32
Buitenlijnbevoegdheid
De functies van de telefooncentrale kunnen op verzoek van de gebruiker worden aangepast. Alle
instellingen blijven bij een stroomstoring bewaard. De instellingen kunnen alleen met toestel 1
worden uitgevoerd en veranderd.
Buitenlijnbevoegdheid
Er zijn 3 verschillende buitenlijnbevoegdheden:
1. Volledig buitenlijnbevoegd: U kunt externe gesprekken aannemen en de buitenlijn
gebruiken.
- Toegang tot de buitenlijn is ingeschakeld.
- De buitenlijnsignalering is ingeschakeld.
2. Half buitenlijnbevoegd: U kunt externe gesprekken aannemen. Gebruik van de buiten-
lijn is niet mogelijk. Als u het nummer van de buitenlijn 0 kiest
kiest, hoort u de bezettoon.
- Toegang tot de buitenlijn is uitgeschakeld.
- De buitenlijnsignalering is ingeschakeld.
3. Niet buitenlijnbevoegd U kunt geen externe gesprekken aannemen. Gebruikt van de
buitenlijn is niet mogelijk.
- Toegang tot de buitenlijn is uitgeschakeld.
- De buitenlijnsignalering is uitgeschakeld.
In de basisinstelling van de telefooncentrale zijn alle telefoontoestellen volledig buitenlijnbevoegd.
Externe gesprekken kunnen doorverbonden worden naar half of niet buitenlijnbevoegde telefoon-
toestellen.
Met bevoegdheid tot de buitenlijn heeft de gebruiker toestemming om op de buitenlijn te kiezen,
d.w.z. externe gesprekken te voeren.
Alleen voor de tiptel 2/8 clip: De toegang tot buitenlijn 1 en/of 2 kan onafhankelijk van elkaar
in- of uitgeschakeld worden.
Buitenlijnbevoegdheid in- of uitschakelen
1. Hoorn van toestel 1 opnemen.
2. Programmeercode 19999 kiezen.
U hoort de kiestoon van de telefooncentrale.
U hoort een bevestigingstoon.