Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de
-toets om de airconditioner in te schakelen. De air conditioner
start in de automatische modus:
s Wanneer de kamertemperatuur hoger is dan 23ºC zal het apparaat gaan
koelen.
s Wanneer de kamertemperatuur lager is dan 23ºC, zal het apparaat enkel
ventileren.
Met de
-toets kunt u de gewenste functie instellen. Door op de -toets te
drukken verspringt de functie van het apparaat als volgt:
Automatische modus
Koelen
Lucht circuleren
KOELEN
Wanneer het apparaat in deze functie is ingesteld kunt u de volgende hande-
lingen verrichten:
s -ETDE
-toets kunt u de gewenste ventilatorsnelheid instellen. Door op
de
-toets te drukken verspringt de ventilatorsnelheid als volgt:
Hoogste snelheid
Laagste snelheid
s -ETDEKNOPPEN
en wordt de gewenste temperatuur ingesteld
(tussen 16°C en 32°C). Het display toont deze instelling. Tijdens het instel-
len van de temperatuur gaat het lampje “set temp” branden. Na 8 secon-
den zal de gemeten kamertemperatuur verschijnen. Het lampje “Room
temp” zal gaan branden. In de automatische modus kiest het apparaat
de ventilatorsnelheid automatisch op basis van de kamertemperatuur. De
snelheid kan niet aangepast worden.
*
Het hangt af van de omgevingscondities af of de gewenste temperatuur
ook werkelijk bereikt kan worden: Het is normaal wanneer de kamer
temperatuur boven de “set temp” blijft. Het is mogelijk dat de
warmtebelasting van de ruimte te groot is.
LUCHTCIRCULATIE
In deze functie zal het apparaat alleen de lucht circuleren. De ingaande lucht
wordt gefilterd.
Als het apparaat in deze functie ingesteld is kunt u de volgende handelingen
verrichten:
s -ETDE
-toets kunt u de gewenste ventilatorsnelheid instellen. Door op
de
-toets te drukken verspringt de ventilatorsnelheid als volgt:
Hoogste snelheid
Laagste snelheid
Bij het uitschakelen van het apparaat zal de laatst ingestelde functie worden
onthouden.