733692
631
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/634
Nächste Seite
Auris Hybrid Handleiding
Auris Hybrid
Handleiding
UK AURIS_HV_HB_EE
Overzicht
Zoeken op afbeelding
1
Veiligheid en
beveiliging
Zorg ervoor dat u dit leest
2
Instrumenten-
paneel
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren
van de verschillende waarschuwingslampjes en
controlelampjes, enz.
3
Bediening van
elk onderdeel
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen
vóór het rijden, enz.
4
Rijden
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten
worden opgevolgd
5
Audiosysteem
Bedienen van het audiosysteem
6
Voorzieningen in
het interieur
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
7
Onderhoud en
verzorging
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
8
Bij problemen
Informatie over wat u moet doen bij een storing of
noodgeval
9
Voertuig-
specificaties
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Index
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-12M76-NL
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 1 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
INHOUDSOPGAVE
2
UK AURIS_HV_HB_EE
Ter informatie .................................8
Over deze handleiding .................12
Zoekmethoden .............................13
Overzicht ......................................14
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........30
Een veilig rijgedrag ..............32
Veiligheidsgordels................34
Airbags.................................39
Aan/uit-schakelaar airbag ....49
Veiligheidsinformatie voor
kinderen.............................51
Baby- en kinderzitjes ...........52
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.........................61
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met
uitlaatgassen .....................70
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................71
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................75
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................82
Alarm ...................................95
Supervergrendeling
(alleen auto's met
rechtse besturing)............101
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes.......... 104
Meters en tellers................ 109
Multi-informatiedisplay ...... 112
Energiemonitor/
verbruiksscherm.............. 121
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................. 126
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
Portieren............................ 130
Achterklep ......................... 135
Smart entry-systeem met
startknop ......................... 140
Startknopfunctie ................ 175
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen ....................... 206
Achterstoelen .................... 208
Hoofdsteunen.................... 210
3-4. Verstellen van het
stuurwiel en de spiegels
Stuurwiel ........................... 212
Binnenspiegel.................... 214
Buitenspiegels................... 216
3-5. Openen en sluiten
van de ruiten
Elektrisch bedienbare
ruiten ............................... 219
1
Veiligheid en beveiliging
2
Instrumentenpaneel
3
Bediening van
elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 2 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
3
1
9
8
7
5
4
3
2
UK AURIS_HV_HB_EE
6
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto.............224
Lading en bagage ..............234
Rijden met een
aanhangwagen ................235
4-2. Rijprocedures
Startknop ...........................245
EV-modus ..........................251
Hybridetransmissie ............253
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................261
Parkeerrem ........................262
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................263
Schakelaar mistlampen .....269
Ruitenwissers en
-sproeiers.........................271
Achterruitenwisser en
-sproeier ..........................275
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ....277
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense......... 280
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) ......................... 286
LDA (Lane Departure
Alert) ............................... 299
Automatic High Beam-
systeem........................... 304
RSA (Road Sign Assist) .... 308
4-6. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Cruise control .................... 314
Toyota Parking Assist-
sensor ............................. 318
Simple-IPA
(Simple-Intelligent
Parking Assist) ................ 325
Ondersteunende
systemen......................... 339
4-7. Rijtips
Rijden met een
hybrideauto ..................... 345
Rijden in de winter............. 348
4
Rijden
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 3 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
INHOUDSOPGAVE
4
UK AURIS_HV_HB_EE
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .....352
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ..................353
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting...............354
5-2. Gebruik van het
audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem......355
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio..................357
5-4. Afspelen van
audio-CD's en discs met
MP3-/WMA-bestanden
Bediening CD-speler..........360
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod .....................368
Afspelen van bestanden
op een USB-geheugen ....376
Gebruik van de
AUX-aansluiting...............383
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-
apparaten
Bluetooth
®
-audio/telefoon . 384
Gebruik van de toetsen
op het stuurwiel............... 389
Registreren van een
Bluetooth
®
-apparaat ....... 390
5-7. Menu SET UP
Gebruik van het menu
SET UP
(“Bluetooth”-menu).......... 391
Gebruik van het menu
SET UP (menu “Phone”
(telefoon))........................ 396
5-8. Bluetooth
®
-audio
Bedienen van een
Bluetooth
®
compatibele
draagbare speler............. 401
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
Bellen ................................ 404
Ontvangen van een
telefoongesprek .............. 406
Voeren van een
telefoongesprek .............. 407
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth
®................................. 409
5
Audiosysteem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 4 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
5
1
9
8
7
5
4
3
2
UK AURIS_HV_HB_EE
6
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische
airconditioning .................414
Stoelverwarming ................423
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........424
Interieurverlichting .........425
Make-upverlichting ........425
Leeslampjes .................426
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......428
Dashboardkastje ...........429
Consolevak ...................429
Fleshouders ..................430
Bekerhouders ...............431
Extra opbergvakken ......432
Voorzieningen in de
bagageruimte...................433
6-4. Overige voorzieningen
in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur ................. 439
Zonnekleppen .............. 439
Make-upspiegels .......... 439
Klok .............................. 440
Uitneembare asbak ...... 440
Accessoire-
aansluitingen ................ 441
Armsteun .................... 442
Handgrepen ................. 442
Kledinghaakjes ............ 443
Zonnescherm
panoramadak ............... 443
6
Voorzieningen
in het interieur
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 5 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
INHOUDSOPGAVE
6
UK AURIS_HV_HB_EE
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur van
uw auto ............................446
Reinigen en beschermen
van het interieur van
uw auto ............................450
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie.....453
7-3. Zelf uit te voeren
onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren
onderhoud .......................456
Motorkap............................458
Plaatsen van een
garagekrik........................460
Motorruimte........................461
12V-accu............................468
Banden ..............................473
Bandenspanning................490
Velgen................................492
Interieurfilter.......................494
Batterij elektronische
sleutel ..............................496
Controleren en vervangen
van zekeringen ................499
Lampen..............................504
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten........... 520
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht ............. 521
8-2. Stappen die genomen
moeten worden in
noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept .......................... 522
Als u denkt dat er
iets mis is ........................ 528
Als een
waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt................................ 529
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven......... 536
Als uw auto een lekke
band heeft (auto's met
een reservewiel).............. 545
Als uw auto een lekke
band heeft (auto's met
een bandenreparatie-
set) .................................. 557
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestart... 572
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt .... 574
Als de 12V-accu is
ontladen .......................... 577
Als uw auto oververhit
raakt ................................ 582
Als de auto vast komt
te zitten ........................... 587
7
Onderhoud en verzorging
8
Bij problemen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 6 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
7
1
9
8
7
5
4
3
2
UK AURIS_HV_HB_EE
6
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.).................................590
Informatie over
brandstof..........................602
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met
mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.......604
9-3. Initialisatie
Te initialiseren
onderdelen.......................611
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ..............614
Alfabetische index ......................617
9
Voertuigspecificaties
Index
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140
Brussel, België www.toyota-europe.com
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 7 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
8
UK AURIS_HV_HB_EE
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toe-
passing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding waren actueel ten tijde van de druk.
Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij
behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie
en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto
afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces-
soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire
uit uw Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele
Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onder-
delen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen
garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onderdelen en accessoi-
res die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen
door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat
schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyota-onderdelen of -
accessoires niet onder de garantie vallen.
Ter informatie
Handleiding
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 8 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
9
UK AURIS_HV_HB_EE
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische
systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Toyota Safety Sense (indien aanwezig)
Cruise control-systeem (indien aanwezig)
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposi-
ties en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels van hybrideauto's stralen ongeveer
net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een
benzinemotor of huishoudelijke elektronische apparatuur, ook al zijn ze elek-
tromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvanginstallatie kan in sommige gevallen
gestoord worden.
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemica-
liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordel-
spanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing
plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de gor-
delspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
Vernietigen van uw Toyota
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze
gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier wor-
den afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 9 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
10
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs
gebruikt hebt, omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar-
digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden
het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördi-
natie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel-
licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver-
keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het ver-
anderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding
waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun-
nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in
te schakelen. Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren als ze met de ruiten
of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de
auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 10 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
11
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 11 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
12
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer
de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen
aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de
stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor
het bedienen van schake-
laars en dergelijke (druk-
ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een
handeling aan (er wordt bij-
voorbeeld een klep ge-
opend).
Geeft het onderdeel of de
positie aan waarover uitleg
wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet
mag worden gedaan of niet
mag gebeuren.
Over deze handleiding
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 12 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
13
UK AURIS_HV_HB_EE
Zoeken op naam
Alfabetische index ... Blz. 617
Zoeken op montagepositie
Overzicht ................... Blz. 14
Zoeken op symptoom of
geluid
Wat moet u doen als...
(Problemen
oplossen)................. Blz. 614
Zoeken op titel
Inhoudsopgave............ Blz. 2
Zoekmethoden
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 13 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
14
UK AURIS_HV_HB_EE
Overzicht
Overzicht
Exterieur
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 130
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 130
Openen/sluiten van de zijruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel . . . Blz. 574
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 536
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 135
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 536
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 216
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 216
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 216
Ontwasemen van de spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 418
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 14 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
15
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Ruitenwissers voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 271
Voorzorgsmaatregelen voor de winter. . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 348
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een wasstraat. . . . . . Blz. 448
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 277
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 277
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 592
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 473
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 598
Winterbanden/sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 348
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwings-
systeem
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 473
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 545
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 458
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 458
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 593
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 582
Koplampen/parkeerlichten voor/dagrijverlichting/
richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261, 263
Mistlampen voor
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 269
Remlichten/achterlichten/richtingaanwijzers . . . . . .Blz. 261, 263
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 263
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 263
Mistachterlicht
*
3
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 269
Achteruitrijlicht
*
2
Zet de selectiehendel in stand R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 253
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 263
Mistachterlicht
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 269
Achteruitrijlicht
*
3
Zet de selectiehendel in stand R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 253
4
5
6
7
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(vervangingsmethode: Blz. 504, wattage: Blz. 601)
8
9
10
11
12
13
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Auto's met linkse besturing
*
3
: Auto's met rechtse besturing
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 15 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
16
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Dashboard (auto's met linkse besturing)
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 245
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi . . . . . Blz. 245
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 521
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . Blz. 572
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 536
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 253
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 253
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 522
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 108
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting
van het instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 108
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 104
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 529
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 16 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
17
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 111
Energiemonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 121
Als er een waarschuwingsmelding of indicator verschijnt . . . Blz. 536
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
Voorzorgsmaatregelen voor de winter. . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 349
Waarschuwingszoemer/-melding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 263
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 263
Mistlampen voor
*
1
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 269
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 271
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 271
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 466
Koplampsproeiers
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 271
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 520
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 458
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 212
Verstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 212
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 414
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 414
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 418
Audiosysteem
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 352
Navigatie-/multimediasysteem
*
1, 2
Energiemonitor/reisinformatie/historische gegevens. . . . . . . Blz. 121
Resetknop bandenspanningswaarschuwings-
systeem
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 475
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 17 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
18
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 216
Draaiknop koplampverstelling
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 266
Schakelaar PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
*
1
. . . . . . . .Blz. 286
Schakelaar Simple-IPA
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 326
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 132
Schakelaars ruitbediening
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Type A
Type B
1
2
3
4
5
6
7
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 18 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
19
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Afstandsbediening audiosysteem
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 353
Telefoontoetsen
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 389
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel . . . . . . . . . . Blz. 113, 114
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
*
1
. . . . . . . . . . . . .Blz. 299
Cruise control-schakelaar
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 314
Spraaktoets
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 389
EV-modusschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 251
Schakelaar ECO MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 256
Schakelaar PWR MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 256
Stoelverwarmingsschakelaars
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 423
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 340, 341
Schakelaar stand P . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 255
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 19 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
20
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Interieur (auto's met linkse besturing)
Airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 39
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 206
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 210
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
Consolevak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 429
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 132
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 431
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 208
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 20 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
21
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 214
Zonnekleppen
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 439
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 439
Make-upverlichting
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 425
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 425, 426
Schakelaar voor zonnescherm panoramadak
*
2
. . . . . . . .Blz. 443
Extra opbergvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 432
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 442
1
2
3
4
5
6
7
8
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 21 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
22
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 245
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi . . . . . Blz. 245
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 521
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . Blz. 572
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 536
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 253
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 253
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 522
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 108
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting
van het instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 108
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 104
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 529
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 22 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
23
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 111
Energiemonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 121
Als er een waarschuwingsmelding of indicator verschijnt . . . Blz. 536
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
Voorzorgsmaatregelen voor de winter. . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 349
Waarschuwingszoemer/-melding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 263
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 263
Mistlampen voor
*
1
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 269
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 271
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 271
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 466
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 520
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 458
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 212
Verstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 212
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 414
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 414
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 418
Audiosysteem
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 352
Navigatie-/multimediasysteem
*
1, 2
Energiemonitor/reisinformatie/historische gegevens. . . . . . . Blz. 121
Resetknop bandenspanningswaarschuwings-
systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 475
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 23 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
24
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
Schakelaar PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
1
. . . . . . . .Blz. 286
Schakelaar Simple-IPA
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 326
Draaiknop koplampverstelling
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 266
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 216
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 132
Schakelaars ruitbediening
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Type A
Type B
1
2
3
4
5
6
7
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 24 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
25
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Afstandsbediening audiosysteem
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 353
Telefoontoetsen
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 389
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel . . . . . . . . . . Blz. 113, 114
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
*
1
. . . . . . . . . . . . .Blz. 299
Cruise control-schakelaar
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 314
Spraaktoets
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 389
Stoelverwarmingsschakelaars
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 423
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 340, 341
Schakelaar PWR MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 256
Schakelaar ECO MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 256
EV-modusschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 251
Schakelaar stand P . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 255
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 25 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
26
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Interieur (auto's met rechtse besturing)
Airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 39
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 206
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 210
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
Consolevak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 429
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 132
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 431
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 208
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 26 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
27
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 214
Zonnekleppen
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 439
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 439
Make-upverlichting
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 425
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 425, 426
Schakelaar voor zonnescherm panoramadak
*
2
. . . . . . . .Blz. 443
Uitschakeltoets inbraaksensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 442
1
2
3
4
5
6
7
8
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 27 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
28
Overzicht
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 28 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
29
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........30
Een veilig rijgedrag ..............32
Veiligheidsgordels................34
Airbags.................................39
Aan/uit-schakelaar airbag....49
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................51
Baby- en kinderzitjes ...........52
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.........................61
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............70
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................71
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................75
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................82
Alarm ...................................95
Supervergrendeling
(alleen auto's met
rechtse besturing)............101
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 29 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
30
UK AURIS_HV_HB_EE
1-1. Voor een veilig gebruik
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's
van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de
juiste wijze op de vloerbedekking.
Steek de klemhaken (clips) in
de ringen in de vloermat.
Draai het bovenste hendeltje
van de klemhaken (clips) om de
vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in
lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven
in de afbeelding.
Voordat u gaat rijden
Vloermat
1
*
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 30 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
31
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan lei-
den tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer-
matten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde klemhaken
(clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
Voordat u gaat rijden
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle mee-
geleverde klemhaken (clips). Voer deze
controle altijd uit nadat de vloer van de
auto is gereinigd.
Zet het hybridesysteem UIT en de
selectiehendel in stand P en trap elk
pedaal helemaal in, om er zeker van te
zijn dat de vloermat de bediening van
de pedalen niet hindert.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 31 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
32
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Pas de hoek van de rugleuning
zo aan dat u rechtop zit en niet
voorover hoeft te leunen om te
kunnen sturen. (Blz. 206)
Pas de zitting zo aan dat u de
pedalen helemaal kunt intrap-
pen en dat uw armen licht
gebogen zijn bij de ellebogen
wanneer u het stuurwiel vast-
houdt. (Blz. 206)
Vergrendel de hoofdsteun met het midden zo dicht mogelijk bij de
bovenkant van uw oren. (Blz. 210)
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 34)
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids-
gordel dragen. (Blz. 34)
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is
om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
(Blz. 52)
Een veilig rijgedrag
Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie
zetten en de spiegels afstellen voordat u gaat rijden.
De juiste houding achter het stuur
1
2
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 32 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
33
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnenspiegel en
de buitenspiegels goed af te stellen. (Blz. 214, 216)
Afstellen van de spiegels
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.
Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleu-
ning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is,
waardoor het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in nega-
tieve zin kan worden beïnvloed.
Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de
stoelslede, waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit
kan leiden tot een ongeval en ook kan het stelmechanisme beschadigd
raken.
Houd u altijd aan de wettelijke maximumsnelheid wanneer u op de open-
bare weg rijdt.
Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voordat u zich
moe begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zichzelf niet
dwingen om verder te rijden, maar direct een pauze nemen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 33 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
34
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zit-
ten met uw rug stevig tegen de
leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Ontgrendelknop
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 34 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
35
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Duw het schouderbevestigings-
punt omlaag terwijl u de ont-
grendelknop indrukt.
Duw het schouderbevestigings-
punt omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt
in de gewenste positie en laat het
los als u een klik hoort.
De gordelspanners helpen bij het
op hun plaats houden van de inzit-
tenden doordat ze de gordels snel
strak tegen het lichaam aan trek-
ken bij bepaalde soorten zware
frontale aanrijdingen en aanrijdin-
gen van opzij.
De gordelspanners worden niet
geactiveerd bij lichtere frontale
aanrijdingen of aanrijdingen van
opzij, bij aanrijdingen van achte-
ren of wanneer de auto over de
kop slaat.
Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig remt of betrok-
ken raakt bij een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in werking treden
als u te snel vooroverbuigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel
afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
Gebruik van veiligheidsgordels door kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in principe ontworpen voor gebruik
door volwassenen.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (Blz. 52)
Als het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel op een juiste manier te
dragen, volg dan de instructies met betrekking tot het gebruik van de veilig-
heidsgordel op. (Blz. 34)
Afstellen van de hoogte van het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel (voorstoelen)
1
2
Gordelspanners (voorstoelen)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 35 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
36
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Vervangen van de veiligheidsgordel als de gordelspanner geactiveerd is
geweest (voorstoelen)
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdingen, wordt de gordelspanner
geactiveerd voor de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede of voor vol-
gende aanrijdingen.
Wetgeving met betrekking tot veiligheidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor veiligheidsgordels, neem
dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het ver-
vangen of plaatsen van veiligheidsgordels.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 36 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
37
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel bij
plotseling remmen, plotseling uitwijken of een ongeval te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Dragen van een veiligheidsgordel
Zorg ervoor dat alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
Draag de veiligheidsgordel altijd op de juiste manier.
Elke veiligheidsgordel mag maar door één persoon worden gebruikt.
Gebruik een veiligheidsgordel niet voor twee personen tegelijk, ook niet
als de tweede persoon een kind is.
Toyota beveelt aan dat kinderen op de achterstoel plaatsnemen en altijd
op de juiste manier gebruikmaken van de veiligheidsgordels en het baby-
of kinderzitje.
Laat om de juiste zitpositie in te stellen de rugleuning niet verder achter-
over hellen dan nodig is. De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als
de inzittenden rechtop en goed tegen de rugleuning zitten.
Draag de schoudergordel niet onder uw arm.
Draag de veiligheidsgordel altijd laag en goed aansluitend over uw heu-
pen.
Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier.
(Blz. 34)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op
dezelfde manier dragen als de andere
inzittenden, zo laag mogelijk over het
bekken, de schoudergordel helemaal uit-
trekken over de schouder en ervoor zor-
gen dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plot-
seling remmen of een aanrijding.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 37 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
38
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juiste manier.
(Blz. 34)
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de
gordel dan door met een schaar.
Gordelspanners (voorstoelen)
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt
en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Verstelbaar schouderbevestigingspunt (voorstoelen)
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw schouder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op ernstig letsel
groter. (Blz. 35)
Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de
carrosserie.
Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op beschadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.
Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat reparaties altijd uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Als de veiligheidsgordels
niet op de juiste wijze worden gebruikt, werken ze mogelijk niet meer naar
behoren.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 38 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
39
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Airbags voor
Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpas-
sagier te beschermen tegen contact met onderdelen van het
interieur
SRS knie-airbag bestuurder
Helpt de bestuurder te beschermen
Side airbags en curtain airbags
Side airbags voor
Helpen het bovenlichaam van de voorste inzittenden te beschermen
Curtain airbags
Beschermen primair het hoofd van de inzittenden op de buiten-
ste zitplaatsen
Airbags
De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt
bij bepaalde soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen lei-
den tot ernstig letsel voor de inzittenden. Ze werken samen met
de veiligheidsgordels om de kans op ernstig letsel te beperken.
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 39 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
40
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierbo-
ven afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de
airbag-ECU. Bij het activeren van de airbags zorgt een chemische
reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de airbags snel
gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden
te helpen beperken.
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Side airbags voor
Curtain airbags
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG
Waarschuwingslampje SRS
Sensoren aanrijding opzij
(achter)
Bestuurdersairbag
Sensoren aanrijding opzij
(voor)
Gordelspanners en
spankrachtbegrenzers
Knie-airbag bestuurder
Sensoren frontale aanrijding
Airbag-ECU
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 40 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
41
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste manier te dra-
gen.
De airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veiligheidsgor-
dels gebruikt moeten worden.
De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactiveerd,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuurder zich
erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm;
door een afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden,
hanteert u een veilige marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden
van het stuurwiel tot aan uw borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van
de airbag zit, kunt u uw zitpositie op verschillende manieren wijzigen:
Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog
goed kunnen worden bediend.
Zet de rugleuning iets achterover.
Hoewel auto's verschillen, verkrijgen veel bestuurders, zelfs met de
bestuurdersstoel helemaal naar voren, de afstand van 250 mm door
simpelweg de rugleuning iets achterover te zetten. Als u door het ach-
terover zetten van uw stoel de weg niet goed meer kunt zien, kunt u een
stevig, niet-glad kussen gebruiken om hoger te zitten, of uw stoel hoger
zetten wanneer uw auto deze mogelijkheid biedt.
Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor
wijst de airbag naar uw borst in plaats van naar uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de
pedalen en het stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen worden en u
het instrumentenpaneel nog goed kunt zien.
De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht geacti-
veerd waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassa-
gier zich erg dicht bij de airbag bevindt. De voorpassagiersstoel dient zo
ver mogelijk van de airbag af te staan, met de rugleuning rechtop.
Kinderen die niet goed op de stoel zitten en/of niet goed vastzitten, kun-
nen ernstig letsel oplopen door een geactiveerde airbag. Gebruik de veilig-
heidsgordels nooit voor baby's of kleine kinderen, maar zet hen goed vast
in een baby- of kinderzitje. Toyota beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen en op de juiste wijze vastzitten. Ach-
terin zitten kinderen veiliger dan op de voorpassagiersstoel. (Blz. 52)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 41 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
42
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen airbags
Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.
Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.
Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
of de voor-, midden- of achterstijl.
Laat niemand op de passagiersstoel
knielen met het hoofd naar het portier
gericht en laat niemand zijn hoofd of
handen buiten de auto steken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 42 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
43
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen airbags
Hang geen kleerhangers of andere harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes. Dergelijke voorwerpen kunnen als een projectiel gelanceerd wor-
den en ernstig letsel veroorzaken wanneer de curtain airbags geactiveerd
worden.
Zorg ervoor dat de knie-airbag voor de bestuurder niet door iets wordt
afgedekt.
Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard,
het stuurwielkussen of het onderste
deel van het dashboard.
Dergelijke items kunnen als een projec-
tiel worden gelanceerd als de airbag
voor de bestuurder, de airbag voor de
voorpassagier en de knie-airbag voor
de bestuurder geactiveerd worden.
Bevestig geen voorwerpen aan onder-
delen van de auto, zoals het portier, de
voorruit, de portierruit, de voor- of ach-
terstijl, de dakzijrail en de handgreep.
(Behalve het label voor de snelheidsbe-
perking Blz. 561)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 43 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
44
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen airbags
Gebruik geen accessoires die het gedeelte van de stoel waarin de side
airbags geactiveerd worden, afdekken omdat dat het activeren van de air-
bags negatief kan beïnvloeden. Dergelijke accessoires kunnen tot resul-
taat hebben dat de side airbags niet op de juiste wijze geactiveerd worden,
helemaal niet geactiveerd worden of per ongeluk geactiveerd worden,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Oefen geen overmatige kracht uit op delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen aan de airbags ontstaan.
Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de airbags
geactiveerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.
Als u na het activeren van de airbags moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poeder-
deeltjes op uw huid zijn terechtgekomen, was deze er dan zo snel moge-
lijk af om huidirritatie te voorkomen.
Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het
stuurwielkussen en de bekleding van de voor- en achterstijlen, beschadigd
of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het SRS-airbagsys-
teem
Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zon-
der eerst een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De
airbags kunnen defect raken of per ongeluk worden geactiveerd (opgebla-
zen), waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Plaatsen, verwijderen, demonteren en repareren van de airbags
Reparaties, wijzigingen, verwijderen of vervangen van het stuurwiel,
instrumentenpaneel, dashboard, stoelen of stoelbekleding, voor-, midden-
en achterstijlen en dakzijrails
Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zij-
kant van het passagierscompartiment
Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier
Wijzigingen aan de wielophanging van de auto
Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-speler
Wijzigingen aan de auto ten behoeve van mindervaliden
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 44 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
45
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Als de airbags worden geactiveerd
U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, kneuzingen, e.d. oplopen als
gevolg van de zeer hoge snelheid waarmee de airbags worden geactiveerd
door hete gassen.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de
onderdelen van de airbagmodule (stuurwielnaaf, afdekkap airbag en ontste-
kingsmechanisme) evenals de voorstoelen, delen van de voor- en achter-
stijlen en de dakzijrail nog heet zijn. De airbag zelf kan ook heet zijn.
De voorruit kan barsten.
Voorwaarden voor activering van de airbags (airbags voor)
De airbags voor worden geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde
wordt overschreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan bewegen of
vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende situaties echter veel hoger lig-
gen:
Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een
geparkeerde auto of lantaarnpaal
Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de
auto onder een vrachtwagen terechtkomt
Afhankelijk van het type aanrijding worden mogelijk alleen de gordelspan-
ners geactiveerd.
Voorwaarden voor activering van de SRS-airbags (SRS side airbags en
curtain airbags)
De SRS-side airbags en curtain airbags worden geactiveerd als een
bepaalde drempelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met ter plaatse
van het passagierscompartiment aangereden worden met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h door een ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks staat op de positie van de auto).
De curtain airbags worden geactiveerd bij een ernstige frontale aanrijding.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 45 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
46
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Omstandigheden waarbij de airbags geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding
De airbags voor en de curtain airbags kunnen ook geactiveerd worden bij
zware stoten tegen de onderkant van de auto. Zie de afbeelding voor een
aantal voorbeelden.
Soorten aanrijdingen waarbij de airbags soms niet geactiveerd worden
(airbags voor)
De airbags voor worden over het algemeen niet geactiveerd bij aanrijdingen
van opzij of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een frontale
aanrijding op lage snelheid. Maar wanneer een aanrijding voldoende voor-
waartse deceleratie veroorzaakt, wordt de airbag mogelijk geactiveerd.
Soorten aanrijdingen waarbij de side airbags en de curtain airbags
mogelijk niet worden geactiveerd
De side airbags en curtain airbags treden mogelijk niet in werking bij aanrij-
dingen van opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrijdingen van opzij waar-
bij het passagierscompartiment niet wordt geraakt.
Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
In of over een diepe kuil rijden
Hard neerkomen
Aanrijding van opzij
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
Aanrijding van opzij waarbij het passa-
gierscompartiment niet wordt geraakt
Aanrijding van opzij onder een hoek
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 46 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
47
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
De side airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen van
voren of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van
opzij op lage snelheid.
De curtain airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen
van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van opzij of
bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
Wanneer moet u contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige?
In de volgende gevallen zal controle en/of reparatie van de auto nodig zijn.
Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Nadat een of meer airbags zijn geactiveerd.
Aanrijding van voren
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
De voorzijde van de auto is beschadigd
of vervormd of de auto was betrokken bij
een ongeval dat niet van zodanige aard
was dat de airbags voor werden geacti-
veerd.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 47 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
48
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omlig-
gende gebied of bij een ongeval dat niet
van zodanige aard was dat de side air-
bags en curtain airbags werden geacti-
veerd.
Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag
of het onderste gedeelte van het instru-
mentenpaneel.
Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan de zijkant van de leuning
van een voorstoel met een side airbag.
Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen in het deel van de voor- en ach-
terstijl en de daklijstbekleding met de
curtain airbags.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 48 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
49
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Controlelampje PASSENGER
AIR BAG
De controlelampjes PASSENGER
AIR BAG en ON gaan branden als
het airbagsysteem is ingeschakeld
en gaan na ongeveer 60 seconden
uit (alleen als het contact AAN
staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassagiersairbag worden uitgescha-
keld.
Schakel deze airbag alleen uit als er een baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel wordt gebruikt.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 49 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
50
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Steek de mechanische sleutel in
de slotcilinder en zet de slotcilin-
der in stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat bran-
den (alleen als het contact AAN
staat).
Informatie over controlelampje PASSENGER AIR BAG
Als een van de onderstaande problemen optreedt, is er mogelijk een storing
in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
ON noch OFF gaat branden.
Het controlelampje reageert niet wanneer de aan/uit-schakelaar van de air-
bag van ON naar OFF wordt gezet.
Uitschakelen van de voorpassagiersairbag
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby- of kinderzitje altijd op een
achterstoel. Als de achterstoel niet kan worden gebruikt, mag de voorstoel
worden gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand OFF
wordt gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON blijft staan, kan de
kracht die met het activeren (opblazen) van de airbag gepaard gaat, ernstig
letsel veroorzaken.
Als er geen baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de airbag in geval van een onge-
val niet worden geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 50 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
51
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Het wordt aangeraden om kinderen op de achterstoelen te vervoe-
ren om te voorkomen dat ze per ongeluk tegen onderdelen aanko-
men, zoals de selectiehendel, de ruitenwisserschakelaar, enz.
Gebruik het kinderslot van het achterportier of de blokkeerschake-
laar van de ruitbediening om te voorkomen dat kinderen het portier
openen tijdens het rijden of per ongeluk de elektrisch bedienbare
ruit bedienen.
Laat kleine kinderen geen onderdelen bedienen waarbij lichaams-
delen vast kunnen komen te zitten of bekneld kunnen raken, zoals
de elektrisch bedienbare ruiten, de motorkap, de achterklep, de
stoelen, enz.
Veiligheidsinformatie voor kinderen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als er kinderen
in de auto aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot
genoeg is om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze
te dragen.
WAARSCHUWING
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in
te schakelen. Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren als ze met de ruiten
of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de
auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 51 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
52
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Studies hebben uitgewezen dat het plaatsen van een baby- of kinder-
zitje op de achterstoel veel veiliger is dan op de voorpassagiersstoel.
Kies een baby- of kinderzitje dat past bij uw auto en dat geschikt is
voor de leeftijd en de lengte van het kind.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiks-
aanwijzing van de fabrikant van het zitje.
In deze handleiding vindt u algemene aanwijzingen met betrekking
tot het plaatsen. (Blz. 61)
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzit-
jes, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor het plaatsen van het baby- of kinder-
zitje.
Toyota raadt aan om een zitje te kiezen met het keurmerk
ECE R44.
Baby- en kinderzitjes
Toyota raadt sterk aan gebruik te maken van baby- of kinderzit-
jes.
Punten om rekening mee te houden
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 52 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
53
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Het keurmerk ECE R44 maakt onderscheid tussen 5 groepen baby-
en kinderzitjes:
Groep 0: Minder dan 10 kg (0 - 9 maanden)
Groep 0
+
: Minder dan 13 kg (0 - 2 jaar)
Groep I: 9 - 18 kg (9 maanden - 4 jaar)
Groep II: 15 - 25 kg (4 - 7 jaar)
Groep III: 22 - 36 kg (6 - 12 jaar)
In deze handleiding worden de volgende 3 veelgebruikte typen baby-
of kinderzitjes die kunnen worden vastgezet met de veiligheidsgordel
nader uitgelegd:
Soorten baby- en kinderzitjes
Babyzitje Kinderzitje
Komt overeen met groep 0 en 0
+
van ECE R44
Komt overeen met groep 0
+
en I
van ECE R44
Zitkussen
Komt overeen met groep II en III
van ECE R44
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 53 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
54
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje
in verschillende zitposities kan worden geplaatst.
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities
Voorpassagiersstoel
Achterstoel
Aan/uit-schakelaar airbag
AAN UIT Buitenste Midden
0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden)
X
Niet toege-
staan
U
*
1
L1*
1
U
L1
X
0
+
Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar)
X
Niet toege-
staan
U
*
1
L1*
1
U
L1
X
I
9 - 18 kg
(9 maanden - 4 jaar)
Tegen de
rijrichting in:
X
Niet toege-
staan
U
*
1
U*
2
X
In de
rijrichting:
UF
*
1
II, III
15 - 36 kg
(4 - 12 jaar)
UF
*
1
U*
1
U*
2
L2*
2
X
Gewichtsgroepen
Zitpositie
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 54 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
55
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
U: Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje dat is goedge-
keurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
UF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst “universeel” baby- of
kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichts-
groep.
L1: Geschikt voor een zitje van het type TOYOTA G 0
+
, BABY SAFE
PLUS met VEILIGHEIDSGORDELBEVESTIGING, BASE PLAT-
FORM (0 - 13 kg) dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
L2: Geschikt voor een TOYOTA KIDFIX-zitje (15 - 36 kg) dat is goed-
gekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
X: Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep.
*
1
: Zet de rugleuning van de voorstoel zo ver mogelijk rechtop. Zet de zitting
van de voorstoel helemaal naar achteren.
Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
Auto's met hendel hoogteverstelling: Zet de zitting zo ver mogelijk
omhoog.
Volg deze procedures
Plaatsen van een babyzitje met steunvoet
Indien de rugleuning in de weg zit wanneer u het babyzitje op de steun-
voet wilt bevestigen, verplaatst u de rugleuning naar achteren tot er vol-
doende ruimte is.
Plaatsen van een in de rijrichting geplaatst kinderzitje
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Plaatsen van een zitkussen
Als het kind erg rechtop zit, zet u de rugleuning in een comfortabelere
stand.
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
*
2
: Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
De baby- en kinderzitjes die in de tabel genoemd worden, zijn buiten
de EU wellicht niet of moeilijk verkrijgbaar.
Controleer bij baby- of kinderzitjes die niet worden genoemd in de
tabel, of ze geschikt zijn voor gebruik in deze auto. Raadpleeg hier-
voor de fabrikant of de leverancier van het baby- of kinderzitje.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 55 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
56
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje
in verschillende zitposities kan worden geplaatst.
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities
(met ISOfix-bevestigingssysteem)
Gewichts-
groepen
Grootte-
klasse
Bevestiging
ISOfix-
posities auto
Aanbevolen
baby- en kinder-
zitjes
Buitenste zit-
plaatsen achter
Reiswieg
FISO/L1 X -
GISO/L2 X -
(1) X -
0
Minder dan
10 kg
(0 - 9 maan-
den)
EISO/R1 IL
TOYOTA MINI,
TOYOTA MIDI
(1) X -
0
+
Minder dan
13 kg
(0 - 2 jaar)
EISO/R1 IL
TOYOTA MINI,
TOYOTA MIDI
DISO/R2 IL
CISO/R3 IL
(1) X -
I
9 - 18 kg
(9 maanden -
4 jaar)
DISO/R2 IL
-
CISO/R3 IL
BISO/F2IUF
*, IL*
TOYOTA MIDI,
TOYOTA DUO+
B1 ISO/F2X IUF
*, IL*
AISO/F3IUF*, IL*
(1) X -
II, III
15 - 36 kg
(4 - 12 jaar)
(1) X -
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 56 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
57
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
(1) Voor zitjes zonder ISO/XX grootteklasse-indeling (A - G) voor de
gewichtsgroep moet de fabrikant van de auto de voertuigspeci-
fieke ISOfix-baby- of kinderzitje(s) voor elke positie aangeven.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
IUF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst universeel ISOfix-
baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
IL: Geschikt voor een ISOfix-baby- of kinderzitje uit de categorie
“specifiek”, “beperkt” of “semi-universeel” dat is goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.
X: ISOfix-positie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitjes in
deze gewichtsgroep en/of grootteklasse.
*: Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
Wanneer een TOYOTA MINI of TOYOTA MIDI wordt gebruikt, past u
de steunpoot en de ISOfix-koppelingen als volgt aan:
Vergrendel de steunpoot bij
opening nr. 5.
Vergrendel de ISOfix-koppelin-
gen bij nr. 4 en 5.
Laat niemand plaatsnemen op de middelste zitplaats als de rechter
stoel voor een baby- of kinderzitje wordt gebruikt.
De baby- en kinderzitjes die in de tabel genoemd worden, zijn buiten
de EU wellicht niet of moeilijk verkrijgbaar.
Andere dan de in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes kunnen
eveneens worden gebruikt als zorgvuldig is gecontroleerd of ze
geschikt zijn voor gebruik in uw auto. Raadpleeg hiervoor de fabrikant
of de leverancier van het baby- of kinderzitje.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 57 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
58
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst
Als u een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel moet gebruiken,
moet u deze stoel als volgt instellen:
Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de ach-
terstoel en gebruik de veiligheidsgordel in de auto. (Blz. 34)
Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop.
Indien de rugleuning in de weg zit wan-
neer u het zitje op de steunvoet wilt
bevestigen, verplaatst u de rugleuning
naar achteren tot er voldoende ruimte
is.
Verwijder de hoofdsteun indien deze de
werking van het zitje hindert.
Zet de stoel in de achterste stand.
Wanneer het kinderzitje niet goed kan
worden geplaatst, omdat het een deel
van het interieur raakt bijvoorbeeld,
past u de positie van de voorstoel en de
stand van de rugleuning aan.
Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de gor-
delgeleider van het kinderzitje bevindt,
verplaatst u de zitting naar voren.
Auto's met hendel hoogteverstelling: Zet
de zitting zo ver mogelijk omhoog.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 58 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
59
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Gebruik van een baby- of kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto
vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (bij plotse-
ling remmen of bij een ongeval) ernstig letsel oplopen.
Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd
op de leeftijd en grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval
kan een kind dan de voorruit raken of klem komen te zitten tussen u en het
dashboard.
Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel geplaatst is. In
ongevallenstatistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen
oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij
op de voorstoel zitten.
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand
ON staat. (Blz. 49)
Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kracht waar-
mee de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.
Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje alleen op de voor-
passagiersstoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinder-
zitje dat aan de bovenzijde vastgemaakt moet worden, op de
voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet van bovenste bevesti-
gingspunten is voorzien. Zet de rugleuning zo ver mogelijk rechtop en de
stoel zo ver mogelijk naar achteren, omdat de voorpassagiersairbag met
aanzienlijke snelheid en kracht wordt geactiveerd. Hierdoor kan ernstig
letsel ontstaan.
Laat een kind niet met het hoofd of een ander lichaamsdeel tegen het por-
tier leunen of tegen dat deel van de stoel, de voor- en achterstijl of de dak-
zijrail leunen waarin de side airbag of de curtain airbag is ondergebracht,
ook niet als het kind in een baby- of kinderzitje zit. Anders kan het kind
ernstig letsel oplopen als bij een aanrijding de side airbags of de curtain
airbags worden geactiveerd.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant en controleer na het plaatsen van het zitje of het ste-
vig is bevestigd. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind bij hard
remmen of een ongeval ernstig letsel oplopen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 59 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
60
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de
gordel dan door met een schaar.
Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
Laat het zitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompartiment.
Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje een hoofdsteun is verwijderd, moet deze voor u wegrijdt altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard rem-
men of bij een ongeval letsel oplopen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 60 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
61
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Veiligheidsgordels (bij een drie-
puntsveiligheidsgordel met blok-
keerautomaat (ELR) is een
blokkeerclip noodzakelijk)
ISOfix-bevestigingssysteem
Voor de buitenste zitplaatsen ach-
ter zijn lage bevestigingspunten
aanwezig. (Labels geven aan waar
de bevestigingspunten zich in de
stoelen bevinden.)
Bevestigingssteunen
(bovenste gordel)
De buitenste zitplaatsen achter zijn
voorzien van een bevestigings-
punt voor de bovenste gordel.
Plaatsen van baby- en kinderzitjes
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinder-
zitje. Zet het baby- of kinderzitje stevig vast op de zitplaatsen
met de veiligheidsgordel of het ISOfix-bevestigingssysteem. Zet
het baby- of kinderzitje met de bovenste gordel vast.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 61 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
62
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje/kinderzitje
Plaats het zitje op de achter-
stoel, waarbij het kind naar
achteren kijkt.
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.
Plaatsen van een baby- of kinderzitje met behulp van een veilig-
heidsgordel
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 62 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
63
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
In de rijrichting geplaatst kinderzitje
Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrich-
ting kijkt.
Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(Blz. 210)
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 63 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
64
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Zitkussen
Plaats het zitje zodanig op de stoel dat het kind in de rijrichting
kijkt.
Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en plaatst u vervol-
gens het zitje. (Blz. 210)
Plaats het kind in het zitje.
Zet het kind vast met de vei-
ligheidsgordel volgens de
aanwijzingen van de fabri-
kant van het baby- of kinder-
zitje en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of
de gordel niet gedraaid is.
Controleer of de schoudergordel goed over de schouder van het kind
loopt en het heupgedeelte zo laag mogelijk ligt. (Blz. 34)
1
Met hoge rugleuning Verhoging
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 64 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
65
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.
Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(Blz. 210)
Verwijder de bagageafdekking als het zitje een bovenste gordel
heeft. (Blz. 437)
Bevestig de gespen aan de speciale stangen.
Plaats de koppelingen tijde-
lijk op de rand van de zitting
om de ISOfix-koppelingen in
lijn te brengen met de ope-
ning tussen de zitting en de
rugleuning.
Steek de ISOfix-koppelingen
in de opening tot deze aan
de hiervoor bedoelde beves-
tigingsstangen vergrendelen.
Als het zitje een bovenste gordel heeft, moet deze worden vastgezet aan
de bevestigingssteun.
Voer de lus aan de bovenzijde onder de hoofdsteun door.
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Plaatsing met het ISOfix-bevestigingssysteem
1
2
3
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 65 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
66
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.
Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(Blz. 210)
Maak het baby- of kinderzitje
vast met de veiligheidsgordel of
met het ISOfix-bevestigingssys-
teem.
Verwijder de bagageafdekking. (Blz. 437)
Maak de haak vast aan de
bevestigingssteun en maak de
bovenste gordel vast.
Voer de lus aan de bovenzijde
onder de hoofdsteun door.
Controleer of de bovenste gordel
goed vastzit.
Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 66 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
67
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje gebruikmaken van een borgclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het zitje goed vast.
Als het zitje niet goed wordt vastgezet, kunnen het kind of de overige
passagiers bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig letsel oplopen.
Als het baby- of kinderzitje niet goed
gemonteerd kan worden omdat de
bestuurdersstoel in de weg zit, moet het
kinderzitje rechts achterin worden
gemonteerd.
Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat deze geen contact maakt met het
baby- of kinderzitje.
Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan.
Als er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel wordt geplaatst, moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren wor-
den geschoven en moet de hoofdsteun
van de stoel worden verwijderd.
Als dat niet wordt gedaan, kan er ern-
stig letsel ontstaan als de airbags geac-
tiveerd worden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 67 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
68
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. (Blz. 49)
Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd.
Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 68 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
69
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplo-
pen.
Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de bevesti-
gingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of bij een aanrijding letsel oplopen.
Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje een hoofdsteun is verwijderd, moet deze voor u wegrijdt altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard rem-
men of bij een ongeval letsel oplopen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 69 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
70
1-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Belangrijke voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen
in de auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een
ongeval kan veroorzaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ern-
stig kan worden geschaad.
Belangrijke punten tijdens het rijden
Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.
Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is,
moet u de ruiten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Tijdens het parkeren
Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u het hybridesysteem uitschake-
len.
Laat bij stilstaande auto het hybridesysteem niet langdurig ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
ervoor dat er geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.
Laat het hybridesysteem niet draaien op een plaats waar sneeuw de
afvoer van de uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als sneeuw de afvoer
van uitlaatgassen hindert wanneer het hybridesysteem in werking is, kun-
nen er uitlaatgassen in de auto terechtkomen.
Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
bij gaten of scheuren als gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbin-
dingsstukken, of bij een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 70 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
71
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
1-2. Hybridesysteem
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.
Benzinemotor
Elektromotor (tractiemotor)
Kenmerken hybridesysteem
Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto
zijn anders dan die van conventionele auto's. Zorg ervoor dat u
de eigenschappen van uw auto goed leert kennen en gebruik de
functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elek-
tromotor (tractiemotor) samen, afhankelijk van de rijomstandig-
heden, om het brandstofverbruik en de uitlaatgasemissie te
verlagen.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 71 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
72
1-2. Hybridesysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzinemotor uitgeschakeld
*.
Bij het wegrijden wordt de auto aangedreven door de elektromotor
(tractiemotor). Bij het rijden met lage snelheid of bij het afrijden van
een flauwe helling wordt de benzinemotor uitgeschakeld
* en wordt
de elektromotor (tractiemotor) ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpak-
ket (tractiebatterij) niet opgeladen.
*: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) moet worden opgeladen of
wanneer de motor aan het opwarmen is, enz., wordt de benzinemotor niet
automatisch uitgeschakeld. (Blz. 73)
Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aangedreven door de benzinemotor.
De elektromotor (tractiemotor) laadt zo nodig het batterijpakket
(tractiebatterij) op.
Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt ingetrapt, wordt de energie
van het batterijpakket (tractiebatterij) toegevoegd aan de energie
die de benzinemotor levert via de elektromotor (tractiemotor).
Tijdens het remmen (regeneratief remmen)
De wielen drijven de elektromotor (tractiemotor) aan, waardoor
energie wordt opgewekt en het batterijpakket (tractiebatterij) wordt
opgeladen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 72 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
73
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische energie omgezet in elektrische
energie en wordt er een afremmingskracht gegenereerd terwijl tegelijkertijd
het batterijpakket (tractiebatterij) wordt opgeladen.
Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl er wordt gereden in stand D of B.
Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl er wordt gereden in stand D of B.
EV-controlelampje
Omstandigheden waarin de benzinemotor mogelijk niet wordt uitgescha-
keld
De benzinemotor wordt automatisch gestart en uitgeschakeld. Hij wordt ech-
ter onder de volgende omstandigheden mogelijk niet automatisch uitgescha-
keld:
Tijdens de opwarmfase van de benzinemotor
Tijdens het laden van het batterijpakket (tractiebatterij)
Als de temperatuur van het batterijpakket (tractiebatterij) hoog of laag is
Als de verwarming is ingeschakeld
Opladen van het batterijpakket (tractiebatterij)
Omdat het batterijpakket (tractiebatterij) indien nodig door de benzinemotor
wordt opgeladen, hoeft het niet door een externe bron te worden opgeladen.
Als de auto echter gedurende lange tijd wordt geparkeerd, wordt het batterij-
pakket (tractiebatterij) langzaam ontladen. Daarom moet u ervoor zorgen dat
er elke paar maanden gedurende minimaal 30 minuten of 16 km met de auto
gereden wordt. Als het batterijpakket (tractiebatterij) volledig ontladen raakt
en u het hybridesysteem niet meer kunt starten, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Opladen van de 12V-accu
Blz. 579
Het controlelampje EV-modus wordt
weergegeven op het multi-informatiedis-
play wanneer de auto alleen door de elek-
tromotor (tractiemotor) wordt aangedre-
ven of de benzinemotor niet draait.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 73 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
74
1-2. Hybridesysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
Als de 12V-accu leeg is, vervangen is of verwijderd is geweest.
