de seconden
beginnen te lopen. Druk bij het juiste aantal op Suunto. U keert automatisch terug
naar het functiemenu.
N.B.: Wanneer u de seconden instelt bij tijd, gebeurt dit ook automatisch bij dual
time.
N.B.: Bij dual time kunt u alleen uren en minuten instellen; de seconden komen uit
de Time optie.
3.2.4. Date [datum]
De datum kent drie verschillende formats: dd.mm, mm.dd of dag. Zie hoofdstuk 3.2.6.
voor meer informatie over het wijzigen van het format.
Wijzigen van de datum
Doe het volgende om de datum te wijzigen:
1. Druk Suunto in het hoofdvenster in om in het functiemenu te komen.
2. Blader na
Date in het functiemenu en druk op Suunto.
20
3. Wijzig de waarde van het eerste actieve veld (dag of maand, afhankelijk van het
format) met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. U gaat nu naar het tweede veld.
4. Wijzig de waarde van het tweede veld met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. Nu
kunt u het jaar kiezen.
5. Wijzig het jaar met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. (Alle jaren zijn in de 21
ste
eeuw.) U keert automatisch terug naar het hoofdvenster van de modus.
N.B.: De dag van de week wordt automatisch bijgewerkt in de laatste regel op basis
van de ingestelde datum.
3.2.5. General [Algemeen]
De functie Algemeen bevat algemene instellingen voor uw Suunto X6/X6M. De
instellingen bepalen hoe informatie wordt weergegeven in alle modi.
Tonen aan of uit zetten [Tones]
Tonen zijn de geluidjes die u hoort wanneer u op de juiste manier de toetsen heeft
ingedrukt. Tonen kunnen aan of uit staan.
Doe het volgende om de tonen in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar General en druk op Suunto. Het menu Algemeen
wordt nu getoond.
2. Blader naar
Tones en druk op Suunto. Het on/off [aan/uit] veld is actief en staat
geselecteerd.
3. Wijzig de waarde van het veld naar
on [aan] of off [uit] met de pijltjestoetsen en druk
op Suunto. De tonen zijn nu ingesteld.
21
Icoontjes aan of uit zetten [Icons]
Icoontjes zijn de symbolen die u even ziet wanneer u van modus verandert. U kunt de
symbolen tonen of verbergen.
Doe het volgende om de icoontjes in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar General en druk op Suunto. Het menu Algemeen
wordt nu getoond.
2. Blader naar
Icons en druk op Suunto. Het on/off [aan/uit] veld is actief.
3. Wijzig de waarde van het veld naar
on [aan] of off [uit] met de pijltjestoetsen en druk
op Suunto. De icoontjes zijn nu ingesteld.
Instellen van achtergrondverlichting [Light]
Licht betekent het achtergrondlichtverlichting in het Suunto X6/X6M venster. Licht kent
drie mogelijke instellingen:
Normal: Het licht gaat aan wanneer u de Start toets langer dan 2 seconden indrukt
in elke modus behalve de Chrono modus. Het licht blijft nog 5 seconden branden
nadat u voor het laatst een toets heeft ingedrukt.
N.B.: Indien het achtergrondlicht op normaal staat en u drukt de Start toets in in
de Chrono modus, dan wordt de Chrono geactiveerd. Wilt u het licht gebruiken in de
Chrono modus, dan moet het achtergrondlicht op Night Use.
Off:
Het licht kan door geen enkele toets geactiveerd worden.
Night Use:
Het licht gaat aan na het indrukken van een toets en blijft nog 5 seconden
aan na het indrukken van de laatste toets.
N.B.: De achtergrondverlichting gaat aan wanneer het alarm afgaat.
22
Doe het volgende om het licht in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar General en druk op Suunto. Het menu Algemeen
wordt nu getoond.
2. Blader naar
Light en druk op Suunto. De huidige instelling wordt geactiveerd.
3. Kies uw lichtinstelling met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. Het licht is nu
ingesteld en u keert terug naar het functiemenu.
Afstellen van de luchtdruksensor [Sensor]
De luchtdruksensor van de Suunto X6/X6M is in de fabriek geijkt. Toch kan na verloop
van tijd een geringe afwijking in de afstelling ontstaan. U kunt deze afwijking corrigeren,
maar dient dit uitsluitend te doen als de huidige luchtdruk die op de onderste regel
in de Weather modus wordt weergegeven afwijkt van een referentiewaarde voor de
barometrische druk die is gemeten met een geijkte precisiebarometer. U kunt de waarde
instellen in stappen van 0,1 hPa of 0,01 inHg. De referentiewaarde moet minimaal
met dezelfde precisie worden gemeten. Raadpleeg bij twijfel de technische dienst van
Suunto alvorens u de sensor opnieuw gaat ijken.
U kunt de luchtdruksensor als volgt ijken:
1. Scroll in het functiemenu naar
General en druk op Suunto. Het menu General wordt
weergegeven.
2. Scroll naar
Sensor en druk op Suunto. De vermelding “sensor calibration [Sensor
ijken] verschijnt en de op dat moment gemeten absolute luchtdruk wordt als actieve
waarde weergegeven.
3. Pas met de pijltoetsen de waarde van de absolute luchtdruk aan de gemeten
referentiewaarde aan en druk op Suunto. U keert terug naar het functiemenu.
N.B.: U kunt de fabriekswaarde herstellen door verder te gaan met scrollen tot bij de
waarde op de middelste regel “Default wordt weergegeven.
23
3.2.6. Units [eenheden]
Dit menu bevat de eenheden die worden gebruikt voor alle Suunto X6/X6M functies
en instellingen. De instellingen hiervoor bepalen hoe informatie wordt getoond in alle
Suunto X6/X6M modi.
Instellen van het tijdformat [Time]
In instelling voor tijd bepaalt of de 12- of 24-uurs klok wordt gebruikt.
Doe het volgende om de 12/24-uurs weergave te veranderen:
1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt
nu getoond.
2. Blader naar
Time en druk op Suunto. Het 12/24 h veld wordt geactiveerd.
3. Kies de juiste instelling met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. De weergave voor
tijd is ingesteld.
Instellen van het format voor datum [Date]
De instelling voor datum bepaalt hoe de datum wordt weergegeven. De mogelijkheden
zijn:
DD.MM: Dag vóór de maand, bijv 27.11.
MM.DD: Maand vóór de dag, bijv. 11.27.
Day: Alleen de dag wordt weergegeven, bijv. 27.
Doe het volgende om de datum weergave te veranderen:
1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt
nu getoond.
2. Blader naar
Date en druk op Suunto.
3. Kies het juiste datumformat met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. Het format is
ingesteld en u keert terug naar het functiemenu.
24
De eenheid voor temperatuur instellen [Temp]
Deze instelling bepaalt de eenheid waarmee temperatuur wordt weergegeven.
De mogelijkheden zijn Celsius (°C) en Fahrenheit (°F).
Doe het volgende om de eenheid van temperatuur te wijzigen:
1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt
nu getoond.
2. Blader naar
Temp en druk op Suunto. Het veld voor temperatuureenheid wordt
geactiveerd.
3. Kies de juiste eenheid met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. De eenheid voor
temperatuur is ingesteld.
De eenheid voor luchtdruk instellen [Pres]
Deze instelling bepaalt de eenheid waarmee luchtdruk wordt weergegeven.
De mogelijkheden zijn hPa en inHg.
Doe het volgende om de eenheid van luchtdruk te wijzigen:
1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt
nu getoond.
2. Blader naar
Pres en druk op Suunto. Het veld voor luchtdrukeenheid wordt
geactiveerd.
3. Kies de juiste eenheid met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. De eenheid voor
luchtdruk is ingesteld.
De eenheid voor hoogte instellen [Elev]
Deze instelling bepaalt de eenheid waarmee hoogte wordt weergegeven. De mogelijk-
heden zijn meters (m) en voet (ft).
25
Doe het volgende om de eenheid van luchtdruk te wijzigen:
1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt
nu getoond.
2. Blader naar
Elev en druk op Suunto. Het veld voor hoogte is actief.
3. Kies de juiste eenheid met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. De eenheid voor
hoogte is ingesteld.
