In- en uitschakelen
Afb. F
•Druk de aan/uit- schakelaar (1) in. U regelt het toe-
rental van machine door de mate waarmee u de scha-
kelaar ingedrukt houdt.
•Als u de in/uit schakelaar loslaat, dan wordt de boor-
kop gelijk geblokkeerd en loopt niet meer na.
• Schuif de draairichtingschakelaar (6) in het midden
om de machine in uitgeschakelde stand te blokkeren.
Leg de machine pas weg wanneer de motor volledig is uit-
gedraaid. Leg de machine niet weg op een stoffige onder-
grond. Stofdeeltjes kunnen het mechaniek binnendrin-
gen.
Accu’s opladen
Afb. G
De acculader TCCL-1800 is uitsluitend geschikt voor
het opladen van accu’s van het type TCCB-1800.
• Plaats de accu (5) in de acculader (11) zoals aangege-
ven op de tekening. Let u op de aangegeven poolmar-
keringen + en -.
• Steek de stekker van de acculader in het stopcontact.
Het rode lampje (12) op de lader licht nu op.
•Zodra het groene lampje (13) gaat branden is het
opladen voltooid en wordt de accu op spanning
gehouden. De accu is gereed voor gebruik.
Gebruik de acculader uitsluitend in een droge omge-
ving bij een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C.
De accu van uw boormachine is ongeladen. Voor het
eerste gebruik is een laadtijd van 1 - 2 uren noodzakelijk
om een volledig prestatie te bereiken. De definitieve
capaciteit van de accu wordt na 4-5 malen ontladen en
herladen bereikt.
Topcraft 7
BEDIENING
Afb. D
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en
houd u aan de geldende voorschriften.
Houd de machine stevig vast en druk het boortje met
gelijkmatige kracht in het werkstuk. Forceer de machine
niet.
Gebruik uitsluitend boortjes die nog geen slijtagever-
schijnselen vertonen. Versleten boortjes hebben een
negatief effect op de efficiency van de machine.
Snelheid instellen (fig. D)
De machine heeft twee verschillende boorsnelheden.
•Zet de snelheidskeuzeschakelaar (2) op positie ‘1’
voor boren op lage snelheid.
•Zet de snelheidskeuzeschakelaar op positie ‘2’ voor
boren op hoge snelheid.
NOOIT OMSCHAKELEN BIJ DRAAIENDE
MOTOR!!!
Draaimoment instellen.
Afb. E
De machine heeft 16 verschillende draaimomentinstel-
lingen waarmee de kracht voor het in- en uitdraaien van
schroeven kan worden bepaald.
•Zet de instelring koppel (3) in de gewenste stand.
De standen worden op de instelring aangegeven
door middel van de cijfers 1 t/m 8 en met een punt
tussen 2 cijfers. Deze punten geven een tussenpositie
aan, dus in totaal 16 koppelstanden.
•Kies bij voorkeur een zo laag mogelijke stand om de
schroef te bewegen. Kies een hogere stand indien de
motor doorslipt.
Schroeven in- en uitdraaien (Fig E)
•Zet de draairichtingschakelaar (6) op positie ‘R’ voor
het indraaien van schroeven.
•Zet de draairichtingschakeaar op positie ‘L’ voor het
uitdraaien van schroeven.
Boren (Fig E)
•Draai de instelring koppel (3) naar de boorstand.
Zorg dat de draairichtingschakelaar (6) tijdens
boorwerkzaamheden altijd in positie ‘R’ staat.