De benzinemotor stopt mogelijk niet, ook niet als de auto door het batterijpak-
ket (tractiebatterij) wordt aangedreven. Als dit een paar dagen aanhoudt,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geluiden en trillingen die kenmerkend zijn voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden hoorbaar of trillingen voelbaar terwijl de
auto wel kan rijden en het controlelampje READY brandt. Activeer uit veilig-
heidsoverwegingen de parkeerrem en zorg dat u stand P hebt ingeschakeld
wanneer u de auto parkeert.
De volgende geluiden of trillingen kunnen hoorbaar of voelbaar zijn als het
hybridesysteem in werking is en deze duiden niet op een defect:
Er kunnen motorgeluiden hoorbaar zijn uit het motorcompartiment.
Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem kan er geluid
hoorbaar zijn dat afkomstig is van het batterijpakket (tractiebatterij) onder de
achterstoelen.
Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem zijn er mogelijk
werkingsgeluiden van de relais te horen, zoals een klik of een vaag geram-
mel, die afkomstig zijn van het batterijpakket (tractiebatterij) achter de ach-
terstoelen.
Als de achterklep open is, kunnen er geluiden van het hybridesysteem hoor-
baar zijn.
Als de benzinemotor start of stopt, bij rijden met lage snelheden of als de
motor met stationair toerental draait, kunnen er geluiden hoorbaar zijn van
de transmissie.
Bij sterk accelereren kunnen er motorgeluiden hoorbaar zijn.
Als het rempedaal wordt ingetrapt of het gaspedaal wordt losgelaten, kun-
nen er geluiden hoorbaar zijn die worden veroorzaakt door het regeneratief
remmen.
Als de benzinemotor start of stopt, kunnen trillingen voelbaar zijn.
U kunt via de ventilatieopening onder aan de zijkant van de linker achter-
stoel geluid horen dat afkomstig is van de koelventilator.
Onderhoud, reparatie, recycling en afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie, recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Voer de auto niet zelf af.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld het in- of uitschakelen van het EV-controle-
lampje) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 604)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 74 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
75
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.
Voorzorgsmaatregelen hybridesysteem
Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een
hoogspanningssysteem (max. ongeveer 650 V) bevat, evenals
onderdelen die extreem heet worden als het hybridesysteem in
werking is. Volg de aanwijzingen op de waarschuwingslabels op.
Waarschuwingslabel
Servicestekker
Aircocompressor
Elektromotor (tractiemotor)
Vermogensregeleenheid
Batterijpakket (tractiebatterij)
Hoogspanningskabels
(oranje)
1
2
3
4
5
6
7
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 75 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
76
1-2. Hybridesysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
Onder aan de zijkant van de linker
achterstoel zit een ventilatieope-
ning voor de koeling van het bat-
terijpakket (tractiebatterij). Als
deze ventilatieopening wordt
afgedekt, kan het batterijpakket
oververhit raken, waardoor het
door het batterijpakket geleverde
vermogen afneemt.
Het uitschakelsysteem voor noodgevallen zorgt ervoor dat het hoog-
spanningssysteem en de brandstofpomp worden uitgeschakeld als de
botsingssensor een aanrijding met een kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om de kans op een elektrische
schok en brandstoflekkage tot een minimum te beperken. Als het uit-
schakelsysteem voor noodgevallen in werking is getreden, kunt u uw
auto niet meer starten. Neem voor het herstarten van het hybridesys-
teem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als er een storing in het hybridesysteem optreedt, of als het systeem
onjuist wordt bediend, wordt automatisch een melding weergegeven.
Lees de op het multi-informatie-
display weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwij-
zingen op. (Blz. 536)
Ventilatieopening batterijpakket (tractiebatterij)
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Waarschuwingsmelding hybridesysteem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 76 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
77
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Als er een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwings-
melding wordt weergegeven of als de 12V-accu wordt losgekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet. Probeer in dit geval het systeem
opnieuw te starten. Neem als het controlelampje READY niet gaat branden
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de brandstof opraakt
Als de brandstoftank leeg is en het hybridesysteem niet kan worden gestart,
vult u de tank met minimaal de benodigde hoeveelheid brandstof om het
waarschuwingslampje laag brandstofniveau (Blz. 531) uit te schakelen. Als
er slechts een kleine hoeveelheid brandstof in de tank zit, kan het hybridesys-
teem mogelijk niet worden gestart. (De standaardhoeveelheid brandstof is
ongeveer 8,1 liter, als de auto op een vlakke ondergrond staat. Deze waarde
kan afwijken als de auto op een helling staat. Vul extra brandstof bij wanneer
de auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
De hoogspanningsonderdelen en -kabels van hybrideauto's zijn voorzien
van een afscherming voor elektromagnetische golven en zenden ongeveer
net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een
benzinemotor, of elektronische huishoudapparatuur.
Uw auto kan storingen veroorzaken in niet-originele audio-onderdelen.
Batterijpakket (tractiebatterij)
De levensduur van het batterijpakket (tractiebatterij) is niet onbeperkt. De
levensduur van het batterijpakket (tractiebatterij) kan veranderen afhankelijk
van de rijstijl en de rijomstandigheden.
Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model voldoet aan reglement ECE100 (voor
de veiligheid van elektrisch aangedreven auto's met batterijen).
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 77 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
78
1-2. Hybridesysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen hoogspanningssysteem
Deze auto heeft zowel hoogspanningssystemen (wissel- en gelijkspanning)
als een 12V-systeem. Beide hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) zijn zeer gevaarlijk en kunnen zeer ernstig letsel, ernstige
brandwonden en elektrische schokken veroorzaken.
Verwijder of vervang nooit hoogspanningscomponenten, hoogspannings-
kabels en de stekkers ervan, raak ze niet aan en haal ze niet uit elkaar.
Het hybridesysteem wordt na het starten heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning. Wees alert op zowel hoogspanning als
hoge temperaturen en volg altijd de aanwijzingen op de waarschuwingsla-
bels op.
Open nooit de klep onder de achterstoel
waarachter zich de servicestekker
bevindt. De servicestekker, waar hoog-
spanning op staat, wordt alleen gebruikt
bij onderhoud aan de auto.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 78 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
79
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Waarschuwingen voor het geval de auto bij een ongeval betrokken
raakt
Neem, om de kans op ernstig letsel te beperken, de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht wanneer uw auto betrokken is bij een aanrijding:
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand om verdere aanrijdingen
te voorkomen, activeer de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P en
schakel het hybridesysteem uit. (Blz. 224)
Raak de onderdelen, kabels en stekkers waar hoogspanning op staat niet
aan.
Als binnen of buiten de auto elektrische bedrading blootligt, kan er een
elektrische schok optreden. Raak blootliggende elektrische bedrading
nooit aan.
Raak bij een eventuele vloeistoflekkage de vloeistof niet aan omdat het
geconcentreerde alkalische elektrolyt uit het batterijpakket (tractiebatterij)
kan zijn. Spoel vloeistof die op uw huid of in uw ogen terecht is gekomen
direct af met veel water of, indien mogelijk, met boorwater. Schakel onmid-
dellijk medische hulp in.
Stap zo snel mogelijk uit als er brand uitbreekt in de hybrideauto. Gebruik
nooit een brandblusser die niet is bedoeld voor het blussen van brand als
gevolg van een elektrische storing. Zelfs het gebruik van een geringe hoe-
veelheid water om te blussen kan al gevaarlijk zijn.
Als uw auto gesleept moet worden, dient dit te gebeuren met de voorwie-
len van de grond. Als de wielen die gekoppeld zijn aan de elektromotor
(tractiemotor) tijdens het slepen de grond raken, kan de elektromotor elek-
triciteit blijven opwekken. Hierdoor kan brand ontstaan. (Blz. 522)
Controleer het wegdek/de bodem onder de auto zorgvuldig. Als er vloei-
stoflekkage waarneembaar is, kan het brandstofsysteem beschadigd zijn.
Verlaat uw auto zo spoedig mogelijk.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 79 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
80
1-2. Hybridesysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Batterijpakket (tractiebatterij)
U mag het batterijpakket nooit doorverkopen, overdragen aan iemand
anders of aanpassen. Om ongelukken te voorkomen worden batterijpak-
ketten die uit afgedankte auto's worden gehaald, ingezameld door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Voer het batterijpakket niet
zelf af.
Als batterijpakketten niet juist worden ingezameld, kan het volgende
gebeuren, met ernstig letsel tot gevolg:
Het batterijpakket kan illegaal worden verkocht of ergens worden
gedumpt, het is schadelijk voor het milieu en iemand kan een onderdeel
aanraken dat onder hoogspanning staat en een elektrische schok krij-
gen.
Het batterijpakket is bedoeld om uitsluitend te worden gebruikt in uw
hybrideauto. Als het batterijpakket buiten uw auto wordt gebruikt of op
een of andere manier wordt aangepast, kunnen er ongelukken mee
gebeuren: iemand kan een elektrische schok krijgen, het batterijpakket
kan hitte en rook genereren, er kan zich een ontploffing voordoen en er
kan elektrolyt uit het batterijpakket lekken.
Wanneer u uw auto doorverkoopt of overdraagt, is het risico van een
ongeval zeer groot, omdat de persoon die de auto ontvangt mogelijk niet
op de hoogte is van deze gevaren.
Als uw auto wordt afgevoerd zonder dat het batterijpakket is verwijderd,
bestaat de kans op zware elektrische schokken als hoogspanningsonder-
delen, kabels en aansluitingen hiervan aangeraakt worden. Wanneer uw
auto moet worden afgevoerd, dient het batterijpakket te worden afgevoerd
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Als het batterij-
pakket niet op de juiste manier wordt afgevoerd, kan dit elektrische schok-
ken veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 80 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
81
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Ventilatieopening batterijpakket (tractiebatterij)
Voorkom dat voorwerpen de ventilatieopening blokkeren. Het batterijpak-
ket (tractiebatterij) kan oververhit en beschadigd raken.
Reinig de ventilatieopening regelmatig om oververhitting van het batterij-
pakket (tractiebatterij) te voorkomen.
Laat de ventilatieopening niet nat of vuil worden, anders kan er kortsluiting
ontstaan en kan het batterijpakket (tractiebatterij) beschadigd raken.
Vervoer geen grote hoeveelheden water, zoals een gevuld reservoir voor
een waterdispenser, in de auto. Als er water op het batterijpakket (tractie-
batterij) komt, kan het batterijpakket beschadigd raken. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 81 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
82
UK AURIS_HV_HB_EE
1-3. Antidiefstalsysteem
Het controlelampje knippert nadat
het contact UIT is gezet om aan te
geven dat het systeem in werking
is.
Het controlelampje stopt met knip-
peren als het contact in stand
ACC of AAN wordt gezet om aan
te geven dat het systeem is uitge-
schakeld.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.
Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt
Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden
Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip
van een andere auto wordt gehouden
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transpon-
derchips die voorkomen dat het hybridesysteem gestart kan
worden met een sleutel die niet in een eerder stadium is geregis-
treerd in de computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar
absolute beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet wor-
den gegarandeerd.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 82 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
83
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Verklaring voor de startblokkering
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 83 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
84
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 84 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
85
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 85 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
86
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 86 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
87
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 87 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
88
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 88 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
89
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 89 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
90
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 90 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
91
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 91 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
92
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 92 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
93
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 93 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
94
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwijderen kan
de juiste werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 94 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
95
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Met licht en geluid worden alarmsignalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geactiveerd:
Als een vergrendeld portier wordt ontgrendeld of geopend zonder
gebruik te maken van de instapfunctie of de afstandsbediening. (De
portieren zullen automatisch opnieuw worden vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand
dringt de auto binnen.)
De achterruit wordt aangetikt of stukgeslagen.
Sluit de portieren en de achterklep
en vergrendel alle portieren met
de instapfunctie of de afstandsbe-
diening. Na 30 seconden wordt
het systeem automatisch inge-
schakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra
het controlelampje niet meer con-
stant brandt maar knippert.
Alarm
: Indien aanwezig
Het alarm
Inschakelen van het alarmsysteem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 95 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
96
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
Deactiveer of schakel het alarm uit volgens een van de onderstaande
manieren:
Ontgrendel de portieren met de instapfunctie of de afstandsbedie-
ning.
Schakel het hybridesysteem in. (Het alarm wordt na enkele secon-
den gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.
Zaken die gecontroleerd moeten worden alvorens de auto te vergrende-
len
Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het alarm en dief-
stal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De ruiten zijn gesloten voordat het alarm wordt ingeschakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de auto achterge-
bleven.
Deactiveren of uitschakelen van het alarm
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 96 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
97
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het systeem gedeactiveerd.)
Door alarmsysteem bediende portiervergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk van de situatie, de portieren
automatisch vergrendeld om potentiële indringers buiten de auto te houden:
Wanneer een in de auto achtergebleven persoon het portier ontgrendelt en
het alarm wordt geactiveerd.
Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgrendelt een in de auto achtergebleven
persoon het portier.
Bij het bijladen of vervangen van de 12V-accu
De portieren worden met de sleutel ont-
grendeld.
Iemand in de auto opent een portier of
de motorkap.
De 12V-accu is losgenomen.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwijderen kan
de juiste werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 97 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
98
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de auto.
Het alarm wordt geactiveerd wanneer een indringer of een beweging
wordt gesignaleerd.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een opti-
male beveiliging tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gega-
randeerd.
Inschakelen van de inbraaksensor
Als het alarm wordt ingeschakeld, wordt de inbraaksensor automa-
tisch ingesteld. (Blz. 95)
Uitschakelen van de inbraaksensor
Als u huisdieren of bewegende voorwerpen in de auto achterlaat,
moet u ervoor zorgen dat u de inbraaksensor uitschakelt voordat u
het alarm instelt, omdat deze sensoren reageren op bewegingen
binnen in de auto.
Zet het contact UIT.
Druk op de uitschakeltoets
van de inbraaksensor.
Om het alarm in te schakelen
terwijl de inbraaksensor is uitge-
schakeld, moet het alarm bin-
nen 5 minuten nadat de sensor
is uitgeschakeld worden inge-
schakeld.
De inbraaksensor zal iedere
keer dat het contact AAN wordt
gezet, worden ingeschakeld.
Inbraaksensor
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 98 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
99
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Uitschakelen en automatisch opnieuw inschakelen van de inbraaksen-
sor
Het alarm kan zelfs worden ingeschakeld wanneer de inbraaksensor is uit-
geschakeld.
Druk op de startknop of ontgrendel de portieren met de instapfunctie of de
afstandsbediening om de inbraaksensor opnieuw in te schakelen.
De inbraaksensor wordt automatisch opnieuw ingeschakeld wanneer het
alarmsysteem is uitgeschakeld.
De inbraaksensor wordt automatisch opnieuw ingeschakeld als het alarm-
systeem niet binnen 5 minuten nadat de inbraaksensor is uitgeschakeld
wordt ingeschakeld.
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
Er bevinden zich nog personen of huis-
dieren in de auto.
Er is een portierruit geopend.
In dit geval registreert de sensor moge-
lijk het volgende:
Wind of beweging van voorwerpen,
zoals bladeren en insecten, in de auto
Ultrasoongolven van apparaten, zoals
de inbraaksensoren van andere
auto's
Het bewegen van mensen buiten de
auto
Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kle-
ding aan kledinghaakjes, in de auto.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 99 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
100
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
De auto staat in een wasstraat of een hogedruk-wasinstallatie.
De auto is blootgesteld aan schokken die het gevolg zijn van hagel, onweer
of andere van buitenaf komende herhaalde schokken of trillingen.
De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
Er wordt ijs of sneeuw van de auto ver-
wijderd, waardoor de auto herhaaldelijk
wordt blootgesteld aan schokken of tril-
lingen.
OPMERKING
Om de inbraaksensor goed te laten functioneren
Als u andere accessoires installeert dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat tussen de bestuurdersstoel en de stoel
van de voorpassagier, werkt de inbraaksensor mogelijk minder goed.
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 100 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
101
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van de beide voorportie-
ren.
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en contro-
leer of alle portieren gesloten zijn.
Bij gebruik van de instapfunctie:
Raak binnen 5 seconden tweemaal het sensorgebied van de bui-
tenportiergreep aan.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op .
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd de buitenportiergreep vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening: Druk op .
Supervergrendeling (alleen auto's met
rechtse besturing)
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgren-
delen van de portieren zowel van buitenaf als van binnenuit
onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
Uitschakelen van de supervergrendeling
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto
bevinden, omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden
geopend.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 101 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
102
1-3. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 102 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
103
2
Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes ..........104
Meters en tellers ................108
Multi-informatiedisplay .......111
Energiemonitor/
verbruiksscherm ..............121
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 103 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
104
UK AURIS_HV_HB_EE
2. Instrumentenpaneel
De eenheden op de snelheidsmeter en enkele controlelampjes kun-
nen, afhankelijk van het beoogde land van aflevering, afwijken.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instru-
mentenpaneel en centrale paneel informeren de bestuurder over
de status van de diverse systemen in de auto.
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende
afbeelding alle waarschuwingslampjes en controlelampjes bran-
dend afgebeeld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 104 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
105
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de aangegeven systemen van de auto.
*
1
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er kan een storing
in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden of niet uit-
gaat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*
2
: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
*
3
: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
Waarschuwingslampjes
*
1
(Rood)
Waarschuwingslampje
remsysteem
(Blz. 529)
*
1
Controlelampje Traction
Control (Blz. 531)
*
1
(Geel)
Waarschuwingslampje
remsysteem
(Blz. 529)
*
1, 2
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS (Blz. 531)
Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistoftem-
peratuur (Blz. 530)
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(Blz. 531)
*
1
Motorcontrolelampje
(Blz. 530)
Controlelampje bestuur-
ders- en voorpassa-
giersgordel (Blz. 532)
*
1
Waarschuwingslampje
SRS (Blz. 530)
*
3
Controlelampjes achter-
passagiersgordels
(Blz. 532)
*
1
Waarschuwingslampje
ABS (Blz. 530)
*
1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
(Blz. 532)
*
1
Waarschuwingslampje
elektrische stuurbe-
krachtiging (Blz. 530)
*
1
Centraal
waarschuwingslampje
(Blz. 532)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 105 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
106
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje
richtingaanwijzers
(Blz. 261)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Simple-IPA (Blz. 325)
Controlelampje
achterlicht (Blz. 263)
*
1, 2
Controlelampje
Traction Control
(Blz. 340)
Controlelampje
grootlicht (Blz. 263)
*
1
Controlelampje
VSC OFF (Blz. 340)
*
1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Automatic High Beam-
systeem (Blz. 304)
*
1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS (Blz. 289)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
mistlampen voor
(Blz. 269)
EV-controlelampje
(Blz. 251)
Controlelampje
mistachterlicht
(Blz. 269)
*
3
Controlelampje
antidiefstalsysteem
(Blz. 82, 95)
(indien
aanwezig)
Controlelampje cruise
control
(Blz. 314)
Controlelampje
PWR MODE
(Blz. 256)
(indien
aanwezig)
Controlelampje cruise
control SET (Blz. 314)
Controlelampje
ECO MODE
(Blz. 256)
(indien
aanwezig)
LDA-indicator (Lane
Departure Alert)
(Blz. 299)
Controlelampje
EV MODE (Blz. 251)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Toyota Parking Assist-
sensor (Blz. 318)
Controlelampje READY
(Blz. 245)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 106 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
107
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
*
1
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er kan een storing
in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden of niet uit-
gaat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*
2
: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*
3
: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*
4
: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat het contro-
lelampje gedurende 10 seconden knipperen en blijft daarna branden.
*
4
Controlelampje
lage buitentemperatuur
(Blz. 113)
Schakelstandindicator
(Blz. 253)
*
1, 3
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG
(Blz. 49)
WAARSCHUWING
Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaat branden als u het hybridesysteem start, kan dat
betekenen dat deze systemen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in
geval van een ongeval, waardoor ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige als dit gebeurt.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 107 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
108
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
Hybridesysteemindicator
Geeft het vermogen of het regeneratieniveau van het hybridesysteem
weer (Blz. 109)
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan binnen het bereik -40°C tot 50°C. Het
controlelampje lage buitentemperatuur gaat branden als de buitentempe-
ratuur 3°C of lager is.
Schakelstandindicatoren
Geeft de schakelstand weer. (Blz. 253)
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de tank aanwezig is.
Multi-informatiedisplay
Blz. 111
Meters en tellers
1
2
3
4
5
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 108 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
109
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
Weergave buitentemperatuur
Onder de volgende omstandigheden wordt mogelijk niet de juiste buiten-
temperatuur weergegeven of duurt het langer voordat de weergave wordt
gewijzigd.
Wanneer de auto wordt stilgezet of wanneer langzaam wordt gereden
(minder dan 15 km/h)
Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het
in- of uitrijden van een garage of tunnel)
Wanneer  continu wordt weergegeven, is het systeem mogelijk defect.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Hybridesysteemindicator
Als u probeert om de naald tijdens het rijden in het Eco-gebied te houden,
rijdt u milieuvriendelijker.
In het oplaadgebied wordt de regeneratiestatus
* aangegeven. De gerege-
nereerde energie wordt gebruikt om het batterijpakket (tractiebatterij) te
laden.
*: Met “regenereren” wordt in deze handleiding het omzetten van bewegings-
energie van de auto in elektrische energie bedoeld.
Laadgebied
Laat het regeneratieve opladen zien.
Hybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik wordt
gemaakt van het vermogen van de ben-
zinemotor.
De benzinemotor wordt automatisch
gestopt en opnieuw gestart onder ver-
schillende omstandigheden.
Eco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk wordt
gereden.
Power-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt over-
schreden (bij rijden op vol vermogen en
dergelijke).
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 109 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
110
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
Motortoerental
Bij hybrideauto's wordt het motortoerental nauwkeurig aangestuurd, vooral
om het brandstofverbruik te verlagen en de uitstoot van schadelijke stoffen te
beperken.
Het kan voorkomen dat het weergegeven motortoerental varieert, terwijl de
rijomstandigheden gelijk blijven.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor en onderdelen ervan
Als het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur wordt
getoond, kan de motor oververhit zijn. Breng in dat geval de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot stilstand en controleer het hybridesysteem
nadat dit volledig is afgekoeld. (Blz. 582)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 110 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
111
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Het multi-informatiedisplay verschaft de bestuurder uiteenlopende rij-
gerelateerde informatie, inclusief de actuele buitentemperatuur. Het
multi-informatiedisplay kan ook worden gebruikt voor het wijzigen van
de display-instellingen en andere instellingen.
Buitentemperatuur (Blz. 108)
Pop-updisplay
Onder bepaalde omstandighe-
den wordt tijdelijk een waar-
schuwingsmelding of de
bedrijfsstatus van een systeem
weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Sommige uitvoeringen: Som-
mige pop-updisplays kunnen
worden in- en uitgeschakeld.
(Blz. 117)
Ritinformatie (Blz. 113)
Geeft de volgende zaken weer:
Kilometerteller
Dagteller
Multi-informatiedisplay
Informatie op het display
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 111 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
112
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
Menu-iconen (Blz. 114)
Selecteer een menu-icoon om de inhoud ervan weer te geven.
Druk om de menu-iconen weer te geven op de toets of op
het stuurwiel.
Rij-informatie (Blz. 115)
Hiermee kunnen allerlei gegevens met betrekking tot het rijden wor-
den weergegeven.
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave (indien
aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het navigatiesysteem gekoppelde
informatie worden weergegeven.
Routebegeleiding
Kompasdisplay (weergave noorden boven/weergave rijrichting
boven)
Aan audiosysteem gekoppelde weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of nummer selecteren op het instru-
mentenpaneel met behulp van de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel.
Informatie over ondersteunend systeem (indien aanwezig)
Hiermee kan de werkingsstatus van de volgende systemen worden
weergegeven
LDA (Lane Departure Alert) (Blz. 299)
RSA (Road Sign Assist) (Blz. 308)
Weergave waarschuwingsmelding (Blz. 536)
Hiermee kunnen waarschuwingsmeldingen en te nemen maatrege-
len worden weergegeven als een storing wordt gesignaleerd.
Weergave instellingen (Blz. 117)
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrumen-
tenpaneel en andere instellingen worden gewijzigd.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 112 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
113
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Wijzigen van de weergave
Druk om het weergegeven
onderwerp te wijzigen op de
toets TRIP.
Het onderwerp verandert iedere
keer dat op de knop of toets
wordt gedrukt.
Onderwerpen die worden weergegeven
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de teller de
laatste keer op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk
van elkaar worden gebruikt en verschillende afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de gewenste dagteller weer en houd
vervolgens de toets TRIP ingedrukt.
Ritinformatie
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 113 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
114
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
Bedienen van de bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel
Het multi-informatiedisplay wordt bediend met de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel.
: Menu-iconen weer-
geven/menu-iconen
selecteren
: Het weergegeven
onderwerp wijzigen,
omhoog/omlaag
scrollen op het
scherm en de cursor
omhoog/omlaag
bewegen
Indrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten
Terugkeren naar het vorige scherm
Menu-iconen
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 114 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
115
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Rij-informatie
Rij-informatie 1/rij-informatie 2/rij-informatie 3
Geeft verschillende soorten rij-informatie weer, zoals:
Rij-informatie 1
Actueel brandstofverbruik (weergave meter)
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds resetten)
Rij-informatie 2
Afstand (actieradius)
Gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten)
Rij-informatie 3
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds starten)
Afstand (sinds starten)
De weergegeven onderwerpen (zie onderstaande lijst) kunnen wor-
den gewijzigd via de weergave van de instellingen. (Blz. 117)
Onderwerp Inhoud
Actueel
brandstofverbruik
(weergave meter)
Geeft het actuele brandstofverbruik weer op
een meter
Actueel
brandstofverbruik
(weergave in
cijfers)
Geeft het actuele brandstofverbruik weer als
een getal
Gemiddeld
brandstofverbruik
(sinds resetten)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
sinds het resetten van het display weer
*
1, 2
Gemiddeld
brandstofverbruik
(sinds starten)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
sinds het starten van het hybridesysteem
weer
*
2
Gemiddeld
brandstofverbruik
(sinds tanken)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
sinds het tanken weer
*
2, 3
Gemiddelde
rijsnelheid
(sinds resetten)
Geeft de gemiddelde rijsnelheid sinds het
resetten van het display weer
*
1
Gemiddelde
rijsnelheid
(sinds starten)
Geeft de gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem weer
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 115 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
116
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
*
1
: Waarden die kunnen worden gereset worden weergegeven met een cirkel
(
) in de hoek rechts boven.
Geef om te resetten het gewenste onderwerp weer en houd de toets
ingedrukt. Als beide weergegeven onderwerpen kunnen worden gereset,
wordt er een resetkeuzescherm weergegeven.
*
2
: Gebruik het weergegeven brandstofverbruik ter referentie.
*
3
: Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt de weergave
mogelijk niet bijgewerkt.
Zet tijdens het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl
het contact niet UIT staat, wordt de weergave mogelijk niet bijgewerkt.
*
4
: Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofver-
bruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden,
afwijken van de weergegeven afstand.
Energiemonitor
Blz. 121
Digitale snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer in cijfers.
Verstreken tijd
(sinds resetten)
Geeft de verstreken tijd sinds het resetten
van het display weer
*
1
Verstreken tijd
(sinds starten)
Geeft de verstreken tijd sinds het starten
van het hybridesysteem weer
Afstand
(actieradius)
Geeft de actieradius bij de resterende hoe-
veelheid brandstof weer
*
3, 4
Afstand
(sinds starten)
Geeft de rijafstand weer sinds het starten
van de auto
Geen weergave Geen onderwerp
Onderwerp Inhoud
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 116 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
117
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Weergave instellingen
Gevoeligheid waarschuwing LDA (Lane Departure Alert)
(indien aanwezig)
De gevoeligheid van de waarschuwing van de LDA kan op 2 ver-
schillende niveaus worden ingesteld.
Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
Hiermee kan het Toyota Parking Assist Sensor-systeem worden
geactiveerd/gedeactiveerd.
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
Hiermee kan het RSA-systeem worden geactiveerd/gedeactiveerd.
Regeling verlichting instrumentenpaneel
Hiermee kan de helderheid van de tellers worden ingesteld in de
nachtmodus
*
*
: Nachtmodus: Blz. 118
Overige instellingen
Hiermee kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd:
Instellingen RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
Meldingsmethode (snelheidsoverschrijding/overige waarschu-
wingen)
Hiermee kan de meldingsmethode van de volgende waarschu-
wingen worden ingesteld op geen melding/alleen display/dis-
play en zoemer.
Waarschuwing snelheidsoverschrijding:
Waarschuwt de bestuurder als de op het verkeersbord voor de
snelheidslimiet op het multi-informatiedisplay weergegeven
snelheid wordt overschreden.
Overige waarschuwingen:
Waarschuwt de bestuurder als het systeem signaleert dat uw
auto een ander voertuig inhaalt terwijl er een verkeersbord
voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Meldingsniveau snelheidsoverschrijding
Hiermee kan worden ingesteld bij welke snelheidsoverschrij-
ding de waarschuwing snelheidsoverschrijding wordt geacti-
veerd als de op het verkeersbord voor de snelheidslimiet op
het multi-informatiedisplay weergegeven snelheid wordt over-
schreden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 117 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
118
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
Eenheden
Hiermee kunnen de op het multi-informatiedisplay weergegeven
meeteenheden worden gewijzigd.
EV-controlelampje
Hiermee kan het controlelampje EV-modus worden in-/uitge-
schakeld.
Rij-informatie 1/rij-informatie 2/rij-informatie 3
Hiermee kunnen maximaal 2 items worden weergegeven op res-
pectievelijk het scherm “Rij-informatie 1” en “Rij-informatie 2en
“Rij-informatie 3”. (Blz. 115)
Pop-updisplay
Hiermee kunnen de volgende pop-updisplays worden in-/uitge-
schakeld.
Display van binnenkomende oproepen van het handsfree-sys-
teem (indien aanwezig)
Display van de routebegeleiding van het aan het navigatiesys-
teem gekoppelde systeem (indien aanwezig)
Initialisatie
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instru-
mentenpaneel worden gereset. (Blz. 605)
Taal
Hiermee kan de taal op het display worden gewijzigd.
Helderheid van de tellers (dagmodus en nachtmodus)
De helderheid van de tellers wordt gewisseld tussen dagmodus en nacht-
modus.
Auto's zonder automatische verlichting
Dagmodus: Wanneer de achterlichten zijn uitgeschakeld
Nachtmodus: Wanneer de achterlichten zijn ingeschakeld
Auto's met automatische verlichting
Dagmodus: Wanneer de achterlichten zijn uitgeschakeld of wanneer de
achterlichten zijn ingeschakeld, maar de omgeving licht is
Nachtmodus: Wanneer de achterlichten zijn ingeschakeld en de omge-
ving donker is
In de nachtmodus wordt de helderheid van de tellers iets minder, tenzij de
maximale helderheid van de tellers is ingesteld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 118 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
119
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Onderbreking van de weergave van de instellingen
Tijdens het rijden is het niet mogelijk om de instellingsmodus van het multi-
informatiedisplay te selecteren. Breng de auto voordat u de instellingen gaat
wijzigen op een veilige plaats tot stilstand.
In de volgende situaties kan de bediening van een aantal functies op het
instellingendisplay tijdelijk worden uitgeschakeld.
Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay
verschijnt.
Wanneer de auto begint te rijden
Bij het losnemen en aansluiten van de accukabels
De gegevens voor de rij-informatie worden gereset.
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijnen. Dit ver-
schijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder
problemen blijven gebruiken.
Beëindigen van weergave
Wanneer het contact UIT wordt gezet, worden de volgende gegevens over de
huidige rit tijdelijk weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Verstreken tijd (sinds starten)
Afstand (sinds starten)
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds starten)
WAARSCHUWING
Waarschuwingen voor het gebruik tijdens het rijden
Wanneer u het multi-informatiedisplay tijdens het rijden bedient, let dan
extra goed op de veiligheid rondom de auto.
Kijk tijdens het rijden niet voortdurend op het multi-informatiedisplay, aange-
zien u anders voetgangers, objecten op de weg, enz. over het hoofd kunt zien.
Waarschuwing bij het instellen van het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens het instellen van het display moet
draaien. In een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen
die het schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de
auto terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 119 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
120
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Het multi-informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens het informa-
tiedisplay te gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het informatie-
display trager reageren en worden wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem draait tijdens het instellen van het dis-
play om te voorkomen dat de 12V-accu leeg raakt.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 120 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
121
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Navigatie-/multimediasysteem
(indien aanwezig)
Navigatie-/multimediasysteem
Druk op de toets CAR op het navi-
gatie-/multimediasysteem.
Selecteer “Energiemonitor”.
Multi-informatiedisplay
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk vervolgens op of om de
energiemonitor weer te geven.
Energiemonitor/verbruiksscherm
: Indien aanwezig
U kunt de status van het hybridesysteem zien op het multi-infor-
matiedisplay en op het navigatie-/multimediasysteem.
1
2
Energiemonitor
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 121 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
122
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
Scherm Energy monitor
Navigatie-/multimedia-
systeem
Multi-informatiedisplay
Wanneer de auto
wordt aangedre-
ven door de elek-
tromotor
(tractiemotor)
Wanneer de auto
wordt aangedre-
ven door de benzi-
nemotor
Wanneer de auto
wordt aangedre-
ven door de benzi-
nemotor en de
elektromotor (trac-
tiemotor)
Wanneer het bat-
terijpakket (tractie-
batterij) wordt
geladen
Wanneer er geen
energieover-
dracht plaatsvindt
Status batterijpak-
ket (tractiebatterij)
Laag Vol Laag Vol
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 122 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
123
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
Druk op de toets CAR op het
navigatie-/multimediasysteem.
Selecteer “Reisinformatie”.
Reisinformatiescherm
Weergave van de gemid-
delde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesys-
teem.
Actieradius (Blz. 124)
Het brandstofverbruik gedu-
rende de laatste 15 minuten
De geregenereerde energie
gedurende de laatste 15
minuten
Eén symbool staat voor 30 Wh. Er worden maximaal 5 symbolen
getoond.
Weergave van de verstreken tijd sinds het starten van het hybri-
desysteem.
Resetten van de verbruiksgegevens
Het gemiddelde brandstofverbruik gedurende de laatste 15 minuten
wordt door middel van kleuren verdeeld in vorige gemiddelden en
gemiddelden sinds de laatste keer dat het contact AAN is gezet.
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale
waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld.
Reisinformatie (navigatie-/multimediasysteem)
1
2
1
2
3
4
5
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 123 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
124
2. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
Druk op de toets CAR op het
navigatie-/multimediasysteem.
Selecteer “Historische gegevens”.
Scherm “Historische gegevens”
Het laagste gemeten brand-
stofverbruik
Het vorige gemeten brand-
stofverbruik
Gemiddeld brandstofverbruik
Het gemiddelde brandstof-
verbruik bijwerken
De historische gegevens
resetten
De geschiedenis van het gemiddelde brandstofverbruik is door mid-
del van kleuren verdeeld in vorige gemiddelden en het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de gegevens de laatste keer zijn bijge-
werkt. Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een glo-
bale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld.
De historische gegevens bijwerken
Werk het gemiddelde brandstofverbruik bij door “Updaten” te selecteren om
het actuele brandstofverbruik opnieuw te meten.
De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden gewist door “Wissen” te selecteren.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die nog met de in de tank aanwe-
zige brandstof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden, afwijken van
de weergegeven afstand.
Historische gegevens (navigatie-/multimediasysteem)
1
2
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 124 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
125
3
Bediening van
elk onderdeel
UK AURIS_HV_HB_EE
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels..............................126
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
Portieren ............................130
Achterklep..........................135
Smart entry-systeem
met startknop...................140
Startknopfunctie.................175
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen........................206
Achterstoelen.....................208
Hoofdsteunen ....................210
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel............................212
Binnenspiegel ....................214
Buitenspiegels ...................216
3-5. Openen en sluiten van de
ruiten
Elektrisch bedienbare
ruiten................................219
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 125 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
126
UK AURIS_HV_HB_EE
3-1. Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels geleverd.
Elektronische sleutels
Bedienen van het Smart entry-
systeem met startknop
*
1
(Blz. 140)
Bedienen van de startknop
*
2
(Blz. 175)
Gebruik van de afstandsbedie-
ningsfunctie
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
*
1
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*
2
: Auto's met startknopfunctie
Vergrendelen van alle portie-
ren (Blz. 130)
Ontgrendelen van alle portieren
(Blz. 130)
Sleutels
De sleutels
1
2
3
Afstandsbediening
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 126 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
127
3-1. Informatie over sleutels
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Druk op het ontgrendelknopje om
de mechanische sleutel uit de
elektronische sleutel te halen.
De mechanische sleutel kan maar
in één richting ingestoken worden,
aangezien slechts één zijde van de
sleutel van een groef is voorzien.
Als u de sleutel niet in de slotcilin-
der kunt steken, draait u de sleutel
om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na gebruik in de elektronische sleutel.
Zorg dat u de mechanische sleutel en de elektronische sleutel bij u hebt.
Als de batterij van de elektronische sleutel leeg is of de instapfunctie niet
goed werkt, bent u op de mechanische sleutel aangewezen. (Blz. 574)
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan een nieuwe sleutel maken
met behulp van de mechanische sleutel en het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een veilige
plaats buiten de auto, bijvoorbeeld in uw portemonnee.
Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig niet op de toetsen van de elek-
tronische sleutel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt
kunnen worden als u de elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt
opgeborgen. Bij het indrukken van de toetsen kan de elektronische sleutel
radiogolven uitzenden die de bediening van het vliegtuig kunnen beïnvloe-
den.
Omstandigheden die de werking van het Smart entry-systeem met start-
knop of de startknopfunctie beïnvloeden
Blz. 143, 177
Gebruik van de mechanische sleutel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 127 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
128
3-1. Informatie over sleutels
UK AURIS_HV_HB_EE
Leegraken batterij elektronische sleutel
De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar.
Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als
het hybridesysteem wordt uitgeschakeld.
Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de batterij
ook ontladen wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebruikt. De vol-
gende symptomen geven aan dat de batterij van de elektronische sleutel
mogelijk ontladen is. Vervang de batterij indien nodig. (Blz. 496)
Het Smart entry-systeem met startknop, de startknopfunctie of de
afstandsbediening werkt niet.
Het detectiegebied wordt kleiner.
Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de elek-
tronische sleutel op een afstand van minimaal 1 m van de volgende elektri-
sche apparaten die een magnetisch veld produceren.
Televisietoestellen
Computers
Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
Tafellampen
Inductiekookplaten
Als de batterij van de elektronische sleutel geheel ontladen is
Blz. 496
Bevestiging van het aantal geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan worden bevestigd. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als een verkeerde sleutel wordt gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld van de afstandsbediening) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 604)
Verklaring voor de afstandsbediening
Blz. 146, 178
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 128 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
129
3-1. Informatie over sleutels
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de sleutel
Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot aan sterke schokken en buig
ze niet.
Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen.
Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ultrasoon rei-
nigingsbad of iets dergelijks.
Bevestig geen metaalhoudende of magnetische voorwerpen aan de sleu-
tels en houd de sleutels uit de buurt van dergelijke voorwerpen.
Haal de sleutels niet uit elkaar.
Plak geen stickers o.i.d. op het oppervlak van de elektronische sleutel.
Houd de sleutels uit de buurt van apparaten die magnetische velden
opwekken (bijvoorbeeld televisietoestellen, audiosystemen, inductiekook-
platen en medische apparatuur, zoals laagfrequente therapeutische uitrus-
ting).
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten minste 10 cm uit de buurt van inge-
schakelde elektrische apparaten. Radiogolven die worden uitgezonden
door elektrische apparaten die zich minder dan 10 cm van de elektronische
sleutel vandaan bevinden, kunnen de correcte werking van de sleutel hin-
deren.
In geval van storingen in het Smart entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische sleutels die bij uw auto zijn gele-
verd, naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer u een elektronische sleutel verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft, wordt het risico aanzienlijk groter dat
de auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met alle overgebleven elektroni-
sche sleutels die bij uw auto zijn geleverd naar een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 129 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
130
UK AURIS_HV_HB_EE
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de voorportiergreep vast
om alle portieren te ontgren-
delen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor
(de uitholling aan de zijkant
van de portiergreep) aan om
alle portieren te vergrende-
len.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
Afstandsbediening
Vergrendelen van alle portie-
ren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ontgrendelen van alle portie-
ren
Portieren
Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 130 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
131
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Bedieningssignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie van de elek-
tronische sleutel wordt echter mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de auto
is. In dit geval blijft de auto mogelijk ontgrendeld.)
Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsen-
sor op het oppervlak van de voorportiergreep
Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren
opnieuw.
Alarm (indien aanwezig)
Door met de instapfunctie of de afstandsbediening de portieren te vergrende-
len, wordt het alarmsysteem ingeschakeld. (Blz. 95)
Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbedie-
ning niet goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgren-
delen. (Blz. 574)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
(Blz. 496)
Raak de vergrendelsensor aan met uw
handpalm.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 131 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
132
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
Schakelaar centrale vergrendeling
Vergrendelen van alle portie-
ren
Ontgrendelen van alle portie-
ren
Vergrendelknoppen binnenzijde portier
Vergrendelen van het portier
Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen wor-
den geopend door aan de por-
tiergrepen aan de binnenzijde te
trekken, ook al staan de ver-
grendelknoppen in de stand ver-
grendeld.
Zet de vergrendelknop aan de binnenzijde in de vergrendelde
stand.
Sluit het portier met de portiergreep uitgetrokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld als het contact in de stand
ACC of AAN staat of als de elektronische sleutel zich nog in de auto
bevindt.
De sleutel wordt mogelijk niet juist gesignaleerd waardoor het portier wel-
licht vergrendeld wordt.
Van binnenuit ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
1
2
Vergrendelen van de voorportieren van buitenaf zonder gebruik
te maken van een sleutel
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 132 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
133
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Het portier kan niet vanaf de bin-
nenzijde van de auto worden
geopend wanneer het kinderslot is
geactiveerd.
Ontgrendelen
Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kin-
deren per ongeluk de achterportie-
ren openen. Druk de schakelaars
op beide achterportieren naar
beneden om de kindersloten te
activeren.
Gebruik van de mechanische sleutel
De portieren kunnen ook worden vergrendeld en ontgrendeld met de mecha-
nische sleutel.
(Blz. 574)
Waarschuwingszoemer open portier/achterklep
Als een portier of de achterklep niet goed gesloten is, klinkt er vanaf een rij-
snelheid van 5 km/h een zoemer.
Het geopende portier of de openstaande achterklep wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Omstandigheden die de werking van het Smart entry-systeem met start-
knop beïnvloeden
Blz. 143
Kindersloten achterportieren
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 133 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
134
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van deze voorschriften kan ertoe leiden dat er per
ongeluk een portier wordt geopend en dat er iemand uit de auto valt, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
Controleer of alle portieren volledig gesloten en vergrendeld zijn.
Trek tijdens het rijden niet aan de binnenportiergreep.
Wees extra voorzichtig met het bestuurders- en voorpassagiersportier;
deze kunnen zelfs worden geopend wanneer de vergrendelknop in de
stand vergrendeld staat.
Activeer de kindersloten op de achterportieren als er kinderen achter in de
auto vervoerd worden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 134 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
135
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Schakelaar centrale vergrendeling
Blz. 132
Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Druk op de toets om de ach-
terklep te ontgrendelen.
Het portier kan gedurende 3
seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.
Druk op de toets om de ach-
terklep te vergrendelen.
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Afstandsbediening
Blz. 130
Trek de achterklep omhoog terwijl
u de schakelaar achterklep ope-
nen ingedrukt houdt.
De achterklep kan niet direct nadat
de schakelaar achterklep openen
is ingedrukt, worden gesloten.
Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld met behulp van de instapfunctie of de afstandsbedie-
ning. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Achterklep
De achterklep kan op de volgende manieren vergrendeld/ont-
grendeld en geopend worden.
Ontgrendelen en vergrendelen van de achterklep
1
2
Openen van de achterklep
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 135 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
136
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
Waarschuwingszoemer open portier/achterklep
Als een portier of de achterklep niet goed gesloten is, klinkt er vanaf een rij-
snelheid van 5 km/h een zoemer.
Het geopende portier of de openstaande achterklep wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Sluiten van de achterklep
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep wordt geopend.
Indien het openingssysteem van de achterklep niet werkt
De achterklep kan van binnenuit worden geopend.
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep en druk de ach-
terklep van buitenaf naar beneden om
deze te sluiten.
Let op dat de achterklep bij het sluiten
ervan met de handgreep niet opzij
wordt getrokken.
Verwijder het kapje met een schroeven-
draaier.
Breng om het kapje te beschermen een
doek aan tussen de sleufkopschroeven-
draaier en het kapje, zoals aangegeven
in de afbeelding.
Beweeg de hendel.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 136 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
137
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zorg ervoor dat de achterklep tijdens het rijden gesloten is.
Als de achterklep open blijft, kan deze tijdens het rijden voorwerpen raken
of kan er bagage uit de bagageruimte vallen, waardoor een ongeval kan
ontstaan.
Bovendien kunnen uitlaatgassen in de auto terechtkomen, hetgeen zeer
schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Controleer voordat u wegrijdt of de
achterklep is gesloten.
Zorg er voordat u wegrijdt voor dat de achterklep volledig gesloten is. Als
de achterklep niet volledig gesloten is, kan deze tijdens het rijden open-
gaan, waardoor een ongeval kan ontstaan.
Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. In het geval
van plotseling remmen of een aanrijding kunnen ze ernstig letsel oplopen.
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Laat kinderen niet in de bagageruimte spelen.
Als een kind per ongeluk in de bagageruimte wordt opgesloten, kan het
bevangen worden door de hitte of verwondingen oplopen.
Laat kinderen de achterklep niet openen of sluiten.
De achterklep kan mogelijk onverwachts in beweging komen of er kan een
lichaamsdeel bekneld raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 137 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
138
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Bedienen van de achterklep
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Verwijder sneeuw en ijs van de achterklep voordat u deze opent. Als u dat
niet doet, kan de achterklep na het openen plotseling weer dichtvallen.
Controleer voordat u de achterklep opent of sluit zorgvuldig of de omge-
ving veilig is.
Zorg er als er iemand dichtbij staat voor dat deze persoon veilig is en meld
dat u de achterklep gaat openen of sluiten.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van de achterklep bij sterke
wind, aangezien de achterklep als gevolg van sterke wind plotseling kan
bewegen.
Trek nooit aan de steun van de achterklepgasdemper om de achterklep te
sluiten en hang niets aan de steun van de gasdemper.
Als dat wel gebeurt, kunnen uw handen bekneld raken of kan de steun van
de achterklepgasdemper afbreken, waardoor een ongeval kan ontstaan.
Als er op de achterklep een fietsendrager of een vergelijkbaar zwaar
onderdeel gemonteerd is, kan de achterklep na het openen plotseling
dichtvallen waardoor lichaamsdelen bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden. Wij raden u aan om originele Toyota-onderdelen te gebruiken
wanneer u accessoires op de achterklep wilt monteren.
Als de achterklep niet helemaal wordt
geopend, kan deze plotseling dichtval-
len. Op een helling is het moeilijker om
de achterklep te openen of te sluiten
dan op een horizontale ondergrond. Let
dus op dat de achterklep niet plotseling
vanzelf open- of dichtgaat. Controleer
voordat u de bagageruimte gebruikt of
de achterklep volledig geopend en vei-
lig is.
Let bij het sluiten van de achterklep
goed op dat er geen vingers, enz.
bekneld raken.
