34
V erdeelschaal van de excenterschijf: .043=1.10mm – .050=1.27mm - .058=1.47mm - .063=1.60 - .080=2.0mm.
De excenterschijf is ontworpen om de as van de ketting in de middenlijn van het draaicentrum van de klem te plaatsen. De rechter- en
linkertanden zullen zodoende gelijkmatig op dezelfde hoogte geslepen worden en de ketting zal goed kunnen werken.
De excenterschijf zal, als hij eenmaal op het met de dikte van de aandrijfschakel (gauge) overeenkomende punt geplaatst is in de gewenst
stand blijven (foto 10).
N.B. V oordat u met het slijpen zelf begint is het heel belangrijk dat u de ketting precies in het midden van de op de klem bevestigde
klauwen plaatst (altijd met afgezette motor).
Ga nu als volgt te werk:
- bepaal het type en de dikte van de te slijpen ketting door middel van instrumentmeting of raadpleeg de aan het einde van de handleiding
ingesloten kettingtabel (zie kolom C-D-E-F-G voor het merk en het type en kolom B voor de dikte (gauge)).
- neem een nieuw stuk ketting met minstens twee tegenover elkaar liggende tanden met een dikte (gauge) die gelijk is aan die van de
te slijpen ketting – plaats het op de klem met de dieptebegrenzer rechts (foto 8)
- nadat u de dikte (gauge) van de ketting heeft bepaald, regelt u de verdeelexcenterschijf door hem ter hoogte van de waarde van de
dikte in te stellen (foto 10)
- draai de klem losser met behulp van de zich hieronder bevindende handknop (foto 8) en draai de klem naar rechts van de verdeelschaal
die met de bovenste slijphoek van de rechtertand overeenkomt met behulp van de verdeelschaal (foto 8) (verschillende hoeken
afhankelijk van het kettingtype, raadpleeg de aan het einde van de handleiding ingesloten kettingtabel kolom H)
- verplaats de klem op de slede en plaats hem op 0° met behulp van de op de rechterkant van de slede geplaatste verdeelschaal en
vergrendel het geheel met behulp van de zich hieronder bevindende handknop (foto 9)
- breng een rechtertand in de eindaanslag tegen de kettingstop (foto 8)
- draai de armvastzetknop die zich aan de achterkant van het onderstel bevindt los (foto 7)
- draai de slijpsteenarm van de met de bovenste snijhoek van de rechtertand overeenkomende graad met behulp van de verdeelschaal
die zich op het onderstel bevindt (foto 7) (verschillende hoeken afhankelijk van het kettingtype, raadpleeg de aan het einde van de
handleiding ingesloten kettingtabel, kolom I )
- vergrendel de arm met behulp van de handknop (foto 7)
- verlaag de arm en controleer de afstand tussen tand en slijpsteen
- laat, met behulp van de afstelschroef voor het voortbewegen-stoppen van de ketting (foto 15 –punt 1) met verschillende pogingen
de tand de slijpsteen raken (de schroef moet geregeld worden met de arm in de buitenwerkingsstand, zodat de ketting vrij binnen
de twee klauwen kan bewegen)
- draai de klem in tegenovergestelde richting van dezelfde hoek, breng de linkertand vlak tegen de kettingstop (foto 8/A) , verlaag de
arm en controleer of de tand de slijpsteen net zo dicht raakt als bij de rechter tand
- als het verschil beduidend is, betekent dit dat de ketting niet juist gecentreerd is en moet u de excenter verdeelschijf met kleine bewegingen
afstellen, totdat u de juiste stand van de ketting heeft gevonden
- nadat u de middenlijn van de ketting heeft bepaald, kunt u met het slijpen beginnen
SLIJPHANDELING
- het is aanbevolen de ketting goed te reinigen, voordat u met het slijpen begint
- plaats de te slijpen ketting op de twee klauwen waarbij u erop let dat de dieptebegrenzer zich zoals aangegeven rechts bevindt (foto 8)
- maak de klem los met behulp van de zich hieronder bevindende handknop (foto 8) en draai de klem naar rechts van de graadverdeling,
