> Als de configuratie van uw ontvangstinstallatie niet overeenkomt met de
standaardinstelling, dan kunt u met de toets Optie de antenneconfiguratie openen en
deze conform paragraaf 10.5 van de gebruiksaanwijzing aan uw ontvangstinstallatie
aanpassen.
Antenne-instellingen (DVB-T)
In deze stap wordt een kanaalspectrum met de signaalniveaus van de verschillende kanalen
weergegeven, zodat u uw DVB-T-antenne kunt richten voor de best mogelijke ontvangst.
Als DVB-T is uitgeschakeld, verschijnt direct "Zenders zoeken / ISIPRO".
> Markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag het veld met Antennevoeding en
open het keuzevenster door op de toets OK te drukken.
> Schakel de antennevoeding aan of uit door de betreffende regel met de pijltoetsen
omhoog/omlaag te markeren en met de toets OK te bevestigen.
> Om naar de volgende installatiestap te gaan, markeert u met behulp van de
pijltoetsen het veld Bevestigen en bevestig met de toets OK.
Netwerkconfiguratie
In deze stap wordt een automatische controle van de netwerkconfiguratie uitgevoerd.
> Als u de controle van de netwerkconfiguratie niet wilt uitvoeren, druk dan op de toets
Info.
> Als u de netwerkconfiguratie wilt veranderen, druk dan op de toets Optie en ga te
werk zoals beschreven in paragraaf 10.4.2 of 10.4.3 van de gebruiksaanwijzing en
bevestig vervolgens met de groene functietoets om de instellingen vast te leggen.
20