Controleer na het sluiten van de achter-
klep altijd of deze goed gesloten is door
er even op te drukken. Als de achter-
klepgreep wordt gebruikt om de achter-
klep volledig te sluiten, kunnen uw
handen of armen bekneld raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 138 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
139
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
OPMERKING
Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is voorzien van gasdempers die de achterklep op zijn plaats
houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunnen de achterklepgasdempers beschadigd raken, waardoor
deze niet meer werken.
Plaats nooit uw handen op de gasdemper en oefen er geen zijdelingse
krachten op uit.
Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
gasdemper.
Raak de binnenpoot van de gasdemper
nooit aan met handschoenen of andere
stoffen voorwerpen.
Bevestig alleen originele Toyota-acces-
soires aan de achterklep.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 139 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
140
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (Blz. 130)
Vergrendelen en ontgrendelen van de achterklep (Blz. 135)
Schakelt het hybridesysteem in (Blz. 245)
Plaats van antenne
Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)
Smart entry-systeem met startknop
: Indien aanwezig
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
Bij het vergrendelen of ontgrende-
len van de portieren
Het systeem kan worden bediend
als de elektronische sleutel zich bin-
nen ongeveer 0,7 m van een van de
buitenportiergrepen voor of de ach-
terklep bevindt. (Alleen de portieren
die de sleutel signaleren, kunnen
worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van het hybridesysteem of veranderen van de stan-
den van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 140 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
141
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Alarmfuncties en waarschuwingsmeldingen
Een combinatie van in en buiten de auto hoorbare zoemers en waarschu-
wingsmeldingen op het multi-informatiedisplay zorgen ervoor dat diefstal van
de auto en ongelukken door een onjuiste bediening worden voorkomen.
Neem de juiste maatregelen op basis van de weergegeven melding.
(Blz. 536)
In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures
beschreven in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
Alarm Situatie Correctieprocedure
De buiten de auto hoor-
bare zoemer klinkt een-
maal gedurende 5
seconden
Er is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een por-
tier geopend was.
Sluit alle portieren en
vergrendel ze opnieuw.
De zoemer in het interi-
eur klinkt onafgebroken
Het contact werd in
stand ACC gezet terwijl
het bestuurdersportier
was geopend (of het
bestuurdersportier
werd geopend terwijl
het contact in stand
ACC stond).
Zet het contact UIT en
sluit het bestuurders-
portier.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 141 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
142
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
Als op het multi-informatiedisplay “Check entry & start system. (Con-
troleer Smart entry-systeem met startknop.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wanneer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer
binnen een afstand van 2 m van de auto.
Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet is gebruikt, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier wor-
den ontgrendeld. Houd in dat geval de greep van het bestuurdersportier
vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de por-
tieren te ontgrendelen.
Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de batterijspaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radio-
golven door de elektronische sleutel
wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt. Ga na of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
besparende functie voor de batterij is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 142 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
143
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop maakt gebruik van zwakke radiogol-
ven. In de volgende situaties kunnen storingen optreden in de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto, waardoor het Smart entry-sys-
teem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken:
(Oplossingen: Blz. 574)
Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voor-
werpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
Kaarten met aluminiumfolie
Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
Metalen portemonnees of tassen
Muntgeld
Metalen handwarmers
Media zoals CD's en DVD's
Als er andere sleutels met afstandsbediening (die radiogolven uitzenden) in
de buurt gebruikt worden
Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende appara-
ten die radiogolven uitzenden
De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto
die radiogolven uitzendt
Computers of pda's
Digitale audioapparatuur
Draagbare spelcomputers
Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
Wanneer de elektronische sleutel in de buurt van een batterijlader of elek-
tronische apparaten wordt gehouden
Aanwijzing voor de instapfunctie
Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge
plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 143 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
144
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de bagageafdekking,
op de vloer of in een portiervak of het dashboardkastje wanneer het
hybridesysteem wordt gestart of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die
de elektronische sleutel signaleren.
Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybri-
desysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de
buurt van de ruit bevindt.
Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
Wanneer u de vergrendel- of ontgrendelsensor aanraakt terwijl u hand-
schoenen draagt, worden de portieren mogelijk niet vergrendeld of ontgren-
deld.
Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven.
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
Schakel de batterijspaarmodus van de elektronische sleutel in om het
Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 142)
Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 144 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
145
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren. Raak de ontgrendelsensor van het
portier aan en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(Blz. 604)
Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mechanische
sleutel. (Blz. 574)
Starten van het hybridesysteem: Blz. 575
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 604)
Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (Blz. 130, 574)
Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact:
Blz. 575
Uitschakelen van het hybridesysteem: Blz. 246
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 145 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
146
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 146 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
147
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 147 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
148
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 148 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
149
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 149 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
150
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 150 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
151
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 151 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
152
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 152 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
153
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 153 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
154
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 154 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
155
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 155 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
156
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 156 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
157
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 157 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
158
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 158 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
159
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 159 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
160
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 160 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
161
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 161 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
162
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 162 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
163
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 163 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
164
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 164 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
165
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 165 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
166
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 166 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
167
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 167 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
168
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 168 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
169
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 169 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
170
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 170 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
171
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 171 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
172
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 172 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
173
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 173 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
174
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten voldoende afstand bewaren tot de anten-
nes van het Smart entry-systeem met startknop. (Blz. 140)
Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de
momenten waarop deze worden uitgezonden, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige. Raadpleeg vervolgens uw arts om na
te gaan of de instapfunctie moet worden uitgeschakeld.
Gebruikers van elektrische medische apparatuur anders dan geïmplan-
teerde pacemakers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillato-
ren moeten contact opnemen met de fabrikant van deze producten om te
informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op de werking van deze
apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van der-
gelijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het uitschakelen van de instapfunctie.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 174 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
175
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Plaats van antenne
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Startknopfunctie
: Indien aanwezig
Het hybridesysteem kan worden gestart en gestopt door simpel-
weg de elektronische sleutel bij u te dragen, bijvoorbeeld in uw
zak. Blz. 245)
De bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich heb-
ben.
Antennes in het interieur
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
1
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 175 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
176
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Alarmfuncties en waarschuwingsmeldingen
Blz. 536
Als op het multi-informatiedisplay “Check entry & start system. (Con-
troleer Smart entry-systeem met startknop.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Bij het starten van het hybridesys-
teem of veranderen van de stan-
den van het contact
Het systeem werkt als de elektroni-
sche sleutel zich in de auto
bevindt.
Bij het starten van het hybridesys-
teem of veranderen van de stan-
den van het contact
Het systeem werkt als de elektroni-
sche sleutel zich in de auto
bevindt.
Wanneer de batterijspaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radio-
golven door de elektronische sleutel
wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt. Ga na of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
De startknopfunctie kan niet worden
gebruikt als de energiebesparende functie
voor de batterij is ingeschakeld. Druk op
een van de toetsen van de elektronische
sleutel om de functie te annuleren.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 176 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
177
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
De startknop maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de volgende situaties
kan de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto beïnvloed
worden, waardoor de startknopfunctie, de afstandsbediening en de startblok-
kering mogelijk niet goed werken: (Oplossingen: Blz. 574)
Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voor-
werpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
Kaarten met aluminiumfolie
Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
Metalen portemonnees of tassen
Muntgeld
Metalen handwarmers
Media zoals CD's en DVD's
Als er andere sleutels met afstandsbediening (die radiogolven uitzenden) in
de buurt gebruikt worden
Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende appara-
ten die radiogolven uitzenden
De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto
die radiogolven uitzendt
Computers of pda's
Digitale audioapparatuur
Draagbare spelcomputers
Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
Wanneer de elektronische sleutel in de buurt van een batterijlader of elek-
tronische apparaten wordt gehouden
Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert.
Als de startknopfunctie niet goed werkt
Starten van het hybridesysteem: Blz. 245
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De startknopfunctie kan gedeactiveerd worden.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 604)
Als de startknopfunctie is uitgeschakeld via persoonlijke voorkeursin-
stellingen
Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact:
Blz. 575
Uitschakelen van het hybridesysteem: Blz. 246
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 177 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
178
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
Verklaring voor de startknopfunctie
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 178 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
179
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 179 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
180
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 180 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
181
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 181 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
182
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 182 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
183
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 183 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
184
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 184 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
185
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 185 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
186
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 186 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
187
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 187 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
188
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 188 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
189
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 189 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
190
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 190 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
191
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 191 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
192
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 192 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
193
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 193 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
194
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 194 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
195
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 195 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
196
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 196 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
197
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 197 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
198
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 198 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
199
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 199 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
200
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 200 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
201
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 201 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
202
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 202 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
203
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 203 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
204
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 204 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
205
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten voldoende afstand bewaren tot de anten-
nes van het startknopsysteem. (Blz. 175)
De radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de startknopfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor
meer informatie over bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de
momenten waarop deze worden uitgezonden contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige. Raadpleeg vervolgens uw arts om na
te gaan of de startknopfunctie mag worden gebruikt.
Gebruikers van elektrische medische apparatuur anders dan geïmplan-
teerde pacemakers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillato-
ren moeten contact opnemen met de fabrikant van deze producten om te
informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op de werking van deze
apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van der-
gelijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het uitschakelen van de startknopfunctie.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 205 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
206
UK AURIS_HV_HB_EE
3-3. Verstellen van de stoelen
Hendel stoelpositieverstelling
Hendel rugleuningverstelling
Hendel hoogteverstelling
(indien aanwezig)
Schakelaar lendensteunverstel-
ling (indien aanwezig)
Voorstoelen
Procedure voor het verstellen
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 206 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
207
3-3. Verstellen van de stoelen
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
Wanneer de positie van de stoel wordt versteld
Let er bij het verstellen van de positie van de stoel op dat de stoel de ove-
rige inzittenden van de auto niet raakt, omdat deze hierdoor wellicht letsel
zouden kunnen oplopen.
Houd uw handen niet onder de stoel of in de buurt van bewegende onder-
delen om letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld kunnen raken in het stoelmecha-
nisme.
Zorg ervoor voor dat er voldoende ruimte overblijft voor de voeten, zodat
ze niet vast komen te zitten.
Stoel afstellen
Let erop dat de stoel geen passagiers of bagage raakt.
Om te voorkomen dat u bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel door-
schuift, is het raadzaam de leuning niet verder achterover te zetten dan
strikt noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover staat, kan bij een ongeval het heupge-
deelte over uw heupen heen schuiven, waardoor er te veel kracht op uw
buik wordt uitgeoefend, of kan het schoudergedeelte van de gordel in con-
tact komen met uw nek, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden, aangezien de stoel dan
onverwachts kan bewegen. Hierdoor kan de bestuurder de controle over
de auto verliezen.
Controleer na het verstellen of de stoel goed is vergrendeld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 207 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
208
3-3. Verstellen van de stoelen
UK AURIS_HV_HB_EE
Schuif de voorstoelen naar voren. (Blz. 206)
Berg de armsteun achter op. (indien aanwezig) (Blz. 442)
Berg de middelste gordelslui-
ting achter op.
Zet de hoofdsteunen in de laagste stand. (Blz. 210)
Trek de ontgrendelingshendel
van de rugleuning naar u toe en
klap de rugleuning neer.
De delen van de rugleuning kun-
nen afzonderlijk worden neerge-
klapt.
Achterstoelen
De rugleuningen van de achterstoelen kunnen worden neerge-
klapt.
Rugleuningen achter neerklappen
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 208 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
209
3-3. Verstellen van de stoelen
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van
de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bij het neerklappen van de rugleuningen van de achterstoelen
Klap de rugleuningen niet neer tijdens het rijden.
Breng de auto op een vlakke ondergrond tot stilstand, activeer de parkeer-
rem en zet de selectiehendel in stand P.
Laat geen personen op de neergeklapte rugleuning of in de bagageruimte
zitten tijdens het rijden.
Laat kinderen niet in de bagageruimte komen.
Laat niemand op de middelste achterstoel zitten als de achterstoel rechts
is neergeklapt, omdat de gordelsluiting van de middelste achterstoel dan
onder de neergeklapte rugleuning zit en niet kan worden gebruikt.
Zorg ervoor dat uw hand niet klem komt te zitten bij het neerklappen van
de rugleuningen van de achterstoelen.
Verplaats de voorstoelen alvorens de rugleuningen van de achterstoelen
neer te klappen, zodat de voorstoelen niet in de weg zitten.
Nadat de rugleuning van de achterstoel rechtop is gezet
Controleer of de rugleuning goed ver-
grendeld is door de rugleuning voor-
zichtig naar voren en naar achteren te
drukken.
Als de rugleuning niet goed vergrendeld
is, is de rode markering zichtbaar op de
ontgrendelingshendel van de rugleu-
ningverstelling. Zorg dat het rode merk-
teken niet zichtbaar is.
Controleer of de veiligheidsgordels niet
gedraaid zijn of vastzitten in de rugleu-
ning.
Als de veiligheidsgordel klem zit tussen
de haak en de grendel van de rugleu-
ningvergrendeling, kan de gordel
beschadigd raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 209 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
210
3-3. Verstellen van de stoelen
UK AURIS_HV_HB_EE
Afstellen in verticale richting
Omhoog
Trek de hoofdsteunen omhoog.
Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en
houd daarbij de ontgrendelknop
ingedrukt.
Verwijderen van de hoofdsteunen
Afstellen van de hoogte van de hoofdsteunen
Afstellen van de hoofdsteun achter
Stel de hoofdsteunen voor gebruik altijd minimaal in op de op een na laagste
stand.
Hoofdsteunen
Alle zitplaatsen zijn voorzien van een hoofdsteun.
Ontgrendelknop
1
2
Trek de hoofdsteun omhoog en houd
daarbij de ontgrendelknop ingedrukt.
Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden
van de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk
bij de bovenzijde van uw oren bevindt.
Ontgrendelknop
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 210 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
211
3-3. Verstellen van de stoelen
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de hoofdsteunen de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Plaats de hoofdsteunen altijd op de bijbehorende stoel.
Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
Druk de hoofdsteunen na het plaatsen naar beneden om te controleren of
ze goed vergrendeld zijn.
Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 211 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
212
UK AURIS_HV_HB_EE
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Houd het stuurwiel vast en druk
de hendel omlaag.
Zet het stuurwiel in de ideale
positie door het in horizontale
en verticale richting te bewe-
gen.
Trek na de verstelling de hendel
omhoog om het stuurwiel te bor-
gen.
Druk op of vlak bij het symbool
om te claxonneren.
Stuurwiel
Procedure voor het verstellen
1
2
Claxon
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 212 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
213
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden.
Anders kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Na het afstellen van het stuurwiel
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergrendeld is.
Anders kan het stuurwiel plotseling bewegen, waardoor een ongeval kan
ontstaan met ernstig letsel tot gevolg. Ook klinkt de claxon wellicht niet als
het stuurwiel niet goed is vergrendeld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 213 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
214
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
UK AURIS_HV_HB_EE
De hoogte van de binnenspiegel kan worden afgestemd op uw hou-
ding achter het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspie-
gel af door de spiegel omhoog of
omlaag te bewegen.
Binnenspiegel met handmatig bediende antiverblindingsstand
Verblinding door de koplampen van achteropkomend verkeer kan
worden beperkt door de lip te verstellen.
Normale stand
Antiverblindingsstand
Binnenspiegel
De positie van de binnenspiegel kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de binnenspiegel (alleen auto's met
binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Antiverblindingsstand
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 214 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
215
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver-
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld tel-
kens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 215 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
216
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
UK AURIS_HV_HB_EE
Druk op de schakelaar om de
buitenspiegel te selecteren die
moet worden versteld.
Links
Rechts
Verstel de buitenspiegel met de
schakelaar.
Omhoog
Rechts
Omlaag
Links
Buitenspiegels
Procedure voor het verstellen
1
1
2
2
1
2
3
4
Handmatig inklappen van de buitenspiegels
Handmatige verstelling Elektrische verstelling
Duw de buitenspiegel naar de
achterzijde van de auto om hem in
te klappen.
Druk op de schakelaar om de
buitenspiegels in te klappen.
Druk nogmaals op de schakelaar
om de buitenspiegels weer uit te
klappen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 216 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
217
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
De functie automatisch inklappen/uitklappen van de buitenspiegels
maakt het mogelijk om het inklappen of uitklappen van de spiegels te
koppelen aan het vergrendelen/ontgrendelen van de portieren.
De automatische werking kan als volgt worden uitgeschakeld.
Zet het contact UIT.
Houd de toets voor inklappen
van de spiegels en voor het
verstellen van de spiegelhoek
tegelijkertijd en langer dan 2
seconden ingedrukt.
Voer bovenstaande handelingen
nogmaals uit om de automatische
werking weer in te schakelen.
De spiegelhoek kan worden versteld wanneer
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Na het losnemen en aansluiten van de 12V-accukabels (auto's met de
functie automatisch inklappen/uitklappen van de buitenspiegels)
De functie voor het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels is
standaard ingeschakeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de functie uit
te schakelen.
Als de spiegels beslagen zijn
De buitenspiegels kunnen worden ontwasemd met de spiegelverwarming.
Door de achterruitverwarming in te schakelen wordt de buitenspiegelverwar-
ming ingeschakeld. (Blz. 418)
Bij gebruik van de functie voor het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels (indien aanwezig) bij koud weer
Wanneer de functie voor het automatisch in- en uitklappen van de buitenspie-
gels wordt gebruikt bij koud weer, kunnen de buitenspiegels zijn vastgevroren
waardoor ze niet in- of uitgeklapt kunnen worden. Verwijder in dit geval ijs en
sneeuw van de buitenspiegel en bedien de spiegel vervolgens met de scha-
kelaar inklapbare buitenspiegels of door de spiegel met de hand te bewegen.
Automatisch inklappen en uitklappen van de spiegels (indien
aanwezig)
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 217 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
218
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de spiegels niet tijdens het rijden.
Rijd niet met de auto als de spiegels zijn ingeklapt.
Beide buitenspiegels dienen in de normale stand te staan en goed te zijn
ingesteld alvorens met de auto wordt gereden.
Wanneer een spiegel wordt versteld
Zorg ervoor dat uw hand niet bekneld raakt tussen de bewegende spiegel
en het spiegelhuis om letsel en storingen te voorkomen.
Als de spiegelverwarming is ingeschakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 218 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
219
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de schakelaars.
Door de schakelaar te bedienen bewegen de ruiten als volgt:
One-touch openen/sluiten van alleen de ruit bestuurdersportier
Sluiten
One-touch sluiten (alleen ruit
bestuurdersportier)
*
Openen
One-touch openen (alleen ruit
bestuurdersportier)
*
*
: De ruit stopt in een tussenstand
door de schakelaar in de andere
richting te bewegen.
One-touch openen/sluiten van alle ruiten
Sluiten
One-touch sluiten
*
Openen
One-touch openen
*
*
: De ruit stopt in een tussenstand
door de schakelaar in de andere
richting te bewegen.
Druk de schakelaar in om de
schakelaars voor de ruiten van de
passagiers te blokkeren.
Gebruik deze schakelaar om te
voorkomen dat kinderen per onge-
luk een passagiersruit openen of
sluiten.
Elektrisch bedienbare ruiten
: Indien aanwezig
Openen en sluiten
1
2
3
4
1
2
3
4
Blokkeerschakelaar ruitbediening
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 219 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
220
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
UK AURIS_HV_HB_EE
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen bediend worden als
Het contact AAN staat.
Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het hybridesysteem
is uitgeschakeld
Nadat het contact in stand ACC of UIT is gezet, kunnen de elektrisch bedien-
bare ruiten nog gedurende ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kun-
nen echter niet meer worden bediend zodra een van de voorportieren is
geopend.
Klembeveiliging (alleen ruiten met functie one-touch sluiten)
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit weer iets geopend.
Als de elektrisch bedienbare ruit niet normaal sluit (alleen ruiten met
functie one-touch sluiten)
Als de klembeveiliging niet goed werkt en een ruit niet kan worden gesloten,
voert u de volgende handelingen uit met de schakelaar voor de ruitbediening
van het desbetreffende portier.
Nadat de auto is stilgezet, kan de ruit worden gesloten door de schakelaar
voor de ruitbediening ingedrukt te houden in de one-touch sluitpositie terwijl
het contact AAN word gezet.
Als de ruit zelfs na het uitvoeren van de bovenstaande stap nog steeds niet
kan worden gesloten, initialiseert u de functie via de volgende procedure.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening in de one-touch sluitpositie.
Blijf, nadat de ruit is gesloten, de schakelaar gedurende 6 seconden
ingedrukt houden.
Houd de schakelaar ruitbediening in de one-touch openpositie. Blijf,
nadat de ruit volledig is geopend, de schakelaar gedurende 2 seconden
ingedrukt houden.
Houd de schakelaar ruitbediening weer in de one-touch sluitpositie. Blijf,
nadat de ruit is gesloten, de schakelaar gedurende 2 seconden ingedrukt
houden.
Herhaal de procedure vanaf het begin als u de schakelaar hebt losgelaten
terwijl de ruit nog in beweging was.
Als de ruit ook na het op de juiste wijze uitvoeren van bovenstaande proce-
dure sluit, maar vervolgens weer iets opent, laat dan uw auto controleren
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 220 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
221
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Sluiten van de ruiten
De bestuurder is verantwoordelijk voor de bediening van de elektrisch
bedienbare ruiten, ook voor die van de passagiers. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen, te voorkomen, de elektrisch bedien-
bare ruiten niet door kinderen bedienen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruit. Wanneer er een kind in de auto zit,
verdient het aanbeveling om de blokkeerschakelaar voor de ruitbediening
te gebruiken. (Blz. 219)
Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als de ruiten bediend worden.
Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging (alleen ruiten met functie one-touch sluiten)
Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te active-
ren.
De klembeveiliging werkt mogelijk niet als de ruit bijna gesloten is.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 221 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
222
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 222 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
223
4
Rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............224
Lading en bagage..............234
Rijden met een
aanhangwagen................235
4-2. Rijprocedures
Startknop ...........................245
EV-modus..........................251
Hybridetransmissie ............253
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................261
Parkeerrem........................262
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................263
Schakelaar mistlampen .....269
Ruitenwissers en
-sproeiers.........................271
Achterruitenwisser en
-sproeier ..........................275
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ....277
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense .........280
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) ..........................286
LDA (Lane Departure
Alert) ................................299
Automatic High Beam-
systeem ...........................304
RSA (Road Sign Assist).....308
4-6. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Cruise control.....................314
Toyota Parking Assist-
sensor..............................318
Simple-IPA
(Simple-Intelligent
Parking Assist).................325
Ondersteunende
systemen .........................339
4-7. Rijtips
Rijden met een
hybrideauto......................345
Rijden in de winter .............348
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 223 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
224
UK AURIS_HV_HB_EE
4-1. Voordat u gaat rijden
Blz. 245
Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.
(Blz. 253)
Deactiveer de parkeerrem. (Blz. 262)
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te brengen.
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectiehendel in
stand P. (Blz. 253)
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
Starten van het hybridesysteem
Rijden
Tot stilstand brengen van de auto
1
2
3
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 224 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
225
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 262)
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 255)
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Zet het contact uit om het hybridesysteem uit te schakelen.
Vergrendel het portier nadat u gecontroleerd hebt of u de sleutel bij
u hebt.
Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D.
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd. (Blz. 340)
Rijden met een gunstig brandstofverbruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar zijn met conventionele
auto's. En het is belangrijk is dat u niet plotseling accelereert, enz.
(Blz. 345)
Rijden in de regen
Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan
bemoeilijken.
Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto adviseren wij rekening te houden
met onderstaande aanwijzingen:
De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
De eerste 800 km (auto's met trekhaakpakket):
Rijd niet met een aanhangwagen.
De eerste 2.000 km:
Rijd niet met extreem hoge snelheden.
Vermijd plotseling sterk accelereren.
Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
Parkeren van de auto
Wegrijden op een steile helling omhoog
1
2
3
4
5
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 225 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
226
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het desbetreffende land geldende
wettelijke voorschriften en controleer of de juiste brandstof verkrijgbaar is.
(Blz. 592)
Hydraulische regeleenheid
De hydraulische regeleenheid zorgt ervoor dat de remmen bekrachtigd wor-
den met behulp van remvloeistof die door een pomp onder druk wordt gezet.
Als de hydraulische regeleenheid tijdens het rijden defect raakt, gaat het
waarschuwingslampje van het remsysteem branden en klinkt de zoemer
intermitterend. In dit geval functioneren de remmen mogelijk niet goed. Trap
het rempedaal stevig in als de remmen niet goed werken. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het waarschuwings-
lampje remsysteem gaat branden.
In de volgende gevallen kan het zijn dat u een geluid hoort in de motorruimte.
Dit wijst niet op een storing.
Het bestuurdersportier wordt geopend terwijl het hybridesysteem uitgescha-
keld is.
Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl het hybridesysteem uitgeschakeld is.
Nadat het hybridesysteem ingeschakeld is.
Het rempedaal wordt herhaaldelijk ingetrapt terwijl het hybridesysteem inge-
schakeld is.
Nadat het hybridesysteem uitgeschakeld is.
Het rempedaal kan moeilijk worden ingetrapt of de slag van het rempedaal
kan kort zijn voordat het hybridesysteem ingeschakeld wordt. Dit wijst niet op
een storing.
Tijdens het remmen
Als het remsysteem bediend wordt, kunt u een geluid horen dat afkomstig is
van de motor/generator.
Dit duidt echter niet op een probleem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 226 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
227
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de auto stilstaat en het controle-
lampje READY brandt. Dit voorkomt kruipen van de auto.
Tijdens het rijden
Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt, blindelings het gas- en rempedaal
kunt vinden.
Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, zal
de auto onverwacht accelereren, wat een ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedie-
nen van de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de pedalen altijd goed
kunt bedienen.
Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem- en gaspedaal goed bedienen.
Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal
met uw linkervoet intrapt, kan in een noodgeval uw reactie vertraagd
worden, waardoor een ongeval kan ontstaan.
Als de auto alleen door de elektromotor (tractiemotor) wordt aangedreven,
dient de bestuurder goed te letten op voetgangers. Aangezien er geen
motorgeluiden zijn, kunnen voetgangers de beweging van de auto mis-
schien onjuist inschatten.
Rijd niet met de auto over licht ontvlambare materialen en parkeer de auto
ook niet in de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen kunnen zeer heet worden. Deze
hete onderdelen kunnen brand veroorzaken als er licht ontvlambaar mate-
riaal aanwezig is.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 227 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
228
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Tijdens het rijden
Schakel het hybridesysteem tijdens normaal rijden niet uit. Door het uit-
schakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden verliest u niet de con-
trole over het stuurwiel of de remmen, maar werkt de bekrachtiging van
deze systemen niet meer. Hierdoor zullen het remmen en sturen veel
zwaarder gaan dan normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit
veilig kan.
In geval van nood, bijvoorbeeld als het onmogelijk is om de auto op de
normale manier tot stilstand te brengen: Blz. 521
Rem bij het afdalen van een steile helling af op de motor (schakelstand B)
om een veilige snelheid te bewaren.
Het continu gebruiken van de remmen kan leiden tot oververhitting en een
verminderde remwerking. (Blz. 253)
Verstel het stuurwiel, de stoel en de binnen- en buitenspiegels niet tijdens
het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen.
Controleer altijd of alle passagiers hun armen, hoofd en andere lichaams-
delen binnen de auto houden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 228 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
229
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Tijdens het rijden op een glad wegdek
Door plotseling remmen, accelereren en sturen kunnen de banden hun
grip verliezen, met controleverlies tot gevolg.
Door plotseling accelereren, afremmen op de motor als gevolg van scha-
kelen, of wijzigingen in het motortoerental kan de auto in een slip raken.
Trap, nadat u door een plas bent gereden, het rempedaal lichtjes in om
ervoor te zorgen dat de remmen goed werken. Door natte remblokken kan
de remwerking afnemen. Remmen die aan één kant van de auto nat zijn
en niet goed werken, kunnen de besturing bemoeilijken.
Wijzigen van de schakelstand
Laat de auto niet achteruit rollen als een van de vooruitversnellingen is
ingeschakeld of vooruit rollen terwijl de selectiehendel in stand R staat.
Als u dit toch doet, kan een ongeval of schade aan de auto het gevolg zijn.
Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
Schakel stand R niet in terwijl de auto vooruitrijdt.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het achteruitrijden niet in een vooruitversnel-
ling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
Als stand N wordt ingeschakeld terwijl de auto rijdt, wordt het hybridesys-
teem uitgeschakeld. Er kan niet op de motor worden afgeremd als het
hybridesysteem is uitgeschakeld.
Zet de selectiehendel niet in een andere stand wanneer het gaspedaal
ingetrapt is.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N wordt gezet, kan de
auto onverwacht snel accelereren, waardoor een aanrijding en ernstig let-
sel kunnen ontstaan.
Zorg dat u, nadat u de selectiehendel in een andere stand hebt gezet, de
actuele schakelstand controleert met behulp van de positie-indicator.
(Blz. 253)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 229 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
230
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Als u een piepend of krassend geluid hoort (remblokslijtage-indicato-
ren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken als de remblokken niet op tijd
worden vervangen.
Het rijden met een auto waarvan de remblokken en/of de remschijven de
slijtagelimiet hebben overschreden, is gevaarlijk.
Bij stilstaande auto
Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N staat, kan de auto
onverwachts in beweging komen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
Voorkom het ontstaan van ongevallen door het wegrollen van de auto,
houd altijd het rempedaal ingetrapt zolang het controlelampje READY
brandt. Activeer de parkeerrem indien nodig.
Voorkom voor- of achteruitrollen van de auto bij stoppen op een helling,
waardoor een ongeval kan ontstaan: trap altijd het rempedaal in en acti-
veer de parkeerrem indien nodig.
Voorkom dat de motor met een te hoog toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, hetgeen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 230 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
231
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Als de auto geparkeerd is
Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillengla-
zen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interi-
eur terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektri-
sche componenten van de auto veroorzaken.
Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als er
bagage wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand veroorza-
ken.
Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand
veroorzaken in de auto.
Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
Activeer altijd de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P, schakel het
hybridesysteem uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter als het controlelampje READY brandt.
Als de auto is geparkeerd met de selectiehendel in stand P, maar de par-
keerrem niet is geactiveerd, zou de auto in beweging kunnen komen, wat
kan leiden tot een ongeval.
Raak de uitlaatpijp niet aan als het controlelampje READY brandt of direct
na het uitschakelen van het hybridesysteem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
Als u even gaat slapen in de auto
Schakel altijd het hybridesysteem uit. Anders zou u per ongeluk de selectie-
hendel kunnen verplaatsen of het gaspedaal in kunnen trappen, waardoor
een ongeval zou kunnen ontstaan of het hybridesysteem oververhit zou
kunnen raken en brand kan ontstaan. Verder kunnen uitlaatgassen in een
slecht geventileerde omgeving in de auto terechtkomen, hetgeen zeer
schadelijk is voor de gezondheid.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 231 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
232
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bij het remmen
Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen nat zijn en bovendien kan vocht
ertoe leiden dat de ene kant van de auto sterker afgeremd wordt dan de
andere kant. Ook de werking van de parkeerrem kan door vocht in nega-
tieve zin beïnvloed worden.
Rijd niet te dicht achter een andere auto als de hydraulische regeleenheid
niet werkt en vermijd afdalingen en scherpe bochten die krachtig afrem-
men noodzakelijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden afgeremd, maar moet er een gro-
tere kracht op het rempedaal worden uitgeoefend dan normaal. De rem-
weg zal ook langer zijn. Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
Het remsysteem bestaat uit 2 of meer afzonderlijke hydraulische syste-
men: als een van de systemen uitvalt, werkt het andere systeem/werken
de andere systemen nog wel. In dat geval moet het rempedaal krachtiger
worden ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook de remweg toe. Laat uw
remmen onmiddellijk repareren.
OPMERKING
Tijdens het rijden
Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het vermogen van het hybridesysteem mogelijk af.
Gebruik het gaspedaal niet om de auto op een helling op zijn plaats te
houden en trap daartoe ook niet het rempedaal en het gaspedaal gelijktij-
dig in.
Bij het parkeren
Activeer altijd de parkeerrem en zet de selectiehendel altijd in stand P.
Anders kan de auto onverwachts accelereren als het gaspedaal per onge-
luk wordt ingetrapt.
Vermijd schade aan onderdelen van de auto
Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbekrachtigingsmotor ontstaan.
Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan
de wielen, de onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 232 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
233
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
OPMERKING
Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden tot de onderstaande situaties.
Houd het stuurwiel stevig vast en trap het rempedaal geleidelijk in om de
auto tot stilstand te brengen.
Het kan moeilijk zijn om de auto onder controle te houden.
De auto kan abnormale geluiden maken of trillen.
De auto kan abnormaal gaan overhellen.
Informatie over wat u moet doen in het geval van een lekke band
(Blz. 545, 557)
Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval e.d. zijn overstroomd. Indien u dat
toch doet, kan de auto hierdoor ernstig beschadigd raken:
Motor slaat af
Kortsluiting in elektrische componenten
Motorschade door onderdompeling in water
Na het rijden op een overstroomde weg moet het volgende worden nageke-
ken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige:
Remwerking
Peil en kwaliteit van motorolie, hybridetransmissievloeistof, enz.
Smering van de lagers en de wielophanging (indien mogelijk) en de wer-
king van alle koppelingen, lagers, enz.
Als het regelsysteem voor stand P beschadigd is door grote hoeveelheden
water, is het wellicht niet mogelijk om stand P in te schakelen of vanuit
stand P een andere stand in te schakelen. Wanneer vanuit stand P geen
andere stand ingeschakeld kan worden, zijn de voorwielen geblokkeerd en
kunt u de auto niet slepen met de voorwielen op de grond. Vervoer de auto
in dit geval met beide voorwielen of alle vier wielen van de grond.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 233 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
234
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig door:
WAARSCHUWING
Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte
vervoerd worden:
Jerrycans met benzine
Spuitbussen
Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de pedalen niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de
bestuurder wordt gehinderd of dat de bestuurder of passagiers door voor-
werpen geraakt worden, wat een ongeval kan veroorzaken.
Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
Stapel bagage in de bagageruimte nooit hoger dan de rugleuningen.
Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
In de voetenruimte bij de bestuurder
Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op
elkaar gestapeld worden)
Op de bagageafdekking
Op het instrumentenpaneel
Op het dashboard
Zorg dat alle voorwerpen die zich in het passagierscompartiment bevin-
den, zijn opgeborgen of vastgezet.
Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct ach-
ter de voorstoelen.
Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren. Personen dienen
plaats te nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste manier om te
doen.
Lading en gewichtsverdeling
Overlaad uw auto niet.
Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing en de remwerking in negatieve zin
beïnvloeden, waardoor een ongeval met ernstig letsel zou kunnen ont-
staan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 234 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
235
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Rijden met een aanhangwagen
Bij deze uitvoering kunnen alleen auto's met een trekhaakpakket
rijden met een aanhangwagen. Controleer voordat u gaat rijden
met een aanhangwagen het maximaal toelaatbaar totaalgewicht
en het maximaal toelaatbare voertuiggewicht zoals vermeld op
het informatielabel (typeplaatje). (Blz. 238)
Als het maximaal toelaatbaar totaalgewicht groter is dan het
maximaal toelaatbare voertuiggewicht, is uw auto uitgerust met
een trekhaakpakket en geschikt om te rijden met een aanhang-
wagen. Als het maximaal toelaatbaar totaalgewicht echter het-
zelfde is als het maximaal toelaatbare voertuiggewicht, is uw
auto niet uitgerust met een trekhaakpakket en niet geschikt om
te rijden met een aanhangwagen.
Auto's zonder trekhaakpakket
Toyota adviseert u niet met een aanhangwagen te rijden. Toyota
adviseert u bovendien geen trekhaak te laten monteren voor het
gebruik van bijvoorbeeld een fietsendrager. Uw auto is niet ont-
worpen voor het rijden met een aanhangwagen of het gebruik
van op de trekhaak bevestigde fietsendragers en dergelijke.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 235 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
236
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
Maximale gewichten
Controleer het maximaal toelaatbare aanhangwagengewicht, het
maximaal toelaatbare voertuiggewicht (GVW), de maximale asbe-
lasting (MPAC), en de maximaal toelaatbare kogeldruk voordat u
met een aanhangwagen gaat rijden. (Blz. 590)
Trekhaak/trekhaak met afneembare kogel
Toyota adviseert gebruik te maken van een originele Toyota trek-
haak/afneembare trekhaak voor uw auto. Ook andere geschikte en
kwalitatief vergelijkbare trekhaken mogen worden gebruikt.
Auto's met trekhaakpakket
Uw auto is in eerste instantie ontworpen voor het vervoer van
personen en hun bagage. Het rijden met een aanhangwagen zal
een negatief effect hebben op de rijeigenschappen, prestaties,
remvermogen, duurzaamheid en het brandstofverbruik. Met
name bij het rijden met een aanhangwagen hangen uw veiligheid
en comfort af van de juiste uitrusting en een voorzichtig rijge-
drag. Voor uw veiligheid en die van anderen, mag de aanhang-
wagen niet te zwaar worden beladen.
Rijd voorzichtig tijdens het rijden met een aanhangwagen en
houd u aan de voorschriften die gelden voor de aanhangwagen.
De Toyota-garantie dekt geen schade of storingen die ontstaan
bij het bedrijfsmatig rijden met een aanhangwagen.
Raadpleeg voordat u met een aanhangwagen gaat rijden eerst
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie. In sommige landen zijn er namelijk wettelijke
voorschriften voor het rijden met aanhangwagens.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 236 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
237
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Totaal aanhangwagengewicht en maximaal toegestane kogel-
druk
Totaal aanhangwagenge-
wicht
Het gewicht van de aanhangwa-
gen plus het gewicht van de
lading mag het maximale aan-
hangwagengewicht niet over-
schrijden. Het is gevaarlijk om
dit gewicht te overschrijden.
(Blz. 590)
Als u met een aanhangwagen
rijdt, raden wij u aan een stabili-
sator te gebruiken (om slingeren
te voorkomen).
Maximaal toegestane kogel-
druk
Belaad de aanhangwagen zo dat de kogeldruk hoger is dan 25 kg of 4%
van het maximale aanhangwagengewicht. Laat de kogeldruk de aange-
geven waarde niet overschrijden. (Blz. 590)
Belangrijke punten met betrekking tot het beladen van een aan-
hangwagen
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 237 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
238
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
Informatielabel (typeplaatje)
Maximaal toelaatbaar totaal-
gewicht
Maximaal toelaatbaar voer-
tuiggewicht
Maximaal toelaatbare achter-
asbelasting
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht
De som van het totale voertuiggewicht en het gewicht van de aan-
hangwagen kan worden gebruikt om te bepalen of de auto met een
aanhangwagen kan rijden.
Als het maximaal toelaatbaar totaalgewicht groter is dan het maxi-
maal toelaatbare voertuiggewicht, is uw auto uitgerust met een
trekhaakpakket en geschikt om te rijden met een aanhangwagen.
Als het maximaal toelaatbaar totaalgewicht echter hetzelfde is als
het maximaal toelaatbare voertuiggewicht, is uw auto niet uitgerust
met een trekhaakpakket en niet geschikt om te rijden met een aan-
hangwagen.
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht
Het totale gewicht van de bestuurder, passagiers, bagage, trek-
haak, auto en kogeldruk mag het maximaal toelaatbare voertuigge-
wicht niet met meer dan 100 kg overschrijden. Het is gevaarlijk om
dit gewicht te overschrijden.
Maximaal toelaatbare achterasbelasting
De achterasbelasting mag de maximale asbelasting niet met meer
dan 15% overschrijden. Het is gevaarlijk om dit gewicht te over-
schrijden.
Het maximale aanhangwagengewicht is bepaald bij tests op zeeni-
veau. Houd er rekening mee dat het motorvermogen en het maxi-
male aanhangwagengewicht op grotere hoogten lager zijn.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 238 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
239
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Als het maximaal toelaatbare voertuiggewicht of de maximale asbelas-
ting wordt overschreden
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval,
met ernstig letsel tot gevolg.
Verhoog de aanbevolen bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm
2
of bar,
3 psi). (Blz. 598)
Rijd niet harder dan de wettelijke limiet voor auto's met een aanhangwa-
gen of 100 km/h, waarbij de laagste limiet moet worden aangehouden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 239 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
240
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
461 mm
461 mm
838 mm
374 mm
308 mm
371 mm
35 mm
Montagepositie voor de trekhaak/afneembare trekhaak
1
2
3
4
5
6
7
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 240 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
241
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Informatie over banden
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm
2
of bar, 3 psi) als er
een aanhangwagen getrokken wordt. (Blz. 598)
Verhoog de bandenspanning van de aanhangwagen tot de waarde die de
fabrikant van de aanhangwagen opgeeft voor de combinatie van aanhang-
wagengewicht en belading.
Verlichting
Neem voor het plaatsen van aanhangwagenverlichting contact op met een
erkende dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige, aangezien onjuiste plaatsing de verlichting
van de auto kan beschadigen. Houd u bij het plaatsen van aanhangwagen-
verlichting aan de wettelijke voorschriften in uw land.
Inrijden
Toyota raadt het rijden met een aanhangwagen af gedurende de eerste 800
km als er onderdelen van de aandrijflijn van de auto vervangen zijn.
Veiligheidscontroles voor het rijden met een aanhangwagen
Controleer of de maximale kogeldruk voor de trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel niet overschreden wordt. Houd er rekening mee dat het
gewicht van de aanhangwagen moet worden opgeteld bij het gewicht van
de auto. Controleer ook of het totale gewicht van de auto binnen het maxi-
maal toegestane gewicht blijft. (Blz. 237)
Controleer of de lading op de aanhangwagen goed vastgezet is.
Maak, indien u het achteropkomend verkeer niet goed kunt zien met de
standaard buitenspiegels, gebruik van extra buitenspiegels. Stel de armen
van deze extra spiegels aan beide zijden zo af dat ze altijd maximaal zicht
bieden op de weg achter u.
Onderhoud
Als met de auto regelmatig met een aanhangwagen wordt gereden, moet er
vaker onderhoud worden uitgevoerd omdat de auto zwaarder belast wordt
dan bij het rijden zonder aanhangwagen.
Draai nadat er ongeveer 1.000 km met een aanhangwagen is gereden alle
bouten van de trekhaak nogmaals vast.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 241 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
242
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
De auto zal anders aanvoelen als u met een aanhangwagen rijdt.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om een onge-
val en ernstig letsel te voorkomen:
Controleer de elektrische aansluiting tussen de aanhangwa-
gen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte afstand gereden te hebben
en controleer, net als voor het wegrijden, of de verlichting van de
aanhangwagen werkt.
Oefen het rijden met een aanhangwagen
Oefen het rijden met een aanhangwagen in een omgeving zon-
der of met weinig verkeer, zodat u leert hoe de combinatie aan-
voelt bij het keren, stoppen en achteruitrijden.
Houd tijdens het achteruitrijden het stuurwiel stevig vast en draai
het stuurwiel rechtsom om de aanhangwagen naar links te stu-
ren en linksom om de aanhangwagen naar rechts te sturen. Ver-
draai het stuurwiel altijd geleidelijk om stuurfouten te voorkomen.
Laat iemand u bij het achteruitrijden begeleiden om de kans op
een ongeval te beperken.
Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de afstand tot uw voorligger
minimaal gelijk zijn aan de totale lengte van uw auto en de aan-
hangwagen. Voorkom plotselinge remmanoeuvres die tot een slip
zouden kunnen leiden. Als de auto in een slip raakt, zou u de con-
trole over de auto kunnen verliezen. De kans hierop is vooral aan-
wezig tijdens het rijden op een nat of glad wegdek.
OPMERKING
Als de achterbumperversterking van aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trekhaak niet direct in contact komt met
het aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in contact komen, ontstaat er een reactie
die te vergelijken is met corrosie, waardoor het desbetreffende gedeelte
verzwakt wordt en er schade kan ontstaan. Breng daarom op het contact-
vlak een roestwerend middel aan.
Advies
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 242 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
243
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Acceleratie/stuurcommando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat plotseling remmen niet nodig is.
Belangrijke punten met betrekking tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd bochten daarom ruimer aan dan u zou
doen als u niet met een aanhangwagen rijdt.
Belangrijke punten met betrekking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald worden door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertuigen veelvuldig in uw spiegels. Vermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen, mag de transmissie niet in stand
D staan. Zet de selectiehendel in stand B.
Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bij
buitentemperaturen hoger dan 30C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. (Blz. 582)
Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan-
hangwagen. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 243 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
244
4-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwagen of de maximaal toege-
stane gewichten niet worden overschreden. (Blz. 237)
Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhangwagen
niet.
Voor het afrijden van een lange helling
Verminder de snelheid en rem af op de motor.
Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode ach-
tereen in.
Anders kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwerking teruglo-
pen.
Voorkomen van een ongeval of letsel
Auto's met cruise control: Gebruik de cruise control niet als achter de auto
een aanhangwagen is gekoppeld.
Auto's met compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen wan-
neer het compacte reservewiel onder uw auto is gemonteerd.
Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet met een aanhangwagen wanneer
een band is gemonteerd die is gerepareerd met de bandenreparatieset.
OPMERKING
Sluit de aanhangwagenverlichting op de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwagenverlichting kan schade toebren-
gen aan het elektrische systeem van uw auto en storingen veroorzaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 244 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
245
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
4-2. Rijprocedures
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-informatiedisplay weergege-
ven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet worden
gestart.
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen. U hoeft de start-
knop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand van het contact wor-
den gestart.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Startknop
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 245 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
246
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 262)
Druk op de schakelaar voor
stand P. (Blz. 255)
Controleer of de positie-indicator
op het instrumentenpaneel P aan-
geeft. (Blz. 104)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de melding “Power ON.”
(contact AAN) op het multi-informatiedisplay uit is.
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 246 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
247
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken
als het rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert iedere
keer dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Wijzigen van de standen van het contact
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 247 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
248
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer dan een uur
AAN staat (hybridesysteem niet in werking) terwijl stand P is geselecteerd,
wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter niet geheel
uitsluiten dat de 12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedurende lan-
gere tijd in stand ACC of AAN staan terwijl het hybridesysteem niet in werking
is.
Geluiden en trillingen die kenmerkend zijn voor een hybrideauto
Blz. 74
Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 128
Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelampje READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje READY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan komen.
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Blz. 143, 177
Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 143
Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (Blz. 82)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als op het multi-informatiedisplay “Check entry & start system. (Con-
troleer Smart entry-systeem met startknop.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als het controlelampje READY niet gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste pro-
cedure voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 496
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 248 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
249
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Bedienen van de startknop
Als de knop niet kort en krachtig wordt ingedrukt, wijzigt de stand van het
contact mogelijk niet of wordt het hybridesysteem niet gestart.
Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nadat het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen moge-
lijk niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet een paar seconden
voordat u het hybridesysteem opnieuw start.
Functie automatisch selecteren van stand P
Als een andere schakelstand dan stand P is geselecteerd, wordt stand P
automatisch ingeschakeld als u op de startknop drukt wanneer de auto vol-
ledig tot stilstand is gekomen, waarna het contact UIT gaat.
Wanneer u het contact uit zet terwijl de selectiehendel niet in stand P staat:
Trap het rempedaal goed in en controleer of de schakelstand
* gewijzigd is
naar stand P voordat u het rempedaal langzaam loslaat.
*: Zelfs nadat het display van het dashboard uitgezet is, wordt de positie-indi-
cator gedurende enkele seconden weergegeven.
Als het regelsysteem voor stand P defect is
Het contact kan niet worden uitgezet. In dergelijke gevallen kan de knop uit-
gezet worden door de parkeerrem te activeren.
