JUNO – Radiografisch weerstation
╟
JUNO – Radiografisch weerstation
╟
34 35
6.1 Plaatsen van de batterijen in de buitenzender en het basisapparaat
• Schuif het batterijdeksel van de buitenzender omhaak.
• Plaats er de twee batterijen 1,5 V AAA in het batterijvak van de buitenzender. Let op de juiste
polariteit bij het plaatsen van de batterijen.
• Open het batterijvak van het basisapparaat.
• Plaats er de twee batterijen 1,5 V AAA in het batterijvak van het basisapparaat. Let op de juiste
polariteit bij het plaatsen van de batterijen.
6.2 Ontvangst van de buitentemperatuur
• Na het plaatsen van de batterijen worden de buitentemperatuur van de buitenzender naar het
basisapparaat overgedragen.
• Zodra het basisapparaat de buitentemperatuur heeft ontvangen, wordt de buitentemperatuur
permanent weergegeven.
• Werd geen buitentemperatuur ontvangen verschijnt „- -” op de display. Controleer de batterij-
en en start nog een poging. Verwijder eventuele stoorbronnen.
• Na de succesvolle inbedrijfstelling van de buitenzender en het basisapparaat, vervolgens de
deksels weer sluiten.
6.3 Ontvangst van de radiografische tijd
• Na de ontvangst van de buitentemperatuur, probeert de klok nu het radiosignaal te ontvangen
(3-5 minuten) en de DCF-ontvangstsymbool knippert.
• Bij succesvol ontvangst na een paar minuten verschijnt de radiogestuurde tijd en het DCF-ont-
vangstsymbool permanent op de display.
• De tijd wordt ieder uur geactualiseerd.
• Er zijn 3 verschillende radiografische ontvangstsymbolen:
knippert - ontvangst is actief
blijft staan - ontvangst zeer goed
- geen ontvangst
Ontvangst van de radiografische tijdsignaal DCF:
De tijdbasis voor de radiografisch bestuurde tijd is een cesium-atoomklok van het Physikalisch Tech-
nische Bundesanstalt Braunschweig. Met een afwijking van minder dan 1 seconde in een miljoen
jaar. De tijd is gecodeerd en wordt vanuit Mainflingen in de buurt van Frankfurt aan de Main door
een DCF-77 (77,5 kHz) frequentiesignaal uitgezonden met een bereik van ongeveer 1500 km. Zelfs
de overgang van zomer- naar wintertijd gebeurt automatisch. De kwaliteit van de ontvangst hangt
in belangrijke mate af van de geografische ligging. Normaliter zouden er binnen een straal van
1.500 km rondom Frankfurt geen ontvangstproblemen mogen zijn.
Let alstublieft op het volgende:
•
De afstand van mogelijke storingsbronnen zoals computerbeeldschermen of tv-toestellen dient
tenminste 1,5 à 2 meter te zijn.
•
In ruimten met gewapend beton (kelders, torenflats) wordt het signaal uiteraard verzwakt ont-
vangen. In extreme gevallen, plaatst u het apparaat in de buurt van een raam en / of u draait
het apparaat om een beter ontvangst te verkrijgen.
•
's Nachts zijn atmosferische storingen over het algemeen minder ernstig en is ontvangst in de
meeste gevallen wel mogelijk. Een enkele ontvangst per dag is voldoende om de tijdsafwijking
onder 1 seconde te houden.
6.4 Weerverwachtingssymbolen
• Het radiografische weerstation gebruikt 7 verschillende weersymbolen (zonnig, half bewolkt,
bewolkt, regen, zware regen, sneeuw, zware sneeuwval).
•
Het weerbericht via de symboolweergave heeft betrekking op een periode van 12 uur en geeft
alleen een weertrend aan. Is het bijvoorbeeld momenteel bewolkt en wordt er regen aangege-
ven, duidt dit niet op een verkeerd functioneren van het apparaat, maar geeft dit aan, dat de
luchtdruk gedaald is en u een weersverslechtering moet verwachten, waarbij het echter niet per
se om regen hoeft te gaan.
•
Het zonnetje wordt ook 's nachts als symbool weergegeven als er sprake is van een kraakhelde-
re nacht.
6.5 Trendpijl
• De trendpijl toont u of de luchtdruk actueel stijgt , daalt of gelijk blijft .
6.6 Vorstgevaar
• Wanneer de buitentemperatuur onder 3 °C daalt, verschijnt het vorstsymbool op het display. De
symbool verdwijnt wanneer de buitentemperatuur stijgt boven de 6 °C.
TFA_No. 35.1131_Anleit_03_14 21.03.2014 11:25 Uhr Seite 18