6
3.0 Systeemvlaggen programmeren
Systeemvlag 3 #4=1 Met deze functie print u een extra klantenbon. Naast de standaard geprinte klantenbon en
de bon voor de stomerij zelf wordt met deze instelling nog een extra klantenbon geprint.
Systeemvlag 3 #3=1 Deze instelling moet altijd ‘1’ zijn. Is dit niet het geval dan worden de couponnen voor aan
de kleding niet geprint en de klantenbon wordt ook niet geprint.
Systeemvlag 3 #1=1 Deze instelling moet altijd ‘1’ zijn. Is dit niet het geval dan wordt de bon voor de stomerij
zelf niet geprint en ook extra informatie zoals de afhaaldag wordt niet geprint.
Systeemvlag 6 #1=1 In ons eigen demoprogramma wordt zowel gebruik gemaakt van de caissieres als de
bediendes. M.b.v. de caissieretoetsen bovenop de kassa kan de bediende zich aanmelden
terwijl de bediendetoetsen worden gebruikt als afhaaldag. Met deze instelling is het
verplicht om voor elke registratie een bediende aan te melden; in dit geval moet een toets
van een afhaaldag worden ingevoerd voordat er geregistreerd kan worden. Zie ook het
hoofdstuk over de afhaaldagen.
Systeemvlag 15 #4=1 Bereken BTW na het indrukken van [RAIL SLUITEN]. Deze instelling geldt alleen als
systeemvlag 19 #1=0 (geen gespecificeerde nota bij railnummers)
Systeemvlag 16 #8=1 Onderaan op de bon wordt met deze instelling het bonnummer extra groot geprint. Deze
instelling altijd als ‘1’ programmeren.
Systeemvlag 18 #7=0 Als u deze instelling wel als ‘1’ programmeert, blijven de artikelen bewaard op het
railnummer zelfs als de klant heeft betaald. Het is de bedoeling dat het railnummer weer
vrij komt na betaling. Daarom de waarde ‘0’ programmeren.
Systeemvlag 19 #4=1 Als u hier de waarde ‘1’ invoert bent u verplicht om voor elke registratie een railnummer in
te voeren.
Systeemvlag 19 #3=1 Als u een gespecificeerde nota wilt printen moet u deze instelling en systeemvlag 19 #1=1
programmeren. Het maximaal aantal railnummers met het standaardgeheugen = 80.
Afrekenen gebeurt als volgt: [(railnummer)] [RAIL OPEN] [(afrekentoets)]
Als u geen gespecific. nota wilt printen moet u deze instelling en systeemvlag 19 #1=0
programmeren. Het maximaal aantal railnummers met het standaardgeheugen = 500.
Afrekenen gebeurt als volgt: [(railnummer)] [REK.BET.] [(afrekentoets)]
Zie ook hoofdstuk 1.4.de PLU
Systeemvlag 21 #5=1 Als u hier de waarde ‘1’ invoert wordt boven de kledingbonnen geen logo geprint. Als u de
waarde ‘0’ invoert wordt wel een logo geprint boven elke kledingbon. Het printen van het
logo is vooral handig als de kledingbon aan de kleding vastgeniet moet worden of
bijvoorbeeld om een lus moet worden geniet.
Systeemvlag 21 #4=1 Als u hier de waarde ‘1’ invoert wordt het bonnummer niet geprint op de bonnen, alleen het
railnummer wordt geprint (bij gebruik van railnummers). Als u de waarde ‘0’ invoert wordt
alleen het bonnummer op de bonnen geprint.
Systeemvlag 21 #1=1 Als u hier de waarde ‘1’ invoert gebruiken de PLU’s de eigen vlaginstellingen. Bij elk artikel
moet in vlag 3 worden aangegeven hoeveel bonnen er geprint moeten worden (1, 2 of 3).
Ook de BTW moet per artikel worden ingesteld (vlag 1).
Als u hier de waarde ‘0’ invoert bepalen de drie vlaggen van de gekoppelde groep hoeveel
kledingbonnen geprint worden. De voorkeur is de waarde ‘1’.
Systeemvlag 24 #5=1 Als u hier de waarde ‘1’ invoert worden in het openstaande railrapport de namen van de
bediendes geprint bij de openstaande railnummers. Omdat de bediendes worden gebruikt
als afhaaldag (zie systeemvlag 6 #1) moet deze instelling ‘0’ zijn.
Systeemvlag 24 #4=1 Als u hier de waarde ‘1’ invoert is het printen van een Z-Rapport met openstaande
railnummers niet mogelijk. Als u wel een Z-Rapport print van de openstaande railnummers
print worden deze railnummers gereset. Belangrijke instelling: Altijd waarde ‘1’.
(* In een makro (toets op toetsenbord) of met rapporttabel werkt deze functie niet *)