Laat de auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer een storing in het systeem optreedt.
Als het Smart entry-systeem met startknop of de startknopfunctie is uit-
geschakeld via persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 574
WAARSCHUWING
Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvorens het hybridesysteem te star-
ten. Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten
van het hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
Uitschakelen van het hybridesysteem in noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. (Blz. 521)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaarder gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 249 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
250
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat het contact niet gedurende langere tijd in de stand ACC of AAN staan
wanneer het hybridesysteem niet in werking is.
Als het hybridesysteem uitgeschakeld is maar het controlelampje in de
startknop nog brandt, geeft dit aan dat het contact nog AAN is. Controleer
voordat u uitstapt altijd of het contact UIT is.
Starten van het hybridesysteem
Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat uw auto dan onmiddellijk
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Symptomen die kunnen duiden op een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan normaal, bijvoorbeeld als de
knop iets blijft hangen, kan de startknop defect zijn. Neem direct contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 250 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
251
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje EV
MODE branden. Door in de EV-
modus de schakelaar in te druk-
ken, wordt teruggekeerd naar nor-
maal rijden (aandrijving door de
benzinemotor en de elektromotor
[tractiemotor]).
Omstandigheden waarin de EV-modus niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden ingescha-
keld. Als de stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer en ver-
schijnt er een melding op het multi-informatiedisplay.
De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het
rijden met hoge snelheid, enz.
De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een temperatuur lager
dan 0
C gestaan.
De benzinemotor is aan het opwarmen.
Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor
wordt aangegeven, is laag. (Blz. 121)
Rijsnelheid is hoog.
Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
De voorruitverwarming is ingeschakeld.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elektrisch vermogen geleverd door het
batterijpakket (tractiebatterij) en wordt alleen de elektromotor
(tractiemotor) gebruikt voor de aandrijving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het 's nachts of in de vroege mor-
gen door woonwijken rijden of het rijden in een parkeergarage,
enz. zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over geluidsover-
last of uitlaatgassen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 251 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
252
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
De EV-modus inschakelen wanneer de benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt gestart, wordt
automatisch de benzinemotor gestart, zodat deze op temperatuur kan
komen. In dat geval kan de EV-modus niet worden ingeschakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het controlelampje READY
brandt en voordat de benzinemotor start op de schakelaar EV MODE om de
EV-modus in te schakelen.
Automatische uitschakeling van de EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch
de benzinemotor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgeschakeld,
klinkt er een zoemer, knippert het controlelampje EV MODE en gaat het ver-
volgens uit en wordt er een melding weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.
Rijsnelheid is hoog.
Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar honderd meter
tot ongeveer 2 km. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van de auto
echter situaties waarbij de EV-modus niet kan worden gebruikt.
(De maximale rijafstand is afhankelijk van de laadtoestand van het batterij-
pakket [tractiebatterij] en de rijomstandigheden.)
Wijzigen van de rijmodus vanuit de EV-modus
De EV-modus kan worden gebruikt in combinatie met de ECO-modus en de
POWER-modus.
De EV-modus kan echter automatisch uitgeschakeld worden wanneer deze
gebruikt wordt in combinatie met de POWER-modus.
Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een zo laag mogelijk brandstofver-
bruik onder normale rijomstandigheden (aandrijving door benzinemotor en
elektromotor [tractiemotor]). Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan nodig
is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de EV-modus zorgvuldig de omgeving van
de auto. Omdat er geen motorgeluiden zijn, merken voetgangers, fietsers of
andere verkeersdeelnemers en voertuigen in de omgeving mogelijk niet dat
de auto wegrijdt of hen nadert. Wees dus tijdens het rijden extra alert.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 252 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
253
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Bedien de selectiehendel soepel en op de juiste manier.
Laat de selectiehendel na het schakelen steeds los, zodat hij kan
terugkeren naar positie .
Beweeg de selectiehendel bij het schakelen naar stand D of R
door de schakelcoulisse.
Beweeg de selectiehendel naar links en houd de hendel in
deze positie om stand N in te schakelen. De schakelstand wij-
zigt naar N.
Beweeg de selectiehendel naar achteren door de schakelcou-
lisse om stand B in te schakelen. Schakelen naar stand B is
alleen mogelijk wanneer schakelstand D geselecteerd is.
Zorg bij het schakelen van P naar N, D of R, van D naar R of van R
naar D dat het rempedaal ingetrapt is en dat de auto stilstaat.
Hybridetransmissie
Bedienen van de selectiehendel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 253 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
254
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
De positie van het frame op de positie-indicator wijzigt op basis van
de actuele schakelstand.
Controleer bij het selecteren van een schakelstand de positie-indica-
tor op het dashboard om na te gaan of de gewenste stand ingescha-
keld is.
Wanneer een andere schakelstand dan D of B geselecteerd wordt,
verdwijnt de pijl die naar B wijst uit de positie-indicator.
*: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor
een zo laag mogelijk brandstofverbruik en een zo laag mogelijke geluids-
productie.
Doel van de schakelstanden
Schakelstand Functie
P
Parkeren van de auto of starten van het hybridesys-
teem
R Achteruit
N Neutraalstand
D Normaal rijden*
B
Motorremwerking op een gemiddeld niveau bij het
afrijden van heuvels of op steile hellingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 254 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
255
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Als stand P wordt ingeschakeld
De schakelstand kan gewijzigd worden naar stand P met behulp
van de schakelaar voor stand P.
Breng de auto volledig tot stil-
stand en houd het rempedaal
ingetrapt. Druk vervolgens op
de schakelaar voor stand P.
Wanneer de schakelstand gewij-
zigd is naar P, gaat de indicator
in de schakelaar branden.
Controleer of de indicator voor
stand P brandt op de positie-
indicator.
Wijzigen van de schakelstand vanuit stand P
Bedien de selectiehendel terwijl u het rempedaal stevig intrapt.
Als u de selectiehendel bedient zonder dat u het rempedaal
intrapt, klinkt er een zoemer en is schakelen niet mogelijk.
Controleer nadat u de schakelstand geselecteerd hebt via de
schakelstandindicator of de gewenste schakelstand is ingescha-
keld. (Blz. 104)
De schakelstand kan niet rechtstreeks gewijzigd worden van P
naar B.
Schakelaar stand P
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 255 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
256
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
De volgende standen kunnen afhankelijk van de rijomstandigheden
geselecteerd worden.
ECO-rijmodus
Gebruik de ECO-modus voor een laag brandstofverbruik tijdens ritten
waarbij vaak wordt geaccelereerd en geremd. De werking van de aircondi-
tioning wordt beperkt.
Druk nogmaals op de schakelaar ECO MODE om de ECO-modus uit te
schakelen.
De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de schakelaar ECO
MODE drukt, ook niet als het contact UIT wordt gezet.
Druk op de schakelaar PWR MODE om naar de POWER-modus te gaan.
POWER-modus
Gebruik deze modus wanneer de auto snel en soepel moet reageren, bij-
voorbeeld bij het rijden in bergachtige gebieden of tijdens het inhalen.
Druk nogmaals op de schakelaar PWR MODE om de POWER-modus uit
te schakelen.
Door het contact UIT te zetten wordt de POWER-modus uitgeschakeld.
Druk op de schakelaar ECO MODE om naar de ECO-modus te gaan.
Selecteren van een rijmodus
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 256 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
257
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Remwerking van de motor
Selecteer stand B om gebruik te maken van de motorremwerking.
Tijdens het rijden met hoge snelheden merkt u wellicht dat de vertraging
door de motorremwerking kleiner is dan bij conventionele auto's.
Rijd onder normale omstandigheden niet langdurig met de transmissie in
stand B.
Dit kan een ongunstige invloed op het brandstofverbruik hebben. Gebruik,
om dit te voorkomen, stand D voor normale rijomstandigheden.
Waarschuwingszoemer achteruitrijden
Wanneer de selectiehendel in stand R wordt gezet, klinkt er een zoemer om
de bestuurder te informeren dat schakelstand R is ingeschakeld.
Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de selectiehendel in stand
N staat.
Er klinkt een zoemer om de bestuurder te informeren dat schakelstand N is
ingeschakeld.
ECO-rijmodus
Wanneer het gaspedaal in de ECO-modus wordt ingetrapt, duurt het accele-
reren mogelijk langer dan normaal. Dit is normaal.
Schakelstanden
Wanneer het contact UIT staat, kan de schakelstand niet worden gewijzigd.
Wanneer het contact AAN staat (het hybridesysteem werkt niet), kan de
schakelstand alleen worden gewijzigd in N. De schakelstand wordt gewij-
zigd in N, zelfs wanneer de selectiehendel in stand D of R wordt gezet en
gehouden.
Wanneer het controlelampje READY brandt, kan de schakelstand worden
gewijzigd van P in D, N of R.
Wanneer het controlelampje READY knippert, kan de schakelstand vanuit
stand P niet gewijzigd worden, ook al wordt de selectiehendel bediend.
Wacht totdat het controlelampje READY na het knipperen blijft branden en
bedien vervolgens de selectiehendel nogmaals.
De schakelstand kan alleen vanuit D rechtstreeks gewijzigd worden naar B.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 257 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
258
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
Alarmmeldingen
Als wordt getracht om de schakelstand te wijzigen door de selectiehendel in
een andere stand te zetten of op de schakelaar stand P te drukken in één van
de volgende situaties, klinkt er een zoemer en is schakelen niet meer moge-
lijk of wordt de schakelstand automatisch gewijzigd naar N. Selecteer in dat
geval een geschikte schakelstand.
Situaties waarbij schakelen niet mogelijk is:
Als wordt getracht om vanuit P een andere stand in te schakelen door de
selectiehendel te bewegen zonder dat het rempedaal wordt ingetrapt.
Als wordt getracht om de selectiehendel vanuit stand P of N in stand B te
zetten.
Situaties waarbij de schakelstand automatisch gewijzigd wordt naar N:
Wanneer op de schakelaar voor stand P wordt gedrukt terwijl de auto
rijdt.
*
1
Als wordt getracht de selectiehendel in stand R te zetten terwijl de auto
vooruitrijdt.
*
2
Als wordt getracht de selectiehendel in stand D te zetten terwijl de auto
achteruitrijdt.
*
3
Als wordt getracht om de selectiehendel vanuit stand R in stand B te zet-
ten.
*
1
: De schakelstand verandert mogelijk in P wanneer met zeer lage snelheid
wordt gereden.
*
2
: De schakelstand verandert mogelijk in R als met lage snelheid wordt
gereden.
*
3
: De schakelstand verandert mogelijk in D als met lage snelheid wordt
gereden.
Bij het rijden met ingeschakelde cruise control (indien aanwezig)
Ook wanneer er van de rijmodus naar de POWER-modus wordt geschakeld
om op de motor af te remmen, wordt de motorremwerking niet geactiveerd
omdat de cruise control niet wordt uitgeschakeld. (Blz. 314)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. waarschuwingszoemer achteruitrijden) kunnen worden
gewijzigd.
(Systeem met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 604)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 258 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
259
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden op een glad wegdek
Accelereer of wijzig de schakelstand niet plotseling.
Door plotseling afremmen op de motor kan de auto in een slip raken, wat
kan leiden tot een ongeval.
Selectiehendel
Verwijder de selectiehendelknop niet en gebruik uitsluitend de originele
Toyota selectiehendelknop. Hang ook niets aan de selectiehendel.
Hierdoor kan de selectiehendel niet in zijn oorspronkelijke positie terugke-
ren met mogelijk ongevallen tot gevolg wanneer de auto in beweging is.
Schakelaar stand P
Druk nooit op de schakelaar voor stand P terwijl de auto nog rijdt.
Als u op de schakelaar van stand P drukt terwijl u zeer langzaam rijdt (bv.
direct voordat u de auto tot stilstand brengt), kan de auto plotseling tot stil-
stand komen wanneer de schakelstand wijzigt naar P. Dit kan tot een onge-
val leiden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 259 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
260
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Situaties waarbij storingen in het regelsysteem voor stand P mogelijk
zijn
Als een van de volgende situaties zich voordoet, zijn er mogelijk storingen
in het regelsysteem voor stand P.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats met een vlakke ondergrond
tot stilstand, activeer de parkeerrem en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay
verschijnt. (Blz. 536)
Wanneer de positie-indicator uit blijft.
Lading batterijpakket (tractiebatterij)
Als schakelstand N geselecteerd is, wordt het batterijpakket (tractiebatterij)
niet geladen. Houd stand N niet gedurende langere tijd ingeschakeld, om te
voorkomen dat het batterijpakket leegraakt.
Als de selectiehendel niet uit stand P kan worden gezet
De kans bestaat dat de 12V-accu leeg is. Controleer in dit geval de 12V-
accu.
Aanwijzingen met betrekking tot het bedienen van de selectiehendel en
de schakelaar voor stand P
Bedien de selectiehendel en de schakelaar voor stand P niet herhaaldelijk
en snel achter elkaar.
De systeembeveiligingsfunctie kan worden ingeschakeld en het kan tijdelijk
niet mogelijk zijn om een andere stand dan stand P in te schakelen. Wacht
in dit geval even voordat u opnieuw probeert te schakelen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 260 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
261
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Rechts afslaan
Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets
omhoog en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de rech-
terzijde zullen drie keer knipperen.
Rijstrookwisseling naar links
(beweeg de hendel iets omlaag
en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de lin-
kerzijde zullen drie keer knipperen.
Links afslaan
De richtingaanwijzers kunnen bediend worden als
Het contact AAN staat.
Als het controlelampje sneller knippert dan normaal
Controleer of er een lamp van de richtingaanwijzer voor of achter is doorge-
brand.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het aantal keren dat de richtingaanwijzers tijdens het veranderen van rij-
strook knipperen kan worden aangepast. (Systeem met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen Blz. 604)
Richtingaanwijzerschakelaar
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 261 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
262
4-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
Activeer de parkeerrem door de
parkeerremhendel helemaal
aan te trekken terwijl u het rem-
pedaal intrapt.
Deactiveer de parkeerrem door
de hendel iets omhoog te trek-
ken en deze dan volledig naar
beneden te drukken terwijl u de
knop op de hendel ingedrukt
houdt.
Parkeren van de auto
Blz. 225
Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem
Als de auto met een snelheid van ongeveer 5 km/h of meer rijdt met de par-
keerrem geactiveerd, klinkt er een zoemer.
“Release parking brake.” (deactiveer parkeerrem) wordt op het multi-informa-
tiedisplay weergegeven.
Gebruik in de winter
Blz. 348
Parkeerrem
Bedieningsinstructies
1
2
OPMERKING
Voordat u gaat rijden
Deactiveer de parkeerrem.
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is geactiveerd, kunnen de onderde-
len van het remsysteem oververhit raken, waardoor de remprestaties in
negatieve zin kunnen worden beïnvloed en de onderdelen van het remsys-
teem sneller slijten.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 262 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
263
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:
Type A
De dagrijverlichting
wordt ingeschakeld.
(Blz. 267)
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kente-
kenplaat- en dash-
boardverlichting gaan
branden.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
verlichting gaan bran-
den.
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 263 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
264
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
Type B
De koplampen, de
dagrijverlichting
(Blz. 267) en alle ver-
lichting die hieronder
genoemd is, worden
automatisch in- en uit-
geschakeld.
(Wanneer het contact
AAN staat.)
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kente-
kenplaat- en dash-
boardverlichting gaan
branden.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
verlichting gaan bran-
den.
De dagrijverlichting
wordt ingeschakeld.
(Blz. 267)
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 264 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
265
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
weer uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplampen in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplampen gedurende 30 seconden
worden ingeschakeld wanneer het contact UIT staat.
Trek nadat u het contact UIT hebt
gezet de hendel naar u toe en laat
hem los terwijl de lichtschakelaar
in de stand (indien aanwe-
zig) of staat.
De lichten doven onder de vol-
gende omstandigheden:
Het contact wordt AAN gezet.
De lichtschakelaar wordt inge-
schakeld.
U trekt de lichtschakelaar naar u toe en laat hem los.
Inschakelen van het grootlicht
1
2
Follow Me Home-systeem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 265 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
266
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
De koplamphoogte kan worden afgestemd op het aantal passagiers in
de auto en de mate van belading.
Verhogen van de koplamp-
hoogte
Verlagen van de koplamp-
hoogte
Aanwijzing voor instellen van de koplamphoogte
Draaiknop koplampverstelling (auto's met halogeenkoplampen)
1
2
Aantal inzittenden en hoeveelheid bagage
Stand knop
Inzittenden Hoeveelheid bagage
Bestuurder Geen 0
Bestuurder en
voorpassagier
Geen 0
Alle zitplaatsen bezet Geen 1,5
Alle zitplaatsen bezet Maximale belading 2,5
Bestuurder Maximale belading 3,5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 266 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
267
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als het hybridesysteem
wordt gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar
uit of in de stand . (Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen
en mistlampen voor worden automatisch uitgeschakeld als het contact UIT
wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: Alle verlichting wordt auto-
matisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de licht-
schakelaar een keer in stand OFF en daarna terug in stand of .
Zoemer verlichting
Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand ACC staat en het bestuur-
dersportier geopend wordt terwijl de verlichting is ingeschakeld.
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 267 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
268
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
Automatische verticale koplampverstelling (auto's met led-koplampen)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding van andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minu-
ten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt:
De koplampen en/of achterlichten branden.
Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
Wanneer het contact AAN wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 604)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 268 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
269
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Schakelaar mistachterlicht
Schakelt het mistachter-
licht uit
Schakelt het mistachter-
licht in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals
te draaien, wordt het mistachter-
licht uitgeschakeld.
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoals bij regen of mist.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 269 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
270
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
Schakelaar mistlampen voor/mistachterlicht
Schakelt de mistlam-
pen voor en de mistach-
terlichten uit
Schakelt de mistlam-
pen voor in
Schakelt de mistlam-
pen voor en het mist-
achterlicht in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals
te draaien wordt alleen het mist-
achterlicht uitgeschakeld.
Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Auto's met schakelaar mistachterlicht
De koplampen worden ingeschakeld.
Auto's met schakelaar mistlampen voor en mistachterlicht
Mistlampen voor: De koplampen of parkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht: De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 270 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
271
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Ruitenwissers met intervalafstelling
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hendel
als volgt te bewegen: Als de intervalstand wordt geselecteerd, kan het
wisinterval ook worden gewijzigd.
Intervalstand
Lage snelheid ruitenwis-
sers
Hoge snelheid ruiten-
wissers
Enkele slag
Het wisinterval kan worden gewijzigd als de intervalstand wordt gese-
lecteerd.
Verhoogt de frequentie van het
interval
Verlengt het interval van de wis-
serwerking
Ruitenwissers en -sproeiers
Bedienen van de ruitenwisserhendel
1
2
3
4
5
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 271 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
272
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers maken automa-
tisch een aantal wisbewegingen
nadat de sproeier in werking treedt.
Auto's met koplampsproeiers: Als
de koplampen aan zijn en u de
hendel naar u toe getrokken houdt,
werken de koplampsproeiers één
keer. Daarna werken de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de
hendel naar u toe trekt.
Ruitenwissers met regensensor
In de stand AUTO werken de ruitenwissers automatisch wanneer de
sensor signaleert dat het regent. De wissnelheid wordt automatisch
afgestemd op de hoeveelheid neerslag en de rijsnelheid.
Stand AUTO
Lage snelheid ruitenwis-
sers
Hoge snelheid ruiten-
wissers
Enkele slag
In de stand AUTO kan de gevoeligheid van de sensor als volgt wor-
den ingesteld door de schakelaarring te draaien.
Verhoogt de gevoeligheid van
de ruitenwisser met regensen-
sor
Verlaagt de gevoeligheid van
de ruitenwisser met regensen-
sor
7
1
2
3
4
5
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 272 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
273
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers maken automa-
tisch een aantal wisbewegingen
nadat de sproeier in werking treedt.
Auto's met koplampsproeiers: Als
de koplampen aan zijn en u de
hendel naar u toe getrokken houdt,
werken de koplampsproeiers één
keer. Daarna werken de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de
hendel naar u toe trekt.
De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking (auto's met ruiten-
wissers met regensensor)
Ook voor de andere standen zal, net als voor de stand AUTO, de tijd tot de
enkele slag om de laatste druppels te verwijderen na het gebruik van de rui-
tensproeier veranderen afhankelijk van de rijsnelheid.
Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN staat, werken de ruitenwissers één keer om aan te geven dat de
stand AUTO is geactiveerd.
Als de temperatuur van de regensensor 90C of hoger is, of -15C of lager
is, werkt de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenwisserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
Als er geen ruitensproeiervloeistof op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn.
7
De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
De auto is voorzien van een optische
sensor. Deze werkt mogelijk niet goed
als zonlicht van de opkomende of
ondergaande zon af en toe op de voor-
ruit valt of als er insecten o.i.d. op de
voorruit zitten.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 273 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
274
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van de ruitenwissers in
de stand AUTO (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als de sensor
wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootgesteld terwijl
de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat u zich niet kunt
bezeren als de ruitenwissers in werking treden.
OPMERKING
Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
Als er geen ruitensproeiervloeistof uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken houdt, kan de
sproeierpomp beschadigd raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dat geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 274 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
275
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hendel
als volgt te bewegen:
Intervalstand ruitenwis-
sers
Normale stand ruitenwis-
sers
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwisser maakt automatisch
een aantal wisbewegingen nadat
de sproeier in werking is getreden.
De achterruitenwisser en -sproeier kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
Als er geen ruitensproeiervloeistof op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkop niet verstopt is.
Achterruitenwisser en -sproeier
Bedieningsinstructies
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 275 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
276
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achterruit droog is omdat de achterruit
hierdoor beschadigd kan raken.
Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aangezien de sproeierpomp oververhit
kan raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dat geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 276 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
277
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
4-4. Tanken
Sluit alle portieren en ruiten en zet het contact UIT.
Controleer de brandstofsoort.
Brandstofsoorten
Blz. 602
Vulopening brandstoftank voor loodvrije benzine
Om vergissingen bij tankstations te voorkomen, is uw auto uitgerust met een
kleinere vulopening speciaal voor loodvrije benzine.
Openen van de tankdop
Voer de volgende stappen uit om de tankdop te openen:
Voor het tanken
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 277 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
278
4-4. Tanken
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in
acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Raak na het verlaten van de auto en voor het openen van de tankdopklep
een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit
af te voeren. Het is belangrijk om statische elektriciteit af te voeren voordat
u gaat tanken, omdat vonken als gevolg van statische elektriciteit brand-
stofdampen tot ontbranding kunnen brengen.
Pak de tankdop bij de greep vast en draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop kan er een sissend geluid hoorbaar
zijn. Wacht tot het geluid verdwenen is alvorens de tankdop te verwijde-
ren. Bij hoge buitentemperaturen kan er brandstof uit de vulpijp spuiten en
letsel veroorzaken.
Zorg ervoor dat er niemand die de eventueel aanwezige statische elektrici-
teit van zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in de buurt van een niet afgeslo-
ten brandstoftank komt.
Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk zijn als ze ingeademd worden.
Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ontstaan.
Keer niet naar de auto terug als u statisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming en daarmee brand veroorzaken.
Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat de
brandstoftank overstroomt:
Plaats het vulpistool nauwkeurig in de vulpijp.
Stop met het vullen van de tank wanneer het vulpistool automatisch uit
klikt.
Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
Tanken
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Anders kan schade aan de auto ontstaan, zoals het slecht functioneren van
het emissieregelsysteem, of beschadiging van de onderdelen van het
brandstofsysteem of van de lak.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 278 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
279
4-4. Tanken
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Trek de ontgrendeling van de
tankdopklep omhoog om de
tankdopklep te openen.
Draai de tankdop langzaam
open en plaats hem in de hou-
der op de tankdopklep.
Draai na het tanken van brandstof
de tankdop tot u een klik hoort.
Als u de dop loslaat, zal hij iets in
de andere richting draaien.
Openen van de tankdop
1
2
Sluiten van de tankdop
WAARSCHUWING
Vervangen van de tankdop
Gebruik alleen de originele Toyota-tankdop voor uw auto. Anders kan er
brand ontstaan of kunnen zich andere ongevallen voordoen, wat kan leiden
tot ernstig letsel.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 279 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
280
UK AURIS_HV_HB_EE
4-5. Toyota Safety Sense
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 286
LDA (Lane Departure Alert)
Blz. 299
Automatic High Beam-systeem
Blz. 304
RSA (Road Sign Assist)
Blz. 308
Toyota Safety Sense
: Indien aanwezig
Toyota Safety Sense bestaat uit de volgende ondersteunende
systemen en draagt bij aan een veilige en comfortabele rijerva-
ring:
WAARSCHUWING
Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te werken met als uitgangspunt dat
de bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen de gevolgen van een aanrijding
voor de inzittenden en de auto te beperken of de bestuurder te assisteren
onder normale rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem, aangezien er een grens is aan de
mate van nauwkeurigheid bij de herkenning en de ondersteunende moge-
lijkheden die dit systeem kan bieden. Het is altijd de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om de omgeving van de auto in de gaten te houden en
veilig te rijden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 280 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
281
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Het Pre-Crash Safety-systeem is uitgerust met een geavanceerde
computer die bepaalde informatie opslaat, zoals:
Status gaspedaal
Status rempedaal
Rijsnelheid
Bedrijfsstatus van de functies van het Pre-Crash Safety-systeem
Informatie (zoals de afstand en het relatieve snelheidsverschil tus-
sen uw auto en de voorligger of andere objecten)
Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze computer worden opgesla-
gen, gebruiken om storingen vast te stellen, onderzoek te doen en
de kwaliteit van haar producten te verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet beschikbaar aan
derden, behalve:
Met toestemming van de eigenaar van de auto of, wanneer het
een leaseauto betreft, van de leaserijder van de auto
Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander
overheidsorgaan
Voor gebruik door Toyota in een rechtszaak
Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan
een bepaalde auto of eigenaar
Opslaan voertuiginformatie
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 281 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
282
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
De sensor voor bevindt zich aan
de bovenzijde van de voorruit. Hij
bestaat uit 2 soorten sensoren,
die beide informatie signaleren die
nodig is voor de werking van de
ondersteunende systemen.
Lasersensoren
Monoculaire camerasensor
Sensor voor
1
2
WAARSCHUWING
Sensor voor
De sensor voor maakt gebruik van lasers om voertuigen voor uw auto te
signaleren. De sensor voor is een klasse 1M laserproduct volgens de stan-
daard IEC 60825-1. Onder normale gebruiksomstandigheden zijn deze
lasers niet schadelijk voor het blote oog. Neem echter wel de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dit niet doet, kunnen uw ogen ernstig beschadigd raken of kunt u zelfs
blind worden.
Probeer de sensor voor nooit te demonteren (bijvoorbeeld de lenzen te
verwijderen), om blootstelling aan schadelijke laserstralen te voorkomen.
Bij demontage is de sensor voor een klasse 3B laserproduct volgens de
standaard IEC 60825-1. Klasse 3B lasers zijn gevaarlijk en vormen bij
directe blootstelling een risico op oogletsel.
Probeer niet in de sensor voor te kijken met een vergrootglas, microscoop
of ander optisch instrument op een afstand van minder dan 100 mm.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 282 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
283
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Laserclassificatielabel
Label met uitleg over laser
Laseremissiegegevens
Maximaal gemiddeld vermogen: 45 mW
Pulsduur: 33 ns
Golflengte: 905 nm
Divergentie (horizontaal x verticaal): 28° x 12°
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 283 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
284
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Storingen in de sensor voor voorkomen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de sensor voor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Houd de voorruit te allen tijde schoon. Reinig de voorruit als deze vuil is of
als er een dun olielaagje, waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten). Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de bin-
nenzijde van de voorruit vóór de sensor voor vuil is.
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm rechts en links van het midden van
de sensor voor)
Als er een groot verschil bestaat tussen de temperatuur in de auto en de
buitentemperatuur, bijvoorbeeld in de winter, is de kans groot dat de voor-
ruit beslaat. Als de voorruit vóór de sensor voor is beslagen of wanneer er
condens of ijs op de voorruit zit, gaat het waarschuwingslampje PCS
mogelijk branden en wordt het systeem mogelijk tijdelijk uitgeschakeld.
Gebruik in zo'n geval de voorruitverwarming om de voorruit te ontwase-
men, enz. (Blz. 418)
Als er waterdruppels op de voorruit vóór de sensor voor zitten, gebruik
dan de ruitenwissers voor om deze te verwijderen.
Als de waterdruppels niet goed worden verwijderd, neemt de werking van
de sensor voor mogelijk af.
Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers e.d. op de buitenzijde
van de voorruit vóór de sensor voor (het
grijze gebied in de afbeelding).
A: Van de bovenzijde van de voorruit tot
ongeveer 10 cm onder de onderkant
van de sensor voor
Plaats of bevestig niets op de binnen-
zijde van de voorruit onder de sensor
voor (het grijze gebied in de afbeel-
ding).
A: Ongeveer 10 cm (vanaf de onderkant
van de sensor voor)
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm
rechts en links van het midden van de
sensor voor)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 284 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
285
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voorruit vóór
de sensor voor met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten worden ver-
vangen.
Plak geen ruitfolie op de voorruit.
Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de voorruit moet worden vervangen.
Plaats geen antenne vóór de sensor voor.
Zorg ervoor dat de sensor voor niet nat wordt.
Voorkom dat er fel licht op de sensor voor schijnt.
Zorg ervoor dat de sensor voor niet vuil wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voor dat er geen
glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de lens vuil of beschadigd is.
Stel de sensor voor niet bloot aan sterke schokken.
Wijzig de montagepositie of -richting van de sensor voor niet en verwijder
de sensor niet.
Haal de sensor voor niet uit elkaar.
Plaats geen elektronische apparaten of apparaten die sterke elektrische
golfsignalen versturen in de buurt van de sensor voor.
Wijzig geen onderdelen van de auto rond de sensor voor (binnenspiegel,
zonnekleppen, enz.) of het dak.
Bevestig geen accessoires die de sensor voor mogelijk hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet
worden geplaatst voor dat deze de sensor voor niet hindert.
Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
Monteer of plaats geen onderdelen op het dashboard.
Montageplaats van de sensor voor op de voorruit
Als de voorruit snel beslagen raakt, is het glas rondom de sensor voor
mogelijk warm doordat de verwarming in werking is. Als u het glas aan-
raakt, kunt u brandwonden oplopen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 285 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
286
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt
dat een aanrijding aan de voor-
zijde waarschijnlijk is, klinkt er
een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informa-
tiedisplay om de bestuurder
aan te sporen om uit te wijken.
Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem vaststelt dat de kans op een frontale aanrij-
ding groot is, past het systeem een grotere remkracht toe in relatie
tot de kracht waarmee het rempedaal wordt ingetrapt.
Pre-Crash Brake-systeem
Als het systeem vaststelt dat de kans op een frontale aanrijding met
een auto groot is, waarschuwt het systeem de bestuurder. Wanneer
het systeem oordeelt dat een aanrijding zeer waarschijnlijk is, wor-
den de remmen automatisch bekrachtigd om te helpen een aanrij-
ding te voorkomen of de snelheid van de aanrijding te verlagen.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
: Indien aanwezig
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van de sensor
voor om voorliggers te signaleren. Wanneer het systeem oor-
deelt dat een aanrijding aan de voorzijde met een voertuig waar-
schijnlijk is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt de potentiële
remdruk verhoogd om de bestuurder te helpen een aanrijding te
voorkomen. Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding
aan de voorzijde met een voertuig zeer waarschijnlijk is, worden
de remmen automatisch bekrachtigd om te helpen een aanrij-
ding te voorkomen of om de impact van een aanrijding te helpen
verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het
waarschuwingstijdstip kan worden gewijzigd. (Blz. 289)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 286 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
287
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Pre-Crash Safety-systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd
veilig en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem nooit in plaats van normaal rem-
men. Dit systeem voorkomt niet in alle gevallen een aanrijding en vermin-
dert ook niet altijd de schade of het letsel bij de aanrijding. Vertrouw niet
alleen op dit systeem. Als u dat wel doet, kunt u een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Hoewel dit systeem is ontworpen om aanrijdingen te helpen voorkomen of
de schade bij een aanrijding te helpen beperken, is het effect afhankelijk
van allerlei omstandigheden. Hierdoor bereikt het systeem mogelijk niet
altijd hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen aandachtig door. Vertrouw niet blin-
delings op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is: Blz. 291
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk niet juist werkt:
Blz. 295
Probeer niet zelf de werking van het Pre-Crash Safety-systeem te testen,
omdat het systeem mogelijk niet juist werkt, hetgeen kan leiden tot een
ongeval.
Pre-Crash Brake-systeem
Het Pre-Crash Brake-systeem werkt mogelijk niet, afhankelijk van de
bediening van de auto door de bestuurder. Als het gaspedaal diep wordt
ingetrapt of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt het systeem mogelijk
dat de bestuurder een uitwijkactie uitvoert en werkt het Pre-Crash Brake-
systeem mogelijk niet.
Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is ingeschakeld, wordt in sommige
gevallen de werking ervan mogelijk uitgeschakeld, wanneer het gaspedaal
diep wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt gedraaid en het systeem oor-
deelt dat de bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
Er wordt veel remkracht toegepast terwijl het Pre-Crash Brake-systeem in
werking is. Bovendien moet de bestuurder indien nodig het rempedaal
intrappen, aangezien de werking van de Pre-Crash Brake-functie wordt
uitgeschakeld wanneer de auto gedurende ongeveer 2 seconden stilstaat
nadat de auto is stilgezet door de werking van het Pre-Crash Brake-sys-
teem.
Als het rempedaal wordt ingetrapt, oordeelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en stelt het mogelijk het werkingstijd-
stip van de Pre-Crash Brake-functie uit.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 287 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
288
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Bij het rijden over bijvoorbeeld een spoorwegovergang stelt het systeem
mogelijk vast dat een aanrijding met een object, zoals spoorbomen, waar-
schijnlijk is en wordt de Pre-Crash Brake-functie geactiveerd.
Voer de onderstaande handelingen uit om de auto in een noodgeval, bij-
voorbeeld wanneer het systeem op een spoorwegovergang in werking
treedt, te verplaatsen en neem de benodigde maatregelen voor uw veilig-
heid.
Trap het gaspedaal in als de auto tot stilstand is gekomen.
Trap het gaspedaal volledig in als de auto decelereert. (Blz. 290)
Schakel het Pre-Crash Safety-systeem uit. (Blz. 289)
Wanneer moet het Pre-Crash Safety-systeem uitgeschakeld worden
Schakel in de volgende situaties het systeem uit, omdat het mogelijk niet
juist werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan:
Als de auto wordt gesleept
Als uw auto een andere auto sleept
Bij het vervoeren van de auto op een vrachtwagen, boot, trein of vergelijk-
baar transportmiddel
Wanneer de auto wordt opgetakeld terwijl het hybridesysteem aan staat
en de wielen vrij kunnen draaien
Tijdens controle van de auto met een rollentestbank, zoals een vermo-
gensbank of snelheidsmetertester, of bij gebruik van een wielstabilisator
Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoor-
beeld als hij betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn
Als met een sportieve rijstijl of in het terrein wordt gereden
Wanneer de banden in slechte staat verkeren en niet goed presteren
(Blz. 473, 491)
Als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
Als er een compact reservewiel of een bandenreparatieset wordt gebruikt
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 288 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
289
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
In-/uitschakelen van het Pre-Crash Safety-systeem
Druk gedurende ten minste 3
seconden op de PCS-schake-
laar.
Het waarschuwingslampje PCS
gaat branden en er wordt een
melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer
het systeem wordt uitgescha-
keld.
Druk nogmaals op de PCS-
schakelaar om het systeem in te
schakelen.
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt iedere keer wanneer het hybride-
systeem wordt gestart, ingeschakeld.
Wijzigen van de timing van de Pre-Crash-waarschuwing
Druk de PCS-schakelaar in om het actuele timing van de waar-
schuwing op het multi-informatiedisplay weer te geven. Telkens
wanneer op de PCS-schakelaar wordt gedrukt in de weergegeven
status, wijzigt de timing van de waarschuwing als volgt:
Als de instelling van de timing is gewijzigd, blijft de instelling de vol-
gende keer dat het hybridesysteem wordt gestart, bewaard.
Ver weg
De waarschuwing treedt eerder
in werking dan bij de standaard-
timing.
Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
Dichtbij
De waarschuwing treedt later in
werking dan bij de standaardti-
ming.
Wijzigen van de instellingen van het Pre-Crash Safety-systeem
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 289 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
290
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Werkingsvoorwaarden
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en oordeelt dat een aan-
rijding aan de voorzijde met een voertuig waarschijnlijk is.
De verschillende functies werken bij de volgende snelheden:
Pre-Crash-waarschuwing:
De rijsnelheid is ongeveer 15 tot 140 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en een voorligger is ongeveer 15
km/h of groter.
Pre-Crash Brake Assist:
De rijsnelheid is ongeveer 30 tot 80 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en een voorligger is ongeveer 30
km/h of groter.
Pre-Crash Brake-systeem:
De rijsnelheid is ongeveer 10 - 80 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en een voorligger is ongeveer 10
km/h of groter.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens
gedurende een bepaalde tijd niet met de auto is gereden
Als de selectiehendel in stand R wordt gezet
Als de VSC wordt uitgeschakeld (alleen de Pre-Crash Safety-waarschu-
wingsfunctie werkt)
Uitschakelen van de Pre-Crash Safety Brake-functie
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Pre-Crash Safety
Brake-functie in werking is, wordt deze functie uitgeschakeld:
Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
Het stuurwiel wordt sterk of abrupt verdraaid.
Als de auto wordt stilgezet door de Pre-Crash Safety Brake-functie, wordt
de werking van de functie uitgeschakeld wanneer de auto ongeveer 2
seconden stilstaat.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 290 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
291
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, oordeelt het systeem mogelijk
dat een aanrijding aan de voorzijde waarschijnlijk is en treedt het in werking.
Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbeeld op
een oneffen of golvend wegdek
Wanneer een tegenligger wordt
gepasseerd die stilstaat om rechts of
links af te slaan
Bij het passeren van een tegenligger
in een bocht naar links of rechts
Bij het rijden op een weg waarbij de
relatieve positie van de voorligger in
een naastgelegen rijstrook kan veran-
deren, bijvoorbeeld op een bochtige
weg
Wanneer een voorligger snel wordt
genaderd
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 291 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
292
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Bij het rijden op een smalle rijbaan omringd door constructies, zoals een
tunnel of een stalen brug
Als een voertuig of een vast object
van zeer dichtbij wordt gepasseerd
Als er een voertuig of object langs de
weg staat aan het begin van een
bocht
Als er een reflecterend object (put-
deksel, stalen plaat, enz.), traptreden,
kuil of een verhoging in het wegdek of
langs de weg aanwezig is
Bij het onder lage constructies doorrij-
den (laag plafond, verkeersbord enz.)
Als er een vast object (viaduct, ver-
keersbord, reclamebord, straatver-
lichting, enz.) boven aan een omhoog
lopende weg aanwezig is
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 292 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
293
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Bij het wassen van de auto in een wasstraat
Als er patronen of verf op de weg of een muur aanwezig zijn die ten
onrechte aangezien kunnen worden voor een auto
Bij het snel naderen van een slag-
boom van een elektronische tolpoort,
slagboom bij een parkeerterrein of
andere afscheiding die open en dicht
gaat
Bij het naderen van een laag han-
gend object dat in contact kan komen
met de auto, zoals een spandoek,
boomtakken of hoog gras
Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. dat wordt opgewor-
pen door een voorligger
Bij het rijden door stoom of rook
Wanneer de voorzijde van uw auto
omhoog of omlaag staat
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 293 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
294
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Als de sensor niet goed is uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken
Wanneer de auto geparkeerd staat op
een plaats waar zich een laaghan-
gend voorwerp bevindt ter hoogte van
de sensor voor
Als de voorruit bedekt is met regen-
druppels, enz.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 294 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
295
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
In sommige situaties, zoals de onderstaande, wordt een voertuig mogelijk
niet gesignaleerd door de sensor voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
Als een tegenligger de auto nadert
Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voertuig
Als de achterzijde van de voorligger smal is, zoals een lege truck
Als de voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbum-
per
Als de voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een
zijspan
Als de zon of ander licht rechtstreeks op een voorligger schijnt
Als de voorligger een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkmanoeu-
vre, plotseling versnellen of afremmen)
Bij het plotseling invoegen vlak achter een voorligger
Als de voorligger een lage achterzijde
heeft, zoals een oprijwagen
Als de voorligger een extreem grote
bodemvrijheid heeft
Als een voertuig de auto snijdt of plot-
seling opdoemt van naast een ander
voertuig
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 295 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
296
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. dat wordt opge-
worpen door een voorligger
Bij het rijden door stoom of rook waardoor voorliggers moeilijk te zien zijn
Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het omgevings-
licht plotseling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel
Tijdens het rijden in een bocht en gedurende een bepaalde tijd na het rij-
den in een bocht
Als de voorligger zich niet direct voor
uw auto bevindt
Bij slecht weer zoals bij hevige regen,
mist, sneeuw of een zandstorm.
Wanneer een zeer fel licht, bijvoor-
beeld de zon of de koplampen van
tegemoetkomend verkeer, recht-
streeks in de sensor voor schijnt
Als er weinig omgevingslicht is, zoals
tijdens de schemering, of 's nachts of
in een tunnel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 296 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
297
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
Als de sensor voor wordt gehinderd door een ruitenwisserblad
De auto schommelt
Er wordt gereden met extreem hoge snelheden
Wanneer er wordt gereden op wegen met scherpe bochten of een onre-
gelmatig wegdek
Wanneer de voorligger het laserlicht slecht reflecteert
In sommige situaties, zoals de onderstaande, kan wellicht onvoldoende
remkracht worden gerealiseerd, waardoor het systeem mogelijk niet goed
werkt:
Als de remfuncties niet optimaal kunnen functioneren, bijvoorbeeld door-
dat onderdelen van het remsysteem extreem koud of warm, of nat zijn
Als de auto niet goed onderhouden wordt (extreem versleten remdelen of
banden, onjuiste bandenspanning enz.)
Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde onder-
grond
Wanneer uw auto slipt
Wanneer de voorzijde van uw auto
omhoog of omlaag staat
Als de sensor niet goed is uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 297 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
298
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Als het waarschuwingslampje PCS knippert of gaat branden en er een
waarschuwingsmelding wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play
Het Pre-Crash Safety-systeem is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is
mogelijk een storing aanwezig in het systeem.
In de volgende situaties gaat het waarschuwingslampje uit, verdwijnt de
melding en werkt het systeem weer normaal als weer aan de normale wer-
kingsvoorwaarden wordt voldaan:
Wanneer het gebied rondom de sensor voor heet is, bijvoorbeeld in de
zon
Wanneer de voorruit is beslagen of wanneer er condens of ijs op de voor-
ruit zit (Blz. 418)
Wanneer u rijdt in omstandigheden waarin de sensor voor een object niet
kan signaleren zoals in het donker ('s nachts op een onverlichte weg),
wanneer fel licht in de sensor schijnt of in de sneeuw of in de mist.
Wanneer de sensor voor of het gebied rondom de sensor koud is, bijvoor-
beeld in een extreem koude omgeving
Als het gebied vóór de sensor voor wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld wan-
neer de motorkap is geopend
Als het waarschuwingslampje PCS blijft knipperen of branden, of als de
waarschuwingsmelding niet verdwijnt, is er mogelijk een storing aanwezig in
het systeem. Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de VSC wordt uitgeschakeld
Als de TRC en VSC zijn uitgeschakeld (Blz. 341), worden ook de functies
Pre-Crash Safety Brake Assist en Pre-Crash Safety Brake uitgeschakeld.
De Pre-Crash Safety-waarschuwingsfunctie werkt echter nog.
Het waarschuwingslampje PCS gaat branden en de melding “Pre-Crash
Brake is disabled due to VSC OFF.” (Pre-Crash Brake-systeem is uitge-
schakeld i.v.m. VSC OFF) wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 298 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
299
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Als wordt gereden op wegen met witte (gele) lijnen, waarschuwt deze
functie de bestuurder als de auto de rijstrook dreigt te verlaten.
Het LDA-systeem herkent zicht-
bare witte (gele) lijnen met de
sensor voor aan de bovenzijde
van de voorruit.
Wanneer het systeem vaststelt
dat de auto de rijstrook dreigt te
verlaten, wordt een waarschuwing
weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en klinkt de waar-
schuwingszoemer om de bestuur-
der te waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoe-
mer klinkt, controleer dan de situa-
tie op de weg en bedien het
stuurwiel voorzichtig om weer naar
het midden tussen de witte (gele)
lijnen terug te keren.
LDA (Lane Departure Alert)
: Indien aanwezig
Overzicht van de functie
Lane Departure Alert-functie
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 299 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
300
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Voordat u het LDA-systeem gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het LDA-systeem. De LDA is geen systeem dat
de auto automatisch bestuurt of de hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied voor de auto beperkt. De bestuurder dient altijd vol-
ledige verantwoordelijkheid te nemen voor een veilig rijgedrag door de
omgeving steeds goed in de gaten te houden en het stuurwiel te bedienen
om de rijrichting van de auto te corrigeren. Zorg ook voor voldoende pauzes
als u moe bent, bijvoorbeeld als u langere tijd heeft gereden.
Als u niet op de juiste manier rijdt en niet goed oplet, kunt u een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Onbedoelde werking van de LDA vermijden
Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet het systeem dan uit met de toets
LDA.
Voorkomen van storingen in het LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
Breng geen wijzigingen aan de koplampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging, enz. aan. Als de wielop-
hanging moet worden vervangen, neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Monteer of plaats geen voorwerpen op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voorzijde van de auto (bullbars, enz.).
Als uw voorruit gerepareerd moet worden, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 300 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
301
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Druk op de toets LDA om het
LDA-systeem in te schakelen.
Het controlelampje LDA gaat bran-
den en er wordt een melding weer-
gegeven op het multi-
informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA
om het LDA-systeem uit te schake-
len.
Als het LDA-systeem wordt in- of
uitgeschakeld, blijft de status van
het LDA-systeem de volgende keer
dat het hybridesysteem wordt
gestart ongewijzigd
Inschakelen van het LDA-systeem
Weergave op het multi-informatiedisplay
Binnenzijde van de weergege-
ven witte lijnen is wit
Binnenzijde van de weergege-
ven witte lijnen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem
witte (gele) lijnen herkent. Als de
auto de rijstrook verlaat, knippert
de witte lijn die wordt weergege-
ven aan de zijde waar de auto de
strook verlaat oranje.
Dit geeft aan dat het systeem
witte (gele) lijnen niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgescha-
keld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 301 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
302
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Als “Check LDA system” (controleer LDA-systeem) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
Als het controlelampje LDA niet gaat branden wanneer de toets LDA wordt
ingedrukt om het systeem in te schakelen, is er mogelijk een storing aanwe-
zig in het systeem. Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Werkingsvoorwaarden
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan.
De LDA is ingeschakeld.
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
Het systeem herkent witte (gele) lijnen.
De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
Er wordt gereden op een rechte weg of in een flauwe bocht met een straal
van meer dan ongeveer 150 m.
Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. (Blz. 529)
Tijdelijk uitschakelen van functies
Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als echter weer aan de werkingsvoorwaarden
wordt voldaan, wordt de werking van de functie automatisch hervat.
Lane Departure Alert-functie
De waarschuwingszoemer is mogelijk slecht te horen door geluiden van bui-
ten, afspelen van muziek, enz.
Er bevinden zich maar aan één kant van de weg witte (gele) lijnen
Het LDA-systeem zal niet werken voor de zijde waar geen witte (gele) lijnen
konden worden herkend.
