5
LCD-
scherm
Standaard
Deksel batterijvak
Ophanggaatje
Functi
ALARM-toets
Binnen-
temperatuur
Weerplaatjes
MIN/MAX Buitemperatuur
knippert
Alarmtijdstip
Functietoetsen
toegestaan.
•
Het apparaat is niet geschikt voor medische doel einden of voor openbare informatie,
maar bestemd voor particuli er gebruik.
Opgelet!
Letselgevaar:
•
Bewaar het apparaat en de batterij en buiten de reikwijdte van kindere n.
•
Batterijen niet in het vuur gooi en, niet kortsluiten, niet uit elkaar halen of oplade n. Kans
op explosie!
•
Batterijen bevatten zuren die de gezond heid schaden. Zwakke batterij en moeten zo
snel mogelijk worden vervange n om lekkage van de batterij en te voorkomen. Gebruik
nooit tegelijkertijd oude en nieuwe batteri jen of batterijen van verschill ende types.
Draag keukenhandschoenen die besta nd zijn tegen chemicali ën en een beschermbr il
wanneer u met uitgelopen batterij en hanteert!
Belangrijke informatie over de product veiligheid!
•
Stel het apparaat niet bl oot aan extreme temperaturen, trillingen en sc hokken.
•
De buitenzender is spatwaterdi cht maar niet waterdicht. Zoek een tege n regen
beschermde plaats uit voor de buitenze nder.
ONDERDELEN:
Het weerstation
De buitentemperat uurzender
•
Transmissie van buitentemperat uur naar weerstation via 868
MHz.
•
Spatwaterdicht behuizing
•
Omhulsel voor bevestigi ng aan de muur (ophangen op een
beschutte plek.
PLAATSEN EN VERV ANGEN V AN BATTERIJEN IN DE TEM PERATUURZEN DER
De buitentemperatuurzender wordt gevoe d door 2 x AA, IEC LR6, 1.5V
batterijen. Volg onderstaande stappen voo r het plaatsen en vervangen
van de batterijen:
1.
Verwijder het deksel van het batterijvak
.
2. B reng de batterijen in, daarbij lettend op de juiste polariteit (zie
markering).
3. Breng het deksel van het batterij vak terug op z’n plaats.
PLAATSEN EN VERV ANGEN V AN BATTERIJEN IN HET WEE RSTATION
Het weerstation werkt op 3 x AAA, IEC LR 3,
1.5V batterijen. Volg onderstaande stappe n
voor het plaatsen en vervangen van de
batterijen:
1. Verwijder het deksel aan de
achterkant van het weerstatio n.
2. Plaats de batterij en en let daarbij op
de juiste polaritei t (zie markering).
3.
Sluit het deksel van het batteri jvak
weer.
V ervanging batterijen
•
Vervang de batterij en van het weerstatio n zodra het batterij-symbool naast de
binnentemperatuur verschij nt.
•
Als de batterijen van de buitenzender leeg zijn, verschijnt het batterij -symbool naast de
weergave van de buitentemperatuur.
Let op:
Attentie: Bij een b atterijwissel moet het contact tussen z ender en ontvanger weer worden
hersteld – dus altij d beide apparaten van nieuwe batterijen voorzien.
INSTELLEN:
Let op: Dit weerstation kan slechts één buitenzender ontvangen.
1. Plaats eerst de batterij en in de buitentemperatuurzender (zie “Plaatsen en vervangen
van batterijen in de buitentemperatuurz ender“).
2. Onmiddellijke daarna en wel bi nnen 30 seconden de batterij en in h et weerstatio n
plaatsen (zie “Plaatsen en ver vangen van batterijen in de weerstation “). Zodra d e
batterijen zijn geplaatst li chten alle secties van het scherm even op. Vervol gens worden
de tijd 0:00, en de weerplaatjes met zon e n wolkje weergegeven en de
binnentemperatuur weergegeven. Als di t na 60 seconden nog steeds niet het geval is,
neem de batterijen er uit en wacht 30 seco nden alvorens deze weer te pl aatsen.
3. Nadat de batterijen in de se nsor zijn geplaatst begint het weerstation data van de
sensor te ontvangen. De buitentemperat uur en het pictogram van de si gnaalontvangst
zullen nu door het weerstatio n worden weergegeven. Als dit na 5 minute n niet het
geval is, moeten de batterij en er uitgenomen worden en men herstart va naf stap 1.