die met de bovenste slijphoek van de rechtertand overeenkomt, door middel van de verdeelschaal (foto 8)
- breng een rechter tand tot hij tegen de kettingstopinrichting komt en stel de tandaandrijving af met behulp van de afstelschroef (foto
15 - punt 1)
- verlaag de arm, als de motor is afgezet, en breng met verschillende pogingen, door middel van de afstelschroef voor de kettingaandrijving,
de tand dichtbij de slijpsteen tot hij hem raakt. U begint altijd bij de meest gesleten tand begint, die u met behulp van de geleverde
snijplaat kunt herkennen (fig. 3 punt D)
- star t de slijpmachine en bepaal altijd met de afstelschroef voor de tandaandrijving de te ver wijderen hoeveelheid
- vergrendel, nadat u de te ver wijderen hoeveelheid heeft vastgesteld, de afstelschroef door middel van de ringmoer (foto 15 – punt 2)
- ver wijder , om de motor niet te zwaar te belasten en de tanden van de ketting niet te beschadigen, minimumhoeveelheden materiaal
en blijf niet te lang op dezelfde tand anders loopt u het risico dat u de slijpkant verbrandt
- stel de slijpdiepte in met behulp van de afstelschroef die zich op de arm bevindt, waarbij u erop let dat u niet de verbindingsschakels
beschadigt (foto 11)
- vergrendel, nadat u de slijpdiepte heeft vastgesteld de afstelschroef door middel van de ringmoer (foto 11 – punt 1)
- als u de arm omlaag zet, wordt automatisch de ketting binnen de twee klauwen vergrendeld, om nauwkeurig en veilig te kunnen slijpen
- slijp alle tanden van hetzelfde type (rechter tanden), voordat u de klem naar de tegenovergestelde kant draait om met het slijpen van
de linkertanden te beginnen (foto 8/A)
. Let hierbij op dat u de afstelschroef voor de kettingaandrijving niet aanraakt (foto 15 – punt 1)
- voor sommige kettingsoor ten moet u de klem in een bepaalde richting verplaatsen, volgens de aanwijzingen op de verdeelschaal,
die zich op de rechterkant van de slede bevindt (foto 9)
- de verplaatsing van de klem moet, indien dit nodig is, naar de operator toe voor de rechter tanden (foto 9/A) en in tegenovergestelde
richting voor de linkertanden geschieden (foto 9/B) (raadpleeg de kettingtabel achter in de handleiding, kolom L ).
- voor bijzonder versleten kettingen moet de zijdelingse stand van de kettingstop (foto 15 – punt 3) met de handknop (foto 15 – punt
4) afstellen, om te vermijden dat de slijpsteen deze stopinrichting beschadigt.
N.B.
- gebr uik tijdens het slijpen geen koelvloeistoffen.
- schakel, wanneer u met het slijpen klaar bent, de slijpmachine uit door de schakelaar op “O” te zetten, voordat u de ketting
ver wijder t
- haal onmiddellijk de stekker uit het stopcontact als de slijpmachine niet star t wanneer u de schakelaar op “1” zet, of niet stopt
wanneer u de schakelaar op “0” zet
- Ga, in geval van slagen of toevallig stoten tijdens het slijpen tegen de slijpsteen, te werk zoals aangegeven in paragraaf MONT AGE
EN W AARSCHUWINGEN W A T BETREFT DE SLIJPSTEEN
SLIJPEN V AN DE DIEPTEBEGRENZERS
- plaats de klem op 0° (foto 16)
- plaats de slijpsteenarm 90° (met de slijpsteen loodrecht op de klem) volgens de aanwijzingen van de verdeelschaal, die zich op het
onderstel bevindt (foto 7)
- stel de slijpdiepte in behulp van een afstelschroef (foto12) met een 6 mm-dikke vlakke slijpsteen en met de ar m loodrecht op de klem
(foto 11) (raadpleeg de kettingtabel achter in de handleiding, kolom O).
- Nu kunt u met het slijpen beginnen
N.B V oor de meer er varen operators is het, met behulp van een 6mm-dikke slijpsteen, mogelijk de oorspronkelijke radius van de
begrenzer te behouden. In dit geval raden wij u aan de slijpsteenarm 10° tot 15° te hellen (fig. 4). Controleer met behulp van de
geleverde snijplaat of de handeling nauwkeurig is uitgevoerd (fig. 3 punt A)