Nadat de auto in de zon heeft gestaan
Het LDA-systeem is mogelijk niet beschikbaar en er wordt gedurende een
bepaalde tijd na het wegrijden een waarschuwingsmelding weergegeven. Als
de temperatuur in de auto daalt en de temperatuur rondom de sensor voor
(Blz. 282) weer geschikt is voor de werking ervan, worden het systeem
geactiveerd.
Als er slechts aan één zijde van de auto rijstrookmarkeringen aanwezig
zijn
De Lane Departure Warning-functie zal niet werken voor de zijde waar geen
rijstrookmarkeringen konden worden herkend.
Omstandigheden waaronder de functies mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties signaleert de sensor voor witte (gele) lijnen mogelijk
niet en werken verschillende functies mogelijk niet normaal.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 302 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
303
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Er zijn schaduwen op de weg die parallel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
Er wordt met de auto gereden in een gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of op een kruising.
De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of er zijn kattenogen (reflecterende
markeringen) of stenen aanwezig.
De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk te zien door zand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een wegdek dat nat is door regen, plas-
sen, enz.
De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze mogelijk moeilijker te herkennen
zijn dan witte lijnen).
De witte (gele) lijnen lopen over een stoeprand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een helder oppervlak, zoals beton.
Er wordt met de auto gereden op een oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
Er wordt met de auto gereden in een gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van tunnels.
Licht van de koplampen van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
Er wordt met de auto gereden op een plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
Er wordt gereden op een helling.
Er wordt gereden op een weg die naar links of rechts helt of op een bochtige
weg.
Er wordt gereden op een onverharde of ongelijkmatige weg.
Er wordt gereden in een scherpe bocht.
De rijstrook is zeer smal of breed.
De auto helt sterk over door het vervoeren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
De afstand tot de voorligger is extreem kort.
De auto beweegt vaak op en neer ten gevolge van de wegomstandigheden
tijdens het rijden (slechte wegen of naden in het wegdek).
De koplampglazen zijn vuil en laten 's nachts weinig licht door, of de licht-
bundel wijkt af.
De auto is net van rijstrook gewisseld of een kruising overgestoken.
Waarschuwingsmeldingen voor het LDA-systeem
Waarschuwingsmeldingen worden gebruikt om een storing in het systeem
aan te geven of om de bestuurder tijdens het rijden te waarschuwen.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 114
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 303 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
304
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand
staat.
Het controlelampje van het Auto-
matic High Beam-systeem gaat
branden als de koplampen auto-
matisch worden ingeschakeld om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
Automatic High Beam-systeem
: Indien aanwezig
Het Automatic High Beam-systeem maakt gebruik van een inge-
bouwde sensor voor om de helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichting van tegenliggers en voorlig-
gers te meten, en schakelt indien nodig automatisch het groot-
licht in of uit.
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem
Vertrouw niet uitsluitend op het Automatic High Beam-systeem. Rijd altijd
voorzichtig, houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel indien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
Voorkomen van onjuiste werking van het Automatic High Beam-sys-
teem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 304 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
305
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe,
zodat deze in de oorspronke-
lijke stand terugkomt.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft.
Duw de hendel van u af om het
Automatic High Beam-systeem
weer in te schakelen.
Grootlicht inschakelen
Zet de lichtschakelaar in stand
.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 305 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
306
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het grootlicht
Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het grootlicht
automatisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
De rijsnelheid is ongeveer 40 km/h of hoger.
Het gebied voor de auto is niet verlicht.
Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of
achterlichten.
Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
Als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het groot-
licht automatisch uitgeschakeld:
De rijsnelheid is lager dan ongeveer 30 km/h.
Het gebied voor de auto is verlicht.
Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten inge-
schakeld.
Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
Detectie-informatie sensor voor
In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet automatisch uitge-
schakeld:
Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg
van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rij-
strook op een brede weg
Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting
zijn
Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesig-
naleerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn koplampen uit zijn.
Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten
of verlichte billboards of verkeersborden wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingeschakeld.
De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen van het grootlicht:
De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenlig-
gers en voorliggers
De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant
werkt
Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden
in- en uitgeschakeld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 306 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
307
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignaleerd.
In de onderstaande situaties kan het systeem de helderheid van het omge-
vingslicht mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten moge-
lijk branden of zorgt het grootlicht mogelijk voor problemen bij voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet handma-
tig worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zandstormen, enz.)
Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, ijs, vuil,
enz.
De voorruit is gebarsten of beschadigd.
De sensor voor is vervormd of vuil.
De temperatuur van de sensor voor is extreem hoog.
De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplam-
pen, achterlichten of mistlampen.
Tegenliggers hebben de koplampen of voorliggers hebben de achterlich-
ten niet ingeschakeld of de lampen zijn vuil, hebben een andere kleur of
zijn niet correct afgesteld.
In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt
gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinker-
wegen, zandwegen, enz.).
Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spiegel, voor
de auto.
De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een contai-
ner op een truck.
De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil of zijn niet correct
afgesteld.
De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke band of ligt
aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangekop-
peld.
Er wordt herhaaldelijk en op een abnormale manier geschakeld tussen
dimlicht en grootlicht.
De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 307 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
308
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
De RSA herkent bepaalde verkeersborden door gebruik te maken van
de sensor voor en voorziet de bestuurder via het multi-informatiedis-
play van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de snelheidslimiet wordt overschreden,
of wanneer er bijvoorbeeld verboden acties ten opzichte van de her-
kende verkeersborden worden uitgevoerd, wordt de bestuurder m.b.v.
een waarschuwingsdisplay en waarschuwingszoemer gewaar-
schuwd
*.
*: U kunt deze instelling aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen.
Sensor voor
RSA (Road Sign Assist)
: Indien aanwezig
Overzicht van de functie
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 308 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
309
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Nadat een verkeersbord door de sensor voor is herkend, wordt deze
op het multi-informatiedisplay weergegeven wanneer de auto het ver-
keersbord passeert.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maxi-
maal 3 verkeersborden worden
weergegeven. (Blz. 111)
Wanneer andere informatie dan
van het ondersteunende sys-
teem wordt geselecteerd, wordt
een verkeersbord met de snel-
heidslimiet of een verkeers-
bord voor einde van alle
verboden weergegeven.
(Blz. 111)
Er wordt geen verkeersbord voor
een inhaalverbod of met de snel-
heidslimiet met een aanvullend
teken weergegeven. Als er echter
andere verkeersborden dan die
met de maximaal toegestane snel-
heid worden herkend, worden deze
trapsgewijs weergegeven onder
het verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid.
Weergave op het multi-informatiedisplay
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 309 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
310
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
De volgende soorten verkeersborden, inclusief elektronische ver-
keersborden en knipperende verkeersborden, worden herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van Wenen voldoende) of recente-
lijk geïntroduceerde verkeersborden worden mogelijk niet herkend.
*
1
: Een verkeersbord met een snelheidslimiet hoger dan 130 wordt mogelijk
niet herkend; er wordt mogelijk een verkeerde snelheidslimiet weergegeven.
*
2
: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen van rijstrook niet worden
bediend, wordt het teken niet weergegeven.
Soorten herkende verkeersborden
Type Multi-informatiedisplay
Begin/einde snelheidslimiet*
1
Snelheidslimiet
met aanvullend
teken
(Gelijktijdig met
snelheidslimiet
weergegeven)
(Voorbeeld
display)
Regen
IJs
Oprit/afrit*
2
Er is een aanvul-
lend teken
(Inhoud wordt niet
herkend)
Begin/einde inhaalverbod
Einde alle verboden
(Einde van alle verboden. Terugkeer
naar de standaard
verkeersregelgeving.)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 310 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
311
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder
m.b.v. een waarschuwingsdisplay.
Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde voor de snelheidswaar-
schuwing in relatie tot de maximumsnelheid op het op het multi-
informatiedisplay weergegeven verkeersbord overschrijdt, veran-
dert de kleur van het verkeersbord.
Als wordt gesignaleerd dat uw auto een ander voertuig inhaalt ter-
wijl er een verkeersbord voor een inhaalverbod wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay, gaat het verkeersbord knipperen.
Afhankelijk van de situatie wordt de verkeerssituatie (richting en snel-
heid van het verkeer en hoeveelheid verkeer) mogelijk niet goed
gesignaleerd en werkt het waarschuwingsdisplay mogelijk niet goed.
Automatisch uitschakelen van weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden automatisch uit-
geschakeld.
Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
Afhankelijk van de situatie wordt het rijgedrag (keren, rijstrookwisseling,
enz.) mogelijk niet goed gesignaleerd en werkt het automatisch uitschake-
len mogelijk niet goed.
Waarschuwingsdisplay
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 311 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
312
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersbor-
den mogelijk niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven,
enz. Dit duidt echter niet op een storing.
De sensor voor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken.
Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de sen-
sor voor.
Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de sensor voor binnen.
Het verkeersbord is klein, vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van
een elektronisch verkeersbord, het contrast is slecht.
Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achter boombla-
deren, een paal, o.i.d.
Het verkeersbord is alleen voor korte tijd zichtbaar voor de sensor voor.
De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar
op dat moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na een vertakking
van de snelweg of bij een aangrenzende rijstrook net voordat rijstroken
samenkomen.
Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat com-
patibel is met het systeem.
Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere
kant rijdt.
Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de sensor
voor staan) terwijl de auto op de hoofdweg rijdt.
Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelheid
voor afslagen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de sensor voor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
De snelheidsinformatie die op het instrumentenpaneel wordt weergegeven
verschilt mogelijk met de informatie die wordt weergegeven op het naviga-
tiesysteem (indien aanwezig) als gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 312 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
313
4-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde
eenheid voor snelheid, is het noodzakelijk om de ingestelde eenheid van het
instrumentenpaneel te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instru-
mentenpaneel in op de eenheid van snelheid van de verkeersborden op de
actuele locatie. (Blz. 604)
In-/uitschakelen van het systeem
Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd
weergegeven, wordt datzelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het
contact AAN wordt gezet.
Als op het multi-informatiedisplay “Check RSA System” (controleer
RSA-systeem) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen voor het waarschuwingsdisplay, de waarschuwingszoemer
*,
de drempelwaarde voor de waarschuwing voor te hard rijden, enz. kunnen
worden gewijzigd. (Systeem met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeurs-
instellingen: Blz. 604)
*: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
Selecteer op het instelscherm
(Blz. 117)
Druk op de Enter/Set-toets van de
bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.
WAARSCHUWING
Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-systeem. De RSA is een systeem dat
de bestuurder ondersteunt middels het bieden van informatie, maar het is
geen vervanging van het eigen inzicht en de oplettendheid van de bestuur-
der. Rijd voorzichtig door altijd goed op de verkeersregels te letten.
Onjuist of nalatig rijgedrag kan resulteren in een ongeval.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 313 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
314
UK AURIS_HV_HB_EE
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehou-
den zonder dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden bediend.
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje cruise control
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 40 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Cruise control
Overzicht van functies
1
2
Instellen van de rijsnelheid
1
2
: Indien aanwezig
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 314 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
315
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt bereikt.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
in de gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Met ongeveer 1,6 km/h, telkens als de hendel wordt bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of ver-
laagd totdat de hendel wordt losgelaten.
Door de hendel naar u toe te
trekken wordt de constante-
snelheidsregeling uitgescha-
keld.
De snelheidsregeling wordt even-
eens uitgeschakeld als het rempe-
daal wordt ingetrapt.
Door de hendel omhoog te
drukken wordt de constante-
snelheidsregeling hervat.
Hervatten is echter mogelijk vanaf
een rijsnelheid van hoger dan
ongeveer 40 km/h.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 315 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
316
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
De cruise control kan worden gebruikt als
Schakelstand D is geselecteerd.
De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
Automatisch uitschakelen van de cruise control
De cruise control wordt automatisch uitgeschakeld in een van de volgende
situaties:
De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de inge-
stelde snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
De VSC is geactiveerd.
VSC+ is geactiveerd.
If “Check cruise control system.” (controleer cruise control-systeem)
wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 316 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
317
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt
gebruikt.
Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval
met ernstig letsel kan ontstaan.
In druk verkeer
Op wegen met scherpe bochten
Op slingerende wegen
Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodge-
val
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 317 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
318
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Soorten sensoren
Toyota Parking Assist-sensor
: Indien aanwezig
Auto's zonder navigatie-/multimediasysteem:
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en ach-
teruit inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het multi-informatiedisplay en een zoe-
mer. Controleer bij gebruik van dit systeem ook altijd zelf de
omgeving.
Auto's met navigatie-/multimediasysteem:
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasys-
teem.
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren voor
Zijsensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 318 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
319
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Inschakelen/uitschakelen van het Toyota Parking Assist Sen-
sor-systeem
Dit systeem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via het multi-
informatiedisplay.
Ga naar het instelscherm (Blz. 111) en druk op / van de
bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om te
selecteren.
Druk op van de bedie-
ningstoetsen van het instru-
mentenpaneel om het
systeem in of uit te schake-
len.
Als het systeem is ingescha-
keld, brandt het controle-
lampje van de Toyota
Parking Assist-sensor.
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt dit grafisch
weergegeven op het multi-informatiedisplay overeenkomstig de posi-
tie en afstand tot het obstakel.
Werking binnenste sensor voor
Werking sensoren en hoeksen-
soren voorzijde
Werking hoeksensor achter
Werking binnenste sensor ach-
ter
1
2
Weergave
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 319 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
320
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Als een sensor een obstakel signaleert, worden de richting van en de
afstand tot het obstakel bij benadering weergegeven en klinkt de zoe-
mer.
Hoeksensoren
De afstandsweergave en zoemer
Globale afstand tot
obstakel
Multi-informatiedisplay Zoemer
50 - 37,5 cm Gemiddeld
37,5 - 25 cm Snel
Minder dan 25 cm Continu
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 320 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
321
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Zijsensoren voor
Middelste sensoren
Globale afstand tot
obstakel
Multi-informatiedisplay Zoemer
Minder dan 25 cm Continu
Globale afstand tot
obstakel
Multi-informatiedisplay Zoemer
Voor: 100 - 55 cm
Achter: 150 - 55 cm
Langzaam
55 - 42,5 cm Gemiddeld
42,5 - 30 cm Snel
Minder dan 30 cm Continu
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 321 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
322
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 25 cm
Ongeveer 50 cm
Ongeveer 50 cm
Het schema toont het detectiebe-
reik van de sensoren. Merk op dat
de sensoren geen obstakels kun-
nen detecteren die zich extreem
dicht bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan
verschillend zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm van het
object.
Detectiebereik van de sensoren
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 322 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
323
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
Het contact AAN staat.
Sensoren voor:
De selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet.
De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
(Bij een willekeurige snelheid als de selectiehendel in stand R staat.)
Sensoren achter:
Schakelstand R is geselecteerd.
Detectie-informatie sensoren
Bepaalde omstandigheden van de auto en de omgeving kunnen een nega-
tieve invloed hebben op het vermogen van de sensor om obstakels correct
te signaleren. Specifieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieron-
der.
Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor.
De sensor is bevroren.
Een sensor wordt ergens door afgedekt.
De auto helt sterk over naar één zijde.
De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of
op gras.
Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren,
luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone
geluidsgolven produceren.
Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije
omgeving.
Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regen-
val.
De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
Er is een sleepoog gemonteerd.
Een bumper of sensor krijgt een harde klap.
De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
In fel zonlicht of zeer koud weer.
Er zijn niet-originele Toyota-onderdelen voor de wielophanging (verla-
gingsset enz.) gemonteerd.
Naast de hierboven genoemde voorbeelden kunnen er situaties zijn waarin
de sensor borden en andere voorwerpen door hun vorm dichterbij signaleert
dan deze in werkelijkheid zijn.
Door de vorm van het obstakel kan de sensor het niet signaleren. Let goed
op bij de volgende obstakels:
Kabels, hekken, touwen, enz.
Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
Zeer hoekige objecten
Lage obstakels
Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw
auto
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 323 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
324
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Als “Clean sonar.” (Reinig sonar) weergegeven op het multi-informatie-
display.
Mogelijk is een sensor vuil of bedekt met sneeuw of ijs. In dat geval moet het
systeem na het reinigen van de sensor weer normaal werken.
Als een sensor is bevroren, wordt er mogelijk een waarschuwingsmelding
weergegeven of worden obstakels mogelijk niet gesignaleerd. Wanneer de
sensor is ontdooid, moet het systeem weer normaal werken.
Als “Check sonar system” (controleer sonarsysteem) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
Het systeem werkt mogelijk niet door een storing in een sensor.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Wees alert tijdens het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
Monteer geen accessoires binnen het bereik van de sensor.
OPMERKING
Aanwijzing bij het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
Als uw auto betrokken is geweest bij een aanrijding, worden de sensoren
beschadigd en kan het systeem buiten werking treden.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 324 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
325
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Schakelaar Simple-IPA
Weergave
Controlelampje
Simple-IPA (Simple-Intelligent Parking
Assist)
: Indien aanwezig
Simple-IPA is een systeem dat hulp biedt bij het fileparkeren. Bij
het fileparkeren of het parkeren in de ruimte achter een gepar-
keerde auto, wordt met behulp van de sensoren op de zijkant
van de voorbumper een ruimte gesignaleerd waar de auto kan
worden geparkeerd. Het inparkeren wordt vervolgens geassis-
teerd door de automatische werking van het stuurwiel.
Geschikte parkeerruimte signaleren
Auto in een gesignaleerde parkeerruimte parkeren
*
Stuurwiel draaien om in de beoogde ruimte te parkeren*
De auto is nu geparkeerd in de beoogde parkeerruimte*
*
: Het stuurwiel wordt automatisch bediend.
Schakelaar Simple-IPA en multi-informatiedisplay
1
2
3
4
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 325 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
326
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Bedien de functie Simple-IPA aan de hand van het multi-informatie-
display en de zoemer.
Het systeem signaleert parkeerruimten aan de voorpassagierszijde van de
auto en assisteert bij het parkeren in een gesignaleerde ruimte.
Om in een ruimte aan de bestuurderszijde van de auto te parkeren, zet u
de richtingaanwijzerschakelaar in de stand die aangeeft dat u van richting
gaat veranderen aan de bestuurderszijde. Laat de richtingaanwijzerscha-
kelaar in deze stand staan tot de automatische stuurwielbediening begint.
Zet de schakelaar Simple-IPA
aan als de rijsnelheid 30 km of
lager is.
Als het systeem in werking is, geeft
het multi-informatiedisplay nu het
scherm weer voor het signaleren
van parkeerruimte.
Rijd recht vooruit en houd daar-
bij een afstand aan van onge-
veer 1 m van de geparkeerde
auto's.
Rijd zo evenwijdig mogelijk aan de
geparkeerde auto's en de stoep-
rand.
Bij lagere snelheden kan het sys-
teem er mede voor zorgen dat de
auto beter evenwijdig aan de
geparkeerde auto's en de stoep-
rand wordt geparkeerd en op een
betere plaats uitkomt tussen de
auto's voor en achter een parkeer-
ruimte.
De benodigde lengte voor een te
detecteren parkeerruimte is de
totale lengte van de auto vermeer-
derd met ongeveer 1 m.
Rijd met een snelheid van 30 km/h of lager.
Bediening van Simple-IPA
1
Ongeveer 1 m
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 326 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
327
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Verlaag de rijsnelheid zodra de
weergave van het multi-infor-
matiedisplay verandert.
Rijd langzaam vooruit tot de zoe-
mer klinkt.
Breng de auto tot stilstand wan-
neer de zoemer klinkt.
De weergave van het multi-infor-
matiedisplay verandert nu.
Controleer visueel of er veilig kan
worden geparkeerd in de gesigna-
leerde ruimte.
Als de auto 10 m of meer wordt
verplaatst nadat de zoemer is gaan
klinken, zal er een detectie van een
nieuwe parkeerruimte starten.
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 327 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
328
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Zet de selectiehendel in stand
R.
De weergave van het multi-infor-
matiedisplay verandert, het contro-
lelampje Simple-IPA gaat branden
en de automatische stuurwielbe-
diening begint. Rijd langzaam ach-
teruit door het gaspedaal en het
rempedaal te bedienen. Pas daar-
bij op dat uw handen niet achter
het stuurwiel blijven hangen en
houd daarbij tevens de veiligheid
van de directe omgeving in het
oog. Houd tijdens automatisch stu-
ren een rijsnelheid aan van 6 km/h
of lager.
Verlaag de rijsnelheid zodra de
weergave van het multi-infor-
matiedisplay verandert.
Rijd langzaam achteruit en contro-
leer daarbij tegelijkertijd of de zone
achter de auto veilig is.
5
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 328 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
329
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Breng de auto onmiddellijk tot
stilstand als de waarschuwings-
zoemer achter van de Toyota
Parking Assist-sensor continu
klinkt.
Het multi-informatiedisplay veran-
dert wanneer de waarschuwings-
zoemer continu begint te klinken.
Zet de selectiehendel in stand D.
Laat de auto, terwijl het stuurwiel draait, volledig stilstaan.
Rijd langzaam vooruit als het stuurwiel niet meer draait en controleer daar-
bij tegelijkertijd of de zone voor de auto veilig is.
Breng de auto onmiddellijk tot
stilstand als de waarschuwings-
zoemer voor van de Toyota
Parking Assist-sensor continu
klinkt.
Het multi-informatiedisplay veran-
dert wanneer de waarschuwings-
zoemer continu begint te klinken.
7
8
9
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 329 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
330
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Zet de selectiehendel in stand R.
Laat de auto, terwijl het stuurwiel draait, volledig stilstaan.
Rijd langzaam achteruit wanneer het stuurwiel is gestopt met draaien.
Houd daarbij de veiligheid van het gebied achter de auto in het oog.
Herhaal de stappen tot en
met tot de Parking Assist-
handeling voltooid is.
Als de Parking Assist-handeling
voltooid is, klinkt de zoemer, gaat
het controlelampje Simple-IPA uit
en verandert de weergave van het
multi-informatiedisplay.
Pas de positie en/of de hoek van
de auto zo nodig aan om het par-
keren te voltooien.
10
11 7
10
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 330 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
331
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Als er een waarschuwingsmelding verschijnt op het multi-infor-
matiedisplay
Melding Oorzaak Wat u moet doen
“IPA slot not detected,
speed too high.” (IPA-
ruimte niet gesigna-
leerd, snelheid te hoog)
De rijsnelheid was hoger
dan 30 km/h.
Beperk de rijsnelheid tot
30 km/h of lager.
“IPA cancelled, take
over.” (IPA uitgescha-
keld, overnemen)
De schakelaar Simple-
IPA werd uitgezet.
Zet de schakelaar Sim-
ple-IPA aan.
De schakelaar Simple-
IPA werd aangezet tij-
dens achteruitrijden.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte.
De selectiehendel werd
in de stand R gezet tij-
dens het signaleren van
een parkeerruimte.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte.
De selectiehendel is in
een andere stand dan
stand R gezet nadat de
automatische stuurwiel-
bediening is begonnen
en voordat de auto een
parkeerruimte in gaat.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 331 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
332
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
“IPA cancelled, take
over.” (IPA uitgescha-
keld, overnemen)
Het stuurwiel kon niet
voldoende worden
gedraaid, bijv. wegens
lage bandenspanning of
bandenslijtage, door
wegomstandigheden,
doordat de auto op een
helling stond enz., en de
auto kon daarom niet op
de gewenste plaats
geparkeerd worden.
Controleer de banden
op slijtage en banden-
spanning.
Als deze melding
wordt weergegeven
als de auto wordt
geparkeerd in een
andere parkeerruimte,
laat de auto dan nakij-
ken door een erkende
Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of
een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
De stuurbekrachtiging is
tijdelijk oververhit.
Wacht even en probeer
de Simple-IPA daarna
opnieuw te gebruiken.
Mogelijke systeemsto-
ring.
Laat de auto nakijken
door een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
“IPA cancelled, take
over, driver intervened.”
(IPA uitgeschakeld,
overnemen, ingreep
door bestuurder)
Het stuurwiel werd hand-
matig bediend terwijl de
automatische stuurwiel-
bediening in werking
was.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte.
“IPA canceled, take over,
speed too high” (IPA uit-
geschakeld, overne-
men, snelheid te hoog)
De rijsnelheid was tij-
dens het signaleren van
parkeerruimte hoger dan
50 km/h.
Beperk de rijsnelheid tot
30 km/h of lager en zet
de schakelaar Simple-
IPA aan.
De rijsnelheid was hoger
dan 6 km/h tijdens de
automatische stuurwiel-
bediening.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte.
Melding Oorzaak Wat u moet doen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 332 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
333
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
“IPA cancelled, take
over, TRC/ABS/VSC
activated.” (IPA uitge-
schakeld, overnemen,
TRC/ABS/VSC geacti-
veerd)
De TRC, de VSC, de
VSC+ of het ABS was in
werking.
Zet de schakelaar
Simple-IPA weer aan
als de functie werd
geannuleerd tijdens
het signaleren van een
parkeerruimte.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte
als de functie werd
geannuleerd tijdens de
automatische stuur-
wielbediening.
“IPA cancelled, take
over, TRC/VSC is off.”
(IPA uitgeschakeld,
overnemen, TRC/VSC is
uit)
De schakelaar werd
uitgezet.
Schakel de schakelaar
in.
“IPA cancelled, take
over, timeout.” (IPA uit-
geschakeld, overne-
men, time-out)
Meer dan 6 minuten zijn
verstreken sinds de
schakelaar Simple-IPA
aan werd gezet en de
selectiehendel in stand
R werd gezet, voordat
de automatische stuur-
wielbediening kon begin-
nen.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte.
Meer dan 6 minuten zijn
verstreken sinds de
selectiehendel in stand
R werd gezet en de
automatische stuurwiel-
bediening begon, voor-
dat de Parking Assist-
handeling kon worden
voltooid.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte.
De totale tijd van stil-
stand tijdens de automa-
tische
stuurwielbediening over-
schreed 2 minuten.
Parkeer de auto hand-
matig of signaleer een
andere parkeerruimte.
Melding Oorzaak Wat u moet doen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 333 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
334
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
“IPA cancelled, take
over, check IPA sys-
tem.” (IPA uitgescha-
keld, overnemen, IPA-
systeem controleren)
Systeemstoring.
Laat de auto nakijken
door een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
“IPA not available.” (IPA
niet beschikbaar)
De stuurbekrachtiging is
tijdelijk oververhit.
Wacht even en probeer
de Simple-IPA daarna
opnieuw te gebruiken.
Het hybridesysteem is
niet gestart.
Schakel het hybridesys-
teem in.
Mogelijke systeemsto-
ring.
Laat de auto nakijken
door een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
“IPA not available, speed
too high.” (IPA niet
beschikbaar, snelheid te
hoog)
Te hoge rijsnelheid
(hoger dan 50 km/h).
Beperk de rijsnelheid tot
30 km/h of lager en zet
de schakelaar Simple-
IPA aan.
“IPA not available, TRC/
VSC is off.” (IPA niet
beschikbaar, TRC/VSC
is uit)
De schakelaar is uit-
gezet.
Zet eerst de schakelaar
aan en daarna de
schakelaar Simple-IPA.
“IPA not available, stop
the vehicle, turn wheel
from left end to right
end.” (IPA niet beschik-
baar, breng de auto tot
stilstand, draai het stuur-
wiel geheel naar links en
geheel naar rechts)
Systeeminitialisatie is
niet uitgevoerd sinds de
12V-accu is losgeno-
men en weer aange-
sloten.
Voer de initialisatie uit.
Blz. 336
“Check IPA system.”
(controleer IPA-systeem)
Systeemstoring.
Laat de auto nakijken
door een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Melding Oorzaak Wat u moet doen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 334 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
335
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Voorwaarden voor werking Simple-IPA
Het hybridesysteem is gestart.
De schakelaar is aan gezet.
De rijsnelheid is 30 km/h of lager. (De rijsnelheid is 6 km/h of lager tijdens de
automatische stuurwielbediening.)
Uitschakelen van de Simple-IPA
De Simple-IPA wordt uitgeschakeld als:
De schakelaar Simple-IPA wordt uitgezet.
Het ABS-, VSC-, VSC+- of TRC-systeem in werking is.
De selectiehendel in stand R is gezet tijdens het signaleren van een par-
keerruimte.
De selectiehendel in stand R is gezet en er 1 meter of meer achteruit is
gereden nadat een parkeerruimte is gesignaleerd en voordat de zoemer
klinkt.
Het stuurwiel wordt handmatig bediend tijdens de automatische stuurwiel-
bediening.
Het langer duurt dan 6 minuten nadat de schakelaar Simple-IPA aan is
gezet en de selectiehendel in stand R is gezet, voordat de automatische
stuurwielbediening begint.
De selectiehendel is in een andere stand dan stand R gezet nadat de auto-
matische stuurwielbediening is begonnen en voordat de auto een parkeer-
ruimte in gaat.
Het voltooien van de parkeerprocedure langer duurt dan 6 minuten nadat de
selectiehendel in stand R is gezet en de automatische stuurwielbediening is
begonnen.
De totale tijd van stilstand tijdens de automatische stuurwielbediening de 2
minuten overschrijdt.
Hervatten van functie Simple-IPA
Als de Simple-IPA is uitgeschakeld wegens een van de volgende acties, kan
de werking van de Simple-IPA wellicht niet worden hervat door de schakelaar
Simple-IPA in te drukken, afhankelijk van bepaalde voorwaarden, zoals de
stoppositie van de auto en de uitslag van het stuurwiel.
Het stuurwiel wordt handmatig bediend tijdens de automatische stuurwiel-
bediening.
De rijsnelheid is hoger dan 6 km/h tijdens de automatische stuurwielbedie-
ning.
De selectiehendel is in een andere stand dan stand R gezet nadat de auto-
matische stuurwielbediening is begonnen en voordat de auto een parkeer-
ruimte in gaat.
Parkeer de auto handmatig of signaleer een andere parkeerruimte als de
werking niet wordt hervat.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 335 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
336
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Bij herhaaldelijk gebruik van Simple-IPA
Als de Simple-IPA herhaaldelijk wordt gebruikt, kan de stuurbekrachtiging tij-
delijk oververhit worden. Hierdoor kan de Simple-IPA worden gedeactiveerd
of uitgeschakeld. Wacht in dat geval enkele minuten voordat u de Simple-IPA
opnieuw gebruikt.
Werking van Toyota Parking Assist-sensor terwijl Simple-IPA in werking
is
Ook als de Toyota Parking Assist-sensor is uitgeschakeld terwijl Simple-IPA
geactiveerd is, blijft de Toyota Parking Assist-sensor toch in werking. In dit
geval wordt de Parking Assist-sensor gedeactiveerd nadat de procedure van
Simple-IPA voltooid of uitgeschakeld is.
Als de temperatuur in de auto hoog is
De sensoren werken wellicht niet goed als de temperatuur in de auto hoog is
omdat de auto in de zon heeft gestaan. Gebruik de Simple-IPA als de tempe-
ratuur in de auto is gedaald.
Door Simple-IPA gebruikte sensoren
Blz. 318
Initialiseren van Simple-IPA
Draai het stuurwiel binnen 15 seconden nadat u de schakelaar Simple-IP
hebt aangezet geheel naar links of rechts en daarna geheel naar de tegenge-
stelde eindstand.
Wanneer het scherm voor het signaleren van parkeerruimte wordt weergege-
ven, is de initialisatie voltooid.
Als nog steeds “IPA not available, stop the vehicle, turn wheel from left end to
right end.” (IPA niet beschikbaar, breng de auto tot stilstand, draai het stuur-
wiel geheel naar links en geheel naar rechts) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven nadat de schakelaar Simple-IPA is ingedrukt, is de initia-
lisatie mislukt. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van Simple-IPA
Vertrouw bij het parkeren niet uitsluitend op de Simple-IPA. De bestuurder
is verantwoordelijk voor de veiligheid. Wees voorzichtig, net als bij het par-
keren van elke andere auto.
Rijd langzaam achteruit en regel de snelheid met behulp van het rempe-
daal.
Als het risico bestaat dat u een auto, obstakel of persoon gaat raken, trap
dan het rempedaal in om de auto tot stilstand te brengen en schakel het
systeem uit.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 336 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
337
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Omstandigheden waarin het gebruik van Simple-IPA niet is toegestaan
Gebruik de Simple-IPA niet onder de volgende omstandigheden.
Als u dit wel doet, kan het een onjuiste werking tot gevolg hebben en kan
een ongeval ontstaan.
In scherpe bochten of op hellingen.
Op een wegdek dat bedekt is met ijs of sneeuw of anderszins glad is.
Op een oneffen ondergrond, zoals grind.
Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval,
mist, sneeuw of een zandstorm.
Wanneer de banden erg ver versleten zijn of als de bandenspanning te
laag is.
Wanneer de wielen van de auto niet meer goed zijn uitgelijnd nadat de
banden aan een krachtige schok zijn blootgesteld, bijvoorbeeld doordat
een stoeprand hard is geraakt.
Wanneer het compacte reservewiel (indien aanwezig) of sneeuwkettingen
gemonteerd zijn.
Wanneer de wielen wegslippen als u probeert te parkeren.
Wanneer er gevallen bladeren of sneeuw in de parkeerruimte liggen.
Uitvoeringen die een aanhangwagen kunnen trekken: Wanneer zaken als
een trekhaak of fietsendrager op de achterzijde van de auto zijn gemon-
teerd.
Wanneer een voertuig, zoals een vrachtwagen, bus of auto met trekhaak,
aanhangwagen of fietsendrager, voor of achter de parkeerruimte gepar-
keerd is met de voor- of achterzijde boven het detectiegebied.
Wanneer de voorbumper beschadigd is.
Wanneer de sensor afgedekt wordt door het voorbumperpaneel enz.
Als een voertuig of obstakel zich op een ongeschikte plaats voor of achter
de parkeerruimte bevindt.
Voorzorgsmaatregelen voor automatische stuurwielbediening
Let op de volgende punten omdat het stuurwiel in de Parking Assist-functie
automatisch gedraaid wordt.
Houd kleding zoals stropdassen, sjaals en lange mouwen uit de buurt van
het stuurwiel om te voorkomen dat ze verstrikt raken. Houd ook kinderen
uit de buurt van het stuurwiel.
Pas op dat u uzelf tijdens het draaien van het stuurwiel niet bezeert als u
lange vingernagels hebt.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 337 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
338
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Bij gebruik van de Simple-IPA
Controleer of de parkeerruimte geschikt is. (Breedte van de ruimte, of er
obstakels aanwezig zijn, staat van het wegdek enz.)
De Simple-IPA werkt niet naar behoren als het voertuig voor of achter de
parkeerruimte beweegt of als er een obstakel in de parkeerruimte komt
nadat de sensoren de parkeerruimte hebben gesignaleerd. Controleer bij
gebruik van de Parking Assist-functie ook altijd zelf de omgeving.
Het kan gebeuren dat de sensoren stoepranden niet kunnen waarnemen.
De auto kan in bepaalde situaties de stoeprand oprijden, bijvoorbeeld als
een auto voor of achter de parkeerruimte op de stoeprand geparkeerd
staat.
Controleer de omgeving om te voorkomen dat de banden en wielen
beschadigd worden.
De auto kan mogelijk niet in de beoogde parkeerruimte worden gepar-
keerd als de auto vooruit beweegt terwijl de selectiehendel in stand R
staat of achteruitrijdt als de selectiehendel in een andere stand dan R
staat, bijvoorbeeld bij het parkeren op een helling.
Rijd bij het achteruitrijden altijd lang-
zaam om te voorkomen dat uw auto
een obstakel voor de auto raakt.
Rijd bij het achteruitrijden altijd lang-
zaam om te voorkomen dat de voorzijde
van uw auto de auto voor de parkeer-
ruimte raakt.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 338 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
339
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
ECB (elektronisch geregeld remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem genereert remkracht over-
eenkomstig de bediening van de remmen.
ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te
passen.
TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 339 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
340
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij het wegrijden op
een helling
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC/
VSC/ABS-systeem in werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van het hybridesysteem naar de
wielen beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijn-
lijk makkelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer
los te laten.
TRC OFF wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het sys-
teem weer in te schakelen.
Als het TRC/VSC/ABS-systeem in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 340 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
341
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om de TRC
en VSC uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden en TRC OFF wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven
*.
Druk nogmaals op om de systemen weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-systeem) worden ook het Pre-Crash
Brake Assist en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. (Blz. 298)
Wanneer de melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is niet ingedrukt
De TRC en Hill Start Assist Control kunnen niet worden bediend. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bijgeluiden en trillingen veroorzaakt door het ABS, de Brake Assist, de
TRC en de VSC
De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor
hoorbaar zijn.
Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeer-
systeem geactiveerd is.
Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblokkeer-
systeem geactiveerd is.
Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk werkingsgeluiden van de ECB te horen.
Dit duidt echter niet op een storing.
Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer het
rempedaal wordt bediend.
Wanneer het bestuurdersportier wordt geopend, kan aan de voorzijde van
de auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig is van het remsysteem.
Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer nadat
na het uitschakelen van het hybridesysteem een of twee minuten zijn ver-
streken.
Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 341 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
342
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
Als het contact UIT wordt gezet
Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze
niet automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en schakel het hybridesysteem UIT. Het EPS-systeem moet
binnen 10 minuten weer normaal werken.
Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start
Assist Control:
De selectiehendel staat in een andere stand dan P of N (bij het vooruit/ach-
teruit bergop wegrijden).
De auto staat stil.
Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
De parkeerrem is niet geactiveerd.
Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
De selectiehendel wordt in stand P of N gezet.
Het gaspedaal wordt ingetrapt.
De parkeerrem wordt geactiveerd.
Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten.
Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:
De alarmknipperlichten zijn uit.
De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
Het rempedaal wordt losgelaten.
Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 342 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
343
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Het ABS werkt niet effectief als
De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
Als wordt gereden met sneeuwkettingen
Als wordt gereden op slechte wegen
Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
Hill Start Assist Control werkt niet effectief als
Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.
In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
Als de VSC is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 343 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
344
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 344 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
345
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
4-7. Rijtips
Gebruik van de ECO-rijmodus
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan het koppel dat correspon-
deert met de mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelij-
ker worden afgegeven dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de airconditioning (verwarmen/
koelen) geminimaliseerd zodat er minder brandstof verbruikt wordt.
(Blz. 256)
Gebruik van de hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de hybridesysteemindicator
binnen de Eco-zone te houden. (Blz. 109)
Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een ver-
keerslicht of als u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wanneer
de auto geparkeerd wordt. Stand N heeft geen positief effect op het
brandstofverbruik. In stand N werkt de benzinemotor, maar kan er
geen elektriciteit worden opgewekt. Ook bij gebruik van de aircon-
ditioning, enz. wordt het vermogen van het batterijpakket (tractie-
batterij) verbruikt.
Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom onnodig snel accelereren en
hard remmen. Wanneer geleidelijk wordt geaccelereerd en gede-
celereerd, worden de voordelen van de elektromotor (tractiemo-
tor) beter benut, zodat het brandstofverbruik van de
benzinemotor lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelereren. Herhaaldelijk accelereren
put het batterijpakket (tractiebatterij) uit waardoor er meer brand-
stof wordt verbruikt. Het batterijpakket kan worden opgeladen
door tijdens het rijden het gaspedaal iets te laten opkomen.
Rijden met een hybrideauto
Besteed aandacht aan de volgende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 345 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
346
4-7. Rijtips
UK AURIS_HV_HB_EE
Bij het remmen
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elektrische energie worden gere-
genereerd tijdens het decelereren.
Files
Herhaaldelijk accelereren en decelereren en ook langdurig wach-
ten bij verkeerslichten veroorzaakt een hoog brandstofverbruik.
Controleer de verkeersberichten en vermijd files zo veel mogelijk.
Laat bij het rijden in een file het rempedaal rustig los zodat de auto
zachtjes vooruitrijdt en vermijd overmatig gebruik van het gaspe-
daal. Dit helpt het benzineverbruik te beperken.
Rijden op de snelweg
Rijd met een constante snelheid. Neem als u ergens moet stoppen
de tijd voor het loslaten van het gaspedaal en trap rustig het rempe-
daal in. Er kan meer elektrische energie worden geregenereerd tij-
dens het decelereren.
Airconditioning
Maak alleen gebruik van de airconditioning als dat nodig is. Dit
helpt het benzineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge temperaturen de recirculatiemodus.
Dit beperkt de belasting van de airconditioning en vermindert ook
het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt pas automatisch uitgescha-
keld als de benzinemotor en het interieur warm zijn en verbruikt dus
brandstof. Het brandstofverbruik kan worden verminderd door over-
matig gebruik van de verwarming te vermijden.
Controle van bandenspanning
Controleer de bandenspanning regelmatig. Een onjuiste banden-
spanning kan leiden tot een hoog brandstofverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving veroorzaken en kunnen, als ze
worden gebruikt op droge wegen, dus ook een hoger verbruik ver-
oorzaken. Gebruik banden die geschikt zijn voor het seizoen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 346 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
347
4-7. Rijtips
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Bagage
Zware bagage leidt tot een hoger brandstofverbruik. Neem geen
onnodige bagage mee. Ook een groot imperiaal leidt tot een hoger
brandstofverbruik.
Opwarmen voor het rijden
Opwarmen van de motor is niet nodig, omdat de benzinemotor als
hij koud is automatisch start en weer wordt uitgeschakeld. Als vaak
korte afstanden worden gereden, warmt de motor herhaaldelijk op
en ook dat kan leiden tot een hoger brandstofverbruik.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 347 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
348
4-7. Rijtips
UK AURIS_HV_HB_EE
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandighe-
den.
Motorolie
Koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de 12V-accu controleren door een monteur.
Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk
zijn en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de banden-
maat van uw auto.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen
uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 348 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
349
4-7. Rijtips
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en
uw voorligger en pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P, maar activeer de
parkeerrem niet. De parkeerrem kan vastvriezen en bij het deactive-
ren niet vrij komen. Blokkeer bij het parkeren van de auto de wielen
zonder de parkeerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan gevaarlijk zijn omdat de auto
onverwacht in beweging kan komen, hetgeen kan leiden tot een
ongeval.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting:
diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 30 mm
Dwarsketting:
diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
verschilt per land en per soort weg. Stel u op de hoogte van lokale
voorschriften alvorens sneeuwkettingen te monteren.
17 inch banden
Op 225/45R17 banden kunnen geen sneeuwkettingen worden gemonteerd.
Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwij-
deren van sneeuwkettingen:
Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
Sneeuwkettingen kiezen (15- en 16-inch-banden)
1
2
3
4
5
6
Wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 349 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
350
4-7. Rijtips
UK AURIS_HV_HB_EE
Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de voorwielen. Zet de
sneeuwkettingen opnieuw vast nadat u 0,5 1,0 km hebt gereden.
Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
WAARSCHUWING
Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidsli-
miet die geldt voor de gebruikte winterbanden.
Monteer winterbanden op alle wielen.
Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snel-
heid de laagste is.
Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u
zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.
OPMERKING
Repareren of vervangen van winterbanden (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Laat winterbanden repareren of vervangen door een Toyota-dealer of door
een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en -zenders.
Monteren van sneeuwkettingen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspanningssen-
soren en -zenders mogelijk niet goed.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 350 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
351
5
Audiosysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen.....352
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ..................353
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting...............354
5-2. Gebruik van het
audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem......355
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio..................357
5-4. Afspelen van audio-CD's en
discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler .........360
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod .....................368
Afspelen van bestanden
op een USB-geheugen....376
Gebruik van de
AUX-aansluiting...............383
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-
apparaten
Bluetooth
®
-audio/telefoon..384
Gebruik van de toetsen
op het stuurwiel ...............389
Registreren van een
Bluetooth
®
-apparaat........390
5-7. Menu SET UP
Gebruik van het menu
SET UP
(“Bluetooth*”-menu) .........391
Gebruik van het menu
SET UP
(menu “Phone”
(telefoon)) ........................396
5-8. Bluetooth
®
-audio
Bedienen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler...............................401
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
Bellen.................................404
Ontvangen van een
telefoongesprek ...............406
Voeren van een
telefoongesprek ...............407
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth
® .................................409
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 351 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
352
UK AURIS_HV_HB_EE
5-1. Basishandelingen
Auto's met audiosysteem
Auto's met navigatie-/multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem
voor meer informatie indien uw auto is uitgerust met een navigatie-/
multimediasysteem.
Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de
luidsprekers als het audiosysteem ingeschakeld is.
Over Bluetooth
®
Het Bluetooth-beeldmerk en -logo zijn eigendom van Bluetooth SIG. en er is
door Panasonic Corporation toestemming verleend voor het gebruik van het
handelsmerk. Overige handelsmerken en -namen zijn eigendom van ver-
schillende eigenaren.
Soorten audiosystemen
: Indien aanwezig
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat, als het hybridesysteem is uitgeschakeld, het audiosysteem niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk is.
Voorkomen van schade aan het audiosysteem
Mors geen drank of ander soort vloeistof over het audiosysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 352 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
353
5-1. Basishandelingen
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Volumetoets:
Indrukken: verhogen/verla-
gen van het volume
Ingedrukt houden: Volume
onafgebroken verhogen/ver-
lagen
Radio geselecteerd:
Indrukken: selecteren van
een radiozender
Ingedrukt houden: omhoog/
omlaag zoeken
CD-, MP3/WMA-disc-, Bluetooth
®
-, iPod- of USB-modus:
Indrukken: selecteren van een nummer/bestand
Ingedrukt houden: selecteren van een map of album (MP3/
WMA-disc, Bluetooth
®
, iPod of USB)
Toets MODE:
Indrukken: inschakelen van het systeem, selecteren van een
audiobron
Ingedrukt houden: het geluid van de actuele weergave wordt
gedempt of de actuele weergave wordt onderbroken. Houd de
toets nogmaals ingedrukt om het dempen of onderbreken onge-
daan te maken.
Stuurwieltoetsen audiosysteem
Sommige functies van het audiosysteem kunnen worden
bediend met behulp van de toetsen op het stuurwiel.
De werking kan verschillen afhankelijk van het type audio- of
navigatiesysteem. Raadpleeg de handleiding van het audio- of
navigatiesysteem voor meer informatie.
Bedienen van het audiosysteem met de stuurwieltoetsen
1
2
3
WAARSCHUWING
Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op het stuurwiel de nodige voorzich-
tigheid in acht.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 353 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
354
5-1. Basishandelingen
UK AURIS_HV_HB_EE
iPod
Open het afdekkapje door erop
te drukken en sluit een iPod
aan met behulp van een iPod-
kabel.
Als de iPod niet is ingeschakeld,
schakel deze dan alsnog in.
USB-geheugen
Open het afdekkapje door erop te drukken en sluit een USB-geheu-
gen aan.
Als het USB-geheugen niet is ingeschakeld, schakel dit dan alsnog in.
Draagbare audiospeler
Open het afdekkapje door erop te drukken en sluit een draagbare
audiospeler aan.
Als de draagbare audiospeler niet is ingeschakeld, schakel deze dan
alsnog in.
AUX-aansluiting/USB-aansluiting
Sluit een iPod, USB-geheugen of draagbare audiospeler aan op
de AUX/USB-aansluiting zoals hieronder aangegeven. Druk op
de toets MODE om iPod, USB of AUX te selecteren.
Aansluiten via de AUX-aansluiting/USB-aansluiting
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden
Sluit geen apparaat aan en bedien het apparaat niet.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 354 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
355
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Geeft de huidige functie weer
Wijzigt de volgende instellingen
Geluidskwaliteit en balans
Voor een optimaal geluid
kunnen de geluidskwaliteit
en balans worden gewijzigd.
Automatische geluidsregeling aan/uit (Blz. 356)
Selecteren van een modus
Wijzigen van geluidskwaliteitsinstellingen
Druk op de toets SETUP ENTER.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om “Sound Settings”
(geluidsinstellingen) te selecteren.
