38
Telefoonbeantwoorder
Meldteksten (vervolg)
Wanneer u gekozen heeft voor een meldtekst met opnamemogelijkheid en uw eigen sluittekst
wilt inspreken:
Meldtekst testen
4. De regeltoets naast "Opname
meldtekst " indrukken en
vasthouden.
5. De regeltoets loslaten.
Na de korte signaaltoon, meldtekst inspreken
op circa 25 cm afstand van de ingebouwde
microfoon. De teller telt terug en toont de
resterende meldteksttijd. U krijgt de beste
opnamekwaliteit wanneer de volume-indicator
duidelijk uitslaat. De opname wordt automa-
tisch beëindigd wanneer de resterende tijd op
0 staat of wanneer er niet meer gesproken
wordt.
De meldtekst is gereed en wordt ter controle
weergegeven.
6. De regeltoets naast "Opname
sluittekst " indrukken en
vasthouden.
7. De regeltoets loslaten.
Spreek na de korte signaaltoon de sluittekst
in. Hiervoor gelden dezelfde opmerkingen als
bij het opnemen van de meldtekst.
De sluittekst is gereed en wordt ter controle
weergegeven.
1. De regeltoets naast "Meldtekst: "
indrukken.
2. De regeltoets naast " " indrukken.
Meldtekst 1, 2 of 3 kiezen.
Meldtekst en sluittekst worden weergegeven.
Het weergave symbool " " wordt vervangen
door het " " symbool. De weergave kan beëin-
digd worden door het indrukken van de toets
naast " " of de -toets.