inzetten en de boorhouder aanhalen m.b.v. de
bijgeleverde boorhoudersleutel.
Vervolgens sleutel weer aftrekken. Let er wel op dat
de ingespannen gereedschappen goed vast zitten.
Let op ! Boorhoudersleutel niet laten zitten.
Blessurerisico door wegspringen van de
boorhoudersleutel.
7.4. Afstellen van het toerental (fig. 1/5/6)
Zet eerst de machine uit en trek de netstekker uit het
stopcontact.
De verschillende spiltoeren kunnen worden afgesteld
door de v-snaar te verplaatsen.
Ga als volgt te werk :
b De schroef (16) losdraaien teneinde de v-
snaarafdekking (7) te kunnen openen.
b Spanschroeven (15) losdraaien en de motor (8)
in de richting van de machinekop schuiven.
b V-snaar naar de gewenste positie verplaatsen.
b De overeenkomstige toeren staan vermeld in de
tabel.
b V-snaar spannen door de motor (8) weg van de
machinekop (6) te schuiven. Spanschroeven (16)
opnieuw aanhalen. De spanning is correct
afgesteld als de v-snaar in het midden ca. 1 cm
kan worden ingedrukt.
b V-snaarafdekking sluiten en vastzetten m.b.v. de
schroef (16).
De v-snaarafdekking (7) moet altijd goed
gesloten zijn, omdat de machine voorzien is van
een veiligheidsschakelaar en bijgevolg enkel bij
gesloten v-snaarafdekking (7) kan worden
aangezet.
Let op! Nooit de boormachine met geopende v-
snaarafdekking laten draaien. Voor het openen van
het deksel altijd eerst de netstekker uit het
stopcontact trekken. Nooit in roterende v-snaren
grijpen.
7.5. Boordiepteaanslag (fig. 7)
Het booras is voorzien van een draaibare schaalring
voor het afstellen van de boordiepte.
Afstelwerkzaamheden enkel bij stilstaande machine
uitvoeren.
b Booras (11) omlaagdrukken tot het boorpunt in
contact komt met het werkstuk.
b Klemschroef (17) losdraaien en schaalring (25)
naar voren draaien tot tegen de aanslag.
b Schaalring (25) met de gewenste boordiepte
terugdraaien en vastzetten d.m.v. de
klemschroef (17).
7.6. Schuine stand van de boortafel afstellen
(fig. 8)
b Slotbout (26) onder de boortafel (4) loszetten.
b Boortafel (4) afstellen op de gewenste hoekmaat
(kan op de schaal aan de bovenkant van de
boortafel worden afgelezen).
b Slotbout (26) opnieuw aanhalen teneinde de
boortafel (4) in deze stand vast te zetten.
7.7. Hoogte van de boortafel afstellen (fig. 1)
b Spanschroef (5) losdraaien
b Boortafel (4) door drukken of heffen en
tegelijkertijd lichtjes naar links en rechts draaien
op de gewenste hoogte afstellen.
b Spanschroef (5) opnieuw aanhalen.
7.8. Werkstuk spannen (fig. 1)
Span werkstukken principieel vast m.b.v. een
machinebankschroef (14) of met een gepast
spanmiddel.
Werkstukken nooit met de hand vasthouden!
Tijdens het boren moet het werkstuk op de boortafel
(4) bewegelijk zijn zodat een zelfcentrering kan
plaatsvinden. Werkstuk zeker borgen tegen
verdraaien. Dit gebeurt best door het werkstuk of de
machinebankschroef tegen een vaste aanslag te
schuiven.
Let op ! Stukken van plaatmateriaal moeten worden
ingespannen, anders zouden ze omhoog kunnen
worden gesleept. Stel de boortafel naargelang het
werkstuk qua hoogte en schuine stand correct af. Er
moet voldoende afstand blijven tussen de bovenkant
van het werkstuk en het boorpunt.
7.9. Houtbewerking
Gelieve er op te letten dat bij het bewerken van hout
een gepaste stofafzuiging moet worden gebruikt
omdat houtstof schadelijk voor de gezondheid kan
zijn. Draag bij stofverwekkende werkzaamheden
zeker een gepaste stofmasker.
7.10. Werksnelheden
Let bij het boren op het juiste toerental. Dit is
afhankelijk van de boordiameter en het materiaal.
De onderstaande lijst helpt u bij het kiezen van
toerentallen voor verschillende materialen.
De opgegeven toerentallen zijn slechts
richtwaarden.
14
NL