Druk op de toets SETUP ENTER.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om de gewenste modus te
selecteren.
“Bass”, “Treble”, “Fader”, “Balance” of “ASL”
Druk op de toets SETUP ENTER.
Optimaal gebruikmaken van het
audiosysteem
De geluidskwaliteit (hoge tonen/bas) en balans kunnen worden
afgesteld.
1
2
Gebruik van toonregeling en geluidsverdeling
3
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 355 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
356
5-2. Gebruik van het audiosysteem
UK AURIS_HV_HB_EE
Instellen van de geluidskwaliteit
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om het niveau in te stellen.
*: De geluidskwaliteit wordt in elke audioweergave afzonderlijk afgesteld.
Instellen van de automatische geluidsregeling (ASL)
Als ASL is geselecteerd, kan de hoeveelheid ASL in de volgorde
“Low”, “Mid” en “High” worden gewijzigd door op de toets TUNE> te
drukken.
Door op de toets <SELECT te drukken, schakelt u de ASL uit.
ASL past het volume en de toonregeling aan op basis van de rijsnel-
heid.
Instelling
geluids-
kwaliteit
Weergave
op display
Niveau
Druk op de
toets
<SELECT
Druk op de
toets TUNE>
Lage tonen* “Bass” -5 - 5
Laag Hoog
Hoge tonen* “Treble” -5 - 5
Balans
voor/achter
“Fader” F7 - R7
Verhogen
volume
achter
Verhogen
volume voor
Balans
links/rechts
“Balance” L7 - R7
Verhogen
volume links
Verhogen
volume rechts
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 356 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
357
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
5-3. Gebruik van de radio
Stem af op de gewenste zender door op de toets <SELECT of
TUNE> te drukken.
Houd de gewenste voorkeuzetoets ingedrukt totdat u een piepsig-
naal hoort.
Bediening radio
Kies AM of FM om naar de radio te luisteren.
Voorkeuzetoetsen
Toets selecteren modus
Een item selecteren of AF/
regiocode/stand TA instellen
Aanpassen van frequentie
Frequentie zoeken
Weergeven van een zender-
overzicht
Volume
Aan/uit
Vastleggen van voorkeuzezenders
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 357 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
358
5-3. Gebruik van de radio
UK AURIS_HV_HB_EE
Bijwerken van de zenderlijst
Druk op “List” (lijst).
De zenderlijst wordt weergegeven.
Druk op “Update” (bijwerken) om de lijst bij te werken.
Tijdens het zoeken wordt “Updating” (bijwerken) weergegeven. Vervol-
gens worden op het display de beschikbare radiozenders weergegeven.
Druk op “Back” (terug) om het bijwerken te onderbreken.
Selecteren van een zender in de zenderlijst
Druk op “List” (lijst).
De zenderlijst wordt weergegeven.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om een radiozender te
selecteren.
Druk op de toets SETUP ENTER om op de zender af te stem-
men.
Druk op “Back” (terug) om terug te keren naar de vorige weer-
gave.
Met deze functie kan uw radio RDS-gegevens ontvangen.
Luisteren naar radiozenders van hetzelfde netwerk
Druk op de toets SETUP ENTER.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om “Radio” te selecteren
en druk op de toets SETUP ENTER.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om de gewenste modus te
selecteren: FM AF of “Region code” (regiocode).
Druk op de toets SETUP ENTER omOn (aan) ofOff (uit) te
selecteren.
Stand FM AF ON: De radiozender van hetzelfde netwerk
met de sterkste ontvangst wordt geselec-
teerd.
Gebruik van de zenderlijst
RDS (Radio Data Systeem)
1
2
1
2
3
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 358 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
359
5-3. Gebruik van de radio
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Stand regiocode ON: De radiozender van hetzelfde netwerk
met de sterkste ontvangst die hetzelfde
programma uitzendt, wordt geselecteerd.
Verkeersinformatie
Druk op de toets SETUP ENTER.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om “Radio” te selecteren
en druk op de toets SETUP ENTER.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om de stand FM TA te
selecteren.
Druk op de toets SETUP ENTER omOn (aan) ofOff (uit) te
selecteren.
Stand TA: Het systeem schakelt automatisch over naar een zender
waarop verkeersinformatie wordt meegestuurd zodra
deze informatie wordt ontvangen.
Als de verkeersinformatie beëindigd is, wordt weer terugge-
schakeld naar de zender waarop was afgestemd.
EON (Enhanced Other Network)-systeem (voor de ontvangst van ver-
keersmeldingen)
Als de RDS-zender (met EON-gegevens) waar u naar luistert geen verkeers-
informatie meestuurt en het audiosysteem in stand TA (verkeersmelding)
staat, schakelt het systeem automatisch over naar een zender van de EON
AF-lijst zodra het uitzenden van de verkeersinformatie begint.
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De opgeslagen voorkeuzezenders zijn gewist.
Ontvangstgevoeligheid
Het is niet altijd mogelijk radiosignalen perfect te ontvangen vanwege de
steeds wisselende positie van de antenne, verschillen in signaalsterkte en
de aanwezigheid van objecten in de omgeving als treinen, zendstations,
enz.
De radioantenne is bevestigd op de achterzijde van het dak.
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 359 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
360
UK AURIS_HV_HB_EE
5-4. Afspelen van audio-CD's en discs met MP3-/WMA-bestanden
Plaats een disc.
Druk op en verwijder de disc.
Bediening CD-speler
Weergave tekst
Weergeven overzicht mappen/
nummers
Selecteren van een map
(alleen discs met MP3/WMA-
bestanden)
Herhalen
Afspelen in willekeurige
volgorde
Toets selecteren modus
Afspelen van het geselec-
teerde nummer/bestand
Selecteren van een nummer/
bestand
Selecteren van een nummer/
bestand, vooruit- of terug-
spoelen
Volume
Aan/uit
Een disc uitwerpen
Laden van een CD of disc met MP3- of WMA-bestanden
Uitwerpen van een CD of disc met MP3- of WMA-bestanden
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 360 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
361
5-4. Afspelen van audio-CD's en discs met MP3-/WMA-bestanden
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Een nummer selecteren
Druk op de toets TUNE> of SEEK> om naar het volgende nummer
te gaan of op de toets <SELECT of <TRACK om naar het vorige
nummer te gaan, totdat het gewenste nummer wordt weergegeven.
Selecteren van een nummer uit een afspeellijst
Druk op “List” (lijst).
De afspeellijst wordt weergegeven.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om een nummer te selec-
teren.
Druk op de toets SETUP ENTER om het geselecteerde nummer
af te spelen.
Druk op “Back” (terug) om terug te keren naar de vorige weer-
gave.
Versneld vooruit-/terugspoelen van een nummer
Houd de toets SEEK> of <TRACK ingedrukt om vooruit of terug te
spoelen.
Herhalen
Druk op RPT.
Het huidige nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld tot weer op
RPT wordt gedrukt.
Afspelen in willekeurige volgorde
Druk op RDM.
De nummers worden in willekeurige volgorde afgespeeld tot weer op
RDM wordt gedrukt.
Wijzigen van de weergave op het display
Druk op “Text” (tekst).
Titel van het nummer, naam van de artiest en titel van de CD worden op
het display weergegeven.
Druk op “Text” (tekst) of “Back” (terug) om terug te keren
naar de vorige weergave.
Gebruik van de CD-speler
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 361 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
362
5-4. Afspelen van audio-CD's en discs met MP3-/WMA-bestanden
UK AURIS_HV_HB_EE
Selecteren van een map
Druk op of om de gewenste map te selecte-
ren.
Selecteren van een map en bestand uit een mappenlijst
Druk op “List” (lijst).
De mappenlijst wordt weergegeven.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om een map of bestand te
selecteren.
Druk op de toets SETUP ENTER om het geselecteerde bestand/
de geselecteerde map af te spelen.
Druk op “Back” (terug) om terug te keren naar de vorige weer-
gave.
Terugkeren naar de eerste map
Houd de toets ingedrukt totdat u een piepsignaal hoort.
Selecteren van een bestand
Druk op de toets <SELECT, TUNE>, <TRACK of SEEK> om het
gewenste bestand te selecteren.
Versneld vooruit-/terugspoelen van een bestand
Houd de toets SEEK> of <TRACK ingedrukt om vooruit of terug te
spoelen.
Herhalen
Wanneer u op RPT drukt, wordt de modus voor herhalen als
volgt gewijzigd:
Herhalen bestand Herhalen map
* Uit.
*: Niet beschikbaar wanneer RDM (afspelen in willekeurige volgorde) is
geselecteerd
Afspelen in willekeurige volgorde
Wanneer u op RDM drukt, wordt de modus voor afspelen in
willekeurige volgorde als volgt gewijzigd:
Afspelen van een disc met MP3- of WMA-bestanden
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 362 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
363
5-4. Afspelen van audio-CD's en discs met MP3-/WMA-bestanden
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Map in willekeurige
volgorde afspelen Disc in willekeurige volgorde afspelen Uit.
Wijzigen van de weergave op het display
Druk op “Text” (tekst).
Titel van het nummer, naam van de artiest en albumtitel (alleen MP3) wor-
den op het display weergegeven.
Druk op “Text” (tekst) of “Back” (terug) om terug te keren naar
de vorige weergave.
Weergave
Of de informatie wordt weergegeven en de manier waarop deze wordt weer-
gegeven is afhankelijk van de gegevens op de disc.
Foutmeldingen
Als een foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de volgende tabel en
onderneem de bijpassende acties. Als het probleem niet is verholpen, breng
de auto dan naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Discs die kunnen worden gebruikt
Discs die zijn voorzien van onderstaand label, kunnen worden gebruikt.
Afhankelijk van het opnameformaat of de eigenschappen van de disc, kras-
sen, vuil of beschadigingen is afspelen wellicht niet mogelijk.
CD's met een kopieerbeveiliging kunnen mogelijk niet op de juiste manier
worden afgespeeld.
Melding Oorzaak Correctieprocedures
“CD check”
(controleer CD)
De disc is vuil of
beschadigd.
De disc is onderste-
boven geplaatst.
Reinig de disc.
Plaats de disc op de
juiste wijze.
“Error 3” (fout 3)
Er zit een storing in het
systeem.
Verwijder de disc.
“Error 4” (fout 4)
Er is sprake van over-
stroom.
Zet het contact UIT.
“No support” (geen
ondersteuning)
Er staan geen MP3/
WMA-bestanden op de
CD.
Verwijder de disc.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 363 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
364
5-4. Afspelen van audio-CD's en discs met MP3-/WMA-bestanden
UK AURIS_HV_HB_EE
Beschermingsfunctie CD-speler
Om de interne componenten in de speler te beschermen, wordt het afspelen
automatisch onderbroken als er een storing wordt gesignaleerd.
Als een disc gedurende langere tijd in de CD-speler blijft zitten of als de
disc gedeeltelijk in de speler blijft zitten en niet wordt uitgenomen
De disc kan beschadigd raken waardoor deze niet meer goed kan worden
afgespeeld.
Lensreinigers
Gebruik geen lensreinigers. Anders kan schade aan de CD-speler ontstaan.
MP3- en WMA-bestanden
MP3 (MPEG Audio LAYER3) is een standaard audiocompressieformaat.
Door gebruik te maken van MP3-compressie kunnen bestanden worden
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10 van hun oorspronkelijke grootte.
WMA (Windows Media Audio) is een audiocompressieformaat van Microsoft.
Audiobestanden die met deze techniek worden gecomprimeerd, zijn kleiner
dan bestanden van het MP3-formaat.
De compatibiliteit van MP3- en WMA-bestanden en media/formaten is
beperkt.
Compatibiliteit MP3-bestanden
Compatibele standaarden
MP3 (MPEG1 LAYER3, MPEG2 LSF LAYER3)
Compatibele samplingfrequenties
MPEG1 LAYER3: 32, 44,1, 48 (kHz)
MPEG2 LSF LAYER3: 16, 22,05, 24 (kHz)
Compatibele bitrates (compatibel met VBR)
MPEG1 LAYER3: 32, 40, 48, 56, 64, 80, 96, 112, 128, 160, 192, 224,
256, 320 (kbps)
MPEG2 LSF LAYER3: 8, 16, 24, 32, 40, 48, 56, 64, 80, 96, 112, 128, 144,
160 (kbps)
Compatibele weergavemogelijkheden: stereo, meerkanaalsstereo, twee-
kanaalsweergave en monoweergave
Compatibiliteit WMA-bestanden
Compatibele standaarden
WMA versie 7, 8, 9
Compatibele samplingfrequenties
32, 44,1, 48 (kHz)
Compatibele bitrates (alleen compatibel met 2-kanaalsweergave)
Versie 7, 8: CBR 48, 64, 80, 96, 128, 160, 192 (kbps)
versie 9: CBR 48, 64, 80, 96, 128, 160, 192, 256, 320 (kbps)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 364 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
365
5-4. Afspelen van audio-CD's en discs met MP3-/WMA-bestanden
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Compatibele media
De media die kunnen worden gebruikt voor de weergave van MP3- en
WMA-bestanden zijn CD-R's en CD-RW's.
Afspelen is in bepaalde gevallen niet mogelijk als de CD-R of CD-RW niet
is afgesloten. Weergave is in sommige gevallen niet mogelijk of de speler
kan overslaan als er krassen of vingerafdrukken op de disc aanwezig zijn.
Compatibele disc-formaten
De volgende disc-formaten kunnen worden gebruikt.
Disc-formaten: CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en Form 2
Bestandsformaten: ISO9660 level 1, level 2, (Romeo, Joliet)
MP3- en WMA-bestanden die in een ander formaat geschreven zijn, wor-
den mogelijk niet op de juiste manier afgespeeld en de bestandsnamen
en mapnamen worden mogelijk niet correct weergegeven.
Onderwerpen waarop de standaarden en beperkingen betrekking hebben
zijn als volgt.
Maximale mapstructuur: 8 niveaus
Maximale lengte van mapnamen/bestandsnamen: 32 karakters
Maximaal aantal mappen: 192 (inclusief de root)
Maximaal aantal bestanden per disc: 255
Bestandsnamen
De enige soort bestanden die kunnen worden herkend als MP3/WMA en
die kunnen worden afgespeeld, zijn bestanden met de extensie .mp3 of
.wma.
Discs met multi-sessieopnamen
Omdat het audiosysteem geschikt is voor het afspelen van discs met multi-
sessieopnamen, kunnen er discs worden afgespeeld met MP3- en WMA-
bestanden. Alleen de eerste sessie kan echter worden afgespeeld.
ID3- en WMA-tags
ID3-tags kunnen worden toegevoegd aan MP3-bestanden, waardoor het
mogelijk wordt de naam van het nummer, de naam van de artiest, enz. op
te nemen.
Het systeem is compatibel met ID3 versie 1.0, 1.1, en versie 2.2, 2.3 ID3-
tags. (Het aantal karakters is gebaseerd op ID3-versie 1.0 en 1.1.)
WMA-tags kunnen worden toegevoegd aan WMA-bestanden, waardoor het
mogelijk wordt de titel van het nummer en de naam van de artiest op te
nemen op dezelfde manier als met de ID3-tags.
Afspelen van MP3- en WMA-bestanden
Als er een disc met MP3- of WMA-bestanden in de speler wordt geplaatst,
worden eerst alle bestanden op de disc gecontroleerd. Als deze controle
voltooid is, wordt het eerste MP3- of WMA-bestand afgespeeld. Om de
bestandscontrole niet langer te laten duren dan nodig is, adviseren wij u
geen andere bestanden dan MP3- of WMA-bestanden op de disc op te
nemen en geen onnodige mappen te creëren.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 365 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
366
5-4. Afspelen van audio-CD's en discs met MP3-/WMA-bestanden
UK AURIS_HV_HB_EE
Als op discs een combinatie staat van audiogegevens en MP3- of WMA-
gegevens, kunnen alleen audiogegevens worden afgespeeld.
Extensies
Als de bestandsextensies .mp3 en .wma worden gebruikt voor andere
bestanden dan MP3- en WMA-bestanden, zullen deze bestanden niet juist
herkend worden en worden afgespeeld als MP3- en WMA-bestanden. Dit
kan leiden tot storende geluiden en schade aan de luidsprekers.
Afspelen
Om MP3-bestanden met constante geluidskwaliteit af te spelen, advise-
ren wij de opnames te maken met een vaste bitrate van ten minste 128
kbps en een samplingfrequentie van 44,1 kHz.
Sommige CD-R's of CD-RW's kunnen niet worden afgespeeld, afhanke-
lijk van de eigenschappen van de disc.
Er is een groot aanbod aan gratis software voor het maken van MP3- en
WMA-bestanden op de markt en afhankelijk van de kwaliteit van het
coderen en het bestandsformaat kan een slechte geluidsweergave of sto-
ringen bij het begin van de weergave het resultaat zijn. In sommige
gevallen kan afspelen zelfs helemaal niet mogelijk zijn.
Als er andere bestanden dan MP3- of WMA-bestanden op een disc
staan, kan het langer duren voordat de bestanden op de disc herkend
worden en in sommige gevallen kan de disc wellicht helemaal niet wor-
den afgespeeld.
Microsoft, Windows en Windows Media zijn geregistreerde handelsmer-
ken van Microsoft Corporation in de VS en andere landen.
WAARSCHUWING
Verklaring voor de CD-speler
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 366 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
367
5-4. Afspelen van audio-CD's en discs met MP3-/WMA-bestanden
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
OPMERKING
Discs en adapters die niet kunnen worden gebruikt
Gebruik de volgende discs niet.
Gebruik ook geen 8 cm disc-adapters, DualDiscs of printbare discs.
Hierdoor kan de speler beschadigd raken en/of kan het plaatsen/verwijde-
ren van de disc bemoeilijkt worden.
Discs met een andere diameter dan 12 cm.
Inferieure of vervormde discs.
Discs met een transparant of lichtdoorlatend opnamegedeelte.
Discs waar tape, stickers of CD-R-labels op geplakt zijn of discs waarvan
het label heeft losgelaten.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de speler
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot bescha-
diging van de discs of van de speler zelf.
Plaats niets anders in de opening dan discs.
Probeer de speler niet met olie te smeren.
Stel discs niet bloot aan direct zonlicht.
Probeer de speler niet uit elkaar te nemen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 367 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
368
UK AURIS_HV_HB_EE
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Blz. 354
Afspelen van bestanden op een iPod
Door een iPod aan te sluiten, kunt u genieten van muziek uit de
luidsprekers van de auto. Druk op de toets MODE totdat “iPod”
wordt weergegeven.
Aansluiten van een iPod
Bedieningspaneel
Weergave tekst
Weergave overzichten
iPod-menu
Herhalen
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Toets selecteren modus
Instelmenu
Selectie nummer
Selecteren van een nummer,
vooruit- of terugspoelen
Volume
Aan/uit
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 368 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
369
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Druk op “Menu” om het iPod-menu te selecteren.
Door op de toets TUNE> te drukken, verandert de afspeelmodus in
de volgende volgorde:
Playlists (afspelen) Artists (artiesten) Albums Songs (num-
mers)  Podcasts  Genres  Composers (componisten)
Audiobooks (audioboeken)
Druk op de toets SETUP ENTER om de gewenste afspeelmodus te
selecteren.
Selecteren van een afspeelmodus
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 369 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
370
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
Lijst afspeelmodus
Selecteren van een lijst
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om de eerste selectielijst
weer te geven.
Druk op de toets SETUP ENTER om het gewenste item te selec-
teren.
Door op deze toets te drukken, wordt de tweede selectielijst weergege-
ven.
Herhaal de procedure om het gewenste item te selecteren.
Druk op “Back” (terug) om terug te keren naar de vorige selectie-
lijst.
Afspeel-
modus
Eerste
selectie
Tweede
selectie
Derde
selectie
Vierde
selectie
Playlists Afspeellijst Nummer - -
Artists Artiest Album Nummer -
Albums Album Nummer - -
Songs Nummer - - -
Podcasts Podcast Aflevering - -
Genres Genre Artiest Album Nummer
Composers Componist Album Nummer -
Audiobooks Audioboek Hoofdstuk - -
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 370 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
371
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Druk op de toets <SELECT, TUNE>, <TRACK of SEEK> om het
gewenste nummer te selecteren.
Druk op “List” (lijst).
Het overzicht van de nummers wordt weergegeven.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om een nummer te selecte-
ren.
Druk op de toets SETUP ENTER om het nummer af te spelen.
Druk op “Back” (terug) om terug te keren naar de vorige weergave.
Houd de toets SEEK> of <TRACK ingedrukt om vooruit of terug te
spoelen.
Druk op
RPT.
Druk opnieuw op RPT om te annuleren.
Wanneer u op RDM wordt de modus voor afspelen in wille-
keurig volgorde als volgt gewijzigd:
Nummers in willekeurige
volgorde afspelen Album in willekeurige volgorde afspelen Uit.
Druk op “Text” (tekst).
Titel van het nummer, naam van de artiest en albumtitel worden op het dis-
play weergegeven.
Druk op “Text” (tekst) of “Back” (terug) om terug te keren naar
de vorige weergave.
Selecteren van een nummer
Selecteren van een nummer in het overzicht
Versneld vooruit-/terugspoelen van een nummer
Herhalen
Afspelen in willekeurige volgorde
Wijzigen van de weergave op het display
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 371 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
372
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
Druk op de toets SETUP ENTER om naar de modus voor het
instelmenu te gaan.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om de modi voor de geluids-
instellingen te wijzigen. (Blz. 355)
Informatie over iPod
“Made for iPod” (gemaakt voor iPod) “Made for iPhone” (gemaakt voor
iPhone) houdt in dat een elektronische accessoire speciaal is ontworpen
voor de iPod respectievelijk iPhone en dat de ontwikkelaar garandeert dat
het product aan de prestatienormen van Apple voldoet.
Apple kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de werking van dit
apparaat of de mate waarin dit apparaat voldoet aan de eisen voor veilig-
heid en regelgeving. Let erop dat het gebruik van dit accessoire in combina-
tie met een iPod of iPhone de werking van de afstandsbediening negatief
kan beïnvloeden.
iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en iPod touch zijn handelsmerken van
Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
iPod-functies
Wanneer een iPod is aangesloten en de audiobron wordt gewijzigd in iPod-
modus, gaat de iPod verder met het laatst afgespeelde bestand.
Afhankelijk van de iPod die op het systeem is aangesloten, zijn bepaalde
functies mogelijk niet beschikbaar. Als een functie niet beschikbaar is van-
wege een storing (in tegenstelling tot een systeemspecificatie), kan het hel-
pen om het apparaat even los te koppelen en weer aan te sluiten.
Als de iPod is aangesloten op het systeem, kan de iPod niet meer op de
normale wijze worden bediend. In dat geval moeten de bedieningselemen-
ten van het audiosysteem van de auto worden gebruikt.
Als de batterijspanning van de iPod erg laag is, werkt de iPod wellicht niet.
In dat geval moet de iPod eerst worden opgeladen.
Ondersteunde modellen (Blz. 374)
Regelen van de geluidskwaliteit en de balans van het volume
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 372 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
373
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
iPod-problemen
Om de meeste problemen tijdens het gebruik van uw iPod te verhelpen, kunt
u de iPod losnemen van de iPod-aansluiting in de auto en het apparaat reset-
ten.
Raadpleeg voor het resetten van uw iPod de handleiding van de iPod.
Weergave
Blz. 363
Foutmeldingen
Als een foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de volgende tabel en
onderneem de bijpassende acties. Als het probleem niet is verholpen, breng
de auto dan naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Melding Oorzaak/correctieprocedures
“iPod error” (fout iPod)
Dit geeft aan dat de bestanden op de iPod
niet kunnen worden gelezen.
“Error 3” (fout 3)
Dit geeft aan dat de iPod mogelijk niet correct
werkt.
“Error 4” (fout 4) Dit geeft aan dat er sprake is van overstroom.
“Error 5” (fout 5)
Dit geeft aan dat er sprake is van een commu-
nicatiefout met de iPod.
“Error 6” (fout 6)
Dit geeft aan dat er sprake is van een autori-
satiefout.
“No songs” (geen
nummers)
Dit geeft aan dat de iPod geen audio-opna-
mes bevat.
“No playlists” (geen
afspeellijsten)
Dit geeft aan dat sommige beschikbare num-
mers niet kunnen worden gevonden in de
geselecteerde afspeellijst.
“Update your iPod”
(update uw iPod)
Dit geeft aan dat de versie van de iPod niet
compatibel is. Actualiseer uw iPod-software
naar de nieuwste versie.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 373 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
374
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
Compatibele modellen
De volgende iPod
-, iPod nano
-, iPod classic
-, iPod touch
- en iPhone
-
apparaten kunnen in combinatie met dit systeem worden gebruikt.
Gemaakt voor
iPod (5e generatie)
iPod touch (5e generatie)
iPod touch (4e generatie)
iPod touch (eind 2009)
iPod touch (3e generatie)
iPod touch (2e generatie)
iPod touch (1e generatie)
iPod classic (eind 2009)
iPod classic (2e generatie)
iPod classic
iPod nano (7e generatie)
iPod nano (6e generatie)
iPod nano (5e generatie)
iPod nano (4e generatie)
iPod nano (3e generatie)
iPod nano (2e generatie)
iPod nano (1e generatie)
iPhone 5s
iPhone 5c
iPhone 5
iPhone 4S
iPhone 4
iPhone 3GS
iPhone 3G
iPhone
Afhankelijk van de verschillen tussen modellen, software-versies, enz., zijn
sommige modellen mogelijk niet compatibel met dit systeem.
Onderwerpen waarop de standaarden en beperkingen betrekking hebben
zijn als volgt:
Maximaal aantal lijsten in apparaat: 9.999
Maximaal aantal nummers in apparaat: 65.535
Maximaal aantal nummers per lijst: 65.535
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Sluit de iPod niet aan en bedien deze niet.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 374 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
375
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de iPod
Laat de iPod niet in de auto achter. De temperatuur in de auto kan hoog
oplopen, waardoor de iPod beschadigd kan raken.
Druk niet op de iPod en oefen geen onnodige druk hierop uit terwijl het
apparaat is aangesloten.
Steek geen vreemde voorwerpen in de aansluiting.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 375 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
376
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
Blz. 354
Afspelen van bestanden op een USB-
geheugen
Door een USB-geheugen aan te sluiten, kunt u genieten van
muziek uit de luidsprekers van de auto. Druk op de toets MODE
totdat USB wordt weergegeven.
Aansluiten van een USB-geheugen
Bedieningspaneel
Weergave tekst
Weergave mappenlijst
Selecteren van een map
Herhalen
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Toets selecteren modus
Afspelen van het geselec-
teerde bestand
Selecteren van een bestand
Selecteren van een bestand,
vooruit- of terugspoelen
Volume
Aan/uit
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 376 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
377
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Selecteren van één map per keer
Druk op of om de gewenste map te selecte-
ren.
Selecteren van een map en bestand uit een mappenlijst
Druk op “List” (lijst).
De mappenlijst wordt weergegeven.
Druk op de toets <SELECT of TUNE> om een map of bestand te
selecteren.
Druk op de toets SETUP ENTER om het geselecteerde bestand/
de geselecteerde map af te spelen.
Druk op “Back” (terug) om terug te keren naar de vorige weer-
gave.
Terugkeren naar de eerste map
Houd de toets ingedrukt totdat u een piepsignaal hoort.
Druk op de toets <SELECT, TUNE>, <TRACK of SEEK> om het
gewenste bestand te selecteren.
Houd de toets SEEK> of <TRACK ingedrukt om vooruit of terug te
spoelen.
Selecteren van een map
Selecteren van een bestand
Versneld vooruit-/terugspoelen van een bestand
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 377 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
378
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
Wanneer u op RPT drukt, wordt de modus voor herhalen als
volgt gewijzigd:
Herhalen bestand Herhalen map
* Uit.
*: Niet beschikbaar wanneer RDM (afspelen in willekeurige volgorde) is
geselecteerd
Wanneer u op RDM drukt, wordt de modus voor afspelen in
willekeurige volgorde als volgt gewijzigd:
Map in willekeurige
volgorde afspelen Disc in willekeurige volgorde afspelen Uit.
Druk op “Text” (tekst).
Titel van het nummer, naam van de artiest en albumtitel (alleen MP3) wor-
den op het display weergegeven.
Druk op “Text” (tekst) of “Back” (terug) om terug te keren naar
de vorige weergave.
Functies USB-geheugen
Afhankelijk van het type USB-geheugen dat op het systeem is aangesloten,
kan het apparaat zelf mogelijk niet worden bediend en zijn bepaalde func-
ties mogelijk niet beschikbaar. Als het apparaat niet kan worden bediend of
als een functie niet beschikbaar is vanwege een storing (in tegenstelling tot
een systeemspecificatie), kan het helpen om het apparaat even los te kop-
pelen en weer aan te sluiten.
Formatteer het apparaat als het USB-geheugen nog steeds niet werkt nadat
het apparaat is losgekoppeld en weer is aangesloten.
Weergave
Blz. 363
Herhalen
Afspelen in willekeurige volgorde
Wijzigen van de weergave op het display
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 378 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
379
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Foutmeldingen
Als een foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de volgende tabel en
onderneem de bijpassende acties. Als het probleem niet is verholpen, breng
de auto dan naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Melding Oorzaak/correctieprocedures
“USB error” (fout USB)
Dit geeft aan dat de bestanden in het USB-
geheugen niet kunnen worden gelezen.
“Error 3” (fout 3)
Dit geeft aan dat het USB-geheugen mogelijk
niet correct werkt.
“Error 4” (fout 4) Dit geeft aan dat er sprake is van overstroom.
“Error 5” (fout 5)
Dit geeft aan dat er sprake is van een commu-
nicatiefout met het USB-geheugen.
“No music” (geen muziek)
Dit geeft aan dat er geen MP3/WMA-bestan-
den in het USB-geheugen staan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 379 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
380
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
USB-geheugen
Compatibele apparaten
USB-geheugen dat kan worden gebruikt voor het afspelen van MP3- en
WMA-bestanden
Compatibele apparaatformaten
De volgende apparaatformaten kunnen worden gebruikt:
USB-communicatie: USB 2.0 FS (12 Mbps)
Bestandsformaten: FAT12/16/32 (Windows)
Klasse: massaopslag
MP3- en WMA-bestanden die in een ander formaat geschreven zijn, wor-
den mogelijk niet op de juiste manier afgespeeld en de bestandsnamen en
mapnamen worden mogelijk niet correct weergegeven.
Onderwerpen waarop de standaarden en beperkingen betrekking hebben
zijn als volgt:
Maximale mapstructuur: 8 niveaus
Maximaal aantal mappen in een apparaat: 999 (inclusief de root)
Maximaal aantal bestanden in een apparaat: 9.999
Maximaal aantal bestanden per map: 255
MP3- en WMA-bestanden
MP3 (MPEG Audio LAYER 3) is een standaard audiocompressieformaat.
Met deze MP3-techniek kunnen bestanden worden gecomprimeerd tot
ongeveer 1/10 van hun oorspronkelijke grootte.
WMA (Windows Media Audio) is een audiocompressieformaat van
Microsoft.
Audiobestanden die met deze techniek worden gecomprimeerd, zijn kleiner
dan bestanden van het MP3-formaat.
Er is een limiet aan de MP3- en WMA-bestandsstandaarden en aan de
media/formaten waarmee bestanden zijn opgenomen.
Compatibiliteit MP3-bestanden
Compatibele standaarden
MP3 (MPEG1 AUDIO LAYERII, III, MPEG2 AUDIO LAYERII, III,
MPEG2.5)
Compatibele samplingfrequenties
MPEG1 AUDIO LAYERII, III: 32, 44,1, 48 (kHz)
MPEG2 AUDIO LAYERII, III: 16, 22,05, 24 (kHz)
MPEG2.5: 8, 11,025, 12 (kHz)
Compatibele bitrates (compatibel met VBR)
MPEG1 AUDIO LAYERII, III: 32-320 (kbps)
MPEG2 AUDIO LAYERII, III: 8-160 (kbps)
MPEG2.5: 8-160 (kbps)
Compatibele weergavemogelijkheden: stereo, meerkanaalsstereo, twee-
kanaalsweergave en monoweergave
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 380 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
381
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Compatibiliteit WMA-bestanden
Compatibele standaarden
WMA versie 7, 8, 9
Compatibele samplingfrequenties
HIGH PROFILE 32, 44,1, 48 kHz
Compatibele bitrates
HIGH PROFILE 32-320 (kbps, CBR)
Bestandsnamen
De enige soort bestanden die kunnen worden herkend als MP3/WMA en
die kunnen worden afgespeeld, zijn bestanden met de extensie .mp3 of
.wma.
ID3- en WMA-tags
ID3-tags kunnen worden toegevoegd aan MP3-bestanden, waardoor het
mogelijk wordt de naam van het nummer, de naam van de artiest, enz. op
te nemen.
Het systeem is compatibel met ID3 versie 1.0, 1.1, en versie 2.2, 2.3, 2.4
ID3-tags. (Het aantal karakters is gebaseerd op ID3-versie 1.0 en 1.1.)
WMA-tags kunnen worden toegevoegd aan WMA-bestanden, waardoor het
mogelijk wordt de titel van het nummer en de naam van de artiest op te
nemen op dezelfde manier als met de ID3-tags.
Afspelen van MP3- en WMA-bestanden
Wanneer er een apparaat met MP3- of WMA-bestanden is aangesloten,
worden eerst alle bestanden op het USB-geheugen gecontroleerd. Als
deze controle voltooid is, wordt het eerste MP3- of WMA-bestand afge-
speeld. Om de bestandscontrole niet langer te laten duren dan nodig is,
adviseren wij u geen andere bestanden dan MP3- of WMA-bestanden in
het USB-geheugen op te nemen en geen onnodige mappen te creëren.
Als een USB-geheugen is aangesloten en de audiobron is gewijzigd naar
USB-geheugenmodus, zal het USB-geheugen beginnen met het afspe-
len van het eerste bestand in de eerste map. Als hetzelfde apparaat
wordt verwijderd en weer aangesloten (en de inhoud ervan niet is veran-
derd), zal het USB-geheugen het afspelen hervatten vanaf het punt waar
de speler is geëindigd.
Extensies
Als de bestandsextensies .mp3 en .wma worden gebruikt voor andere
bestanden dan MP3- en WMA-bestanden, zullen deze bestanden worden
overslagen (en niet worden afgespeeld).
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 381 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
382
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
Afspelen
Om MP3-bestanden met constante geluidskwaliteit af te spelen, advise-
ren wij de opnames te maken met een vaste bitrate van ten minste 128
kbps en een samplingfrequentie van 44,1 kHz.
Er is een groot aanbod aan gratis software voor het maken van MP3- en
WMA-bestanden op de markt en afhankelijk van de kwaliteit van het
coderen en het bestandsformaat kan een slechte geluidsweergave of sto-
ringen bij het begin van de weergave het resultaat zijn. In sommige
gevallen kan afspelen zelfs helemaal niet mogelijk zijn.
Microsoft, Windows en Windows Media zijn geregistreerde handelsmer-
ken van Microsoft Corporation in de VS en andere landen.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Sluit het USB-geheugen niet aan en bedien dit niet.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan USB-geheugen
Laat het USB-geheugen niet in de auto achter. De temperatuur in de auto
kan hoog oplopen, waardoor het apparaat beschadigd kan raken.
Druk niet op het USB-geheugen en oefen geen onnodige druk hierop uit
terwijl het apparaat is aangesloten.
Steek geen vreemde voorwerpen in de aansluiting.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 382 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
383
5-5. Gebruik van een extern apparaat
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Blz. 354
Bedienen van draagbare audioapparaten die aangesloten zijn op het
audiosysteem
Het volume kan worden geregeld met behulp van de volumeregelaar van het
audiosysteem van de auto. Alle overige functies moeten op de draagbare
audiospeler zelf worden geregeld.
Bij het gebruik van een draagbare audiospeler aangesloten op de acces-
soireaansluiting
Tijdens het afspelen kan ruis hoorbaar zijn. Gebruik de voedingsbron van het
draagbare audioapparaat.
Gebruik van de AUX-aansluiting
Deze aansluiting kan worden gebruikt om via de luidsprekers in
de auto naar een extern audioapparaat te luisteren. Druk op de
toets MODE totdat AUX wordt weergegeven.
Aansluiten van een draagbare speler
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 383 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
384
UK AURIS_HV_HB_EE
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-apparaten
Bluetooth
®
-audio/telefoon
De volgende functies zijn beschikbaar wanneer gebruik wordt
gemaakt van draadloze Bluetooth
®
-communicatie:
Bluetooth
®
-audio
Met het Bluetooth
®-
audiosysteem kunt u via draadloze communi-
catie genieten van muziek uit de luidsprekers van de auto, afge-
speeld op een draagbare speler.
Dit audiosysteem ondersteunt Bluetooth
®
, een draadloos data-
systeem waarmee zonder kabels muziek van een draagbare spe-
ler kan worden afgespeeld. Als uw draagbare speler geen
Bluetooth
®
ondersteunt, kan het Bluetooth
®
-audiosysteem niet
worden gebruikt.
Bluetooth
®
-telefoon (handsfree-telefoonsysteem)
Dit systeem ondersteunt Bluetooth
®
, waarmee u telefoongesprek-
ken tot stand kunt brengen of ontvangen zonder het gebruik van
kabels om een mobiele telefoon op het systeem aan te sluiten en
zonder de mobiele telefoon te bedienen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 384 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
385
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-apparaten
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Overzicht registreren/verbinding maken met apparaat
1. Registreer het Bluetooth
®
-apparaat dat u wilt gebruiken in
combinatie met het audiosysteem (Blz. 390)
2. Sluit het te gebruiken geregistreerde Bluetooth
®
-
apparaat aan (Blz. 391, 392)
Te gebruiken voor audio Te gebruiken voor
handsfree-telefoon
3. Stel de automatische verbinding van het apparaat in
(Blz. 394)
4. Controleer de status van de Bluetooth
®
-verbinding
(Blz. 386)
5. Gebruik Bluetooth
®
-
audio (Blz. 401)
5. Gebruik Bluetooth
®
-
telefoon (Blz. 404)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 385 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
386
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-apparaten
UK AURIS_HV_HB_EE
Status Bluetooth
®
-verbinding
Als BT niet wordt weergegeven,
kan Bluetooth
®
-audio/telefoon niet
worden gebruikt.
Display
Er wordt een bericht, naam,
nummer, enz. weergegeven.
Kleine letters en speciale karakters
kunnen niet worden weergegeven.
Weergeven van het instelmenu/invoeren van het geselecteerde
item
Selecteert items zoals menu en nummer.
Toets gesprek aannemen
Schakelt het handsfree-systeem in/brengt een gesprek tot stand
Toets gesprek beëindigen
Schakelt handsfree-systeem uit/beëindigt gesprek/weigert inko-
mend gesprek
Hiermee kan informatie worden weergegeven die niet in 1 keer op
het display past (ingedrukt houden)
Selecteren van snelkiesnummers
Audio-eenheid
1
2
Microfoon
3
4
5
6
7
8
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 386 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
387
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-apparaten
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Druk om een menu te selecteren op de toets SETUP ENTER en navi-
geer door de menu's met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP
ENTER:
Menulijst van Bluetooth
®
-audio/telefoon
Eerste menu Tweede menu Derde menu Uitleg
“Bluetooth*
“Pairing”
(koppelen)
-
Registreren van
een Bluetooth
®
-
apparaat
“List Phone”
(telefoonlijst)
-
Overzicht weer-
geven van de
geregistreerde
mobiele tele-
foons
“List audio”
(audiolijst)
-
Overzicht weer-
geven van de
geregistreerde
draagbare spe-
lers
“Passkey”
(toegangscode)
-
De toegangs-
code wijzigen
“BT Power” (aan/
uit)
-
Automatisch ver-
binding maken
van het appa-
raat aan of uit
“Bluetooth* info”
“Device Name”
(naam apparaat)
“Device
Address” (adres
apparaat)
Weergeven van
status apparaat
“Display setting”
(weergeven
display)
-
Weergave
bevestiging van
automatische
verbinding aan of
uit
“Reset”
(resetten)
-
Initialiseren van
de instellingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 387 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
388
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-apparaten
UK AURIS_HV_HB_EE
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Functies Bluetooth
®
-audio/telefoon
Afhankelijk van het Bluetooth
®
-apparaat zijn sommige functies mogelijk niet
beschikbaar.
PHONE of TEL
“Phonebook”
“Add contacts”
(contactperso-
nen toevoegen)
Toevoegen van
een nieuw num-
mer
“Add SD” (snel-
kiesnummer toe-
voegen)
Registreren van
een snelkies-
nummer
“Delete call his-
tory” (oproepge-
schiedenis
verwijderen)
Een nummer
verwijderen dat
in de oproepge-
schiedenis is
opgeslagen
“Delete con-
tacts” (contacten
verwijderen)
Een nummer
verwijderen dat
in het telefoon-
boek is opgesla-
gen
“Delete other
PB” (andere tele-
foonboekgege-
vens
verwijderen)
Verwijderen van
telefoonboekge-
gevens
“HF sound set-
ting” (geluidsin-
stelling HF)
“Call volume”
(geluidsvolume
oproep)
Instellen van het
gespreksvolume
“Ringtone
volume” (bel-
toonvolume)
Instellen van het
beltoonvolume
“Ringtone” (bel-
toon)
Instellen van de
beltoon
“Transfer his-
tory” (geschiede-
nis overzetten)
-
Overzetten van
de oproepge-
schiedenis
Eerste menu Tweede menu Derde menu Uitleg
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 388 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
389
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-apparaten
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Volume
Het volume van de gesproken
aanwijzingen kan niet met deze
toetsen worden geregeld.
Toets gesprek aannemen
Schakelt het handsfree-sys-
teem in/brengt een gesprek tot
stand
Toets gesprek beëindigen
Schakelt het handsfree-telefoonsysteem uit/beëindigt gesprek/wei-
gert inkomend gesprek
Spraaktoets
Er wordt een bericht weergegeven.
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel
U kunt de stuurwieltoetsen gebruiken om een aangesloten
mobiele telefoon of draagbare digitale audiospeler (draagbare
speler) te bedienen.
Bedienen van een Bluetooth
®
-telefoon met de stuurwieltoetsen
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 389 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
390
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-apparaten
UK AURIS_HV_HB_EE
Druk op de toets SETUP ENTER en selecteer “Bluetooth*met de
toets <SELECT of TUNE>.
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Druk op de toets SETUP ENTER en selecteer “Pairing” (koppelen)
met de toets <SELECT of TUNE>.
Er wordt een toegangscode weergegeven.
Niet SSP (Secure Simple Pairing) compatibele Bluetooth
®
-appara-
ten: Voer de toegangscode in in het apparaat.
SSP (Secure Simple Pairing) compatibele Bluetooth
®
-apparaten:
Selecteer “Yes” (ja) om het apparaat te registreren. Afhankelijk van
het type apparaat wordt het mogelijk automatisch geregistreerd.
Als een Bluetooth
®
-apparaat zowel muziek kan afspelen en als
mobiele telefoon kan worden gebruikt, worden beide functies tegelij-
kertijd in het systeem geregistreerd. Wanneer het apparaat wordt ver-
wijderd, worden beide functies tegelijkertijd verwijderd.
Als de toets gesprek aannemen wordt ingedrukt en de PHONE- of
TEL-modus wordt geselecteerd terwijl er geen telefoons zijn geregis-
treerd, wordt het registratiescherm automatisch weergegeven.
Registreren van een Bluetooth
®
-apparaat
Alvorens de Bluetooth
®
-audio/telefoon te gebruiken, moet een
Bluetooth
®
-apparaat in het systeem worden geregistreerd. U
kunt maximaal 5 Bluetooth
®
-apparaten registreren.
Registreren van een Bluetooth
®
-apparaat
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 390 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
391
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
5-7. Menu SET UP
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Selecteer “Pairing” (koppelen) met de toetsen <SELECT, TUNE> en
SETUP ENTER (Blz. 387) en voer de procedure voor het registre-
ren van een draagbare speler uit. (Blz. 390)
Selecteer “List phone” (telefoonlijst) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387) De lijst met geregistreerde
mobiele telefoons wordt weergegeven.
Aansluiten van de geregistreerde mobiele telefoon op het audiosys-
teem
Selecteer met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER
de naam van de mobiele telefoon die moet worden aangesloten.
Selecteer “Select” (selecteren) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER.
Een geregistreerde mobiele telefoon verwijderen
Selecteer met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER
de naam van de mobiele telefoon die moet worden verwijderd.
Selecteer “Delete” (verwijderen) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER.
Druk op “Yes” (ja).
Gebruik van het menu SET UP
(“Bluetooth*”-menu)
Door een Bluetooth
®
-apparaat te registreren in het systeem, kan
het systeem werken. Voor aangemelde apparaten kunnen de vol-
gende functies worden gebruikt:
Registreren van een draagbare speler
Overzicht weergeven van de geregistreerde mobiele telefoons
1
2
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 391 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
392
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
Verbreken van de verbinding van de geregistreerde mobiele tele-
foon van het audiosysteem
Selecteer met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER
de naam van de mobiele telefoon waarmee de verbinding moet
worden verbroken.
Selecteer “Disconnect” (verbinding verbreken) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Druk op “Yes” (ja).
Selecteer “List audio” (audiolijst) met de toetsen <SELECT, TUNE>
en SETUP ENTER. (Blz. 387) De lijst met geregistreerde draagbare
spelers wordt weergegeven.
Aansluiten van de geregistreerde draagbare speler op het audio-
systeem.
Selecteer met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER
de naam van de draagbare speler die moet worden aangesloten.
Selecteer “Select” (selecteren) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER.
Verwijderen van een geregistreerde draagbare speler
Selecteer met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER
de naam van de draagbare speler die moet worden verwijderd.
Selecteer “Delete” (verwijderen) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER.
Druk op “Yes” (ja).
Overzicht weergeven van de geregistreerde draagbare spelers
1
2
3
1
2
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 392 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
393
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Verbreken van de verbinding van de geregistreerde draagbare spe-
ler van het audiosysteem.
Selecteer met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER
de naam van de draagbare speler waarvan de verbinding moet
worden verbroken.
Selecteer “Disconnect” (verbinding verbreken) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Druk op “Yes” (ja).
Selecteren van de verbindingsmethode
Selecteer met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER
de naam van de gewenste draagbare speler.
Selecteer “Connection method” (verbindingsmethode) met de
toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Selecteer “From vehicle” (van auto) of “From audio” (van audio-
speler) met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Selecteer “Passkey” (toegangscode) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Voer een toegangscode van 4 tot 8 cijfers in met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Voer de cijfers van de code een voor een in.
Druk op “Enter” (bevestigen) wanneer de gehele toegangs-
code is ingevoerd.
Wanneer het te registreren getal 8 cijfers heeft, hoeft u niet op
“Enter” (bevestigen) te drukken.
Wijzigen van de toegangscode
1
2
3
1
2
3
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 393 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
394
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
Als “BT power” AAN wordt gezet, maakt het geregistreerde apparaat
automatisch verbinding wanneer het contact in de stand ACC wordt
gezet.
Selecteer “BT power” met de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP
ENTER. (Blz. 387)
Selecteer “
On (aan)” of “Off” (uit) met de toets SETUP/ENTER.
Selecteer “Bluetooth
* info” met de toetsen <SELECT, TUNE> en
SETUP ENTER. (Blz. 387)
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Weergeven van naam apparaat
Selecteer “Device name” (toestelnaam) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER.