4. Teneinde voldoende ontvangst van het 86 8 MHz-zendsignaal te verzekere n mag de
afstand tussen de sensor en de uitei ndelijke positie van het weerstatio n niet meer
bedragen dan 100 meter (zie opmerkinge n onder “Ophangen ” en “868 MHz-
ontvangst”).
5. Zodra de op afstand gemete n temperatuur door het weerstation is ontva ngen en wordt
weergegeven, wordt automati sch de ontvangst van de DCF-tij d (radiografisch
bestuurde tijd) gestart. Di t duurt normaliter en in gunstige omstandighede n tussen 3-5
minuten.
DCF-RADIOGR AFISCHE TIJD
De tijdbasis voor de radi ografisch bestuurde tijd is een Cesium Atomic Kl ok van het
Physikalisch Technische Bundesanstalt Br aunschweig met een afwij king van minder dan een
seconde in één milj oen jaar. De tijd wordt gecodeerd uitgezonden va nuit Mainflingen bij
Frankfurt via het frekwentiesi gnaal DCF-77 (77.5 kHz) en heeft een ze ndbereik van ongeveer
1500 km. Het radiografi sch bestuurde klok ontvangt dit signaal en zet het om in de preciese
zomer- of wintertijd.
De kwaliteit van de ontvangst hangt in sterke mate af van de geografisc he ligging. Normaliter
zouden er binnen een straal van 1500 km rondom Frankfurt geen ontva ngstproblemen
mogen zijn.
DCF-ontvangst vindt tweemaal per dag plaats: om 02:00 uur en 03:00 uur ‘s morgens. Als de
ontvangst om 3:00 uur ´s morgens nog niet gelukt is, dan wordt een uur l ater nogmaals een
poging gedaan, enzovoorts tot 06:00 uur, of totdat ontvangst gelukt is. Als ontvangst om
06:00 uur ’s morgens nog steeds niet gesl aagd is, dan wordt de volge nde dag om 02:00 uur
weer een poging dan.
Als het torentje symbool knippert maar de tijd niet wordt ingesteld of het DCF tore ntje
symbool niet verschij nt, con troleer dan het volgende:
•
Aanbevolen afstand van mogelij ke storingsbronnen zoals computermo nitoren of TV-
toestellen is tenminste 1.5-2 meter.
•
In ruimten met gewapend beton (kelders, t orenflats) wordt het signaal uiteraard
verzwakt ontvangen. In extreme gevall en, het toestel dichter bij het raam zetten met de
voor- of achterkant in de richti ng van de Frankfurt-zender.
•
’s Nachts zijn atmosferische stori ngen over het algemeen minder ernstig e n is
ontvangst in de meeste geval len wel mogelijk. Een enkele ontvangst per dag is
voldoende om de tij dsafwijking onder 1 seconde te houden.
FUNCTIETOETSEN:
Weerstation:
Het weerstation heeft vier prakti sche functietoetsen.
SET-toets (Handbediend regelen) :
•
Indrukken voor het regelen va n één van de volgende functies: tij dzone, tijdontvangst
AAN/UIT en handbediende ti jd
•
Alarm uitschakelen
+ toets
•
Indrukken om in regelstand een waarde te wijzigen
•
Alarm uitschakelen
ALARM-toets
•
Houd ingedrukt om naar regel stand alarm te gaan
•
Alarm activeren/uitschakele n
•
Alarm uitschakelen
MIN/MAX RESET-toets
•
Houdt de toets ingedrukt om het maximum en minimum buitenwaarden ter ug te zetten.
•
Activeren van de sluimerfuncti e (Snooze)
•
Verlaten van de handmatige instelli ng en alarm instelling
LCD-SCHERM:
* Als het weerstation erin gesl aagd is het signaal van de buitenzender te ontvange n,
verschijnt het pictogram van de si gnaalontvangst (bij geen ontvangst wordt geen pi ctogram
weergegeven). Op deze manier kan me n gemakkelijk aflezen of de laatste o ntvangstpoging
geslaagd is (pictogram aan)) of mi slukt is (pictogram uit).