De eenheid voor stijgings- dalingssnelheid instellen [Asc/Dsc]
Deze Asc/Dsc bepaalt de manier waarop de stijgings- en dalingssnelheid wordt
weergegeven. De mogelijke formats zijn:
m/s
m/min
m/h
ft/s
ft/min
ft/h
Doe het volgende om de eenheid voor stijgings- dalingssnelheid te wijzigen:
1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt
nu getoond.
2. Blader naar
Asc/Dsc en druk op Suunto.
3. Kies het juiste format met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. Het format is ingesteld
en u keert terug naar het Units menu.
26
3.3. COMPASS MODUS
3.3.1. Hoofdvenster
Wanneer u de kompasmodus kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster
heeft drie regels.
Koers
De eerste regel toont de koers, aangeduid met de waarnemingstekens van de Suunto
X6/X6M.
Compas
De tweede regel geeft de richting van de Suunto X6/X6M aan als een grafische
presentatie van een kompasroos. De roos toont de hoofdwindstreken en de halve
windstreken. De koers op de eerste regel blijft zichtbaar ook al verdwijnt de roos doordat
het kompas in een hoek wordt gehouden.
De magnetische sensor van het kompas functioneert 45 seconden per keer. Daarna gaat
het kompas in de spaarstand en verschijnt het bericht start compass [start kompas]”.
Druk de Start toets in om het kompas te activeren.
Shortcuts
De derde regel van het hoofdvenster bevat shortcuts voor drie functies. Druk de Stop/CL
toets in om van functie te veranderen.
Hoogte: Wanneer Alti wordt gebruikt, wordt de actuele hoogte aangegeven, en
bij Baro wordt de referentiehoogte aangegeven. Zie hoofdstuk 3.3.2. voor meer
informatie over het gebruik van Alti en Baro.
Koers uitzetten: Hiermee kunt u een bepaalde koers op een terrein uitzetten.
Wanneer u de eerste keer naar bearing tracking [koers uitzetten] bladert, staat deze
op 0°. Beweeg uw Suunto X6/X6M horizontaal om het zoeken naar een koers te
27
activeren totdat de juiste koers wordt weergegeven op de eerste regel en druk op
de Start toets. De gekozen koers wordt weergegeven op de derde regel totdat u
een nieuwe koers kiest met Start toets. Wanneer u een koers heeft uitgezet, geeft
de kompasroos in de middelste regel een stippellijntje die de uitgezette koers
aangeeft.
N.B.:
Deze functie onthoudt altijd de laatst gekozen richting wanneer u hier naartoe
bladert.
Tijd: Toont de actuele tijd.
N.B.: De shortcuts functioneren ook in de spaarstand normaal. Wanneer u de shortcut
voor koers kiest, wordt het kompas automatisch geactiveerd.
3.3.2. Use [Gebruik]
Met deze functie kunt u bepalen of de meting voor luchtdruk wordt gebruikt om hoogte
te meten of om weersomstandigheden aan te geven.
Kiest u de optie Alti (hoogtemeter), dan wordt de luchtdruk weergegeven als hoogte en
alle veranderingen in atmosferische druk worden gezien als veranderingen in hoogte.
Maar let op: verandringen in de luchtdruk door weersverandringen hebben wel degelijk
invloed op de hoogtemeting.
Wanneer Alti gebruik is gekozen, verandert de hoogtelezing van de modi Kompas
Trektocht en Chrono trektocht, maar de atmosferische druk (zeeniveau) in de tweede
regel van de Weermodus blijft constant. De absolute druk verandert als deze is gekozen
als shortcut in de derde regel van de weermodus.
Kiest u voor Baro (barometer), dan wordt de luchtdruk weergegeven als weersinformatie
en alle veranderingen in de atmosferische druk worden gezien als een gevolg van een
verandering in het weer.
28
Wanneer Baro gebruik is gekozen, blijft de hoogtelezing in de modi Kompas, Trektocht
en Chrono trektocht constant. De atmosferische druk (zeeniveau en absoluut) in de
Weather modus verandert dan.
Kies het juiste gebruik voor wat u wilt meten. Bijvoorbeeld: tijdens een trektocht kunt
Alti gebruik kiezen om te zien hoeveel u hebt geklommen. Wanneer u uw kamp opslaat
voor de overnachting, kunt u dit veranderen in Baro om er zeker van te zijn dat u niet
verrast wordt door veranderende weersomstandigheden.
Doe het volgende om Alti gebruik of Baro gebruik te kiezen:
1. Blader in het functiemenu naar Use en druk op Suunto. Het veld alti/baro wordt
geactiveerd.
2. Verander de inhoud van het veld met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. U keert
terug naar het functiemenu.
3.3.3. Altitude/Sealevel [Hoogte/Zeeniveau]
U moet de referentiehoogte instellen voor de correcte werking van de hoogtemeter.
Dit betekent dat u een waarde instelt die gelijk is aan de werkelijke hoogte. Stel de
referentiehoogte in op een locatie waarvan u de hoogte weet, bijvoorbeeld, aan de
hand van een topografische kaart. De Suunto X6/X6M krijgt in de fabriek een referentie-
hoogte die overeenkomst met de standaard barometerstand (1013hPa/29.90inHG) op
zeeniveau. Wanneer u door de instellingen voor Altitude of Zeeniveau bladert, is dit
zichtbaar als tekst Default. Als u niet weet wat de actuele hoogte is van uw huidige
locatie, dan kunt u de fabrieksinstelling als referentiehoogte gebruiken of de referentie-
druk van zeeniveau.
In de Weather modus wordt Altitude vervangen door Sealevel; dit functioneert en wordt
ingesteld net als bij Altitude.
29
Doe het volgende om de referentiehoogte in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar
Altitudemet de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
2. Stel met de pijltjestoetsen in het veld de referentiehoogte in, die overeenkomt met
de werkelijke hoogte van uw locatie op dat moment en druk op Suunto. U keert
terug naar het functiemenu.
N.B.: Wanneer de wijziging in de Use modus is geaccepteerd, gaat het computerhorloge
automatisch naar de toestand waarin Altitude geselecteerd wordt weergegeven, om
het instellen van de referentiehoogte te vergemakkelijken.
Weet u de hoogte niet van uw locatie, gebruik dan de luchtdruk om met behulp
daarmee de hoogte te bepalen. Dit doet u zo: ga naar de Weather modus en stel de
actuele luchtdruk voor zeeniveau in. Dit kunt opvragen bijvoorbeeld bij een luchthaven,
weerstation of van het internet halen.
3.3.4. Compass [kompas]
Het kompasmenu bevat functies of voor het kalibreren van het kompas of voor het
instellen van de afwijkingshoek.
Het kompas kalibreren [Calib]
Als het kompas niet goed lijkt te werken - bijv. het geeft de verkeerde kompasrichting
aan of de richting verandert te langzaam - moet u het allereerst kalibreren. U moet het
kompas ook kalibreren na het verwisselen van de Suunto X6/X6M batterij.
Krachtige elektromagnetische velden, zoals spanningskabels, luidsprekers en magneten,
kunnen het kalibreren van het kompas beïnvloeden. Het is raadzaam het kompas te
kalibreren als uw Suunto X6/X6M aan dergelijke velden heeft blootgestaan.
Het is ook raadzaam het kompas te kalibreren voor een lange tocht, bijvoorbeeld een
trektocht.
30
N.B.: Kalibreer het kompas voordat u het de eerste keer gebruikt en voordat u een
lange tocht maakt.
N.B.: Houdt de Suunto X6/X6M vlak tijdens het kalibreren.
Het kalibreren omvat de volgende fasen:
1. Blader in het functiemenu naar
Compass met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto.
2. Ga in het kompasmenu naar
Calib met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
3. Het scherm toont een countdown van 5 naar 0. Wanneer de countdown bij 0 is,
begint het kalibreren. Houd De Suunto X6/X6M waterpas en draai het apparaat
langzaam om z’n as met de klok mee of tegen de klok in.
Het waterpassymbool geeft het kalibreren aan. De animatie geeft de voortgang
van het kalibreren weer.
Indien het kalibreren lukt, verschijnt het bericht “
complete [voltooid]” en de Suunto
X6/X6M keert terug naar het functiemenu.
