78
NEDERLANDS
N.B.: In hoofdstuk 4.8 op pagina 76 vindt u informatie over nakijken,
wissen of beëindigen van een vakantieprogramma.
5.2 Instelwaarden voor gewenste
temperaturen wijzigen
Bij de temperatuurprofielen van de afzonderlijke programma’s kunt u
tussen drie temperatuurwaarden kiezen: Comforttemperatuur, ver-
laagde temperatuur en vorstbeveiligingstemperatuur.
Deze temperatuurwaarden zijn vooraf door de fabrikant geprogram-
meerd. Maar u kunt deze waarden wijzigen zoals u wenst.
5.3 Programma P3
5.3.1 Overzicht – menu "Programma"
4. Bepaal of u gedurende de ingestelde periode de comforttempera-
tuur, de verlaagde temperatuur of de vorstvrijtemperatuur wenst.
Bevestig uw keuze met de OK toets.
5. Het vakantieprogramma is nu geprogrammeerd en wordt op het
ingestelde start-tijdstip geactiveerd.
6. Zet de draaischakelaar op het gewenste programma terug en
sluit het klapdeksel.
7. Wanneer het vakantieprogramma actief is, geeft het display de
gewenste temperatuur en de tekstregel
weer.
1. Open het klapdeksel en zet de draaischakelaar op stand MENU.
2. Selecteer m.b.v. toets of de optie
. Bevestig
uw keuze met de OK toets.
3. Het display geeft eerst de comforttemperatuur weer.
Wijzig achtereenvolgens de comforttemperatuur, de verlaagde
temperatuur en de vorstbeveiligingstemperatuur m.b.v. toets of
. Bevestig elke instelling door op de OK toets te drukken. De
aanduiding springt automatisch naar de volgende instelling.
4. Na de vorstbeveiligingstemperatuur is het instellen van de
gewenste temperaturen afgesloten. Het display geeft
weer
en keert na 3 seconden automatisch terug.
5. Zet de draaischakelaar op het gewenste programma en sluit het
klapdeksel.
MENU
zie 5.3.2
zie 5.3.3
zie 5.3.4
4. Bepaal of u gedurende de ingestelde periode de comforttemperatuur,
de verlaagde temperatuur of de vorstvrijtemperatuur wenst. Bevestig
uw keuze met de OK toets.
5. Het vakantieprogramma is nu geprogrammeerd en wordt op het
ingestelde start-tijdstip geactiveerd.
6. Zet de draaischakelaar op het gewenste programma terug en
sluit het klapdeksel.
7. Wanneer het vakantieprogramma actief is, geeft het display de
gewenste temperatuur en de tekstregel vakantie weer.
N.B.: In hoofdstuk 4.8 op pagina 76 vindt u informatie over nakijken,
wissen of beëindigen van een vakantieprogramma.
5.2 lnstelwaarden voor gewenste
temperaturen wijzigen
Bij de temperatuurprofielen van de afzonderlijke programma’s kunt u tus-
sen drie temperatuurwaarden kiezen: Comforttemperatuur, verlaagde tem-
peratuur en vorstbeveiligingstemperatuur.
Deze temperatuurwaarden zijn vooraf door de fabrikant geprogrammeerd.
Maar u kunt deze waarden wijzigen zoals u wenst.
1. Open het klapdeksel en zet de draaischakelaar op stand MENU.
2. Selecteer m.b.v. toets ▲ of ▼ de optie gewenste temp. Bevestig
uw keuze met de OK toets.
3. Het display geeft eerst de comforttemperatuur weer.
Wijzig achtereenvolgens de comforttemperatuur, de verlaagde
temperatuur en de vorstbeveiligingstemperatuur m.b.v. toets ▲ of ▼.
Bevestig elke instelling door op de OK toets te drukken. De aanduiding
springt automatisch naar de volgende instelling.
4. Na de vorstbeveiligingstemperatuur is het instellen van de gewenste
temperaturen afgesloten. Het display geeft einde weer en keert na 3
seconden automatisch terug.
5. Zet de draaischakelaar op het gewenste programma en sluit het
klapdeksel.
5.3 Programma P3
5.3.1 Overzicht – menu “Programma”
zie 5.3.2
zie 5.3.3
zie 5.3.4