HANDBEDIENDE RE GELSTANDEN:
De volgende waarden kunnen handbedi end worden ingesteld:
•
Regelstand tijdzone
•
Regelstand tijdontvangst AAN/UIT
•
Handbediende regeli ng tijd
Houdt de SET -toets voor 3 seco nden ingedrukt om de instelli ng te gaan naar de regelstand:
REGELSTAND TIJ DZONE:
De voorinstelling van de tij dzone van het weerstation is "0” uur. Wij zig als volgt:
1. De actuele tijdzone waarde begint te knipp eren.
2. Stel met de + - toets de tij dzon e in. Het berei k loopt van 0, -1, -2…-12, 12, 11, 10… 2,
1, 0, in opeenvolgende stappen van 1 uur.
3.
Druk op de SET toets om de i nstelling te bevestigen en naar het DCF-77 ti jdontvangst
AAN / UIT instelling te komen.
INSTELLING V AN DE DCF-77 TIJDO NTVANGST AAN/UI T:
In gebieden waar ontvangst van de DCF-ti jd niet mogelijk is, kan de ontva ngstfunctie van de
DCF-tijd uit te schakelen (UIT = OFF). De klok werkt dan als een gewone kwartsklo k (voor
instelling: AAN = ON).
1. De weergave “ON” begint te k nipperen op het scherm.
2. Stel met de + -toets om de ontvangstf unctie uit te schakelen (OFF).
3.
Druk op de SET toets om de i nstelling te bevestigen en naar het “Handbediende
regelstand tijd” instelli ng te komen.
Let op:
Als de functie van de tij dontvangst handmatig is uitgeschakeld (UIT = OFF), zal de klok geen
enkele ontvangstpoging doen zolang de f unctie van de tijdontvangst wordt geactivee rd (ON =
AAN.
HANDMATIGE TIJDSINS TELLING
In geval het weerstation niet i n staat is het (DCF-)signaal van de atoomti jd te ontvangen
(storingen, zendafstand, enz.), kan de ti jd met de hand worden ingestel d. De klok werkt dan
verder als een normale kwartskl ok.
Regel de klok als vol gt:
1. De uren gaan knipperen op de tij d-sectie.
2. Stel met de + -toets de uren in en dr uk op SET -toets om verder te gaan naar de
regelstand van de minuten.
3. De minuten gaan knippere n. Druk op de + -toets om de minuten in te stell en.
4.
Druk ter bevestiging op SET -toets om de r egelstand te verlaten.
Let op:
Hoewel het met de hand is i ngesteld probeert het toestel het tij dsignaal te ontvangen. Als het
hierin geslaagd is zal de o ntvangen zendertijd de handbediende tij d vervangen. Als een
ontvangstpoging gedaan wordt gaat het D CF-pictogram knipperen. Als o ntvangst mislukt is
wordt het DCF-pictogram niet weergeven.
REGELSTAND A LARM:
Alarm instellen:
1. Houd ALARM toets ongeveer 3 seconde n ingedrukt totdat de alarmtij d gaat knipperen.
2. De uren gaan knipperen. Dr uk op + toets om de uren in te stellen.
3. Druk even op de ALARM -toets; nu gaan de minuten knipperen. Druk de toets + toets in
om de minuten in te stell en.
4. Druk eenmaal op de ALARM -toets om d e instelli ngen te bevestigen.
5. Druk eenmaal op de ALARM -toets om d e alarmfunctie aan of uit te sc hakelen.
Weergave van het alarm-symbool betekent dat het alarm “AAN” staat.
Let op: Het al arm houdt 85 seconden lang aan.
ACTIVEREN VAN DE REPETEERST AND (SNOOZE) EN A LARM STOPPEN :
1. Als het alarm afgaat druk op de MIN/MAX RESET -toets om de sluimerf unctie te
activeren. Het alarm stopt en gaat na 10 minuten weer af.
2.
Druk op een andere toets da n de MIN/MAX RESET toets om het alarm ge heel uit te
schakelen.
WEERSVOORSPE LLING EN WEER TENDENS
DE WEERVOORSPEL INGPLAATJES
In de tweede deel van het LCD-displ ay zijn drie weersymbolen die kunne n worden
weergegeven in de volgende combinati es:
Bij elke plotselinge of aanzie nlijke luchtdrukverandering wijzigen de weersymbool tjes
overeenkomstig de weersvera ndering. Als de weerplaatjes niet verandere n betekent dit dat
de luchtdruk niet veranderd i s of dat de wijziging te traag is geweest om door het weerstation
te kunnen worden geregistreerd. Als het v ertoonde weersymbooltj e een zon of regenwolk is,
zal het niet veranderen als het weer beter (zonnetje) of slechter (regenwol kje) wordt, omdat
de weersymbooltjes dan reeds i n hun uiterste positie staan.