Indien het kalibreren mislukt, verschijnt het bericht
try again [opnieuw]” en de
countdown begint weer voor een nieuwe poging.
Indien het kalibreren vijfmaal is mislukt verschijnt het bericht “
failed, refer manual
[mislukt, raadpleeg handleiding]” en de Suunto X6/X6M keert terug naar het
kompasmenu.
Indien het kalibreren vijfmaal achter elkaar mislukt, kan het zijn dat u in een omgeving
bent met magnetische bronnen, zoals grote metalen voorwerpen, spanningskabels,
luidsprekers of elektrische motoren. Ga naar een andere plek en probeer daar het
kompas opnieuw te kalibreren.
31
U kunt ook de batterij er even uithalen en weer inzetten. Zorg er ook voor dat het
kompas vlak blijft tijdens het kalibreren—het kalibreren kan mislukken als de Suunto
niet waterpas wordt gehouden.
Indien het kalibreren echt niet lukt, neem dan contact op met de officiële serviceafdeling
van Suunto.
Het instellen van de declinatie [Declin]
U kunt het verschil tussen het ware noorden en het magnetische noorden compenseren
door de declinatie aan te passen. De afwijking kunt u vinden in bijv. topografische
kaarten van uw omgeving.
Doe het volgende om de declinatie in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar Compass met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto.
2. Ga in het kompasmenu naar
Declin met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
De eerste regel van het volgende venster wordt geactiveerd.
3. Kies de juiste optie (off/east/west [uit/oost/west]) met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. Het veld voor graden wordt geactiveerd.
4. Stel de graden in met de pijltjestoetsen. De beginwaarde is of 0.0° of de waarde die
vastgelegd is bij de laatste instelling van de afwijking.
5. Druk op
Suunto. U keert terug naar het kompasmenu.
32
3.4. WEATHER MODUS
3.4.1. Hoofdvenster
Wanneer u weermodus kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster heeft
drie regels.
Temperatuur
De eerste rij toont de temperatuur in de gekozen eenheid. Zie hoofdstuk 3.2.6. voor
meer informatie over het bepalen van de eenheid voor hoogte.
N.B.: Omdat de sensor vlakbij uw pols ligt, moet u de Suunto X6/X6M tenminste
15 minuten van uw lichaamstemperatuur vandaan houden om de juiste luchttemperatuur
te meten.
Luchtdruk
De tweede rij toont de luchtdruk op zeeniveau. Zie hoofdstuk 3.2.6. voor meer informatie
over het bepalen van de eenheid voor luchtdruk.
Shortcuts
De derde rij van het hoofdvenster bevat shortcuts naar drie functies. Druk de Stop/CL
toets in om van functie te veranderen.
Trend: Een grafische presentatie van het verloop van de luchtdruk (zeeniveau)
gedurende de laatste 6 uur met intervallen van 15 minuten. Eén stap op de verticale
as staat voor één hPa, één stap op de horizontale as staat voor 15 minuten.
Absolute luchtdruk:
De absolute luchtdruk is de werkelijke luchtdruk op de plaats
waar u zich bevindt op dat moment.
Tijd: Geeft de actuele tijd aan.
33
3.4.2. Use [gebruik]
Met deze functie kunt u aangeven of de meting van luchtdruk wordt gebruikt om hoogte
te bepalen of om de weersomstandigheden aan te geven. Zie hoofdstuk 3.3.2. voor
meer informatie.
N.B.: Voor de meeste functies van de weermodus is de juiste Use instelling Baro.
3.4.3. Sealevel [zeeniveau]
Met deze functie kunt u de luchtdruk op zeeniveau instellen Dit is de waarde van
barometerdruk op uw huidige locatie verminderd tot zeeniveau. Zie hoofdstuk 3.3.3.
voor meer informatie over luchtdruk op zeeniveau.
Doe het volgende om de luchtdruk op zeeniveau in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar Sealevel met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
2. Stel met de pijltjestoetsen de luchtdruk op zeeniveau in die hoort bij de actuele
luchtdruk op zeeniveau van uw huidige locatie en druk op Suunto. U keert terug
naar het functiemenu.
3.4.4. Alarm [alarmen]
Indien geactiveerd waarschuwt het weeralarm u als de luchtdruk meer dan 4 hPa/
0,118 inHg in 3 uur valt.
N.B.: U kunt het weeralarm alleen gebruiken als de Use functie op Baro staat.
Doe het volgende om het weeralarm aan of uit te zetten:
1. Blader in het functiemenu naar Alarm met de pijltjestoetsen. Vanuit het functiemenu
ziet u de huidige status van het alarm.
2. Druk op
Suunto. Het on/off [aan/uit] veld wordt geactiveerd.
3. Wijzig het veld in aan of uit met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto.
34
Wanneer het weeralarm afgaat, knippert het alarmsymbool en gaat het achtergrondlicht
aan. Druk op een willekeurige toets om het alarm te stoppen.
3.4.5. Memory [Geheugen]
Het geheugen slaat weersinformatie van de afgelopen 48 uur op. Wanneer u door de
opgeslagen informatie bladert, ziet u de informatie in deze volgorde:
Maximum luchtdruk op zeeniveau tijdens de gemeten periode, datum en tijd.
Minimum luchtdruk op zeeniveau tijdens de gemeten periode, datum en tijd.
Maximum temperatuur tijdens de gemeten periode, datum en tijd.
Minimum temperatuur tijdens de gemeten periode, datum en tijd.
Luchtdruk op zeeniveau en temperatuur in relatie tot de tijd en datum beginnend
vanaf het actuele moment. De eerste 6 uur in intervallen van 1 uur, de volgende
42 uur in intervallen van 3 uur.
N.B.: Indien de Use functie op Alti staat, is de barometrische waarde, opgeslagen in
het geheugen, altijd hetzelfde.
Doe het volgende om de weersinformatie in het geheugen te bekijken:
1. Blader in het functiemenu naar Memory met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
De eerste informatiepagina wordt weergegeven.
2. Blader door de informatie met de pijltjestoetsen—de
up [omhoog] pijl bladert vooruit
en de down [omlaag] bladert achteruit.
3. Druk op
Suunto of Stop/CL om het informatie bekijken af te sluiten.
35
3.5. HIKING MODUS
3.5.1. Hoofdvenster
Waneer u deze modus kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster heeft
drie regels.
Stijgings- dalingssnelheid
De eerste regel geeft de stijgings- en dalingssnelheid aan in de gekozen eenheid. Zie
hoofdstuk 3.2.6. voor informatie over het bepalen van de eenheid.
Hoogte
De tweede rij geeft de hoogte aan. Zie hoofdstuk 3.2.6. voor informatie over het bepalen
van de eenheid voor hoogte.
Shortcuts
De derde rij van het hoofdvenster bevat shortcuts naar drie functies. Druk de Stop/CL
toets in om van functie te veranderen.
Asc [st]: De cumulatieve stijging vanaf het moment dat logboek werd gestart. Indien
het logboek niet meeloopt, verschijnt de tekst “ASC 0”.
Versch:
Wanneer u deze functie kiest, wordt het verschil in hoogte en tijd aangegeven
vanaf de laatste reset van de functie. Druk op Start om te resetten en een nieuwe
meting te doen. Verschil staat altijd in de meetmodus, d.w.z., het meet voortdurend
het tijds- en hoogteverschil maar geeft dit alleen weer wanneer u de functie kiest.
Tijdens de eerste 10 uur worden zowel uren als minuten weergegeven. Daarna,
tijdens de volgende 89 uur, worden alleen de uren weergegeven, en tenslotte
verschijnt alleen een schuine streep en de ‘letter ‘h’ [u] in het scherm.
Tijd: Toont de actuele tijd.
