1144..44 AAaannwweezziigghheeiiddssssiimmuullaattiiee iinnsstteelllleenn
GGeeddrraagg oopp ddee ddaagg vvaann ddee eeeerrssttee iinnggeebbrruuiikknneemmiinngg::
Er is reeds een basissimulatieprogramma opgeslagen. De aanwezigheids-
simulatie kan derhalve op de dag van de installatie worden geactiveerd.
IInnffoo::
Alleen de schakelkanalen waarvan de controle-LED’s in de programm-
eerstand branden, worden ingeschakeld als de -schakelaar wordt geac-
tiveerd.
11..
Zet de centrale schakelaar in de stand .
De LED
SSEETT
op het basis- en de evt. aangesloten
uitbreidingsapparaten moet gaan branden.
LLeevveerriinnggssttooeessttaanndd::
Alle kanalen zijn geactiveerd (alle LED’s branden).
FFuunnccttiiee::
- Elke druk op een handknop zorgt ervoor dat bij het wisselen de bijbe-
horende LED gaat branden of uitgaat.
- Als een LED brandt, wordt dit kanaal tijdens de functie aanwezigheids-
simulatie geactiveerd.
- Brandt een LED niet, dan wordt
dit kanaal
nniieett
bij aanwezig-
heidssimulatie geactiveerd.
VVoooorrbbeeeelldd ((zziiee aaffbb..))
C1, C2, C3 worden ingeschakeld
C4 wordt niet ingeschakeld als de
aanwezigheidssimulatie wordt
geactiveerd.
PPrrooggrraammmmeerriinngg bbeeëëiinnddiiggeenn::
22..
Zet de centrale schakelaar
weer in de stand
AAuuttoo
.
FFuunnccttiiee ((bbiijj LLUUXXOORR 440000))::
De aanwezigheidssimulatie maakt het mogelijk om de dag realiteitsgetrouw
te verlaten verlopen voor de geselecteerde schakeluitgangen. Deze worden
gedurende een week opgeslagen en voortdurend geactualiseerd. Als nu de op
de klem aangesloten schakelaar wordt geactiveerd (bijvoorbeeld bij
afwezigheid, vakantie, enz.), dan start de aanwezigheidssimulatie op de vast-
gelegde schakeluitgangen totdat de simulatie weer wordt uitgeschakeld. Het
licht wordt conform de opgeslagen dagprocedures altijd weer in- en uitge-
schakeld.
1155..00 PPrrooggrraammmmeerriinngg wwiijjzziiggeenn
U wilt de toewijzing van de deelnemende kanalen op de
centrale functie wijzigen/aanpassen (bij LUXOR 400):
11..
Zet de centrale schakelaar in de vereiste stand Paniek ,
Centraal UIT , Aanwezigheidssimulatie of
Centraal AAN .
De
SSEETT
-LED en de controle-LED’s van de op dat moment deelnemende
kanalen gaan branden.
HHeett kkaannaaaall ddiieenntt nniieett mmeeeerr
aaaann eeeenn cceennttrraallee ffuunnccttiiee ddeeeell ttee nneemmeenn::
VVoooorrbbeeeelldd::
Aanwezigheidssimulatie, zie afb. 1 hieronder.
22..
Druk de handknop van het te wijzigen kanaal kort in totdat de controle-
LED uitgaat (zie afb. 1 kanaal C3).
HHeett kkaannaaaall ddiieenntt vvoooorrttaaaann aaaann eeeenn cceennttrraallee f
fuunnccttiiee ddeeeell ttee nneemmeenn::
33..
Druk de handknop van het te wijzigen kanaal in totdat de controle-LED
gaat branden (zie afb. 2, kanaal C3)
PPrrooggrraammmmeerriinngg bbeeëëiinnddiiggeenn::
44..
Zet de centrale schakelaar weer terug in de stand
AAuuttoo..
IInnffoo
(bij LUXOR 400): Alleen de schakelkanalen waarvan de controle-LED’s in
de programmeerstand gaan branden, worden uitgeschakeld als de knop
Centraal AAN wordt ingedrukt.
11..
Zet de centrale schakelaar in de stand . De LED
SSEETT
op het basis- en
op de evt. aangesloten uitbreidingsapparaten moet gaan branden.
LLeevveerriinnggssttooeessttaanndd::
Alle kanalen zijn geactiveerd (alle LED’s branden).
FFuunnccttiiee::
- Elke druk op een handknop zorgt ervoor dat bij het wisselen de bijbe-
horende LED gaat branden of uitgaat.
- Als een LED brandt, wordt dit kanaal bij centrale functie geactiveerd.
- Brandt een LED niet, dan wordt dit kanaal bij centrale functie
nniieett
ge-
activeerd.
VVoooorrbbeeeelldd ((zziiee aaffbb..))
C1, C2, C3 worden ingeschakeld
C4 wordt niet ingeschakeld als
Centraal AAN wordt geactiveerd.
PPrrooggrraammmmeerriinngg bbeeëëiinnd
diiggeenn::
22..
Zet de centrale schakelaar
weer in de stand
AAuuttoo
.
1144..33 CCeennttrraaaall AAAANN iinnsstteelllleenn
IInnffoo
(bij LUXOR 400): Alleen de schakelkanalen waarvan de controle-LED’s in
de programmeerstand gaan branden, worden uitgeschakeld als de knop
Centraal UIT wordt ingedrukt.
11..
Zet de centrale schakelaar in de stand . De LED
SSEETT
op het basis- en
op de evt. aangesloten uitbreidingsapparaten moet gaan branden.
LLeevveerriinnggssttooeessttaanndd::
Alle kanalen zijn geactiveerd (alle LED’s branden).
FFuunnccttiiee::
- Elke druk op een handknop zorgt ervoor dat bij het wisselen de bijbe-
horende LED gaat branden of uitgaat.
- Als een LED brandt, wordt dit kanaal bij centrale functie geactiveerd.
- Brandt een LED niet, dan wordt dit kanaal bij centrale functie
nniieett
ge-
activeerd.
VVoooorrbbeeeelldd ((zziiee aaffbb..))
C1, C2, C3 worden uitgeschakeld
C4 wordt niet uitgeschakeld als
Centraal UIT wordt geactiveerd.
PPrrooggrraammmmeerriinngg bbeeëëiinnd
diiggeenn::
22..
Zet de centrale schakelaar
weer in de stand
AAuuttoo
.
1144..22 CCeennttrraaaall UUIITT iinnsstteelllleenn
PPrrooggrraammmmeerriinngg bbeeëëiinnddiiggeenn::
22..
Zet de centrale schakelaar
terug in de stand
AAuuttoo
.