De vertoonde weersymbooltj es voorspellen het weer in de zin van verbetere n of
verslechteren, en niet al s zonnig of regenachtig, waar de plaatjes l etterlijk voor staan. Als b.v.
het huidige weer bewolkt i s en het weersymbooltje van regen wordt afgebeel d, dan betekent
dit niet dat het toestel defect i s, maar dat de luchtdruk gedaald i s en dat het weer verwacht
wordt te verslechteren; het gaat niet nood zakelerwijs regenen.
Let op:
Na het opstarten dienen de weersvoorspel lingen van de volgende 12-24 uur te word en
geannuleerd. Hierdoor krij gt het weerstation voldoende tijd om op ee n constante hoogte te
functioneren en zull en de uitslagen accurater zijn.
Zoals normaal bij weersvoorspel lingen kan geen absolute precisi e gegarandeerd worden. De
weersvoorspellingen hebbe n een geschatte precisie van ongeveer 75% va nwege de
verschillende functies waarvoor het weerstation ontworpen is. In gebiede n die onderhevig zijn
aan plotselinge weersveranderingen (bi jvoorbeeld van zonnig naar rege n) zal het weerstation
precieser zijn dan in gebiede n waar het weer meestentijds stabi el is (bijvoorbeeld
hoofdzakelijk zonnig).
Als het weerstation naar een andere locati e verhuisd wordt die aanzie nlijk hoger of lager dan
de vorige positie i s (bijvoorbeeld van de begane grond tot de bovenste verdiepi ng van een
huis) verwijder dan de batteri jen en breng ze na ongeveer 30 seconde n weer in. Hierdoor zal
het weerstation de nieuwe locatie niet verk eerd interpreteren als een wi jziging in luchtdruk,
terwijl het in feite gaat om ee n verandering van hoogte. Annuleer opnie uw de voorspellingen
van de eerste 12 of 24 uur zodat het toest el hierdoor de tijd krij gt op een constante hoogte te
functioneren.
DE PROGNOSES PIJLTJES
De weerplaatjes werken same n met de prognosepijltjes (zie li nks en rechts van de
weerplaatjes). W ann eer de indicator naar boven wijst betekent dit dat de luchtdruk st ijgt en
het weer verwacht wordt te verbeteren; wi jst het pijltje echter naar benede n, dan zal de
luchtdruk gaan dalen en wordt het weer ve rwacht te zullen verslechteren.
Als we hiermee rekening houden, dan k unnen we aflezen in welke mate het weer is
veranderd en nog verwacht wordt te vera nderen. Als bijvoorbeel d het weerpijltje naar
beneden wijst en het wolkj e met zonnetje worden vertoond, dan was de l aatst merkbare
weersverandering toen het zo nnig weer was (enkel weersymbooltj e van zon). De volgende
verandering zal dus het symbooltj e van het regenwolkje zijn want het pi jltje wijst naar
beneden.
Let op:
Als een verandering in luchtdr uk is geregistreerd, blijven de prognosepi jltjes permanent op
het scherm staan.
WEERGAVE V AN DE BINNENTEMPE RATUUR EN V AN DE MINIMUM / MA XIMUM
REGISTRATIES
De gemeten binnentemperat uur en MIN/MAX registraties worden op de l aatste sectie van het
LCD-scherm weergegeven.
Let op: De MIN/MAX binnentemperat uur resolutie is -9ºC t/m +38ºC met 1ºC resol utie.
WEERGAVE V AN DE BUITENTEMPE RATUUR EN VAN DE MIN IMUM/ MAXIM UM
REGISTRATIES
Het laatste sectie van het LCD-sc herm geeft de gemeten buitentemperat uur en MIN/MAX
registraties aan.
Let op: De MIN/MAX buitentemperat uur resolutie is -40ºC t/m +60ºC met 1ºC resol utie.