36
3.5.2. Logbook [logboek]
In het logboek kunt u informatie opslaan over, bijvoorbeeld, een trektocht. Wanneer
u het logboek start, begint het informatie te verzamelen over cumulatieve stijgingen
en dalingen, gemiddelde stijgings- en dalingssnelheid, hoogste en laagste punt en
specifieke markeringen die tijdens uw tocht kunt instellen. Wanneer u het logboek
stopt, wordt de informatie die tot dan toe is verzameld, opgeslagen als een logboek
file die u later kunt bekijken. De maximale tijdsduur van één logboek is 168 uur =
1 week. Na deze tijd zal het logboek automatisch stoppen. De Suunto X6/X6M kan
20 logboek files opslaan. Meer logboeken kunt u via de PC interface op uw computer
opslaan. Zie hoofdstuk 4.1. voor meer informatie.
N.B: Voor een volledige grafische weergave van de activiteit dient u de stopwatch in
de modus Chrono te gebruiken.
Starting logbook [logboek starten]
Doe het volgende om het logboek te starten:
1. Blader in het functiemenu naar
Logbook met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
2. Blader naar
Start en druk op Suunto.
Indien het logboek niet begint te lopen en er is voldoende geheugen, dan begint het
opslaan. Het bericht logbook started [logboek gestart]” verschijnt en u keert terug
naar het functiemenu.
Indien het logboek al is geactiveerd, verschijnt het bericht logbook already running
[logboek loopt al]” en u keert terug naar het functiemenu, waar het Stop veld geselecteerd
wordt weergegeven.
Indien niet voldoende geheugen is, verschijnt het bericht “memory full [geheugen vol]”
en de Suunto X6/X6M gaat naar een venster waarin u wordt gevraagd een logboekfile
te wissen.
37
Kies het te wissen logboekfile met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. De file wordt
uit het geheugen gewist en u keert terug naar het logboekmenu.
Stopping logbook [logboek stoppen]
Doe het volgende om het logboek te stoppen:
1. Blader in het functiemenu naar Logbook met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
2. Blader naar
Stop en druk op Suunto. Het opslaan stopt en het bericht logbook stopped
[logboek gestopt]” verschijnt. U keert automatisch terug naar het functiemenu.
Indien het logboek niet liep toen u het wilde stoppen, keert u terug naar het functie-
menu.
Viewing logbook les [logboekles bekijken]
In de logboeklijst staan de files die opgeslagen zijn in het geheugen van de Suunto
X6/X6M. Met de lijstfunctie kunt of files bekijken of deze uit het geheugen wissen. U
kunt vanaf het eerste item vooruit bladeren en voor- en achteruit vanaf de overige items.
Het laatste item wordt onderstreept zodat u ziet wanneer er in de lijst is gebladerd.
Doe het volgende om de logfiles te bekijken:
1. Blader in het functiemenu naar Logbook met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
2. Blader naar
View en druk op Suunto. Er wordt een lijst van alle opgeslagen files
getoond.
3. Blader door de lijst met de pijltjestoetsen totdat de gewenste logboekfile actief is en
druk op Suunto. Het eerste venster van het logboek verschijnt.
4. Ga met het
up [omhoog] pijltje naar het volgende venster. De inhoud van opeen-
volgende vensters is:
Begindatum en tijd, totale tijd van de file en aantal runs. Een run is een beklimming
en een daaropvolgende afdaling van ten minste 50 meter.
38
• Totale stijging en gemiddelde stijgingssnelheid.
• Totale daling en gemiddelde dalingssnelheid.
• Het hoogste punt, datum en tijd.
• Het laagste punt, datum en tijd.
De markeringen die de gebruiker heeft toegevoegd aan de logboekfile, inclusief
de hoogte, datum en tijdstip van markering. Het maximale aantal markeringen is
10.
Totale stijging en daling worden met intervallen van 10 s geactualiseerd. Druk op
Suunto
om terug te keren naar het hoofdvenster.
N.B.: Indien u de lijst wilt bekijken en er zijn geen opgeslagen logboeken, dan
verschijnt het bericht no logbook files [geen logboekfiles]” en u keert terug naar het
logboekmenu.
Erasing logbook les [logboekles wissen]
Doe het volgende om de logboekfiles te wissen:
1. Blader in het functiemenu naar
Logbook met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
2. Blader naar
Erase en druk op Suunto. Er wordt een lijst van alle opgeslagen files
getoond.
3. Blader door de lijst met de pijltjestoetsen totdat de gewenste logboekfile actief is en
druk op Suunto. De Suunto X6/X6M toont de file en te tekst “erase? [wis?]”.
4. Druk op
Suunto om het wissen te accepteren. U keert terug naar de lijst met
logboekfiles.
5. Indien u de file niet wilt wissen druk dan op
Stop/CL. U keert terug naar het vorige
menu.
39
Viewing logbook history [logboekgeschiedenis bekijken]
De logboekgeschiedenis bevat de cumulatieve waarden van het stijgen en dalen en
het hoogste punt van alle logboeken (trektocht- en chronomodi) die de Suunto X6/X6M
ooit heeft opgeslagen.
Doe het volgende om de geschiedenis te bekijken:
1. Blader in het functiemenu naar Logbook met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
2. Blader naar
History en druk op Suunto.
3. Met het
up [omhoog] pijltje bladert u door de informatie. De informatie wordt in de
deze volgorde weergegeven:
• Cumulatieve stijging.
• Cumulatieve daling.
• Het hoogste punt, datum en tijd.
Resetting the logbook history [logboekgeschiedenis resetten]
Doe het volgende om de logboekgeschiedenis te resetten:
1. Sluit uw Suunto X6/X6M op de PC aan en start de Suunto Activity Manager.
2. Klik op
Wristop History Reset History. Hiermee slaat u de gegevens van
de huidige logboekgeschiedenis in de SAM-database op en wist u de opgeslagen
waarden in de wristop computer.
Logbook marks [logboekmarkeringen]
U kunt markeringen toevoegen aan de logboekfile om zo informatie over de hoogte
van een bepaald punt en tijd te bewaren. Dit kan alleen in de trektochtmodus. U kunt
maximaal 10 markeringen in één file toevoegen.
Druk kort op Start wanneer het logboek loopt om een markering toe te voegen. Lang
indrukken activeert de achtergrondverlichting en er wordt geen logboek gemaakt.
40
De markeringen worden toegevoegd aan het logboek en kunnen via de lijst (zie
hoofdstuk 3.5.2.) worden bekeken. Wanneer de markering is toegevoegd, verschijnt
het bericht “mark point saved [markeringspunt opgeslagen]”.
Wanneer u markeringen heeft opgeslagen, kan de PC een profiel maken die deze punten
in een lijn zet. U kunt hiermee, bijvoorbeeld, een vereenvoudigd hoogteprofiel van uw
tocht maken. U kunt de markeringen ook gebruiken om het verschil in tijd en hoogte
tussen twee tochten te vergelijken. (Vergelijk de Verschilfunctie op hoofdstuk 3.5.1.)
3.5.3. Use [gebruik]
Met deze functie kunt u bepalen of de luchtdrukwaarde wordt gebruikt voor meting
van hoogte of voor het weergeven van weersomstandigheden. Zie hoofdstuk 3.3.2.
voor meer informatie.
3.5.4. Altitude [Hoogte]
Met deze functie kunt u de referentiehoogte instellen. Zie hoofdstuk 3.3.3. voor meer
informatie over de referentiehoogte.
3.5.5. Alarms [alarmen]
Het hoogtealarm waarschuwt u wanneer u de vooraf ingestelde hoogtelimiet over-
schrijdt. Het dalings/stijgingsalarm waarschuwt u als de snelheid waarmee u stijgt of
daalt sneller is dan de ingestelde snelheid. Wanneer het alarm klinkt, kunt u dit stoppen
door op een willekeurige toets te drukken.
N.B.: De alarmen kunnen alleen worden geactiveerd en functioneel zijn wanneer de
Use functie op Alti staat.
41
Setting altitude alarm [hoogtealarm instellen]
Doe het volgende om het hoogtealarm in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar Alarms met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Het alarmmenu wordt nu weergegeven.
2. Blader naar
Altitude en druk op Suunto. Het on/off [aan/uit] veld van het volgende
venster wordt geactiveerd.
3. Wijzig de status van het alarm naar aan of uit met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. Het veld voor hoogte wordt geactiveerd.
4. Wijzig de hoogte waarbij het alarm moet afgaan, met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. U keert terug naar het functiemenu.
