Let op:
Als de batterijen in een van de toestellen vervangen worden, dienen alle
toestellen opnieuw te worden opgestart volgens de opstartprocedure. Dit
is vanwege het feit dat de zender bij het opstarten een bepaalde
beveiligingscode toekent. Deze code moet door het weerstation worden
ontvangen en opgeslagen tijdens de eerste 3 minuten van de werking
van de zender.
OPSTARTEN:
Let op: Dit weerstation kan slechts een buitenzender ontvangen.
1. Plaats eerst de batterijen in de temperatuurzender (zie “Plaatsen
en vervangen van batterijen in de temperatuurzender“).
2. Onmiddellijk daarna en wel binnen 30 seconden de batterijen in het
weerstation plaatsen (zie “Plaatsen en vervangen van batterijen
in de weerstation“). Zodra de batterijen zijn geplaatst lichten alle
secties van het scherm even op. Vervolgens worden de tijd 0:00 en
de weerplaatjes met zon en wolkje weergegeven, en de
binnentemperatuur weergegeven. Als dit na 60 seconden nog
steeds niet het geval is, neem er batterijen dan uit en wacht 30
seconden alvorens deze weer te plaatsen.
3. Nadat de batterijen in de sensor zijn geplaatst begint het
Weerstation data van de sensor te ontvangen. De
buitentemperatuur de pictogram van het signaalontvangst zullen nu
door het weerstation worden weergegeven. Als dit na 5 minuten
niet het geval is, dienen de batterijen te worden uitgenomen en
herstart te worden vanaf stap 1.
4. Teneinde voldoende ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal te
verzekeren mag de afstand tussen de sensor en de uiteindelijke
positie van het weerstation niet meer bedragen dan 100 meter (zie
opmerkingen onder “Ophangen” en “868 MHz-ontvangst”).
5. Zodra de op afstand gemeten temperatuur door het weerstation is
ontvangen en wordt weergegeven, wordt automatisch de ontvangst