Weergeven van adres apparaat
Selecteer “Device address” (adres apparaat) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Als “Display setting” (instelling display) AAN wordt gezet, wordt de
verbindingsstatus van de draagbare speler weergegeven wanneer het
contact in de stand ACC of AAN wordt gezet.
Selecteer “Display setting” (instelling display) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Selecteer “On” (aan) of “Off” (uit) met de toets SETUP ENTER.
Automatisch verbinding maken van het apparaat aan of uit
Weergeven van status apparaat
Weergave bevestiging van automatische verbinding aan of uit
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 394 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
395
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Selecteer “Reset” (resetten) met de toetsen <SELECT, TUNE> en
SETUP ENTER. (Blz. 387)
Initialiseren van de geluidsinstellingen
Selecteer “Sound settings” (geluidsinstellingen) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op Yes” (ja).
Voor meer informatie over geluidsinstellingen: Blz. 399
Initialiseren van de informatie over het apparaat
Selecteer “Car Device Info” (informatie apparaat) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op Yes” (ja).
De gebruikersspecifieke toegangscode en het display voor automatische
bevestiging keren terug naar de standaardinstelling.
Initialiseren van alle instellingen
Selecteer Reset all” (alles resetten) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER en druk op “Yes” (ja).
Initialisatie
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 395 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
396
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
Selecteer “Add contacts” (contacten toevoegen) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Alle contacten uit de mobiele telefoon overzetten
Selecteer “Overwrite all” (alles overschrijven) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op Yes” (ja).
Eén contact uit de mobiele telefoon overzetten
Selecteer “Add contact” (contact toevoegen) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op Yes” (ja).
Selecteer “Add SD” (snelkiesnummer toevoegen) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Selecteer de gewenste gegevens met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER.
Houd de gewenste voorkeuzetoets ingedrukt.
Meer informatie over het instellen van snelkiesnummers vanuit de
oproepgeschiedenis: Blz. 405
Meer informatie over het verwijderen van snelkiesnummers:
Blz. 404
Gebruik van het menu SET UP
(menu “Phone” (telefoon))
Een nieuw telefoonnummer toevoegen
Instellen van snelkiesnummers
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 396 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
397
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Selecteer “Delete call history” (oproepgeschiedenis verwijderen) met
de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Verwijderen van de geschiedenis van uitgaande gesprekken
Selecteer “Outgoing calls” (uitgaande gesprekken) met de toet-
sen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op “Yes”
(ja).
Druk op “All” (alle) en vervolgens op “Yes” (ja) om de
geschiedenis van alle uitgaande gesprekken te verwijderen.
Verwijderen van de geschiedenis van inkomende gesprekken
Selecteer “Incoming calls” (inkomende gesprekken) met de toet-
sen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op “Yes”
(ja).
Druk op “All” (alle) en vervolgens op “Yes” (ja) om de
geschiedenis van alle inkomende gesprekken te verwijderen.
Verwijderen van de oproepgeschiedenis
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 397 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
398
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
Verwijderen van de geschiedenis van de gemiste oproepen
Selecteer “Missed calls” (gemiste oproepen) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op “Yes”
(ja).
Druk op “All” (alle) en vervolgens op “Yes” (ja) om de
geschiedenis van alle gemiste oproepen te verwijderen.
Verwijderen van een nummer uit de hele oproepgeschiedenis (uit-
gaande gesprekken, inkomende gesprekken en gemiste oproepen)
Selecteer “All calls” (alle oproepen) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER.
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op “Yes”
(ja).
Druk op “All” (alle) en vervolgens op “Yes” (ja) om de
hele oproepgeschiedenis te verwijderen.
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 398 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
399
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Selecteer “Delete contacts” (contacten verwijderen) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER en druk op “Yes” (ja).
Druk op “All” (alle) en vervolgens op “Yes” (ja) om
alle geregistreerde telefoonnummers te verwijderen.
Druk op “A-Z” om de geregistreerde namen in alfabetische
volgorde van de beginletter weer te geven.
Selecteer “Delete other PB” (ander telefoonboek verwijderen) met
de toetsen <SELECT, TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Selecteer het gewenste telefoonboek met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER en druk op “Yes” (ja).
Selecteer “Call volume” (gespreksvolume) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Wijzigen van het gespreksvolume.
Volume verlagen: Druk op de toets <SELECT.
Volume verhogen: Druk op de toets TUNE>.
Druk op “Back” (terug) om het volume in te stellen.
Verwijderen van een geregistreerd telefoonnummer
Verwijderen van het telefoonboek van een andere mobiele tele-
foon
Instellen van het gespreksvolume
1
2
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 399 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
400
5-7. Menu SET UP
UK AURIS_HV_HB_EE
Selecteer “Ringtone volume” (beltoonvolume) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Wijzig het beltoonvolume.
Volume verlagen: Druk op de toets <SELECT.
Volume verhogen: Druk op de toets TUNE>.
Druk op “Back” (terug) om het volume in te stellen.
Selecteer “Ringtone” (beltoon) met de toetsen <SELECT, TUNE>
en SETUP ENTER. (Blz. 387)
Selecteer een beltoon (1 - 3) met de toets <SELECT of TUNE>.
Druk op “Back” (terug) om de geselecteerde beltoon in te
stellen.
Selecteer “Transfer history” (geschiedenis overzetten) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER en druk op Yes” (ja).
Telefoonnummer
Er kunnen maximaal 1.000 namen worden opgeslagen.
Oproepgeschiedenis
In de oproepgeschiedenis kunnen maximaal 10 nummers van uitgaande
gesprekken, inkomende gesprekken en gemiste oproepen worden opgesla-
gen.
Beperking van het aantal cijfers
Een telefoonnummer met meer dan 24 cijfers kan niet worden opgeslagen.
Instellen van het beltoonvolume
Instellen van de beltoon
Overzetten van de oproepgeschiedenis
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 400 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
401
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
5-8. Bluetooth
®
-audio
Bedienen van een Bluetooth
®
compatibele
draagbare speler
Weergave tekst
Afspelen/pauze
Selecteer een album
Herhalen
Afspelen in willekeurige
volgorde
Afspelen
Selecteren van een nummer,
vooruit- of terugspoelen
Volume
Aan/uit
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 401 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
402
5-8. Bluetooth
®
-audio
UK AURIS_HV_HB_EE
Druk op of om het gewenste album te selecte-
ren.
Druk op de toets SEEK> of <TRACK om het gewenste nummer te
selecteren.
Druk op om een nummer af te spelen of om het afspe-
len tijdelijk te onderbreken.
Houd de toets SEEK> of <TRACK ingedrukt om vooruit of terug te
spoelen.
Wanneer u op RDM drukt, wordt de modus voor afspelen in
willekeurige volgorde als volgt gewijzigd:
Album in willekeurige volgorde afspelen Alle nummers in wille-
keurige volgorde afspelen Uit.
Selecteren van een album
Een nummer selecteren
Afspelen en onderbreken van een nummer
Versneld vooruit-/terugspoelen van een nummer
Afspelen in willekeurige volgorde
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 402 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
403
5-8. Bluetooth
®
-audio
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Wanneer u op RPT drukt, wordt de modus voor herhalen als
volgt gewijzigd:
Herhalen van nummer Herhalen van album Uit.
Druk op “Text” (tekst).
Titel nummer en naam artiest worden op het display weergegeven.
Druk op “Text” (tekst) of “Back” (terug) om terug te keren naar
de vorige weergave.
Functies Bluetooth
®
-audiosysteem
Afhankelijk van de draagbare speler die op het systeem is aangesloten, zijn
bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar.
Herhalen
Wijzigen van de weergave op het display
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 403 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
404
UK AURIS_HV_HB_EE
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
Selecteer “Phonebook” (telefoonboek) met de toetsen <SELECT,
TUNE> en SETUP ENTER.
Selecteer de gewenste naam met de toetsen <SELECT, TUNE> en
SETUP ENTER en druk op de toets gesprek aannemen.
Door op (Add S. Dial) (snelkiesnummer toevoegen) en vervol-
gens op een van de snelkiesnummertoetsen te drukken terwijl de
gewenste naam wordt geselecteerd, kan het geselecteerde item wor-
den geregistreerd als snelkiesnummer.
Druk op “A-Z” om de geregistreerde namen in alfabetische
volgorde van de beginletter weer te geven.
Selecteer “Speed dials” (snelkiesnummers) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Druk op de gewenste voorkeuzetoets en druk op de toets gesprek
aannemen.
Druk, om een geregistreerd snelkiesnummer te verwijderen nadat de
gewenste voorkeuzetoets is geselecteerd, op “Delete” (verwij-
deren) en vervolgens op “Yes” (ja).
Selecteer “Dial by number” (via nummer bellen) met de toetsen
<SELECT, TUNE> en SETUP ENTER.
Voer het telefoonnummer in en druk op de toets gesprek aanne-
men.
Bellen
Druk op de toets gesprek aannemen om de PHONE- of TEL-
modus te selecteren.
Bellen door een naam te selecteren
Bellen via snelkiesnummers
Bellen door een nummer in te voeren
1
2
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 404 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
405
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Selecteer “All calls” (alle oproepen), “Missed calls” (gemiste oproe-
pen), “Incoming calls” (inkomende gesprekken) of “Outgoing calls”
(uitgaande gesprekken) met de toetsen <SELECT, TUNE> en
SETUP ENTER.
Selecteer het gewenste nummer met de toetsen <SELECT, TUNE>
en SETUP ENTER en druk op de toets gesprek aannemen.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd:
Een nummer registreren als snelkiesnummer
Druk op “Add S. Dial” (snelkiesnummer toevoegen) en druk
vervolgens op de gewenste voorkeuzetoets.
Verwijderen van het geselecteerde nummer
Druk op “Delete” (verwijderen) en vervolgens op
“Yes” (ja).
Bellen vanuit de oproepgeschiedenis
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 405 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
406
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
UK AURIS_HV_HB_EE
Druk op de toets gesprek aannemen.
Druk op de toets gesprek beëindigen.
Druk op de toets gesprek aannemen.
Door weer op de toets gesprek aannemen te drukken keert u terug naar
het vorige gesprek.
Wijzig het beltoonvolume met de toets VOL- of VOL+.
Volume verlagen: Druk op de toets VOL-.
Volume verhogen: Druk op de toets VOL+.
Ontvangen van een telefoongesprek
Aannemen van de telefoon
Een gesprek weigeren
Ontvangen van een oproep terwijl u een telefoongesprek voert
Aanpassen van het beltoonvolume tijdens het ontvangen van
een oproep
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 406 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
407
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
Tijdens het tot stand brengen van een gesprek, wanneer een gesprek
wordt ontvangen en tijdens een gesprek kan een oproep worden
doorgestuurd tussen de mobiele telefoon en het systeem. Gebruik
een van de volgende methoden:
a. Bedien de mobiele telefoon.
Raadpleeg de handleiding van de mobiele telefoon voor de bediening.
b. Druk op * “Phone” (telefoon).
*: Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd bij het doorschakelen van
een telefoongesprek van de mobiele telefoon naar het systeem tijdens een
telefoongesprek.
Druk op “Mute” (dempen).
Druk op 0 - 9” en gebruik de toetsen <SELECT, TUNE> en
SETUP ENTER om de gewenste cijfers in te voeren.
Druk, om de ingevoerde cijfers te verzenden, op “Send”
(verzenden).
Druk, wanneer u klaar bent, op “Wait” (wachten) om terug te
keren naar het vorige scherm.
Wijzig het gespreksvolume met de toets VOL- of VOL+.
Volume verlagen: Druk op de toets VOL-.
Volume verhogen: Druk op de toets VOL+.
Voeren van een telefoongesprek
Doorschakelen van een telefoongesprek
Dempen van uw stemgeluid
Cijfers invoeren
Instellen van het gespreksvolume
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 407 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
408
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
UK AURIS_HV_HB_EE
Tijdens het telefoongesprek
Praat niet op hetzelfde moment als uw gesprekspartner.
Stel het volume van de stem van uw gesprekspartner laag in. Als het
volume te hoog staat, wordt de stemecho sterker.
Automatische volumeregeling
Als de rijsnelheid 80 km/h of meer bedraagt, wordt het volume automatisch
verhoogd. Het volume keert terug naar het niveau van de vorige volume-
instelling als de rijsnelheid naar 70 km/h of minder daalt.
Functies telefoonsysteem
Afhankelijk van de mobiele telefoon zijn sommige functies mogelijk niet
beschikbaar.
Omstandigheden waaronder het systeem uw stem mogelijk niet kan her-
kennen
Tijdens het rijden op een hobbelige weg
Tijdens het rijden met hoge snelheden
Wanneer lucht uit de uitstroomopeningen tegen de microfoon wordt gebla-
zen
Wanneer de ventilator van de airconditioning veel geluid maakt
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 408 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
409
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
5-10. Bluetooth
®
Bij gebruik van Bluetooth
®
-audio/telefoon
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet.
De draagbare speler ondersteunt Bluetooth
®
niet
De mobiele telefoon bevindt zich buiten het bereik van een mobiel netwerk
Het Bluetooth
®
-apparaat is uitgeschakeld
De batterij van het Bluetooth
®
-apparaat is onvoldoende geladen
Het Bluetooth
®
-apparaat heeft geen verbinding met het systeem
Het Bluetooth
®
-apparaat bevindt zich achter de stoel, in het dashboard-
kastje of in het consolevak, of wordt afgedekt door een metalen voorwerp
Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met de mobiele tele-
foon als tegelijkertijd via Bluetooth
®
-audio wordt afgespeeld.
Afhankelijk van het type draagbare audiospeler dat is verbonden met het
systeem kunnen er verschillen in de bediening zijn of kunnen bepaalde
functies niet beschikbaar zijn.
Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initialiseert, om misbruik van persoonlijke
gegevens te voorkomen. (Blz. 395)
Over Bluetooth
®
Compatibele modellen
Bluetooth
®
-specificaties:
versie 1.1 of hoger (aanbevolen: versie 2.1 + EDR of hoger)
Volgende profielen:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) versie 1.0 of hoger (aanbe-
volen: versie 1.2 of hoger)
AVRCP (Audio/Video Remote Control Profile) versie 1.0 of hoger (aanbe-
volen: versie 1.3 of hoger)
Draagbare spelers moeten voldoen aan bovenstaande specificaties om te
kunnen worden aangesloten op het Bluetooth
®
-audiosysteem. Maar vergeet
niet dat sommige functies beperkt beschikbaar zijn, afhankelijk van het type
van de draagbare speler.
Mobiele telefoon
HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: versie 1.5)
OPP (Object Push profiel) versie 1.1
PBAP (Phone Book Access Profile) versie 1.0
Bluetooth
®
Bluetooth is een geregistreerd handels-
merk van Bluetooth SIG. Inc.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 409 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
410
5-10. Bluetooth
®
UK AURIS_HV_HB_EE
Verklaring
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 410 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
411
5-10. Bluetooth
®
UK AURIS_HV_HB_EE
5
Audiosysteem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 411 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
412
5-10. Bluetooth
®
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden
Gebruik de draagbare audiospeler of mobiele telefoon niet en probeer geen
verbinding te maken met het Bluetooth
®
-systeem.
Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Uw audiosysteem is uitgerust met Bluetooth
®
-antennes. Mensen met
geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde hartde-
fibrillatoren moeten voldoende afstand bewaren tot de Bluetooth
®
-anten-
nes. Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur
beïnvloeden.
Alvorens Bluetooth
®
-apparaten te gebruiken, moeten gebruikers van
medische apparatuur anders dan geïmplanteerde pacemakers, CRT-
pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillatoren contact opnemen met
de fabrikant of leverancier van deze producten om te informeren of radio-
signalen invloed uitoefenen op deze apparatuur. Radiogolven kunnen
onverwachte effecten hebben op de werking van dergelijke medische
apparatuur.
OPMERKING
Bij het verlaten van de auto
Laat uw draagbare audiospeler of mobiele telefoon niet achter in de auto.
De temperatuur in de auto kan hoog oplopen, waardoor uw draagbare
audiospeler of mobiele telefoon beschadigd kan raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 412 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
413
6
Voorzieningen
in het interieur
UK AURIS_HV_HB_EE
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische
airconditioning .................414
Stoelverwarming................423
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........424
Interieurverlichting .........425
Make-upverlichting ........425
Leeslampjes ..................426
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......428
Dashboardkastje ...........429
Consolevak....................429
Fleshouders...................430
Bekerhouders ................431
Extra opbergvakken ......432
Voorzieningen in de
bagageruimte...................433
6-4. Overige voorzieningen
in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur..................439
Zonnekleppen................439
Make-upspiegels ...........439
Klok ...............................440
Uitneembare asbak ......440
Accessoire-
aansluitingen .................441
Armsteun .......................442
Handgrepen...................442
Kledinghaakjes ..............443
Zonnescherm
panoramadak ................443
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 413 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
414
UK AURIS_HV_HB_EE
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Zonder modus gescheiden bediening
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjager-
snelheid worden automatisch geregeld op basis van de gekozen
temperatuur.
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse
besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's
met rechtse besturing.
Verder zijn de positie van het display en de knoppen per sys-
teem verschillend.
Bedieningspaneel airconditioning
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 414 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
415
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Met modus gescheiden bediening
Wijzigen van de ingestelde temperatuur
Temperatuur verhogen
Temperatuur verlagen
Instellen van de aanjagersnelheid
Aanjagersnelheid verhogen
Aanjagersnelheid verlagen
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 415 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
416
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
Wijzigen van de luchtcirculatiemodus
Beweeg de luchtcirculatieknop
omhoog of omlaag om de lucht-
circulatiemodus te wijzigen.
Iedere keer dat de knop wordt
bediend, worden er andere uit-
stroomopeningen geselecteerd.
Er stroomt lucht naar het
bovenlichaam.
Er stroomt lucht naar het
bovenlichaam en de voeten.
Er stroomt lucht naar de voe-
ten.
Er stroomt lucht naar de voe-
ten en de voorruitverwarming
is in werking.
Druk op .
De ontvochtigingsfunctie wordt ingeschakeld. De uitstroomope-
ningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid worden auto-
matisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Wijzig de ingestelde temperatuur.
Druk op om de procedure te beëindigen.
Controlelampje automatische modus
Als de instelling van de aanjagersnelheid of de luchtcirculatiemodi
worden bediend, dooft het controlelampje van de automatische
modus. De automatische modus blijft echter ingeschakeld voor de
andere functies dan die worden bediend.
Luchtcirculatieknop
1
2
3
4
Gebruik van de automatische modus
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 416 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
417
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder
en voor de voorpassagier (auto's met modus gescheiden
bediening)
Voer een van de volgende procedures uit om de modus voor
gescheiden bediening in te schakelen:
Druk op .
Wijzig de ingestelde temperatuur aan passagierszijde.
Als de modus voor gescheiden bediening is ingeschakeld, gaat het con-
trolelampje branden.
Schakelen tussen buitenluchtmodus en recirculatiemodus
Auto's zonder modus gescheiden bediening
Druk op om naar de recirculatiemodus te schakelen.
Druk op om naar de buitenluchtmodus te schakelen.
Wanneer de recirculatiemodus is geselecteerd, brandt het controle-
lampje op .
Wanneer de buitenluchtmodus is geselecteerd, brandt het controle-
lampje op .
Auto's met modus gescheiden bediening
Druk op .
Iedere keer als op wordt gedrukt, schakelt de luchttoevoer tussen
de buitenluchtmodus (controlelampje uit) en de recirculatiemodus (con-
trolelampje aan).
Overige functies
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 417 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
418
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om de voorruit en de zijruiten
voor te ontwasemen.
Druk op .
De ontvochtigingsfunctie werkt en de aanjagersnelheid neemt toe.
Zet, als de recirculatiemodus is ingeschakeld, de luchttoevoertoets in de
buitenluchtmodus. (Mogelijk gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de temperatuur om de voorruit en
zijruiten voor sneller te ontwasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd nogmaals op om terug te
keren naar de vorige modus.
Ontwasemen van de achterruit en buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwarming worden gebruikt om de
achterruit te ontwasemen en om regendruppels, dauw en ijs van de
buitenspiegels te verwijderen.
Druk op .
De achterruit- en buitenspiegelverwarming wordt na een tijdje automa-
tisch uitgeschakeld.
Persoonlijke voorkeursinstellingen aanjager
De instellingen voor de aanjagersnelheid kunnen worden gewijzigd.
Druk op .
Druk op .
Elke keer als de toets wordt ingedrukt, verandert de aan-
jagersnelheid als volgt.
MEDIUMSOFTFAST
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 418 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
419
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en
luchthoeveelheid veranderen
overeenkomstig de geselec-
teerde luchtcirculatiemodus.
(Blz. 416)
: Sommige uitvoeringen
Afstellen van de stand en de mate van opening van de uit-
stroomopeningen
Uitstroomopeningen midden voor
Richt de luchtstroom naar
links of rechts, boven of
beneden.
Draai de knop naar boven
om de uitstroomopening te
openen en naar beneden om
de uitstroomopening te slui-
ten.
Uitstroomopeningen voor
Richt de luchtstroom naar links
of rechts, boven of beneden.
Uitstroomopeningen
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 419 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
420
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
De uitstroomopening openen
De uitstroomopening sluiten
Werking van de airconditioning in de ECO-modus
In de ECO-modus wordt de airconditioning als volgt bediend voor een laag
brandstofverbruik:
Het motortoerental en de werking van de compressor worden geregeld om
de verwarm-/koelcapaciteit te beperken
Wanneer de automatische modus is gekozen, wordt de aanjagersnelheid
beperkt
Doe het volgende om de prestaties van de airconditioning te verbeteren:
Wijzig de aanjagersnelheid
Schakel de ECO-modus uit
Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch geregeld op basis van de gekozen
temperatuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van kan de aanjager even worden uitgescha-
keld tot er voldoende warme of koude lucht voorhanden is.
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen de ruiten gemakke-
lijk beslaan. Wanneer wordt ingeschakeld, wordt de lucht die via de
uitstroomopeningen stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt ont-
wasemd.
Als u uitschakelt zullen de ruiten mogelijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recirculatiemodus is ingeschakeld.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 420 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
421
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Buitenlucht-/recirculatiemodus
Zet bij het rijden op stoffige wegen, in tunnels of in druk verkeer de luchttoe-
voertoets in de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er buitenlucht de
auto in stroomt. Wanneer tijdens het koelen de recirculatiemodus wordt
ingeschakeld, wordt ook het interieur van de auto effectief gekoeld.
Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recirculatiemodus automatisch inge-
schakeld afhankelijk van de ingestelde temperatuur of de temperatuur in de
auto.
Wanneer de buitentemperatuur laag is
De ontwasemingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als op wordt
gedrukt.
Geuren ventilatie en airconditioning
Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te
laten.
Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de
auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben
dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsysteem in de buitenluchtmodus te
zetten voordat u de motor uitschakelt.
Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager direct nadat de aircondi-
tioning in de automatische modus wordt ingeschakeld even vertraagd.
Interieurfilter
Blz. 494
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de instelling van de airconditioning) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 604)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 421 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
422
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik niet in combinatie met koele lucht bij zeer vochtig weer. Het
verschil tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van de voorruit
zorgt ervoor dat de buitenkant van de voorruit beslaat, waardoor het zicht
wordt belemmerd.
Voorkomen van brandwonden
Raak het spiegeloppervlak van de buitenspiegels niet aan wanneer de bui-
tenspiegelverwarming is ingeschakeld.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat, als het hybridesysteem is uitgeschakeld, de airconditioning niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk is.
Plaats geen voorwerpen op het dash-
board die de uitstroomopeningen kun-
nen bedekken. Anders raakt de
luchtstroom mogelijk geblokkeerd,
waardoor de voorruitverwarming de
voorruit niet kan ontwasemen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 422 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
423
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Druk op de schakelaar.
Hoge temperatuur
Lage temperatuur
Het controlelampje gaat branden
wanneer de toets is ingedrukt.
De stoelverwarming kan worden gebruikt wanneer het contact AAN staat.
Zet de schakelaar in de neutrale stand wanneer de stoelverwarming niet
wordt gebruikt. Het controlelampje dooft.
: Indien aanwezig
Stoelverwarming
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in con-
tact komt met de stoelen wanneer de stoelverwarming is ingeschakeld:
Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die oververmoeid zijn
Personen die alcohol hebben gedronken of personen die rustgevende
medicijnen (slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben
gebruikt
Neem, om de kans op lichte brandwonden of oververhitting te beperken,
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de stoelverwarming in
gebruik is.
Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
OPMERKING
Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de
stoel en leg geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de
stoel.
Gebruik de functies niet wanneer het hybridesysteem niet is ingeschakeld,
om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 423 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
424
UK AURIS_HV_HB_EE
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Make-upverlichting (indien aanwezig) (Blz. 425)
Interieurverlichting voor/leeslampjes voor (Blz. 425, 426)
Selectiehendelverlichting
Interieurverlichting achter (indien aanwezig) (Blz. 425)
Leeslampje achter (indien aanwezig) (Blz. 426)
Startknopverlichting
Overzicht interieurverlichting
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 424 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
425
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Voor
Stand DOOR
Uit
Achter (indien aanwezig)
Aan
Stand DOOR
Uit
Aan
Uit
Interieurverlichting
1
2
1
2
3
Make-upverlichting (indien aanwezig)
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 425 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
426
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
UK AURIS_HV_HB_EE
Voor
Aan/uit
Wanneer de verlichting brandt
nadat deze door de bijbeho-
rende portierkoppelingsschake-
laar is ingeschakeld, gaat deze
niet uit, zelfs niet wanneer op
het afdekkapje wordt gedrukt.
Achter (indien aanwezig)
Aan/uit
Wanneer de interieurverlichting
vóór brandt nadat deze door de
bijbehorende portierkoppelings-
schakelaar is ingeschakeld,
gaat deze niet uit, zelfs niet
wanneer op het afdekkapje
wordt gedrukt.
Leeslampjes
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 426 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
427
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Instapverlichting
Als de schakelaar van de interieurverlichting in de stand DOOR staat, worden
de interieurverlichting en startknopverlichting automatisch in-/uitgeschakeld
op basis van de stand van het contact en de aanwezigheid van de elektroni-
sche sleutel, ongeacht of de portieren vergrendeld/ontgrendeld zijn en of de
portieren geopend/gesloten zijn.
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
De volgende verlichting wordt na 20 minuten automatisch uitgeschakeld:
Leeslampjes/interieurverlichting
Bagageruimteverlichting
Make-upverlichting (indien aanwezig)
Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige kunnen worden geconfigureerd
De instellingen (bijv. de tijd die verstrijkt voordat de verlichting uitgaat) kun-
nen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 604)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 427 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
428
UK AURIS_HV_HB_EE
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden
Extra opbergvakken
(indien aanwezig) (Blz. 432)
Dashboardkastje (Blz. 429)
Fleshouders (Blz. 430)
Bekerhouders
(indien aanwezig) (Blz. 431)
Consolevak (Blz. 429)
WAARSCHUWING
Laat geen brillen, aanstekers of spuitbussen in de opbergvakken liggen.
Als u dat wel doet, kan dat bij hoge temperaturen leiden tot het volgende:
Brillen kunnen vervormen als de temperatuur in de auto te hoog oploopt
of barsten als ze in contact komen met andere voorwerpen.
Aanstekers en spuitbussen kunnen exploderen. Als ze in contact
komen met andere voorwerpen, kunnen aanstekers vlam vatten en
kunnen spuitbussen gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
Houd de deksels gesloten tijdens het rijden of als de opbergvakken niet in
gebruik zijn.
Bij plotseling remmen of uitwijken kan letsel ontstaan doordat een inzit-
tende wordt geraakt door de open klep of door voorwerpen in het opberg-
vak.
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 428 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
429
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Trek de hendel omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje gaat branden als de achterlichten
branden.
Dashboardkastje
Consolevak
Consolevak Bovenste vak
Trek de knop aan de rechterzijde
omhoog en til het deksel op.
Trek de knop aan de linkerzijde
omhoog en til het deksel op.
Het deksel van het achterste deel van de
middenconsole kan naar voren of naar
achteren worden geschoven. (met schuif-
functie)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 429 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
430
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
Sluit de kap als er een fles wordt opgeborgen.
De fles kan mogelijk niet worden opgeborgen als gevolg van de grootte of
vorm ervan.
Fleshouders
Voor Achter
WAARSCHUWING
Zet niets anders dan flessen in de fleshouders.
Andere voorwerpen kunnen bij een aanrijding of sterk afremmen naar bui-
ten worden geslingerd en letsel veroorzaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 430 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
431
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Bekerhouders
Voor Achter (indien aanwezig)
Het inzetstuk voor de bekerhouders voor
kan worden verwijderd, zodat het kan
worden schoongemaakt.
De bekerhouders voor kunnen worden
afgesteld op het juiste formaat voor een
beker of blikje door de positie van het
inzetstuk te wijzigen.
WAARSCHUWING
Zet niets anders in de bekerhouders dan bekers of blikjes.
Andere voorwerpen kunnen bij een ongeval of plotseling remmen naar bui-
ten worden geslingerd en letsel veroorzaken. Dek indien mogelijk warme
dranken af om verbranding te voorkomen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 431 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
432
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
Extra opbergvakken
Type A (indien aanwezig) Type B
Druk op het deksel om het te ope-
nen.
Trek aan de lip om het vak te
openen.
WAARSCHUWING
Houd de extra opbergvakken gesloten. Bij plotseling remmen of uitwijken
kan letsel ontstaan doordat een inzittende wordt geraakt door een open-
staand extra opbergvak of door items die erin zijn opgeborgen.
Alleen type A: Berg geen voorwerpen op die zwaarder zijn dan 0,2 kg.
Zwaardere voorwerpen kunnen ervoor zorgen dat het extra opbergvak
opengaat, waardoor het voorwerp naar buiten kan vallen en letsel kan ver-
oorzaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 432 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
433
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
In de bagageruimte zijn haken
aanwezig waaraan de bagage kan
worden vastgezet.
Voorzieningen in de bagageruimte
Bagagehaken (indien aanwezig)
WAARSCHUWING
Klap, om letsel te voorkomen, de bagagehaken in de ruststand als ze niet
worden gebruikt.
Tashaken
OPMERKING
Hang geen voorwerpen zwaarder dan 4 kg aan de tashaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 433 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
434
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
Hoogste stand
Laagste stand
De laagste stand kan worden
gebruikt wanneer de afdekplaat op
de afdekmat is geplaatst.
Afdekplaat (indien aanwezig)
1
2
WAARSCHUWING
Plaats niets op de afdekplaat wanneer u de afdekplaat bedient.
Anders kunnen uw vingers bekneld raken of kan een ongeval ontstaan met
letsel als gevolg.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 434 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
435
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Trek de lip van de afdekplaat
omhoog en trek deze naar u toe
om te verwijderen. (indien aan-
wezig)
Trek de lip van de afdekmat
omhoog en trek deze naar u toe
om te verwijderen.
Extra opbergvakken (indien aanwezig)
1
2
Type A Type B
Type C
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 435 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
436
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
De inzetbak aan de zijkant kan
worden verwijderd wanneer de
afdekplaat in de laagste stand is
geplaatst.
Extra opbergvakken opzij (indien aanwezig)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 436 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
437
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Neem de koordjes los.
Verwijder de bagageafdekking uit de bevestiging.
De bagageafdekking kan worden verwijderd door hem in de richting
van de pijl aangegeven met A te trekken.
Als dit niet werkt, trek hem dan in de richting aangegeven met B.
Verwijderen van de bagageafdekking
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 437 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
438
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
UK AURIS_HV_HB_EE
De bagageafdekking kan achter de achterstoelen worden opgeborgen.
Steek een zijde van de bagageafdekking in het gat tussen de achterzijde
van de achterstoel en het zijpaneel.
Steek, terwijl u de bagageafdekking naar de achterzijde van de achterstoel
beweegt, de andere zijde van de bagageafdekking in het andere gat.
Controleer of de bagageafdekking veilig geplaatst is.
Wanneer u de bagageafdekking wilt gebruiken, volg dan de stappen in de
omgekeerde volgorde.
OPMERKING
Stel de opgeslagen bagageafdekking niet bloot aan stoten. De bagageaf-
dekking kan anders beschadigd raken.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 438 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
439
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Klap de zonneklep omlaag om
deze in de vooruitgerichte
stand te zetten.
Klap de zonneklep omlaag,
maak de klep los en draai deze
naar de zijkant om de zonne-
klep in de zijdelingse stand te
zetten.
Open de klep.
Overige voorzieningen in het interieur
Zonnekleppen
1
2
Make-upspiegels
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 439 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
440
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
UK AURIS_HV_HB_EE
De klok kan worden ingesteld door op de toetsen te drukken.
Instellen van de uren
Instellen van de minuten
De klok wordt weergegeven als het contact in stand ACC of AAN staat.
Wanneer de 12V-accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten, zal de
klok automatisch 1:00 aangeven.
De asbak kan in een bekerhouder
worden geplaatst. (Blz. 431)
Klok
1
2
Uitneembare asbak (indien aanwezig)
WAARSCHUWING
Houd de asbak gesloten wanneer deze niet wordt gebruikt.
Een ongeval of plotseling remmen of uitwijken kan letsel tot gevolg heb-
ben.
Zorg ervoor om brand te voorkomen dat lucifers en sigaretten volledig
gedoofd zijn voordat u ze in de asbak stopt en controleer of de asbak
geheel gesloten is.
Stop om brand te voorkomen geen papier of ander licht ontvlambaar mate-
riaal in de asbak.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 440 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
441
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
Voor en achter: Gebruik deze als voeding voor elektronische acces-
soires die minder dan 12 V/10 A verbruiken (stroomverbruik van
120 W).
Zorg er bij het gebruik van elektronische accessoires voor dat het
stroomverbruik van alle aangesloten accessoireaansluitingen lager is
dan 120 W.
Bagageruimte: Gebruik deze als voeding voor elektronische accessoi-
res die minder dan 12 V/10 A verbruiken (stroomverbruik van 120 W).
De accessoireaansluiting kan worden gebruikt wanneer het contact in stand
ACC of AAN staat.
Accessoireaansluitingen
Voor Achter
Open de klep. Open de klep.
Bagageruimte
Open de klep.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 441 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
442
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
UK AURIS_HV_HB_EE
Klap de armsteun omlaag om
deze te kunnen gebruiken.
Een handgreep aan het dak kan
ter ondersteuning van uw lichaam
worden gebruikt wanneer u zit.
OPMERKING
Sluit de accessoireaansluiting af met het kapje als de aansluiting niet in
gebruik is, om schade aan de accessoireaansluiting te voorkomen.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in de accessoireaansluiting
terechtkomen, kunnen kortsluiting veroorzaken.
Gebruik de accessoireaansluiting niet langer dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld, om te voorkomen dat de 12V-accu
ontladen raakt.
Armsteun (indien aanwezig)
OPMERKING
Plaats geen al te zware last op de armsteun om schade aan de armsteun te
voorkomen.
Handgrepen
WAARSCHUWING
Gebruik de handgreep niet bij het in- of uitstappen of bij het opstaan vanaf
uw zitplaats.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 442 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
443
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
UK AURIS_HV_HB_EE
6
Voorzieningen in het interieur
De handgrepen achter zijn voor-
zien van kledinghaakjes.
Het zonnescherm van het panoramadak kan met behulp van de scha-
kelaar in de dakconsole worden geopend en gesloten.
Sluiten
Automatisch volledig sluiten
(ingedrukt houden)
*
Openen
Automatisch volledig openen
(ingedrukt houden)
*
*
: Wanneer op een zijde van de scha-
kelaar wordt gedrukt, stopt het
panoramadak in een tussenstand.
OPMERKING
Belast de handgreep niet overmatig, om beschadiging van de handgreep te
voorkomen.
Kledinghaakjes
WAARSCHUWING
Hang geen kleerhangers, harde voorwerpen of voorwerpen met scherpe
punten aan het kledinghaakje. Als de curtain airbags geactiveerd worden,
kunnen deze voorwerpen projectielen worden en ernstig letsel veroorzaken.
Zonnescherm panoramadak
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 443 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
444
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
UK AURIS_HV_HB_EE
Het zonnescherm van het panoramadak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen het zonnescherm van
het panoramadak en het frame, stopt de beweging en wordt het zonne-
scherm weer iets geopend.
Als het zonnescherm van het panoramadak niet automatisch opent/sluit
Druk op de zijde OPEN van de schakelaar om het zonnescherm van het
panoramadak te openen.
Houd de zijde OPEN van de schakelaar ingedrukt tot het zonnescherm van
het panoramadak volledig is geopend en vervolgens een klein stukje sluit.
Controleer na het voltooien van deze procedure of de automatische open-/
sluitfunctie beschikbaar is.
Laat, wanneer de automatische open-/sluitfunctie niet goed werkt, de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Sluiten van het zonnescherm van het panoramadak
Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als het zonnescherm van het panoramadak
wordt bediend.
Laat het zonnescherm van het panoramadak niet bedienen door kinderen.
Het bekneld raken tussen het dak en het zonnescherm van het panorama-
dak kan ernstig letsel veroorzaken.
De bestuurder dient kinderen te vertellen dat ze het zonnescherm van het
panoramadak niet moeten bedienen.
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te active-
ren.
Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet meer werkt als het zonne-
scherm van het panoramadak bijna gesloten is.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 444 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
445
7
Onderhoud en verzorging
UK AURIS_HV_HB_EE
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur
van uw auto .....................446
Reinigen en beschermen
van het interieur
van uw auto .....................450
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie.....453
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud .......................456
Motorkap............................458
Plaatsen van een
garagekrik........................460
Motorruimte........................461
12V-accu............................468
Banden ..............................473
Bandenspanning................490
Velgen................................492
Interieurfilter.......................494
Batterij elektronische
sleutel ..............................496
Controleren en vervangen
van zekeringen ................499
Lampen..............................504
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 445 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
446
UK AURIS_HV_HB_EE
7-1. Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar beneden af met veel water en verwij-
der zo vuil en stof van de carrosserie, uit de wielkasten en van de
onderkant van de auto.
Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een zeem-
lap).
Verwijder hardnekkige vlekken met een autowasmiddel en spoel
grondig af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in druppels op de lak blijft liggen,
moet de auto opnieuw in de was worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosserie is afgekoeld.
Wassen in de wasstraat
Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt voordat u van een was-
straat gebruikmaakt. Begin met wassen vanaf de voorzijde van de auto.
Klap de spiegels weer uit voordat u gaat rijden.
Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken, waardoor de
lak van uw auto wordt beschadigd.
Hogedrukreinigers
Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de
ruiten vandaan bevinden.
Controleer voordat u de wasstraat gebruikt of de tankdopklep van uw auto
goed gesloten is.
Reinigen en beschermen van het exterieur
van uw auto
Voer het volgende uit om uw auto te beschermen en in perfecte
staat te houden:
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 446 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
447
7-1. Onderhoud en verzorging
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Bij gebruik van een wasstraat (auto's met Smart entry-systeem en start-
knop)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
Schakel de batterijspaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 142)
Lichtmetalen velgen
Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel.
Spoel het reinigingsmiddel direct na het gebruik weg met water.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de lak tegen bescha-
diging te beschermen.
Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
Gebruik geen harde borstels
Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld
na het rijden of stilstaan bij warm weer, nog warm zijn
Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
WAARSCHUWING
Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte komt. Anders kunnen de elektri-
sche componenten, enz. vlam vatten.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 447 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
448
7-1. Onderhoud en verzorging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Bij het schoonmaken van de voorruit (auto's met ruitenwisser met
regensensor)
Wanneer het bovenste deel van de voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensen-
sor wordt gehouden
Als iets tegen de voorruit stoot
Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de
regensensor
Montageplaats van de sensor voor op de voorruit: Blz. 285
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze voldoende
is afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden
kan veroorzaken.
Zet de ruitenwisserschakelaar in de
stand OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onver-
wacht in werking treden. Hierdoor
kunnen uw handen bekneld raken en
kunt u ernstig letsel oplopen, en hier-
door kunnen de ruitenwisserbladen
beschadigd raken.
Uit
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 448 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
449
7-1. Onderhoud en verzorging
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
Was de auto zo spoedig mogelijk:
Na het rijden in een kustgebied
Na het rijden over gepekelde wegen
Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeel-
tjes of chemische stoffen
Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
Als er brandstof op de lak is gemorst
Als de lak is geschilferd of bekrast, laat deze dan direct herstellen.
Verwijder vuil van de velgen en berg ze op een droge plaats op om te
voorkomen dat de velgen tijdens de opslag gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan de buitenzijde
Was deze met de nodige voorzichtigheid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen beschadigen.
Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
Voorkomen van beschadiging van de ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de bestuurderszijde omhoog en daarna
die aan de passagierszijde. Begin, als u de ruitenwisserarmen weer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan de passagierszijde.
Wassen in een wasstraat (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in werking treden waardoor de ruitenwisserbladen beschadigd kunnen
raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
Houd de sproeierkop uit de buurt van hoezen (rubberen of kunststof afdek-
kingen), stekkers of de volgende onderdelen. Wanneer onderdelen in aan-
raking komen met sterke waterstralen, kunnen ze beschadigd raken.
Aan tractie gerelateerde onderdelen
Onderdelen stuurinrichting
Onderdelen wielophanging
Onderdelen remsysteem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 449 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
450
7-1. Onderhoud en verzorging
UK AURIS_HV_HB_EE
Verwijder vuil en stof met een stofzuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden verwijderd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met ongeveer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reinigingsmiddel en water grondig
met een schone, vochtige doek.
Verwijder vuil en stof met een stofzuiger.
Veeg overtollig vuil en stof weg met een zachte doek die is bevoch-
tigd met een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reinigingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht van het leder af met een droge,
schone doek. Laat de lederen bekleding drogen in een geventi-
leerde ruimte in de schaduw.
Verwijder vuil en stof met een stofzuiger.
Verwijder het met een zachte vochtige doek met ongeveer 1% reini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reinigingsmiddel en water grondig
met een schone, vochtige doek.
Reinigen en beschermen van het interieur
van uw auto
Voer het volgende uit om het interieur van uw auto te bescher-
men en in perfecte staat te houden:
Beschermen van het interieur
Schoonmaken van lederen bekleding
Schoonmaken van kunstleder
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 450 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
451
7-1. Onderhoud en verzorging
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te houden, raadt Toyota u aan het ten
minste twee keer per jaar schoon te maken.
Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op schuimbasis in de handel verkrijg-
baar. Gebruik een spons of een borstel om het schuim aan te brengen. Wrijf
met elkaar overlappende cirkels. Gebruik geen water. Veeg vuile oppervlak-
ken schoon en laat ze drogen. Het beste resultaat wordt verkregen als de
vloerbedekking zo droog mogelijk wordt gehouden.
Veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een mild sop, lauw water en een
doek of spons. Controleer ook de gordels regelmatig op overmatige slijtage,
rafels en scheuren.
WAARSCHUWING
Water in de auto
Mors geen vloeistof in de auto, zoals op de vloer, in de ventilatieopeningen
van het batterijpakket (tractiebatterij) of in de bagageruimte.
Anders kunnen het batterijpakket, elektrische onderdelen en dergelijke
defect raken of vlam vatten.
Voorkom dat onderdelen of de bedrading van het SRS in het interieur nat
worden. (Blz. 40)
Een elektrische storing kan ervoor zorgen dat de airbags worden geacti-
veerd of niet op de juiste wijze werken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
Reinigen van het interieur (met name het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het dashboard kan in de voorruit wor-
den weerkaatst; hierdoor kan het gezichtsveld van de bestuurder worden
belemmerd wat een ernstig ongeval tot gevolg kan hebben.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 451 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
452
7-1. Onderhoud en verzorging
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Reinigingsmiddelen
Gebruik de volgende reinigingsmiddelen niet, omdat ze verkleuring van
het interieur of strepen en beschadigingen van gelakte oppervlakken kun-
nen veroorzaken:
Behalve de stoelen: Organische reinigingsmiddelen zoals wasbenzine
en terpentine, alkalische of zuurhoudende middelen, textielverf en
bleekmiddel
Stoelen: Alkalische en zuurhoudende middelen, zoals thinner, wasben-
zine en alcohol
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het dashboard of andere gelakte
delen van het interieur kunnen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadiging van lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om beschadiging en
vroegtijdige slijtage van lederen bekleding te voorkomen:
Verwijder stof en vuil onmiddellijk van de bekleding.
Stel de auto niet langdurig bloot aan direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of artikelen die was bevatten op de
bekleding, aangezien ze bij hoge temperaturen in het interieur mogelijk
aan het leer vast blijven kleven.
Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet met water.
Water dat in contact komt met elektrische onderdelen boven of onder de
vloerbedekking, kan schade aan de verschillende systemen van de auto
veroorzaken, bijvoorbeeld aan het audiosysteem. Water kan bovendien
roest aan de carrosserie veroorzaken.
Schoonmaken van de binnenzijde van de achterruit
Maak de achterruit niet schoon met een ruitenreiniger; een dergelijk mid-
del kan de verwarmingsdraden beschadigen. Veeg de ruit voorzichtig
schoon met een doek en lauw water. Maak de ruit in horizontale richting
schoon, evenwijdig aan de verwarmingsdraden.
Voorkom beschadiging van de verwarmingsdraden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 452 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
7
Onderhoud en verzorging
453
UK AURIS_HV_HB_EE
7-2. Onderhoud
Periodiek onderhoud
Laat het onderhoud aan uw auto uitvoeren volgens het onder-
houdsschema.
Zie het Toyota-onderhoudsboekje en het Toyota-garantieboekje voor
het onderhoudsschema.
Zelf uit te voeren onderhoud
Hoe zit het met zelf uit te voeren onderhoud?
Als u een beetje technisch inzicht en wat eenvoudig gereedschap hebt,
zijn veel onderhoudswerkzaamheden zelf uit te voeren.
Houd er echter rekening mee dat voor bepaalde werkzaamheden speci-
aal gereedschap en kennis benodigd zijn. Dit soort werkzaamheden
kunt u beter overlaten aan een deskundig monteur. Zelfs als u een erva-
ren doe-het-zelf-monteur bent, raden wij u aan om reparaties en onder-
houd door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige uit te
laten voeren. Een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur houdt
de onderhoudshistorie van uw Toyota bij, wat handig kan zijn als u ooit
werkzaamheden moet laten uitvoeren die onder de garantie vallen.
Indien u de service- of onderhoudswerkzaamheden door een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige dan een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur laat uitvoeren, raden wij
u aan te vragen of de onderhoudshistorie kan worden bijgehouden.
Onderhoud en reparatie
Om veilig en economisch te kunnen rijden is het van essentieel
belang dat uw auto goed verzorgd en onderhouden wordt.
Toyota raadt u aan uw auto als volgt te onderhouden:
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 453 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
454
7-2. Onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Waar naartoe voor goed onderhoud?
Om uw auto in de best mogelijke staat te houden, raadt Toyota u aan om alle
onderhoudswerkzaamheden, inspecties en reparaties te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Laat door de garantie gedekte
reparaties en servicewerkzaamheden uitvoeren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur, die originele Toyota-onderdelen gebruikt. Er
kunnen ook voordelen aan zitten om niet door de garantie gedekte reparaties
en servicewerkzaamheden te laten uitvoeren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur, omdat die u met zijn expertise kan helpen eventu-
ele problemen met uw auto op te lossen.
Uw erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voert alle onderhoudswerk-
zaamheden aan uw auto betrouwbaar en tegen zo laag mogelijke kosten uit,
dankzij zijn ervaring met Toyota's.
Wanneer moet uw auto worden gerepareerd?