Setting ascent/descent alarm [het stijgings/dalingsalarm instellen]
Doe het volgende om het stijgings/dalingsalarm in te stellen:
1. Blader in het functiemenu naar
Alarms met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Het alarmmenu wordt nu weergegeven.
2. Blader naar
Asc/Dsc en druk op Suunto. Het on/off [aan/uit] veld van het volgende
venster wordt geactiveerd.
3. Wijzig de status van het alarm naar aan of uit met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. Het veld voor snelheid wordt geactiveerd.
4. Wijzig de asc/dsc snelheid met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. U keert terug
naar het functiemenu.
N.B.: De stijging staat in positieve waarden, de daling in negatieve waarden.
42
3.6. HIKING CHRONO MODUS
3.6.1. Hoofdvenster
Wanneer u de modus Chrono trektocht kiest, wordt het hoofdvenster geopend.
Het hoofdvenster heeft drie regels.
Hoogte
De eerste regel geeft de hoogte in de gekozen eenheid weer. Zie hoofdstuk 3.2.6. voor
informatie over het bepalen van eenheid van de temperatuur.
Stopwatch
De tweede regel toont de totale of split time. Split time is de tijd vanaf het begin van het
tijd opnemen tot dit moment. Wanneer u naar het hoofdvenster navigeert, is de tijd op
de tweede regel of 0:00,00, de tijd van de vorige tijdopneming, of, indien de stopwatch
al is gestart, een lopende tijd. De tijd begint te lopen zodra u op de Start toets drukt.
Indien u een split of rondetijd wilt bekijken (op de derde regel) druk dan nogmaals op
Start. De tijd op de middelste regel stopt, toont de split time en begint na 3 seconden
weer te lopen.
Wanneer u wilt stoppen met het opnemen van de tijd, druk dan op de Stop/CL toets in
de modus Chrono. De stoptijd verschijnt op de tweede regel. U kunt de tijdweergave
resetten door de Stop/CL toets enige tijd ingedrukt te houden.
N.B.: Indien u met dezelfde tijdopneming door wilt gaan na het bekijken van de split
en rondetijd, druk dan op Start en zet het venster niet op nul.
N.B.: U moet ruimte in het geheugen hebben om tijd te kunnen opnemen. Als het
geheugen vol is verschijnt het bericht memory full [geheugen vol]” en de Suunto
X6/X6M stelt voor de oudste geheugenfile te wissen. Wis die file door op Suunto te
drukken of kies een andere file om te wissen. Daarna kunt u de chrono weer starten.
43
Zie hoofdstuk 3.6.2. voor informatie over het wissen van files.
Lap time [rondetijd]
De lap time is de tijd vanaf de laatste keer dat de Start toets werd ingedrukt, d.w.z. vanaf
de laatste tussentijd tot deze tijd. De rondetijd staat op de derde regel.
Wanneer u op Start drukt, stopt de tijd, toont de rondetijd en gaat na 3 seconden weer
lopen vanaf nul (voor de volgende ronde).
Wanneer u het tijd opnemen stopt door Stop/CL in te drukken, wordt de laatste rondetijd
weergegeven op de derde regel.
3.6.2. Memory [Geheugen]
Het geheugen bewaart voortdurend gegevens zolang the chrono aan staat, d.w.z.
wanneer het tijd opnemen loopt.
Viewing memory les [geheugenles bekijken]
In de geheugenfiles kunt u gegevens over tijd en hoogte bekijken.
Doe het volgende om de geheugenfiles te bekijken:
1. Blader in het functiemenu naar
Memory met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Het geheugenmenu wordt weergegeven.
2. Blader naar
View alti en druk op Suunto. Er wordt een lijst van alle opgeslagen files
getoond. De files zijn zo opgeslagen dat de laatste file het eerst verschijnt.
3. Blader met de pijltjestoetsen naar de file die u wilt bekijken en druk op
Suunto.
Het eerste venster met informatie wordt getoond.
4. Blader door de informatie met de pijltjestoetsen. De informatie verschijnt in deze
volgorde:
• Totale stijging en gemiddelde stijgingssnelheid.
44
• Totale daling en gemiddelde dalingssnelheid.
• Het hoogste punt, tijd en datum.
• Het laagste punt, tijd en datum.
• De totale duur van de file en het aantal rondes in de file.
Meer specifieke informatie over die file waaronder hoogte en stijgings- en
dalingssnelheden op individuele punten volgens opname-interval en grafische
representaties over de hoogtes. Deze worden op de volgende manier weer-
gegeven:
Eerste regel:
Totale verstreken tijd.
Tweede regel:
De linkerkant toont een grafische representatie van de hoogte in relatie tot tijd.
De schaal van de representatie is afhankelijk van de ingestelde opname-interval
en geregistreerde hoogteverschillen.
De rechterkant toont stijgings- en dalingssnelheden per tijdstip uit de eerste regel.
De rechterkant toont split- en rondenummers voor bewaarde rondetijden.
Derde regel
Hoogte die getoond wordt met de ingestelde opname-interval (10 of 60
seconden).
N.B.: Indien u een file wilt bekijken terwijl de lijst leeg is, verschijnt het bericht no files
in memory [geen files in geheugen]” en u keert terug naar het functiemenu.
N.B.: Indien u de chrono start, begint deze het hoogteprofiel op te nemen. Als het
geheugen vol raakt tijdens het opnemen, stopt de Suunto X6/X6M met opnemen
van het profiel. De stopwatch blijft wel lopen en de beknopte gegevens worden
geactualiseerd.
45
Erasing memory les [geheugenles wissen]
Als het geheugen vol is, kunt alleen tijd opnemen als u tenminste één geheugenfile
heeft gewist.
Een geheugenfile kunt u als volgt wissen:
1. Blader in het functiemenu naar
Memory met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Het geheugenmenu wordt weergegeven.
2. Blader naar
Erase en druk op Suunto. Er wordt een lijst van alle opgeslagen files
getoond. De files zijn zo opgeslagen dat de laatste file bovenaan staat.
3. Blader met de pijltjestoetsen naar de file die u wilt wissen en druk op
Suunto.
4. Accepteer het wissen door op Suunto te drukken in het veld met de tekst “
erase?
en de tijd en datum waarop de file gemaakt is. Als u de file niet wilt wissen, drukt u
op Stop/CL. In beide gevallen keert u terug naar de lijst met files.
N.B.: Probeert u een file te wissen terwijl de lijst leeg is, dan verschijnt het bericht “no
files in memory [geen files in geheugen] en u keert terug naar het functiemenu.
Setting the recording interval [opname-interval instellen]
Deze functie bepaalt hoe vaak informatie in het geheugen wordt opgeslagen wanneer
het tijd opnemen loop. De opname-interval kan 10 of 60 seconden zijn. Als u de interval
wijzigt terwijl de stopwatch loopt, dan heeft de wijziging geen invloed op het actuele
opnemen. De wijziging gaat in bij het volgende opnemen met de stopwatch.
Doe het volgende om de interval in te stellen:
1. Druk op Suunto in het hoofdvenster van de Hiking Chrono modus om in het
functiemenu te komen.
2. Blader in het functiemenu naar
Memory met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Het geheugenmenu wordt weergegeven.
46
3. Blader naar met de pijltjestoetsen naar Interval en druk op Suunto.
4. Kies met de pijltjestoetsen de interval en druk op
Suunto.
De geheugencapaciteit is 33 uur bij een opname-interval van 10 sec en 200 uur bij
een interval van 60 sec. De vrije geheugencapaciteit wordt in % aangegeven in het
intervalmenu onder de intervallen met de tekst “free…%”.
3.6.3. Altitude [Hoogte]
Met deze functie kunt u de referentiehoogte instellen. Zie hoofdstuk 3.3.3. voor meer
informatie over de referentiehoogte.
3.6.4. Use [gebruik]
Met deze functie kunt u bepalen of de luchtdrukwaarde wordt gebruikt voor hoogte of
om weersomstandigheden aan te geven. Zie hoofdstuk 3.3.2. voor meer informatie.
3.6.5. Reminder
U kunt een reminder activeren die een signaal geeft na een vooraf ingestelde periode.
