6.1.1. Satelliet
Stel hier de satellietpositie in die u met u satelliet-installatie kunt ontvangen.
> Selecteer de optie „Satelliet“ met behulp van de pijltoetsen omhoog/omlaag
> Selecteer met behulp van de pijltoetsen links/rechts de satellieten welke u met uw
installatie kunt ontvangen.
of
> Druk op de OK toets. Er wordt een lijst met aanwezige satellieten geopend, die u via
de pijltoetsen omhoog/omlaag kunt kiezen. Bevestig vervolgens met OK.
Als een of meerdere satellieten niet in de lijst aanwezig zijn kunt u nieuwe satellietposities
onder de menu-optie “Satellietenlijst” (zie paragraaf 6.2) invoeren.
6.1.2. LNB type
Bij deze optie kunt u m.b.v. de pijltoetsen links/rechts het type LNB selecteren met welke
de satellietpositie ontvangen wordt.
6.1.3. LNB LOW / LNB High
Stel hier met behulp van de numerieke toetsen de voor deze LNB specifieke ZF-frequentie in
de high- en low band in.
6.1.4. 22 KHz
Met de 22 kHz-schakeling worden bij satellietinstallaties besturingen zoals Low- en High
band omschakeling gerealiseerd. Schakel met behulp van de pijltoetsen links/rechts het
22kHz-signaal aan, uit of op auto.
Deze functie kan alleen bij bepaalde LNB types geselecteerd worden.
6.1.5. DiSEqC instelling
In dit veld stelt u met behulp van de pijltoetsen links/rechts de satellietpositie in, die via
DiSEqC aangestuurd wordt. Deze instelling is afhankelijk van uw satellietinstallatie en de
bijbehorende componenten.
6.2. Satellietenlijst
> Selecteer via de pijltoetsen omhoog/omlaag de optie „Satellietenlijst“ en bevestig met
OK, de satellietenlijst wordt geopend.