42
Instellingen van het systeem
Fabrieksinstellingen
U kunt te allen tijde de originele - fabrieksinstellingen weer herstellen.
1. Toets
< resp. > indrukken om
"Instellingen” te selecteren.
2. Toets
- indrukken.
3. Toets
< resp. > indrukken om
"Systeem” te selecteren.
4. Toets
r indrukken.
5. Toets
< resp. > indrukken.
6. Toets
r indrukken.
Voor het herstellen van de fabrieksinstelligen:
7. Toets r indrukken.
Voor het annuleren:
7. Toets
‚ indrukken.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Tel.beantwoorder”.
In het display verschijnt "Systeem”.
In het display verschijnt "ISDN".
In het display verschijnt "Fabrieksinstellingen”.
De waarschuwing "LETOP! alle gegevens
worden gewist” verschijnt in het display.
De fabrieksinstelling wordt weer hersteld.
De functie wordt geannuleerd (gegevens blij-
ven bewaard)
Buitenlijn
Binnen de centrales moet voor externe gesprekken voor het eigenlijke telefoonnummer het nummer
voor een buitenlijn worden gekozen. Omdat in de oproeplijst dit "voorkies”nummer automatisch wordt
ingevoerd, is het voor enkele centrales noodzakelijk dit nummer in de tiptel 193 te programmeren.
1. Toets
< resp. < indrukken om
"Instellingen” te selecteren.
2. Toets
- indrukken.
3. Toets
< resp. > indrukken om
"Systeem” te selecteren.
4. Toets
- indrukken.
5. Toets
< resp. > indrukken om
"Buitenlijn” te selecteren.
6. Toets
r indrukken.
7. Voer nu met behulp van het numerie-
ke toetsenblok de cijferreeks voor de
buitenlijn (max. 4 cijfers) in.
8. Toets
r indrukken.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Tel.beantwoorder”.
In het display verschijnt "Systeem”.
In het display verschijnt "ISDN".
In het display verschijnt "Buitenlijn”.
De cursor verschijnt in het display.
De invoer verschijnt in het display
De instelling wordt opgeslagen.