Dat is handig als u, bijv., tijdens een trektocht er aan herinnerd wilt worden op gezette
tijden iets te drinken. Het is ook geschikt voor interval training.
N.B.: U hoeft niet te reageren op de reminder wanneer u deze hoort.
Starting reminder [reminder starten]
Doe het volgende om de reminder te activeren:
1. Blader in het functiemenu naar
Reminder met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Het remindermenu wordt nu weergegeven.
2. Blader naar
Start en druk op Suunto. Indien de interval is ingesteld, verschijnt
het bericht reminder started [reminder gestart] en u keert terug naar het
functiemenu.
47
Stopping reminder [reminder stoppen]
Doe het volgende om de reminder te stoppen:
1. Blader in het functiemenu naar Reminder met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Het remindermenu wordt nu weergegeven en indien de reminder actief is, wordt het
Stop veld geselecteerd weergegeven.
2. Blader naar
Stop en druk op Suunto. Het bericht reminder stopped [reminder gestopt]
verschijnt en u keert terug naar het functiemenu.
N.B.: Indien de reminder niet actief is en u probeert te stoppen, verschijnt het bericht
reminDer alreaDy stoppeD [reminder al gestopt]”. Na dit bericht keert u terug naar het
functiemenu waar Start geselecteerd wordt weergegeven.
Reminder interval
Wanneer u de eerste keer naar het remindermenu gaat, is de interval 1.00. Daarna
is de interval die in het remindermenu verschijnt, de interval die werd ingesteld bij de
laatste keer dat de reminder werd gebruikt.
Doe het volgende om de interval te wijzigen:
1. Blader in het functiemenu naar Reminder met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Het remindermenu wordt nu weergegeven.
2. Blader naar
Int en druk op Suunto. Het veld voor seconden wordt geactiveerd.
3. Stel de seconden in met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. Het veld voor minuten
wordt geactiveerd.
4. Stel de minuten in met de pijltjestoetsen en druk op
Suunto. U keert terug naar het
remindermenu en het startveld wordt geactiveerd.
N.B.: De reminder interval moet tenminste 5 seconden zijn.
48
3.6.6 De invloed van buitentemperatuur op hoogtemetingen
De atmosferische druk houdt het gewicht in van luchtmassa boven De Suunto X6/X6M:
bij een grotere hoogte is minder lucht dan bij een lagere hoogte. Het principe van
een hoogtemeter is het meten van de verschillende luchtdrukken op verschillende
hoogtes.
De buitentemperatuur heeft invloed op het gewicht van de lucht. Dus hangt het verschil
van luchtdruk tussen twee hoogtes tevens af van de temperatuur.
De hoogteberekening van De Suunto X6/X6M is gebaseerd op de luchtdruk bij bepaalde
normale temperaturen. Elke hoogte heeft een bepaalde normale temperatuur.
De normale temperaturen bij elke hoogte worden getoond in Tabel 1.
De fout van de hoogtemeting, veroorzaakt door een afwijkende temperatuur kan
als volgt worden berekend. Wanneer de som van de temperatuurafwijkingen bij
twee verschillende hoogtes 1 ºC is, wordt het hoogteverschil berekend door De
Suunto X6/X6M op 0.2% van het werkelijke hoogteverschil (Met het gebruik van
het UK stelsel is de afwijkingsfactor 0.11% / 1 ºF). Dit ligt aan het feit dat de werkelijke
temperaturen niet altijd hetzelfde zijn als de normale temperaturen. Een hogere
temperatuur dan normaal levert een kleiner berekend hoogteverschil dan het werkelijke
hoogteverschil (uw bergbeklimming was feitelijk hoger). Dus een lagere temperatuur dan
normaal levert een groter berekend hoogteverschil dan het werkelijke hoogteverschil
(u klom niet zo hoog als werd afgebeeld).
49
Tabel 1. Normale temperaturen bij verschillende hoogtes
Hoogte (m) Hoogte (ft) Temperatuur (ºC) Temperatuur (ºF)
boven het onder het
zeeniveau zeeniveau
0 0 15.0 59.0
200 656 13.7 56.7
400 1312 12.4 54.3
600 1969 11.1 52.0
800 2625 9.8 49.6
1000 3281 8.5 47.3
1200 3937 7.2 45.0
1400 4593 5.9 42.6
1600 5250 4.6 40.3
1800 5906 3.3 37.9
2000 6562 2.0 35.6
2400 7874 -0.6 30.9
2800 9187 -3.2 26.2
3000 9843 -4.5 23.9
3400 11155 -7.1 19.2
3800 12468 -9.7 14.5
4000 13124 -11.0 12.2
4500 14765 -14.3 6.4
5000 16405 -17.5 0.5
5500 18046 -20.8 -5.4
6000 19686 -24.0 -11.2
50
Tabel 2 geeft een voorbeeld waarin de temperatuurafwijkingen positief zijn. In dit
voorbeeld is de referentiehoogte ingesteld op 1000 m. Bij 3000 m is het hoogteverschil
2000 m en De Suunto X6/X6M toont 80 m te weinig (20 ºC * 2000 m * 0.002/ºC = 80
m). Uw actuele hoogte is dus 3080 m.
Tabel 2. Voorbeeld van gebruik van meters en Celsius
Laagste punt Hoogste punt
Ingestelde referentiehoogte (werkelijke hoogte) 1000 m
Display van hoogte 3000 m
Werkelijke buitentemperatuur +17.5 ºC +6.5 ºC
Normale (tabel) temperatuur +8.5 ºC -4.5 ºC
Temperatuurafwijkingen (= werkelijke - normale) +9 ºC +11 ºC
Som van de temperatuurafwijkingen +9 ºC + +11 ºC = 20 ºC
Alle Suunto producten met een hoogtemeter zijn temperatuurgecorrigeerd. Dit betekent
dat bij constante druk de registratie van de druksensor altijd hetzelfde is onafhankelijk
van de temperatuur van het apparaat zelf. De buitentemperatuur kan echter toch de
hoogtemeting beïnvloeden zoals hierboven beschreven is.
51
Tabel 3 toont een voorbeeld waarin de temperatuurafwijkingen negatief zijn. Hier
wordt het UK stelsel gebruikt. De referentiehoogte is ingesteld op 3280 feet. Bij
9840 feet, is het hoogteverschil in feet 6560 feet en De Suunto X6/X6M toont 100 feet
te veel (-14 ºF * 6560 ft * 0.0011/ºF = -100 ft). Uw actuele hoogte is dus 9740 ft.
Tabel 3. Voorbeeld van gebruik van feet en Fahrenheit.
Laagste punt Hoogste punt
Instelling referentiehoogte (werkelijke hoogte) 3280 ft
Display van hoogte 9840 ft
Werkelijke buiten temperatuur +36.3 ºF +18.9 ºF
Normale (tabel) temperatuur +47.3 ºF +23.9 ºF
Temperatuurverschil (= werkelijke - normale) -9 ºF -5 ºF
Som van temperatuurafwijkingen -9 ºF + -5 ºF = -14 ºF
52
4. EXTRA FEATURES
4.1. PC INTERFACE
Met behulp van de PC interface kunt u uw logs
met uw Suunto X6/X6M naar uw PC verplaatsen
en opslaan. Dit kunnen bijvoorbeeld treklogs
zijn die in de logboekbestanden van de Suunto
X6/X6M zijn opgeslagen, weerrapporten
die in het weergeheugen zijn opgeslagen of
chrono-logs die in het chronogeheugen zijn
opgeslagen. Nadat de gegevens zijn verplaatst
kunt u bijbehorende informatie gemakkelijk met
behulp van de Suunto Activity Manager software
ordenen, bekijken en toevoegen.
De kabel van de PC interface en de Suunto
Activity Manager worden in dezelfde ver-
pakking met uw Suunto X6/X6M meegeleverd.
De installatie-instructies van de software
bevinden zich op de verpakking van de Cd-rom
van de Suunto Activity Manager.
4.1.1. Gegevens verplaatsen
Zorg ervoor dat uw computer een vrije seriële
poort heeft. Begin met het downloaden van de
gegevens door het ene uiteinde van de kabel op
de seriële poort van de computer, en het andere
53
uiteinde op uw Suunto X6/X6M aan te sluiten. U kunt ook gebruik maken van de USB
poort met een seriële/USB adaptor.
