28
Instellingen van het systeem
Verbinding instellen
Met de functie Verbinding heeft u de mogelijkheid om een geaccepteerd gesprek (zie ook het hoofd-
stuk "Gesprek verbinden) naar een andere aansluiting door te verbinden. Afhankelijk van de tele-
fooncentrale wordt deze functie via de ISDN-functie ECTof via een andere methode uitgevoerd.
Mocht uw telefooncentrale ECTniet ondersteunen dan dient u de functie hier uit te schakelen.
1. Toets < resp. > indrukken om
"Instellingen te selecteren.
2. Toets
- indrukken.
3. Toets < resp. > indrukken om
"Systeem te selecteren.
4. Toets
- indrukken.
5. Toets - indrukken.
6. Toets < resp. > indrukken om
"ECT te selecteren.
7. Toets
r indrukken.
8. Toets
< resp. > indrukken.
9. Toets
r indrukken.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Afspraak.
In het display verschijnt "Systeem.
In het display verschijnt "ISDN.
In het display verschijnt "MSN.
In het display verschijnt "ECT.
In het display verschijnt de huidige instelling.
Met elke druk op de toets wisselt het display:
aan: verbinden via ECTis ingeschakeld.
uit: verbinden via ECT is niet ingescha-
keld.
De instelling wordt opgeslagen.
Doorverbinden (CD) instellen
(Deze dienst dient door uw provider te zijn vrijgeschakeld)
U heeft de mogelijkheid om een oproep door te verbinden naar een andere aansluiting zonder deze
eerst aan te nemen. U kunt hier het telefoonnummer voor deze aansluiting van tevoren instellen.
1. Toets
< resp. > indrukken om
"Instellingen te selecteren.
2. Toets
- indrukken.
3. Toetss < resp. > indrukken om
"Systeem te selecteren.
4. Toets
- indrukken.
5. Toets - indrukken.
6. Toets < resp. r indrukken om
"Doorverbinden (CD) te selecteren.
7. Toets
r indrukken.
8. Voer hier het telefoonnummer waarnaar
doorverbonden moet worden in met
behulp van het numerieke cijfertoetsen.
9. Toets
r indrukken.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Afspraak.
In het display verschijnt "Systeem.
In het display verschijnt "ISDN.
In het display verschijnt "MSN.
In het display verschijnt "Doorverbinden
(CD).
In het display verschijnt "Bestemming invoeren.
Het telefoonnummer verschijnt in het display.
De instelling wordt opgeslagen.