71
Instellingen
Oproepsignaal (vervolg)
Wanneer u gekozen heeft voor het externe oproepsignaal, zie u het volgende display:
Opmerkingen:
Een eigen opgenomen oproepsignaal wordt bij een oproep altijd in z'n geheel weergegeven,
onafhankelijk van de lengte. Bij een foutcode of een gewiste opname schakelt het apparaat auto-
matisch terug op een intern oproepsignaal. Bij stroomuitval wordt een vast geprogrammeerd
oproepsignaal weergegeven.
3. De regeltoets naast oproepsignaal
indrukken.
4. De regeltoets naast melodie indrukken
en een getal tussen 00 en 99 ingeven.
5. De regeltoets naast het symbool " "
indrukken.
Het display wisselt tussen "Int" en "Ext".
Int = intern oproepsignaal (vast geprogram-
meerde melodie)
Ext = extern oproepsignaal (eigen opname)
Eerste cijfer = melodie.
Tweede cijfer = snelheid.
De ingestelde melodie wordt 1 seconde voor-
gespeeld.
1. De regeltoets naast het symbool " "
indrukken en vasthouden.
2. De regeltoets loslaten.
3. De regeltoets naast het symbool " "
indrukken.
4. De -toets indrukken.
Neem nu uw eigen oproepsignaal op, door
het afspelen van een willekeurige melodie
voor de microfoon. De opname moet min-
stens 1 seconde zijn.
De opname wordt ter controle voorgespeeld.
Wanneer u niet tevreden bent met de opna-
me, kunt u de opname door het indrukken van
de regeltoets naast " " herhalen.
Het opgenomen oproepsignaal wordt voorge-
speeld. Tijdens deze weergave verschijnt het
symbool "X" in het display. Wanneer u tijdens
het weergeven van het oproepsignaal de "x"
toets indrukt wordt deze gewist.
De instelling wordt opgeslagen. Het display
gaat weer terug naar het vorige menu.