De wristop wordt automatisch naar de data transfer mode [gegevensoverdrachtsmodus]
geschakeld.
Zodra de kabel is aangesloten kunt u de Suunto Activity Manager openen. De logboeken
van de Suunto X6/X6M worden in de loglijst weergegeven. Als u de logs naar de juiste
mappen sleept en daar laat staan worden ze op de harde schijf van uw computer
opgeslagen. Zodra u de logs heeft ge-upload, kunt u ze met behulp van de Suunto
Activity Manager uit de Suunto X6/X6M verwijderen om meer ruimte vrij te maken
voor nieuwe logs.
Zie voor meer informatie de Help van de Suunto Activity Manager. U kunt de Helpfunctie
activeren door op het pictogram in de rechter bovenhoek van het display te klikken.
Voor stapsgewijze instructies kunt u ook de handleiding van de Suunto Activity Manager
bekijken. U krijgt toegang krijgen tot de verkorte handleiding door op de ? te klikken in
Suunto Activity Manager Help.
4.1.2. De features van de Suunto Activity Manager
Gebruikers
U kunt een gebruikersprofiel aanmaken en gegevens over uzelf en uw Suunto X6/X6M
toevoegen. Het aanmaken van gebruikersgegevens is nuttig als u meerdere wristop
computers heeft die u met dezelfde computer wilt gebruiken, of als meerdere gebruikers
dezelfde wristop computer gebruiken—met de gebruikersgegevens kunt u altijd de
juiste gegevens, zoals logs, vinden.
Voor elke gebruiker is er tevens een eigen, aangepast deel voor gebruikersspecifieke
prestaties. Hier kunt u bijvoorbeeld een gedeelte opzetten voor uw favoriete jogging
54
routes en de prestatiegegevens en resultaten opslaan. U kunt vervolgens de gegevens
als grafieken weergeven en uw vooruitgang bijhouden.
Logs
Nadat u de logs van de Suunto X6/X6M heeft ge-upload kunt u ze met de Suunto
Activity Manager ordenen. U kunt bijvoorbeeld mappen aanmaken waarin u de logs
kunt opslaan—de treklogs kunnen in een andere map worden opgeslagen dan de
skilogs. U kunt de logs ook sorteren en ze van de ene map naar de andere verplaatsen
en ze verwijderen of de loggegevens doorzoeken. Het is zelfs mogelijk om de logs te
exporteren en ze naar een andere Suunto gebruiker te sturen, of ze te uploaden naar
de SuuntoSports.com site.
Graeken en gegevens
U kunt de loggegevens onderzoeken door ze in grafieken te laten weergeven. In de
grafieken wordt de ontwikkeling van de hoogte of temperatuur weergegeven. Open de
mappen en selecteer de logs die u wilt bekijken. Klik op de “Open Logs” toets om de
file als een grafiek te bekijken. Indien meerdere logs openstaan, staan deze vermeld
in het venster onder de grafiek. Daar kunt u de profielen selecteren die u simultaan wilt
bekijken. U kunt ook bladwijzers aan een grafiek toevoegen. De bladwijzer kan een
tekst of een afbeelding zijn bijvoorbeeld een foto van de hoogste top die u tijdens
uw tocht heeft bereikt.
Desgewenst kunt u de loggegevens ook bekijken in de vorm van een lijst waarin de
hoogte- en temperatuurwaarden in chronologische volgorde worden weergegeven.
Zowel de grafiek als de lijst kunnen worden afgedrukt.
55
Gegevens analyseren
U kunt de gegevens van de logs analyseren op basis van uw activiteiten en eventuele
tijdsperiodes. De analyse kan informatie weergeven over hoogtezones en tijdsduur.
De resultaten van de analyse worden in een 3-D bar diagram weergegeven die u op
het scherm kunt roteren.
De instellingen van de Suunto X6/X6M wijzigen
Desgewenst kunt u bepaalde instellingen van de Suunto X6/X6M wijzigen met de
Wristop Computer van de Suunto Activity Manager. U kunt de volgende instellingen
wijzigen:
Asc/Dsc [stijging] de gebruikte stijgings-/afdalingseenheid selecteren (m/s,
m/min, m/h, ft/s, ft/min, ft/h).
• Altitude [hoogte] – de eenheid voor hoogte selecteren (m of ft)
Pressure [druk] – de drukeenheid kiezen (hPa of inHg).
Temperature [temperatuur] – de temperatuureenheid kiezen (°F of °C).
Time [tijd] – kiezen tussen weergave in 12 of 24 uur.
Date [datum] – de datumopmaak kiezen (dd.mm, mm.dd, dag).
Light [licht] de lichtinstelling kiezen (Normal [normaal], NightUse [gebruik bij nacht],
Off [Uit]).
Tones [tonen] – de knoppen voor tonen aan of uit zetten
Icons [icoontjes] – de modus voor icoontjes aan of uit zetten
Zie voor meer informatie en stapsgewijze instructies voor bovengenoemde functies de
Helpfunctie of de Handleiding van de Suunto Activity Manager.
56
4.2. SUUNTOSPORTS.COM
SuuntoSports.com is een gratis internationale web community waar u de gegevens die
u met uw eigen Suunto heeft gemeten en met de sportspecifieke PC interface heeft
geanalyseerd kunt verfijnen en met anderen kunt uitwisselen. SuuntoSports.com biedt
u een aantal mogelijkheden waarmee u het beste uit uw sport en uw Suunto X6/X6M
kunt halen.
Als u reeds een Suunto sportinstrument heeft kunt u via registratie toegang krijgen tot
alle sportspecifieke functies. Als dit uw eerste Suunto instrument is kunt u inloggen als
gast of u laten registreren. Als gast kunt u bekijken en lezen, maar registratie geeft u het
recht om gebruik te maken van andere functies en aan discussies deel te nemen.
4.2.1. Systeemvereisten
Voor SuuntoSports.com gelden de volgende systeemvereisten:
Internetverbinding
Modem: aanbevolen: 56k of sneller
Browser: IE 4.0 of hoger, Netscape 4.7x of nieuwer
Resolutie: minimaal 800 x 600, het beste is 1024 x 768
4.2.2. SuuntoSports.com onderdelen
SuuntoSports.com bestaat uit drie onderdelen met verscheidene functies. In de volgende
alinea’s worden alleen de basisfuncties van SuuntoSports.com beschreven. Hier kunt
u gedetailleerde beschrijvingen van alle functies en activiteiten op de site vinden.
Stapsgewijze instructies voor het gebruik daarvan vindt u op de Help site. De Helpfunctie
is op elke pagina beschikbaar en het pictogram bevindt zich aan de rechterkant van
de balk die het scherm verdeelt. De Helpfunctie wordt regelmatig bijgewerkt naarmate
de site zich verder ontwikkelt.
57
SuuntoSports.com biedt verscheidene mogelijkheden voor het vinden van informatie
op de site. Naast de vrije zoekopdracht kunt u bijvoorbeeld ook zoeken naar groepen,
gebruikers, resorts, logs en sporten.
De informatie die op SuuntoSports.com wordt gepubliceerd bevat interne links zodat u
niet altijd helemaal vanaf het begin naar informatie hoeft te zoeken. Als u bijvoorbeeld
een beschrijving van een resort aan het bekijken bent, kunt u de links volgen en de
persoonlijke informatie van de afzender van de informatie over het resort, logs die bij
het resort horen en grafieken die van de logs zijn gemaakt bekijken, als de afzender
toestemming heeft gegeven om deze informatie openbaar te maken.
My Suunto
Het deel My Suunto op de site is voor uw eigen informatie bedoeld. U kunt hier informatie
over uzelf, uw wristop computer, uw sport en trainingsactiviteiten etc. opslaan. Als u
uw persoonlijke logs met de Suunto Activity Manager naar SuuntoSports.com uploadt
worden zij bij uw persoonlijke informatie weergegeven. Hier kunt u ze ook beheren en
aangeven of ze aan alle andere gebruikers van de community of alleen aan bepaalde
groepen mogen worden getoond.