MINIMUM EN MAXIMUM BUITENREG ISTRATIES ANNULERE N
Let op: De MIN MAX binnen –en buitenr egistraties cijfers zullen tegelijkertij d gereset
worden.
1. Houd de MIN/MAX RESET -toets i n de normaal modus ongeveer 3 seco nden ingedrukt
zodat alle minimum en maxim um buiten- en binnentemperatuur warde n gegevens
worden teruggesteld.
868 MHz ONTV ANGST
Het weerstation dient de temperatuurdata binnen 3 minuten na het opstarten te o ntvangen.
Als het buitensignaal niet binnen 3 mi nuten na het opstarten kan worden ontvange n, of als in
normale stand het signaalo ntvangst voortdurend verstoord wordt, geeft het scherm “- - -”
weer . Controleer in dit geval de volgende punten:
1. Het weerstation of de zender di ent tenminste 1.5-2 meter uit de buurt te zijn van
mogelijke storingsbronnen zoal s computer monitoren en tv’s.
2. Plaats het weerstation niet i n de onmiddellijke nabijheid van metalen ko zijnen.
3. Het gebruik van andere elektri sche apparaten zoals hoofdtelefoons of l uidsprekers die
op dezelfde golfl engte werken (868MHz) kan goede transmissi e en ontvangst
belemmeren.
4. Naburige bewoners die el ektrische apparaten gebruiken die ook op de 868MHz-werk en
kunnen ook interferentie veroorzaken.
Let op:
•
Als het 868MHz-signaal ee nmaal correct is ontvangen open dan het batteri jvak van de
buitenzender of van het weerstation niet m eer. Hierdoor zouden de batteri jen namelijk
los kunnen springen van de contactpunte n, waardoor u weer helemaal opnieuw zou
moeten opstarten. Gebeurt di t per ongeluk toch, herstart dan all e toestellen (zie
Instellen boven) anders kunnen zendprob lemen ontstaan.
•
Het zendbereik van de buite nzender naar het weerstation is ongeveer 100 meter (i n het
vrije veld). Dit berei k wordt echter beïnvloedt door omgevingsfactoren e n de mate van
storing. Als ondanks het inac htneming van deze factoren geen ontvangst mogelij k is,
dienen alle toestell en opn ieuw te worde n opgestart (zie Instellen
hierboven).
POSITIONEREN V AN HET WEERST ATION
Het weerstation kan aan de m uur worden opgehangen of op tafel worde n
gesteld. Alvorens aan de muur op te ha ngen eerst controleren of de
waarden van de buitentemperatuur vanaf de uitgekozen plaatsen wel
kunnen worden ontvangen.
Ophangen aan de muur
1. Bevestig een schroef (niet meegeleverd) i n de muur en laat de kop
ongeveer 5 mm uitsteken.
2.
Hang het weerstation op aa n de schroef. Controleer of het goed
vast blijft zitten alvorens het toestel l os te laten.
Vrijstaand opstellen
Met behulp van de standaard kan het wee rstation op een vlak oppervl ak
worden geplaatst
POSITIONEREN V AN DE ZENDER
Kies een beschutte plek. Vermi jd directe regen en zonlicht. De
buitenzender wordt geleverd met een ho uder die met de
meegeleverde schroeven aa n de muur kan worden bevestigd.
De buitenzender kan ook op een egaal oppervlak worden geplaatst
door de standaard op de bodem van de b uitenzender te bevestigen.
Aan muur bevestigen:
1. Bevestig de houder tegen de muur met de schroeven en plastic
pluggen.
2.
Klik de buitentemperatuurze nder in de houder vast.
Let op:
Alvorens de buitenzender permanent te b evestigen eerst all e toestellen
op hun plaats zetten om te controlere n of het zendsignaal met de
Minuten (knipperen)
Uren (knipperen)
knippert
Binnentemperatuur
MIN
Binnentemperatuur
Buitentemperatuur
SET-toets
RESET-toets
+
Tijd
Pictogram batterij-
i
ontvanger
Buitentemperatuur
MIN/MAX Binnen-
temperatuur
Pictogram ontvangst
buitensignaal*
Pictogram batterij-
indicator (buitentem-
peratuurzender)
buitendata
Regenachtig
zonnige perioden
Zonnig
Binnentemperatuur
MIN
Buitentemperatuur
Buitentemperatuur
Alarm-pictogram
Pictogram ontvangst
buitensignaal