5.4.2 Wachtwoord
> Voer met behulp van het virtuele toetsenbord een wachtwoord naar keuze in.
Als de toegang op afstand is geactiveerd, moet altijd een wachtwoord worden
ingevoerd.
5.4.3 Poortnummer
Door een poortnummer op te geven, kan worden bepaald onder welk poortnummer de
toegang op afstand van het apparaat over het netwerk bereikbaar is
> Voer het bij de router behorende poortnummer in.
Als een ander poortnummer wordt ingevoerd, moet dit groter dan 1024 zijn.
Om het voor onbevoegden moeilijker maken om toegang te krijgen, moet het
poortnummer worden veranderd.
5.4.4 Dynamische DNS-dienst
> Kies op de regel Dynamische DNS-dienst een van de ondersteunde DNS-
diensten uit.
5.4.5 Hostnaam
> Markeer met behulp van het virtuele toetsenbord de hostnaam die bij het openen
van een gebruikersrekening bij de DNS-dienst is bepaald.
5.4.6 Gebruikersnaam
> Voer met behulp van het virtuele toetsenbord de gebruikersnaam van de
gebruikersrekening van de DNS-dienst in.
5.5 UPnP-server
Met deze functie kunt u met UPnP-geschikte apparaten, die in hetzelfde netwerk als de
MultyVision ISIO zijn opgenomen, via de UPnP-server van de MultyVision ISIO gebruik
maken van films, foto's en muziekopnamen die zich op het volgens paragraaf 5.5.4
geconfigureerde opslagmedium bevinden.
Als ook tijdens stand-by de UPnP-server van de MultyVision ISIO beschikbaar moet
zijn, moet de snelstartfunctie in het Hoofdmenu > Instellingen >
Basisinstellingen geactiveerd zijn.
> Roep het Hoofdmenu > Instellingen > Speciale functies > UPnP-
serverop.
36