Toledo 09
17. Zorg ervoor dat het apparaat niet onbedoeld in werking gesteld kan worden.
Draag nooit een op het elektriciteitsnet aangesloten apparaat met de vinger op de
inschakelknop. Wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, overtuig u er dan
eerst van dat deze knop is uitgeschakeld.
18. Verlengsnoeren in de buitenlucht.
Gebruik in de buitenlucht alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik
en ook als zodanig zijn gewaarmerkt. Gebruik elektrische apparatuur altijd in
combinatie met een reststroomverbreker.
19. Let altijd goed op wat u doet.
Denk goed na voordat u iets doet. Ga verstandig te werk. Gebruik geen elektrisch
apparaat, wanneer u niet volledig geconcentreerd bent.
20. Controleer het apparaat regelmatig op eventuele beschadigingen.
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, dient u beveiligingsvoorzieningen en
eventuele licht beschadigde onderdelen goed te controleren op een probleemloos
functioneren volgens de voorschriften. Controleer of de bewegende delen foutloos
functioneren of klemmen en of er geen delen beschadigd zijn. Alle onderdelen dienen
op de juiste wijze gemonteerd te zijn en aan alle voorwaarden te voldoen om een
correcte werking van het apparaat te waarborgen. Beschadigde
beveiligingsvoorzieningen en onderdelen dienen vakkundig door een erkend vakman
gerepareerd of vervangen te worden, tenzij anders is aangegeven in de
gebruikershandleiding. Beschadigde schakelaars dienen vervangen te worden door
een gespecialiseerd servicecentrum. Gebruik nooit een elektrisch apparaat waarvan
schakelaars niet in- of uitgeschakeld kunnen worden.
21. Pas op.
Het gebruik van andere onderdelen of accessoires dan degene die in de
gebruikershandleiding worden aanbevolen, kan gevaar voor u opleveren.
22. Laat elektrische apparaten altijd repareren door een erkend vakman.
Dit elektrische apparaat voldoet aan alle toepasselijke veiligheidsvoorschriften.
Reparaties dienen alleen uitgevoerd te worden door een erkend vakman. Deze mag
daarbij uitsluitend gebruik maken van originele onderdelen.
23. Draag te allen tijde gehoorbescherming.
Speciale veiligheidsvoorschriften
1. Bij gebruik van zaagbladen met hardmetalen tanden is het aangeraden bladen met
negatieve of matig positieve snijhoek te gebruiken. Gebruik geen zaagbladen met
diep uitgesneden tanden. Deze kunnen de beschermkap grijpen.
2. Opgepast: Monteer eerst zorgvuldig alle onderdelen alvorens het werk te starten.
Volg de procedure zoals aangegeven.
3. Indien u niet vertrouwd bent met het gebruiken van een dergelijke machine, kunt u
zich beter eerst laten inlichten door vaklui, een instructeur of door een technicus.
4. Altijd het werkstuk stevig tegen de zaaggeleider klemmen of aandrukken, alvorens u
de bewerking uitvoert. Het gebruik van alle mogelijke kleminrichtingen heeft de
voorkeur boven het gebruik met de handen.
5. Belangrijk: Wordt er bij de uit te voeren bewerking met de hand vastgehouden,
gebruik dan een minimale afstand van 100mm van het zaagblad.
6. Druk het werkstuk altijd tegen de tafel.
7. Houd het zaagblad scherp en controleer regelmatig of het vrij ronddraait zonder
abnormale trillingen. Vervang het zaagblad indien mogelijk.
NL
16 Toledo
• Trek nooit het hout terug. Indien nodig, zet de motor dan af en houd de positie vast
totdat het zaagblad volledig stilstaat.
Dwarszagen bij vertikaal verstek
Deze methode is praktisch hetzelfde, behalve dat het zaagblad in de gewenste hoek
wordt gebracht.
Plaats de dwarsgeleider uitsluitend aan de rechterzijde van het zaagblad.
Nooit te kleine stukken hout zagen. Gebruik nooit de handen om moeilijke
operaties uit te voeren.
Dwarszagen bij horizontaal verstek
Bij deze methode is het zaak dat men nu de dwarsgeleider in de gewenste hoek
blokkeert.
Houd het werkstuk krachtig tegen de dwarsgeleider en de tafel gedrukt voordat u begint
met afkorten.
5. ONDERHOUD
Zorg dat de machine niet onder spanning staat wanneer
onderhoudswerkzaamheden aan het mechaniek worden uitgevoerd.
De machines zijn ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met
een minimum aan onderhoud. Door de machine regelmatig te reinigen en op de juiste
wijze te behandelen, draagt u bij aan een hoge levensduur van uw machine.
Storingen
In het geval dat de machine niet naar behoren functioneert, geven wij onderstaand een
aantal mogelijke oorzaken en bijbehorende oplossingen.
• De motor slaat niet aan
• Het werkstuk knelt tegen het
spouwmes tijdens de bewerking
• De zaagsnede is niet effen
(uitgeraffeld)
• De stekker zit niet in het stopcontact
• Het snoer is onderbroken
• Het zaagblad moet worden uitgelijnd
(Fig. E)
• Het zaagblad moet worden
aangescherpt
• Het zaagblad is achterstevoren
gemonteerd
• Het zaagblad is aangeladen met hars
of zaagsel
• Het zaagblad is niet geschikt voor
deze bewerking