8. Montage en ingebruikneming
ƽ Let op!
Voor ingebruikneming het apparaat zeker
volledig monteren!
8.1 Netaansluiting
De compressor is voorzien van een netkabel
met veiligheidsstekker. Deze kan worden
aangesloten op elk veiligheidsstopcontact 230
V ~ 50 Hz dat beveiligd is door een zekering
van 16 ampère. Alvorens het apparaat in
gebruik te nemen dient u er zich van te
vergewissen dat de netspanning overeenkomt
met de bedrijfsspanning vermeld op het
kenplaatje van het apparaat. Lange
toevoerleidingen alsmede verlengkabels,
kabeltrommels enz. leiden tot spanningsverlies
en kunnen het starten van de motor beletten.
Bij temperaturen onder +5°C start de motor
eventueel moeilijk ten gevolge van stroefheid.
8.2 Uit-, inschakelaar (4)
Zet de in-, uitschakelaar (4) in stand 1 om in te
schakelen.
Om uit te schakelen de in-, uitschakelaar (4) in
stand 0 zetten.
Attentie! Dit apparaat is niet geschikt voor
continu gebruik.
Gebruik het apparaat alleen op de volgende
manier om oververhitting van het apparaat te
voorkomen:
Gedurende een periode van 10 minuten kan het
apparaat maar 15% van deze periode
onafgebroken gebruikt worden (dat is 1,5
minuten).
De rest van de periode (8,5 minuten) dient
gebruikt te worden als afkoelperiode.
8.3 Persluchtslang met snelkoppeling (3)
Aansluiten:
Schuif de nippel van uw pneumatisch
gereedschap de snelkoppeling in, de huls gaat
vanzelf naar voren springen.
Loskoppelen:
Trek de huls terug en verwijder het
gereedschap. Let op! Bij het losmaken van
de snelkoppeling moet het koppelstuk
worden vastgehouden om letsels door de
terugspringende slang te voorkomen.
8.4 Bandenvulmeter met adapters
(fig. 2, pos. 6)
Werkdruk in bar: 0 – 8
Toepassingsgebied:
De bandenvulmeter maakt het gemakkelijk en
nauwkeurig vullen van autobanden mogelijk.
De manometer dient ter controle van de
bandenspanning.
Met het geïntegreerde aflaatventiel (e) is het
mogelijk een te hoge bandenspanning te
verlagen.
De bandenvulmeter is voorzien van een
ventieladapter voor autobandventielen.
Controleer na het vullen de ingestelde
bandenspanning m.b.v. een geijkt meettoestel,
b.v. bij een pompstation.
Gebruik als uitblaaspistool (fig. 3)
Om de bandenvulmeter als uitblaaspistool te
gebruiken moet eerst de slang met de
ventieladapter voor autobanden worden
afgeschroefd. Dan kan de uitblaasadapter (d)
op de bandenvulmeter worden vastgeschroefd.
Toepassingsgebied:
Voor het reinigen / uitblazen van holle ruimtes
of moeilijk bereikbare plaatsen alsmede voor
het reinigen van vervuild werkgereedschap. De
traploos bedienbare trekker maakt een
nauwkeurige dosering van de perslucht
mogelijk.
8.5 Handleiding voor de adapterset
Het volgende overzicht dient om u wegwijs te
maken in het juiste gebruik van de adapters bij
de verschillende ventielen.
NL
30