Nadat u de logs naar SuuntoSports.com heeft ge-upload kunt u grafieken maken van
de hoogte-, temperatuur-, luchtdruk- en hartslaggegevens in de logs. U kunt uw logs
ook publiceren en ze vergelijken met de logs van andere gebruikers.
Het onderdeel My Suunto bevat ook een persoonlijke kalender die u kunt gebruiken
voor het noteren van persoonlijke evenementen of trainingsinformatie. In de trainings-
agenda kunt u feiten over uw training en ontwikkeling, trainingslocaties en andere
nuttige informatie noteren.
58
Communities
In het deel Communities kunnen gebruikers van SuuntoSports.com groepen opzetten
of zoeken en hun eigen groepen beheren. U kunt bijvoorbeeld een groep creëren
voor al uw trekvrienden en informatie uitwisselen over uw resultaten, advies geven en
bespreken waar en wanneer u samen op een trektocht gaat. Groepen kunnen open
of gesloten zijn—een gesloten groep is een groep waarvoor u uw lidmaatschap moet
aanvragen en geaccepteerd moet worden voordat u aan de groepsactiviteiten kunt
deelnemen.
Alle groepen hebben een homepage waarop informatie wordt weergegeven over
groepsevenementen en waarop nieuws, mededelingen en andere informatie worden
vermeld. Groepsleden kunnen ook groepsspecifieke prikborden, chat rooms en
groepskalenders gebruiken, links toevoegen en groepsactiviteiten organiseren.
Sportforums
SuuntoSports.com heeft een eigen forum voor elke Suunto sport. Alle sportforums
hebben dezelfde basismogelijkheden en functies—sportspecifiek nieuws, prikborden
en chatrooms. Gebruikers kunnen ook voorstellen doen voor links naar aan de sport
gerelateerde sites en tips geven met betrekking tot de sport en uitrusting die vervolgens
op de site kunnen worden gepubliceerd, of hun eigen reisverslagen publiceren.
Sportforums bevatten presentaties van de resorts die met de sport te maken hebben.
Gebruikers kunnen de resorts voorzien van commentaar en de resultaten worden dan
naast de informatie over het resort gepubliceerd. Er kunnen ook classificatielijsten voor
andere onderwerpen worden gemaakt bijvoorbeeld, welke groep heeft de meeste
leden, wie heeft de meeste logs ge-upload of heeft de grootste verticalen verzameld,
de hoogte plaatsen bezocht, enzovoort.
59
4.2.3. Beginnen
U kunt lid worden van de SuuntoSports.com community door verbinding met het Internet
te maken, uw web browser te openen en naar www.suuntosports.com te gaan. Nadat de
openingspagina is verschenen klikt u op het pictogram Register en registreert u zichzelf
en uw Suunto sportinstrument. U kunt uw persoonsgegevens en uitrustingsprofielen
daarna in het deel My Suunto wijzigen en bijwerken.
Na de registratie komt u automatisch op de SuuntoSports.com home page waar de
manier waarop de site is georganiseerd en de functieprincipes worden beschreven.
N.B.: SuuntoSports.com wordt voortdurend verder ontwikkeld en de inhoud kan worden
gewijzigd.
60
5. TECHNISCHE GEGEVENS
Algemeen
Bedrijfstemperatuur -20 °C tot +50 °C/-5 °F tot 120 °F.
Opslagtemperatuur -30 °C tot +60 °C/-22 °F tot 140 °F.
Gewicht 54 g
Waterbestendig 100 m/330 ft (volgens de ISO 2281)
Mineraal kristalglas
Door gebruiker verwisselbare batterij CR2032
PC interface met seriële connector / USB (adapter leverbaar)
Verlengstuk polsband (accessoire)
Hoogtemeter
Weergavenbereik –500 m tot 9000 m / -1600 ft tot 29500 ft
Resolutie 1 m / 3 ft
Barometer
Weergavenbereik 300 tot 1100 hPa / 8.90 tot 32.40 inHg
Resolutie 1 hPa / 0.05 inHg
Thermometer
Weergavenbereik -20°C tot 60°C / -5°F tot 140°F
Resolutie 1°C / 1°F
Kompas
Resolutie 1°
61
6. COPYRIGHT EN HANDELSMERK
Deze publicatie en de inhoud ervan zijn het eigendom van Suunto Oy en zijn uitsluitend
bestemd voor gebruik door zijn klanten voor het verkrijgen van kennis en belangrijke
informatie betreffende de bediening van de Suunto X6/X6M producten.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gekopieerd, vertaald of opgeslagen
op welke medium dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Suunto
Oy.
Suunto, Suunto X6/X6Ms en de bijbehorende logos zijn geregistreerde handelsmerken
van Suunto Oy. Alle rechten zijn voorbehouden.
Ondanks de grote zorgvuldigheid die we hebben betracht bij de samenstelling van
deze handleiding, kunnen aan deze handleiding geen rechten worden ontleend. De
inhoud hiervan kan te allen tijde zonder melding vooraf worden gewijzigd. De laatste
versie van deze handleiding kan altijd worden gedownload in www.suunto.com.
7. CE
Het CE merk wordt gebruikt om de conformity met de Europeese Unie EMC directive
89/336/EEC vast te stellen.
62
8. GARANTIEBEPERKINGEN EN ISO9001 EISEN
Wanneer dit product een defect vertoont dat te wijten is aan materiaal- en/of fabricatie-
fouten, zal Suunto Oy uitsluitend na goedkeuring, dit zonder kosten repareren of
vervangen, tot twee (2) jaar vanaf de datum van de aankoop. Deze garantie betreft alleen
de oorspronkelijke afnemer en dekt alleen gebreken die te wijten zijn aan materiaal en
fabricage fouten die zich voordoen bij normaal gebruik in de garantieperiode.
Het dekt niet vervanging van batterijen, schade of afwijkingen als gevolg van een
ongeval, misbruik, slordigheid, verkeerd gebruik, verandering of wijziging aan het
product, of elk gebruik van het product buiten het gebied van de gepubliceerde
specificaties, of elke oorzaak die niet door deze garantie wordt gedekt.
Er bestaan geen speciale garantiegevallen in aanvulling op bovengenoemde lijst.
Tijdens de garantieperiode kan de klant goedkeuring aanvragen voor reparatie door
contact op te nemen met onze klantenservice.
Suunto Oy en zijn dochterondernemingen kunnen in geen enkel geval aansprakelijk
worden gesteld voor directe of indirecte schade, veroorzaakt door het gebruik of een
verkeerd gebruik van het product. Suunto Oy en zijn dochterondernemingen aanvaarden
geen aansprakelijkheid voor verlies of schadeclaims door derden voortkomend uit het
gebruik van dit instrument.
Het kwaliteitssysteem van Suunto is gecertificeerd door Det Norske Veritas die voldoen
aan de ISO 9001 norm in alle activiteiten van SUUNTO Oy (Quality Certificate No.
96- HEL-AQ-220).
63
9. VERWIJDEREN VAN HET APPARAAT
Verwijder het apparaat volgens de geldende voorschriften voor het
verwijderen van elektronische apparatuur en bied het niet bij het
gewone huisvuil aan. Eventueel kunt u het apparaat inleveren bij de
dichtstbijzijnde Suunto-dealer.
COPYRIGHT
Deze publicatie en de inhoud ervan zijn eigendom van Suunto Oy.
Suunto, Wristop Computer, Suunto X6, Suunto X6M en de bijbehorende logo's
zijn geregistreerde of niet-geregistreerde handelsmerken van Suunto Oy. Alle
rechten voorbehouden.
Ondanks de grote zorgvuldigheid die is betracht bij de samenstelling van deze
handleiding, kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend.
De inhoud kan te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
KLANTENSERVICE
Global Help Desk Tel +358 2 284 11 60
Suunto USA Tel +1 (800) 543-9124
Canada Tel +1 (800) 776-7770
Suunto website
www.suunto.com
Suunto Oy 2/2002, 5/2006, 3/2007
19

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Suunto X6M wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Suunto X6M

Suunto X6M Bedienungsanleitung - Deutsch - 68 seiten

Suunto X6M Bedienungsanleitung - Englisch - 63 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info