Wees attent op veranderingen in de prestaties en geluiden en op zichtbare
tekenen die erop wijzen dat onderhoud noodzakelijk is. Een paar belangrijke
aanwijzingen zijn:
De motor hapert, stottert of slaat over
Een merkbaar verlies aan trekkracht
Vreemde motorgeluiden
Lekkage onder de auto (na gebruik van de airconditioning is waterlekkage
echter normaal)
Verandering in het uitlaatgeluid (dit kan wijzen op een zeer gevaarlijk kool-
monoxidelek. Rijd met alle ruiten open en laat het uitlaatsysteem onmiddel-
lijk controleren).
Abnormaal zachte banden, ongewoon veel bandengepiep bij het nemen
van bochten of ongelijkmatige bandenslijtage
De auto trekt naar één kant, terwijl u rechtuitrijdt op een vlakke weg
Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegingen van
de wielophanging
Verlies van remkracht; “sponzig” aanvoelend rempedaal; het pedaal kan
bijna tot op de vloer worden ingetrapt; scheeftrekken van de auto bij rem-
men
Motortemperatuur voortdurend hoger dan normaal
Als u een van deze zaken merkt, laat dan uw auto zo snel mogelijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Mogelijk moet uw auto
afgesteld of gerepareerd worden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 454 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
455
7-2. Onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Wanneer uw auto niet volgens de voorschriften is onderhouden
Door onjuist onderhoud kan niet alleen de auto ernstige schade oplopen,
maar kan ook ernstig letsel worden veroorzaakt.
Omgaan met de 12V-accu
12V-accupolen, aansluitingen en bijbehorende onderdelen bevatten lood.
Een loodvergiftiging kan hersenbeschadiging veroorzaken. Was daarom na
werkzaamheden altijd uw handen. (Blz. 468)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 455 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
456
UK AURIS_HV_HB_EE
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud
Als u controles en onderhoudswerkzaamheden uitvoert, dient u
dit precies te doen zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven.
Onderwerp Benodigdheden
Conditie
12V-accu
(Blz. 468)
•Vet
Universele sleutel (voor de bouten van de accuka-
bels)
Koelvloeistof-
niveau motor/
vermogensregel-
eenheid
(Blz. 464)
Toyota Super Long Life Coolant of een gelijkwaardig
product. Toyota Super Long Life Coolant is voorge-
mixt met 50% koelvloeistof en 50% gedeminerali-
seerd water.
Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van koelvloei-
stof)
Motoroliepeil
(Blz. 462)
Originele Toyota-motorolie of gelijkwaardig
Doek of poetspapier
Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van motorolie)
Zekeringen
(Blz. 499)
Zekering met dezelfde stroomsterkte als de oor-
spronkelijke zekering
Lampen
(Blz. 504)
Lamp met hetzelfde nummer en vermogen als het
oorspronkelijke exemplaar
Kruiskopschroevendraaier
Sleufkopschroeven-
draaier
Sleutel
Radiateur en
condensor
(Blz. 466)
Bandenspanning
(Blz. 490)
Bandenspanningsmeter
Compressor
Ruitensproeier-
vloeistof
(Blz. 466)
Water of ruitensproeiervloeistof met antivries (voor
gebruik onder winterse omstandigheden)
Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van ruiten-
sproeiervloeistof)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 456 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
457
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
In de motorruimte bevinden zich allerlei mechanismen en vloeistoffen die plot-
seling in beweging kunnen komen, heet kunnen worden of elektrisch geladen
kunnen worden. Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om ern-
stig letsel te voorkomen.
Tijdens werkzaamheden in de motorruimte
Zorg ervoor dat “Power ON.” (contact AAN) niet wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay en dat het controlelampje READY uit is.
Houd handen, kleding en gereedschap uit de buurt van de draaiende ven-
tilator en de aandrijfriem.
Raak de motor, de vermogensregeleenheid, de radiateur, het uitlaatspruit-
stuk, enz. niet direct na het rijden aan, aangezien deze onderdelen heet
kunnen zijn. De olie en andere vloeistoffen kunnen ook heet zijn.
Laat geen brandbare voorwerpen, zoals een stuk papier of een doek, ach-
ter in de motorruimte.
Rook niet, veroorzaak geen vonken en voorkom open vuur in de buurt van
brandstof. Brandstofdampen zijn licht ontvlambaar.
Wees voorzichtig, want remvloeistof is gevaarlijk voor uw handen en ogen
en kan gelakte oppervlakken beschadigen. Als u remvloeistof op uw han-
den of in uw ogen krijgt, spoel ze dan onmiddellijk met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft houden.
Werkzaamheden bij de elektrische koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen de elektrische koelventilatoren
automatisch worden ingeschakeld als de airconditioning wordt ingescha-
keld en/of als de koelvloeistoftemperatuur hoog is. (Blz. 466)
Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen tegen rondvliegend of
vallend materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot overmatige motorslijtage door vuil in
de inlaatlucht.
Als het vloeistofniveau te laag of te hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau iets lager wordt door slijtage van
de remblokken of door een hoog vloeistofniveau in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden bijgevuld, kan dit duiden op een
serieus probleem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 457 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
458
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Trek de ontgrendelingshendel
van de motorkap naar u toe.
De motorkap zal iets omhoog
springen.
Trek de veiligheidshaak om-
hoog en open de motorkap.
De motorkap kan worden open-
gehouden door de steun in de
uitsparing van de kap te zetten.
Motorkap
Ontgrendelen van de motorkap vanuit het interieur.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 458 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
459
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Controle voor het rijden
Controleer of de motorkap goed dicht en vergrendeld is.
Als de motorkap niet goed vergrendeld is, kan hij tijdens het rijden onver-
wacht opengaan, waardoor een ongeval kan ontstaan met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Na plaatsing van de steun in de opening
Zorg ervoor dat de steun goed in de opening zit als de motorkap openstaat,
om te voorkomen dat de motorkap op uw hoofd of lichaam valt.
OPMERKING
Bij het sluiten van de motorkap
Let erop de steun in het klemmetje te drukken alvorens de motorkap te slui-
ten. Als de motorkap wordt gesloten terwijl de steun niet in het klemmetje is
geplaatst, kan deze verbogen raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 459 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
460
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Voor
Achter
Type A
Type B
Plaatsen van een garagekrik
Volg bij het gebruik van een garagekrik altijd de bij de krik gele-
verde handleiding en wees voorzichtig.
Krik de auto uitsluitend op met de garagekrik onder een van de
aangegeven kriksteunpunten. Als de auto wordt opgekrikt terwijl
de krik niet goed is geplaatst, kan de auto beschadigd raken of
van de krik vallen en ernstig letsel veroorzaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 460 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
461
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Motorruimte
Koelvloeistofreservoir
(Blz. 464)
Oliepeilstok (Blz. 462)
Motorolievuldop (Blz. 463)
Koelvloeistofreservoir
vermogensregel-
eenheid (Blz. 464)
Zekeringenkast (Blz. 499)
Radiateur koelsysteem
vermogensregel-
eenheid (Blz. 466)
Radiateur (Blz. 466)
Condensor (Blz. 466)
Elektrische koelventilatoren
Sproeier-
reservoir (Blz. 466)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 461 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
462
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok bij bedrijfswarme,
afgezette motor.
Controle van motorolie
Plaats de auto op een horizontale ondergrond. Wacht, nadat de
motor op bedrijfstemperatuur is gekomen en het hybridesysteem
is uitgeschakeld, minstens 5 minuten om de olie de gelegenheid
te geven naar het carter terug te stromen.
Trek de peilstok uit de motor
terwijl u een doek onder het
uiteinde houdt.
Veeg de peilstok met een schone doek af.
Steek de peilstok weer volledig in de motor.
Trek de peilstok uit de motor
en controleer het oliepeil ter-
wijl u een doek onder het uit-
einde houdt.
Laag
Normaal
Te hoog
De vorm van de peilstok is
afhankelijk van de uitvoering
van de auto en het motor-
type.
Veeg de peilstok af en steek deze helemaal terug in de houder.
Motorolie
1
2
3
4
5
1
2
3
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 462 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
463
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onder-
ste merkteken of er net boven
ligt, moet u olie bijvullen van het
type zoals hierna is vermeld, of
van hetzelfde type als waarmee
de motor eerder werd gevuld.
Controleer welke kwaliteit
motorolie wordt voorgeschre-
ven en leg de benodigdheden
voor het bijvullen klaar.
Verwijder de olievuldop door deze linksom te draaien.
Giet beetje voor beetje motorolie in de vulopening en controleer
ondertussen het oliepeil steeds door middel van de peilstok.
Plaats de olievuldop door deze rechtsom te draaien.
Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoeveelheid motorolie verbruikt. In
de volgende situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe en moet er mogelijk
tussen de onderhoudsintervallen motorolie worden bijgevuld.
Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld direct na aanschaf van de auto of
nadat de motor is vervangen
Als een lagere kwaliteit motorolie of motorolie met een verkeerde viscositeit
wordt gebruikt
Bij het rijden met hoge motortoerentallen, met een zwaar beladen auto, met
een aanhangwagen of bij veelvuldig optrekken en afremmen
Als de motor langdurig stationair draait, of bij veelvuldig rijden in druk ver-
keer
Keuze motorolie Blz. 593
Oliehoeveelheid
(minimum maximum)
1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Onderwerp Schone trechter
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 463 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
464
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich bij koude motor tussen
het FULL- en het LOW-streepje bevindt.
Koelvloeistofreservoir
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder
het onderste streepje (LOW)
bevindt, moet koelvloeistof wor-
den bijgevuld tot aan het boven-
ste streepje (FULL).
WAARSCHUWING
Afgewerkte motorolie
Afgewerkte motorolie bevat schadelijke stoffen die huidaandoeningen
zoals ontsteking of huidkanker kunnen veroorzaken. Wees daarom voor-
zichtig en vermijd langdurig en herhaaldelijk contact met de huid. Verwij-
der afgewerkte motorolie door goed met water en zeep te wassen.
Voer afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters op een veilige en accep-
tabele manier af. Gooi afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters nooit
weg in de vuilnisbak, in het riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, tank-
station of een automaterialenzaak voor meer informatie over recycling of
afvoeren.
Houd motorolie buiten het bereik van kinderen.
OPMERKING
Voorkomen van ernstige schade aan de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
Bij het olie verversen of bijvullen
Let erop dat er geen motorolie op onderdelen van de auto terechtkomt.
Vul nooit te veel olie bij, anders kan de motor beschadigd raken.
Controleer na het olie verversen altijd het oliepeil met de peilstok.
Controleer of de olievuldop goed is vastgedraaid.
Koelvloeistof
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 464 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
465
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Koelvloeistofreservoir vermogensregeleenheid
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder
het LOW-streepje bevindt, moet
koelvloeistof worden bijgevuld
tot aan het FULL-streepje.
Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life Coolant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een mengsel van 50% koelvloeistof en
50% gedemineraliseerd water. (Minimumtemperatuur: -35C)
Neem voor meer informatie over koelvloeistof contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als het koelvloeistofniveau korte tijd na het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateur, de slangen, de doppen van de koelvloeistofreser-
voirs, de aftapkraan en de waterpomp.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige de druk op de dop nakijken en controleren op lekkages in het koel-
systeem.
1
2
3
WAARSCHUWING
Wanneer het hybridesysteem heet is
Verwijder de dop van het koelvloeistofreservoir van de motor/vermogensre-
geleenheid niet.
Als het koelsysteem nog onder druk staat, kan hete koelvloeistof uit de vul-
opening spuiten als de dop wordt verwijderd en brandwonden of ander ern-
stig letsel veroorzaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 465 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
466
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Controleer de radiateur en de condensor en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen erg vuil is of als u niet zeker
bent van de staat ervan, laat dan uw auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Auto's zonder koplampsproeier
Als een sproeier niet werkt, is het
sproeierreservoir mogelijk leeg.
Vul ruitensproeiervloeistof bij.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of alleen water. Een goede mengver-
houding van water en antivries zorgt voor een goede smering, corrosiebe-
scherming en koeling. Lees altijd de informatie op het etiket van de antivries
of koelvloeistof.
Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water om te voorkomen dat het de lak of
onderdelen aantast.
Radiateur en condensor
WAARSCHUWING
Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen de radiateur of de condensor niet
aan, aangezien deze heet kunnen zijn.
Ruitensproeiervloeistof
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 466 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
467
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Auto's met koplampsproeier
Als het vloeistofpeil extreem laag
is, vul dan ruitensproeiervloeistof
bij.
Neem de dop van de opening, ter-
wijl u het gat in het midden van de
dop met uw vinger dichthoudt, en
controleer het vloeistofpeil in de
slang.
WAARSCHUWING
Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het hybridesysteem warm is of nog
werkt. Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bij-
voorbeeld op hete motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloei-
stof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast en de
pomp beschadigd raken, waardoor er geen ruitensproeiervloeistof meer
kan worden gesproeid.
Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven
temperaturen voor de juiste mengverhouding.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 467 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
468
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Plaats
De 12V-accu bevindt zich aan
de rechterzijde van de bagage-
ruimte.
Verwijderen van de afdekkap van de 12V-accu
Verwijder de afdekmat.
Verwijder de afdekkap van
de 12V-accu.
12V-accu
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 468 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
469
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Exterieur
Controleer de 12V-accu op gecorrodeerde en loszittende klemmen,
scheuren en een loszittende klembeugel.
Accupolen
Klembeugel
Waarschuwingssymbool
De betekenis van de waarschuwingssymbolen aan de bovenzijde
van de 12V-accu is als volgt:
1
2
Niet roken, geen open
vuur, geen vonken
Accuzuur
Draag een veiligheidsbril
Lees de
gebruiksaanwijzing
Buiten bereik van kinde-
ren houden
Explosief gas
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 469 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
470
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de accu
Tijdens het opladen van de 12V-accu ontstaat het licht ontvlambare en explo-
sieve waterstof. Voer daarom vóór het laden de volgende handelingen uit:
Als de 12V-accu in de auto is gemonteerd, moet voorafgaand aan het opla-
den de massakabel worden losgenomen.
Zorg ervoor dat de acculader tijdens het aansluiten en losnemen van de
accuklemmen is uitgeschakeld.
Na het laden/aansluiten van de 12V-accu
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Nadat de 12V-accu weer is
aangesloten, is het wellicht niet meteen mogelijk om de portieren met de
instapfunctie te ontgrendelen. Gebruik in dat geval de afstandsbediening of
de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen of ontgrendelen.
Start het hybridesysteem met het contact in stand ACC. Het hybridesysteem
kan niet worden gestart als het contact UIT staat. Het hybridesysteem werkt
vanaf de tweede poging echter normaal.
De stand van het contact wordt door de auto geregistreerd. Als de 12V-accu
weer wordt aangesloten, keert de startknop terug naar de stand die was
geselecteerd voordat de 12V-accu werd losgenomen. Zorg dat het contact
UIT staat voordat de 12V-accu wordt losgenomen. Wees extra voorzichtig
als niet bekend is wat de stand van de startknop was voordat de 12V-accu
leeg raakte.
Als de 12V-accu weer is aangesloten: start het hybridesysteem, trap het
rempedaal in en controleer of de selectiehendel in alle schakelstanden kan
worden gezet.
Neem, als het systeem na meerdere pogingen nog niet start, contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 470 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
471
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Chemicaliën in de 12V-accu
Het zwavelzuur in de 12V-accu is giftig en bijtend en kan het ontstaan van
het licht ontvlambare en explosieve waterstof veroorzaken. Neem bij werk-
zaamheden bij of aan de 12V-accu de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om ernstig letsel te voorkomen:
Veroorzaak geen vonken met gereedschap.
Rook nooit en steek nooit een lucifer of een aansteker aan bij de 12V-
accu.
Voorkom dat ogen, huid of kleren in contact komen met de elektrolyt.
Adem of slik nooit elektrolyt in.
Gebruik een veiligheidsbril als u bij de 12V-accu bezig bent.
Laat kinderen niet in de buurt spelen als u met de 12V-accu bezig bent.
Een veilige plaats voor het opladen van de 12V-accu
Laad de 12V-accu altijd op in een open ruimte. Laad de 12V-accu niet op in
een garage of in een afgesloten ruimte waar onvoldoende ventilatie is.
Procedure voor het opladen van de 12V-accu
Laad de accu alleen op met een druppellader (5 A of minder). Het opladen
van een 12V-accu met een snellader kan een explosie veroorzaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 471 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
472
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Noodmaatregelen met betrekking tot elektrolyt
Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met water en schakel direct medische
hulp in. Blijf zo mogelijk water met een spons of doek op de ogen deppen,
terwijl u naar een arts of het ziekenhuis gaat.
Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water. Als het pijn doet of brandt, roep
dan meteen medische hulp in.
Als er elektrolyt op uw kleding terechtkomt
De elektrolyt kan via de kleding op uw huid terechtkomen. Trek onmiddel-
lijk de kleding uit en volg, indien nodig, de procedure zoals hierboven
beschreven.
Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk. Drink dan magnesiummelk, geklopt
rauw ei of plantaardige olie. Schakel zo snel mogelijk medische hulp in.
Vervangen van de 12V-accu
Gebruik een 12V-accu die is ontworpen voor de AURIS HYBRID. Anders
kan er gas (waterstof) in het passagierscompartiment komen, waardoor
brand of een explosie kan ontstaan.
Neem voor vervanging van de 12V-accu contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Wanneer de 12V-accu wordt opgeladen
Laad de 12V-accu nooit op wanneer het hybridesysteem in werking is. Con-
troleer ook of alle accessoires zijn uitgeschakeld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 472 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
473
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn. Contro-
leer de banden tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals overmatige
slijtage aan een zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspanning van het reservewiel ook
als het niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt aangegeven met de tekst TWI
of op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren te zien zijn.
Wissel de banden zoals aange-
geven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de banden
ongeveer elke 10.000 km van plaats
te wisselen om een gelijkmatig slijta-
gepatroon en een langere levens-
duur van de banden te verkrijgen.
Auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem: Vergeet bij het
verwisselen van voor- en achterwie-
len met een verschillende banden-
spanning niet om na het verwisselen
het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem te initialiseren.
Banden
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
Wisselen van banden
1
2
3
Voor
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 473 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
474
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot proble-
men leidt. (Blz. 532)
Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandenspan-
ningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. (Blz. 475)
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden
geïnitialiseerd onder de volgende omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwielen met een verschillende
bandenspanning.
Als de bandenmaat wordt aangepast.
Als de bandenspanning wordt gewijzigd (bijvoorbeeld wanneer
de rijsnelheid of de belading verandert).
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 474 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
475
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (Blz. 598)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Open het dashboardkastje.
Houd de resetknop van het
bandenspanningswaarschu-
wingssysteem ingedrukt tot
het waarschuwingslampje
lage bandenspanning drie
keer langzaam knippert.
Laat het contact nog enkele minuten AAN staan en zet vervol-
gens het contact UIT.
Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noodzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identificatiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 475 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
476
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u er
niet zeker van bent.
Vervangen van banden en velgen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zender niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet cor-
rect. Na ongeveer 20 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalificeerd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
Routinecontrole van de bandenspanning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmatig de
bandenspanning.
Brede banden (17 inch banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op besneeuwde
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard banden. Mon-
teer winterbanden of sneeuwkettingen
* wanneer u op besneeuwde en/of
gladde wegen gaat rijden en pas uw rijsnelheid aan aan de omstandigheden.
*: Sneeuwkettingen kunnen niet worden gemonteerd op 225/45R17 banden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 476 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
477
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
Situaties waarin het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenkomt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorgeschre-
ven maat heeft.
Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel-
kasten.
Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven
waarde.
Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders
niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU.
In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, dan ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 477 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
478
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
De initialisatieprocedure (auto's met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialisatie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de initialisatie auto-
matisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt
gezet.
Als u per ongeluk de resettoets indrukt wanneer initialiseren niet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem is gebaseerd op de rijomstandigheden. Daarom laat het systeem moge-
lijk zelfs een waarschuwing zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was ingesteld tijdens
het initialiseren van het systeem.
Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
mislukt is (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal het systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspanning op te
slaan mislukken, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet 3 keer
knipperen.
Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
Registreren van identificatiecodes (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem).
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de winterbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificatiecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbanden.
Neem voor informatie over het wijzigen van de identificatiecodes contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 478 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
479
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Verklaring bandenspanningswaarschuwingssysteem
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 479 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
480
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 480 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
481
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 481 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
482
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 482 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
483
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 483 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
484
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 484 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
485
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 485 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
486
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 486 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
487
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 487 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
488
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorko-
men.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot gevolg hebben,
waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepatronen
door elkaar.
Gebruik uitsluitend de door Toyota voorgeschreven bandenmaat.
Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gordelban-
den met diagonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere
auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, loopt u
extra risico.
Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen als
een compact reservewiel is gemonteerd.
Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Druk niet op de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem voordat de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebracht.
Anders kan het voorkomen dat het waarschuwingslampje voor de lage ban-
denspanning niet gaat branden terwijl de bandenspanning te laag is, of wel
gaat branden terwijl de bandenspanning in orde is.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 488 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
489
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso-
ren, -zenders en ventieldopjes (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of banden-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terechtkomen en kunnen ze vast gaan zitten.
Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. (Blz. 474)
Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
Brede banden (17 inch banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij
het rijden op een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of
eroverheen. Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadigd
raken.
Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 489 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
490
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
De bandenspanning staat vermeld op het label op de portiersponning
aan bestuurderszijde, zoals aangegeven.
Gevolgen van een onjuiste bandenspanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan de volgende gevolgen heb-
ben:
Hoger brandstofverbruik
Verminderd rijcomfort en een slechte handling
Kortere levensduur van de banden als gevolg van slijtage
Een onveilige auto
Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt, laat deze dan controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. De ban-
denspanning moet ten minste eenmaal per maand gecontroleerd
worden. Toyota beveelt u echter aan de bandenspanning eens
per twee weken te controleren. (Blz. 598)
Informatielabel bandenspanning
Auto's met linkse besturing Auto's met rechtse besturing
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 490 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
491
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Instructies voor het controleren van de bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspanning op het volgende:
Controleer de bandenspanning alleen als de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilgestaan of niet meer dan 1,5 km heeft
gereden, kunt u de bandenspanning voor koude banden correct aflezen.
Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de juiste bandenspanning heeft op
basis van alleen het uiterlijk.
Het is normaal dat de spanning van een band na een rit is opgelopen aan-
gezien warmte wordt gegenereerd in de band. Laat na het rijden geen lucht
uit de banden lopen om de spanning te verlagen.
Verdeel de passagiers en het gewicht van de bagage gelijkmatig over de
auto.
WAARSCHUWING
Een goede bandenspanning zorgt voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste waarde.
Als de banden niet de juiste spanning hebben, kunnen onderstaande zaken
zich voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Overmatige slijtage
Ongelijkmatige slijtage
Slecht rijgedrag
Mogelijke klapband door oververhitting
Luchtlekkage tussen de band en velg
Wielvervorming en/of beschadiging van de band
Groter risico op beschadiging van de band tijdens het rijden (als gevolg
van voorwerpen op het wegdek, verbindingsstukken of scherpe randen in
het wegdek, enz.)
OPMERKING
Controleren en op de juiste spanning brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en vocht in het inwendige van de ventie-
len doordringen. Hierdoor kan de afdichting in gevaar komen, wat kan lei-
den tot een lagere bandenspanning.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 491 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
492
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagver-
mogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te gebruiken:
Velgen van verschillende maten of types
Gebruikte velgen
Verbogen velgen die hersteld zijn
Gebruik uitsluitend de Toyota-wielmoeren en de Toyota-wielmoer-
sleutel bij uw lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtjes, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer.
Wanneer velgen worden vervangen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De velgen van uw auto (behalve die van het reservewiel) zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de ban-
denspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er
bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. (Blz. 474)
Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Belangrijke aanwijzingen voor lichtmetalen velgen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 492 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
493
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Vervangen van velgen
Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle over de
auto.
Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Plaatsen van wielmoeren
Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werk-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de banden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Taps
gedeelte
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 493 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
494
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Zet het contact UIT.
Open het dashboardkastje.
Maak de demper los.
Duw het dashboardkastje aan
de zijde die zich het dichtst bij
het portier bevindt naar binnen
om de klauwen vrij te maken.
Trek vervolgens het dashboard-
kastje naar buiten en maak de
onderste klauwen vrij.
Verwijder de afdekkap van het
filter.
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig worden vervangen om de
optimale werking van de airconditioning te behouden.
Verwijderen
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 494 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
495
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Vervangen
Verwijder het interieurfilter en
vervang het door een nieuw
exemplaar.
Plaats het filter met de aandui-
dingen UP naar boven gericht.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel verkeer moet vervanging vaker plaatsvin-
den. (Zie het onderhoudsboekje of het garantieboekje voor het onderhouds-
schema.)
Als er te weinig lucht uit de ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het filter en vervang het indien nodig.
OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt wordt, kan het systeem bescha-
digd raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 495 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
496
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Sleufkopschroevendraaier
Kleine sleufkopschroevendraaier
Lithiumbatterij CR2032
Neem de mechanische sleutel
uit de houder.
Verwijder het kapje.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek
om schade aan de sleutel te voor-
komen.
Verwijder het batterijdekseltje.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek
om schade aan de sleutel te voor-
komen.
Batterij elektronische sleutel
Vervang de batterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen
raakt of wanneer “Key battery low.” (sleutelbatterij bijna leeg) op
het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
De volgende zaken zijn benodigd:
Batterij vervangen
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 496 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
497
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Verwijder de lege batterij.
Plaats een nieuwe batterij met de
positieve aansluiting (+) naar
boven.
Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur, een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige,
plaatselijke elektrozaken of fotospeciaalzaken.
Vervang de batterij alleen door het door de fabrikant aanbevolen type.
Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen:
Het Smart entry-systeem (indien aanwezig), de startknop (indien aanwezig)
en de afstandsbediening kunnen abnormaal werken.
Het bereik van de afstandsbediening zal kleiner worden.
4
WAARSCHUWING
Lege batterijen en andere onderdelen
Kinderen kunnen deze kleine voorwerpen inslikken en daardoor stikken.
Houd deze voorwerpen buiten bereik van kinderen. Als u dat niet doet, kan
dat leiden tot ernstig letsel.
Verklaring voor de lithiumbatterij
WAARSCHUWING:
ALS DE BATTERIJ DOOR EEN ONJUIST TYPE BATTERIJ WORDT VER-
VANGEN, KAN EEN EXPLOSIE OPTREDEN. GOOI BATTERIJEN NIET
WEG, MAAR LEVER ZE IN ALS KCA.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 497 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
498
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Voor een goede werking na het vervangen van de batterij
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorko-
men:
Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan de batterij gaan corroderen.
Voorkom dat andere onderdelen in de afstandsbediening worden aange-
raakt of bewogen.
Verbuig de aansluitingen van de batterij niet.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 498 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
499
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Zet het contact UIT.
Open het deksel van de zekeringenkast.
Motorruimte
Druk de borglip in en trek het dek-
sel omhoog.
Onder het dashboard aan bestuurderszijde (auto met linkse bestu-
ring)
Type A:
Verwijder het deksel.
Controleren en vervangen van zekeringen
Als een bepaalde stroomverbruiker niet werkt, kan het zijn dat
een zekering is doorgebrand. Controleer in dat geval de desbe-
treffende zekering en vervang deze indien nodig.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 499 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
500
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Type B:
Open het extra opbergvak. Duw
aan beide zijden van het extra
opbergvak om de bovenste
klauwen vrij te maken.
Trek het extra opbergvak naar
buiten en maak de onderste
klauwen vrij.
Onder het dashboard aan passagierszijde (auto's met rechtse
besturing)
Type A:
Verwijder het deksel* en de klep.
1
2
*: Indien aanwezig
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 500 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
501
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Type B:
Open het dashboardkastje.
Maak de demper los.
Duw aan beide zijden van het
dashboardkastje om de boven-
ste klauwen los te maken. Trek
vervolgens het dashboard-
kastje naar buiten en maak de
onderste klauwen vrij.
Verwijder de zekering met de
zekeringtrekker.
Alleen zekering type A kan worden
verwijderd met de zekeringtrekker.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 501 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
502
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Controleer of de zekering is doorgebrand.
Goede zekering
Defecte zekering
Type A, B, C en D:
Vervang de doorgebrande zekering door een nieuwe zekering met de
juiste stroomsterkte. De stroomsterkte staat vermeld op het deksel van de
zekeringenkast.
Type E:
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
4
1
2
Type A Type B
Type C Type D
Type E
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 502 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
503
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Na het vervangen van een zekering
Als na het vervangen van de zekering de verlichting nog niet werkt, kan het
zijn dat de lamp moet worden vervangen. (Blz. 504)
Laat, als de nieuwe zekering direct doorbrandt, de auto controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de stroomafname van een circuit te groot is
De zekeringen zullen doorbranden voordat de bedrading van de auto onher-
stelbaar beschadigd raakt.
Bij het vervangen van lampen
Toyota raadt u aan om originele Toyota-producten te gebruiken, die speciaal
voor deze auto ontworpen zijn. Doordat bepaalde lampen in verbinding staan
met circuits die zijn ontworpen om overbelasting te voorkomen, kunnen niet-
originele onderdelen of onderdelen die niet voor deze auto ontworpen zijn
onbruikbaar zijn.
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen en het ontstaan van brand
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in
schade aan de auto, brand en ernstig letsel.
Monteer nooit een zekering voor een hogere stroomsterkte dan aange-
geven, of een stukje metaal.
Gebruik altijd een originele Toyota-zekering of een gelijkwaardige zeke-
ring.
Vervang de zekering nooit door een stukje draad of metaal, ook niet tijde-
lijk.
Breng geen wijzigingen aan de zekeringen of de zekeringenkasten aan.
Zekeringenkast in de buurt van de vermogensregeleenheid
Controleer en vervang deze zekeringen niet zelf, omdat in de buurt van de
zekeringenkast hoogspanningsbedrading en hoogspanningsonderdelen
aanwezig zijn.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een elektrische schok, waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Voordat u een zekering vervangt
Laat de oorzaak van de te grote stroomafname zo snel mogelijk vaststellen
en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 503 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
504
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Controleer het vermogen van de defecte lamp. (Blz. 601)
Voor
Auto's met halogeenkoplampen
Lampen
U kunt de onderstaande lampen desgewenst zelf vervangen.
Sommige lampen zijn eenvoudiger te vervangen dan andere
lampen. Aangezien de onderdelen beschadigd zouden kunnen
raken, raden wij u aan om de vervanging te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voorbereiden van het vervangen van een lamp
Plaats lampen
Koplampen
Richtingaanwijzers opzij
Richtingaanwijzers voor
Mistlampen voor (indien aanwezig)
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 504 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
505
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Auto's met led-koplampen
Achter (auto's met linkse besturing)
Richtingaanwijzers opzij
Richtingaanwijzers voor
Mistlampen voor (indien aanwezig)
1
2
3
Achteruitrijlicht
Remlichten
Richtingaanwijzers achter
Kentekenplaatverlichting
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 505 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
506
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Achter (auto's met rechtse besturing)
Remlichten
Achteruitrijlicht
Kentekenplaatverlichting
Richtingaanwijzers achter
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 506 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
507
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Koplampen (auto's met halogeenkoplampen)
Verwijder de borgclip. Draai
de vulpijp voor de ruiten-
sproeiervloeistof en trek
deze eruit. (Alleen bij vervan-
ging van lamp aan de rech-
terzijde.)
Verwijder het kapje.
Draai de lamphouder linksom
en verwijder hem.
Neem de stekker los, terwijl
de borglip wordt ingedrukt.
Lampen vervangen
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 507 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
508
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Vervang de lamp en plaats
de lamphouder.
Breng de 3 nokken op de lamp
in lijn met de bevestiging en
steek de lamp erin.
Draai de lamphouder en zet
hem vast.
Beweeg de lamphouder voor-
zichtig om te controleren of hij
niet loszit en zet de koplampen
aan om visueel te controleren of
er geen licht langs de bevesti-
ging af schijnt.
Plaats het deksel.
Breng het uitstekende deel (A)
in lijn met het midden van het in
de afbeelding aangegeven
gebied (B) en druk de buitenran-
den van het deksel stevig aan
om ervoor te zorgen dat het
deksel goed wordt geplaatst.
Steek de vulpijp voor de rui-
tensproeiervloeistof erin en
draai deze om. Plaats de
borgclip. (Alleen bij vervan-
ging van lamp aan de rech-
terzijde.)
5
6
A
B
7
8
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 508 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
509
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Mistlampen voor (indien aanwezig)
Draai het stuurwiel in de
tegenovergestelde richting
van de lamp die u wilt ver-
vangen.
Draai het stuurwiel zo dat uw
hand gemakkelijk tussen de
band en het binnenscherm past.
Verwijder de 2 schroeven en
verwijder de wielkuip gedeel-
telijk.
Verwijder de wielkuip gedeel-
telijk, zodat de lamp zicht-
baar is.
Neem de stekker los, terwijl
de borglip wordt ingedrukt.
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 509 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
510
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Draai de lamphouder linksom
en verwijder hem.
Plaats een nieuwe lamp.
Breng de 3 nokken op de lamp
in lijn met de bevestiging en
steek de lamp erin.
Draai de lamphouder rechtsom
en zet hem vast.
Sluit de stekker aan.
Beweeg de stekker voorzichtig
om te controleren of hij niet los-
zit en zet de mistlampen voor
een keer aan om visueel te con-
troleren of er geen licht langs de
bevestiging schijnt.
Voer voor het plaatsen van het binnenscherm en in omge-
keerde volgorde uit.
Controleer of het binnenscherm aan de binnenzijde van de bumper is
bevestigd.
5
6
7
8 3 2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 510 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
511
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Richtingaanwijzers voor
Verwijder de borgclip. Draai
de vulpijp voor de ruiten-
sproeiervloeistof en trek
deze eruit. (Alleen bij vervan-
ging van lamp aan de rech-
terzijde.)
Draai de lamphouder links-
om.
Verwijder de lamp.
Voer voor het plaatsen van de lamp en in omgekeerde
volgorde uit.
Steek de vulpijp voor de rui-
tensproeiervloeistof erin en
draai deze om. Plaats de
borgclip. (Alleen bij vervan-
ging van lamp aan de rech-
terzijde.)
1
2
3
4 3 2
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 511 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
512
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Remlichten en richtingaanwijzers achter
Open de achterklep en ver-
wijder de 2 schroeven. Ver-
wijder de lamp door deze
recht naar achteren te trek-
ken.
Draai de lamphouder links-
om.
Remlichten
Richtingaanwijzers achter
Verwijder de lamp.
Remlichten
Richtingaanwijzers achter
Voer voor het plaatsen van de lamp en in omgekeerde
volgorde uit.
Plaats de lamp en vervol-
gens de 2 schroeven.
Breng bij het plaatsen de gelei-
der ( ) en pen ( ) op de
lamp in lijn met de fitting.
1
2
1
2
3
1
2
4 3 2
5
1 2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 512 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
513
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Achteruitrijlicht
Open de achterklep en ver-
wijder de afdekkap.
Steek een platte schroeven-
draaier of een dergelijk gereed-
schap in de opening in
bovenzijde van de afdekplaat en
verwijder deze zoals aange-
geven in de afbeelding.
Omwikkel de schroevendraaier
met tape om te voorkomen dat
de auto wordt beschadigd.
Draai de lamphouder linksom
en verwijder hem.
Verwijder de lamp.
Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volg-
orde.
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 513 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
514
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Kentekenplaatverlichting
Verwijder de lichtmodule.
Steek een platte schroeven-
draaier of een dergelijk gereed-
schap in de opening naast de
lamp en verwijder deze zoals
aangegeven in de afbeelding.
Omwikkel de schroevendraaier
met tape om te voorkomen dat
de auto wordt beschadigd.
Draai de lamphouder linksom
en verwijder hem.
Verwijder de gloeilamp.
Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volg-
orde.
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 514 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
515
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Richtingaanwijzers opzij
Verwijder het kapje.
Steek de platte schroeven-
draaier erin en schuif deze langs
de richtingaanwijzer opzij.
Omwikkel de schroevendraaier
met tape om te voorkomen dat
de auto wordt beschadigd.
Druk op de 2 clips en verwij-
der de richtingaanwijzer opzij
uit het huis van de buiten-
spiegel.
Verwijder de fitting uit het
huis van de richtingaanwij-
zer opzij.
Verwijder de lamp.
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 515 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
516
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
Verwijder de fitting uit het
huis van de richtingaanwij-
zer opzij.
Breng de groeven op de fitting in
lijn met het huis van de richting-
aanwijzer opzij.
Zorg ervoor dat de bedrading
door het onderste deel van
de richtingaanwijzer opzij
loopt en plaats deze in het
huis van de buitenspiegel.
Breng de 6 lippen in lijn en
plaats de afdekkap.
Let op of u een klikgeluid hoort
en controleer vervolgens of de
afdekkap goed op zijn plaats zit.
5
6
7
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 516 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
517
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
7
Onderhoud en verzorging
Vervangen van de volgende lampen
Laat de onderstaande lampen vervangen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Koplampen (auto's met led-koplampen)
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting
Derde remlicht
Achterlichten
Mistachterlicht
Ledlampen
De koplampen (auto's met led-koplampen), het mistachterlicht, het derde
remlicht, de parkeerlichten voor/dagrijverlichting en de achterlichten bestaan
uit een aantal leds. Laat een defecte led vervangen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Condensvorming aan de binnenzijde van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van het koplampglas is normaal.
Neem in de volgende gevallen contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige voor meer informatie:
Als er erg veel condens aan de binnenzijde van het koplampglas zit.
Als de binnenzijde van de koplamp nat is en blijft.
Bij het vervangen van lampen
Blz. 503
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 517 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
518
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Lampen vervangen
Schakel de verlichting uit. Wacht na het uitschakelen van de verlichting tot
de lampen zijn afgekoeld.
De lampen kunnen erg heet worden en brandwonden veroorzaken.
Raak het glas van de lamp niet aan met blote handen. Als u het glas van
de lamp toch moet vastpakken, gebruik daarvoor dan een schone droge
doek, om te voorkomen dat er vocht of olie op de lamp komt.
Als de lamp een kras heeft of is gevallen, kan deze defect raken of breken.
Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips goed vastzitten. Anders kan de
lamp door oververhitting beschadigd raken, kan brand ontstaan of kan
water binnendringen in de koplampunit. Hierdoor kunnen de koplampen
beschadigd raken en kan condensvorming in de koplamp optreden.
Voorkomen van schade en brand
Controleer of de lampen en borgclips goed vastzitten.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 518 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
519
8
Bij problemen
UK AURIS_HV_HB_EE
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ...........520
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht ..........................521
8-2. Stappen die genomen
moeten worden in
noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ...........................522
Als u denkt dat er iets
mis is ...............................528
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ................................529
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven .........536
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel) .....................545
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
bandenreparatieset) ........557
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestart ...572
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt.....574
Als de 12V-accu is
ontladen...........................577
Als uw auto oververhit
raakt.................................582
Als de auto vast komt te
zitten ................................587
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 519 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
520
UK AURIS_HV_HB_EE
8-1. Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knip-
peren.
Druk nogmaals op de schakelaar
om ze weer uit te schakelen.
Alarmknipperlichten
Als de alarmknipperlichten gedurende langere tijd worden gebruikt terwijl het
hybridesysteem niet in werking is (terwijl het controlelampje READY niet
brandt) kan de 12V-accu ontladen raken.
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden gebruikt om andere bestuurders
te waarschuwen wanneer de auto tot stilstand moet worden
gebracht, bijvoorbeeld bij pech.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 520 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
521
8-1. Belangrijke informatie
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Trap het rempedaal met beide voeten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer kracht nodig om de auto tot stil-
stand te brengen.
Selecteer schakelstand N.
Als stand N kan worden geselecteerd
Zet na het afremmen de auto stil op een veilige plaats langs de
weg.
Schakel het hybridesysteem uit.
Als stand N niet kan worden geselecteerd
Blijf het rempedaal met beide voeten intrappen om de rijsnelheid
van de auto zo veel mogelijk af te remmen.
Om het hybridesysteem uit te
schakelen, houdt u de startknop
langer dan 2 seconden inge-
drukt of drukt u deze driemaal
of vaker kort na elkaar in.
Breng de auto op een veilige plaats langs de weg tot stilstand.
Als uw auto in geval van nood tot stilstand
moet worden gebracht
Breng de auto alleen in noodgevallen, bijvoorbeeld wanneer de
auto niet op de normale manier stilgezet kan worden, als volgt
tot stilstand:
1
2
3
4
3
Gedurende ten minste 2 seconden
ingedrukt houden of 3 maal achter
elkaar kort indrukken
4
WAARSCHUWING
Als het hybridesysteem tijdens het rijden uitgeschakeld moet worden
De stuurbekrachtiging zal niet meer werken, waardoor het verdraaien van
het stuurwiel zwaarder gaat. Minder zo veel mogelijk vaart voordat u het
hybridesysteem uitschakelt.
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 521 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
522
UK AURIS_HV_HB_EE
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
In de volgende gevallen kan de auto niet door een andere auto wor-
den gesleept met behulp van kabels of kettingen, doordat de voorwie-
len mogelijk worden geblokkeerd door de parkeerblokkering. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
of een professioneel bergingsbedrijf.
Er is een storing aanwezig in het regelsysteem voor stand P.
(Blz. 536)
Er is een storing aanwezig in de startblokkering. (Blz. 82)
Er is een storing aanwezig in het Smart entry-systeem met start-
knop. (Blz. 574)
De 12V-accu is ontladen. (Blz. 577)
Als uw auto moet worden gesleept
Als uw auto moet worden gesleept, adviseren wij u dat te laten
doen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige of professioneel bergingsbedrijf, en daarbij gebruik te
maken van een lepelwagen of een autoambulance.
Gebruik een stevige sleepkabel en neem de wettelijke voor-
schriften in acht.
Situaties waarbij het niet mogelijk is om door een ander voertuig
te worden gesleept
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 522 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
523
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Het volgende kan duiden op een probleem in de transmissie. Neem
vóór het slepen contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur, een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige of een professioneel bergingsbedrijf.
Het waarschuwingslampje van het hybridesysteem gaat branden
en de auto beweegt niet.
De auto maakt een abnormaal geluid.
Sleep de auto niet met een takel-
wagen, om beschadiging van de
carrosserie te voorkomen.
Omstandigheden waaronder u vóór het slepen contact dient op
te nemen met de dealer
Slepen met een takelwagen
Slepen met een lepelwagen
Aan de voorzijde Aan de achterzijde
Deactiveer de parkeerrem. Gebruik een dolly onder de voor-
wielen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 523 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
524
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Activeer de parkeerrem en zet het contact UIT.
Plaats wielblokken bij alle vier de wielen om te voorkomen dat de auto
wegrolt.
Zet de auto vast door de wielen
met de gordels aan de vloer
van de autoambulance vast te
zetten, zoals aangegeven.
Als er geen autoambulance beschikbaar is, mag de auto in geval van
nood tijdelijk worden gesleept door gebruik te maken van sleepkabels
of -kettingen die u aan de sleepogen vastmaakt. Uw auto mag op
deze manier alleen op een verharde weg en met lage snelheid (lager
dan 30 km/h) over een korte afstand worden gesleept.
Er moet een bestuurder in de auto zitten om te sturen en te remmen.
Ook dienen de wielen, de assen, de aandrijflijn, de stuurinrichting en
de remmen in een goede conditie te zijn.
Vervoeren op een autoambulance
1
2
Slepen in een noodgeval
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 524 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
525
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Haal het sleepoog tevoorschijn. (Blz. 546, 559)
Verwijder het afdekkapje van
het sleepoog met een sleufkop-
schroevendraaier.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek
om schade te voorkomen.
Plaats het sleepoog in de ope-
ning en draai het zo ver moge-
lijk met de hand vast.
Draai het sleepoog stevig vast
met behulp van een wielmoer-
sleutel
* of een stevige metalen
stang.
*: Als de auto niet is uitgerust met
een wielmoersleutel, kunt u er een
aanschaffen bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Maak de kabel of de ketting goed vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
Stap in de weg te slepen auto en start het hybridesysteem.
Als het hybridesysteem niet start, zet dan het contact AAN.
Zet de selectiehendel in schakelstand N en deactiveer de parkeer-
rem.
Procedure bij slepen in een noodgeval
1
2
3
4
5
6
7
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 525 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
526
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Tijdens het slepen
Als het hybridesysteem is uitgeschakeld, werken de rem- en stuurbekrachti-
ging niet. Hierdoor zullen het remmen en sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal.
Wielmoersleutel
Auto's zonder wielmoersleutel: Een wielmoersleutel is verkrijgbaar bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Auto's met wielmoersleutel: De wielmoersleutel bevindt zich in de bagage-
ruimte. (Blz. 546)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bij het slepen van de auto
Tijdens het slepen
Wanneer u bij het slepen kabels of kettingen gebruikt, vermijd dan plotse-
ling optrekken, enz. waardoor er extreme krachten op het sleepoog en de
sleepkabel of -ketting worden uitgeoefend. Het sleepoog en de kabel of
ketting kunnen beschadigd raken en afgebroken stukken kunnen perso-
nen raken en ernstige schade veroorzaken.
Zet het contact niet UIT.
Dit kan leiden tot een ongeval doordat de voorwielen geblokkeerd worden
door de parkeerblokkering.
Plaatsen van de sleepogen op de auto
Controleer of de sleepogen goed vastzitten.
Als dat niet het geval is, dan kunnen de sleepogen bij het slepen losraken.
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd
met de voorwielen of met alle vier de wie-
len van de grond. Als de voorwielen tij-
dens het slepen de grond raken, kunnen
de aandrijflijn en de bijbehorende onder-
delen beschadigd raken of kan door de
werking van de motor opgewekte energie
brand veroorzaken afhankelijk van de
aard van de schade of storing.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 526 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
527
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een
lepelwagen
Sleep de auto nooit aan de achterzijde als het contact UIT staat. Het stuur-
slot is niet sterk genoeg om de voorwielen in de rechtuitstand te houden.
Let erop dat de andere zijde van de auto dan die die op de lepel staat vol-
doende grondspeling heeft. Als er onvoldoende speling aanwezig is, kan
de auto tijdens het slepen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een
takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen, noch vooruit, noch achteruit.
Voorkomen van beschadigingen aan de auto tijdens slepen in een
noodgeval
Maak de kabel of de ketting niet vast aan onderdelen van de wielop-
hanging.
Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij gebruik van een
autoambulance
Rijd niet over de wielblokken, anders kunnen de banden beschadigd
raken.
Bevestig de gordels alleen om de wielen en niet om andere delen van de
auto (zoals de wielophanging).
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 527 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
528
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Sporen van lekkage onder de auto.
(Na gebruik van de airconditioning is waterlekkage normaal.)
Banden die er te zacht uit zien of die ongelijkmatig versleten zijn
De waarschuwing hoge koelvloeistoftemperatuur wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
Abnormale uitlaatgeluiden
Overmatig piepende banden bij het nemen van een bocht
Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegin-
gen van de wielophanging
Pingelende of andere abnormale geluiden uit de motorruimte
De motor hapert, stottert of draait onregelmatig
Een merkbaar verlies aan trekkracht
De auto trekt tijdens het remmen sterk naar één kant
De auto trekt sterk naar één kant, terwijl u rechtuitrijdt op een
vlakke weg
Teruglopende remwerking, sponzig gevoel in het rempedaal, een
rempedaal dat bijna tot op de vloer kan worden ingetrapt
Als u denkt dat er iets mis is
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, moet uw
auto mogelijk worden afgesteld of gerepareerd. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Zichtbare symptomen
Hoorbare symptomen
Merkbare symptomen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 528 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
529
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Als een waarschuwingslampje gaat bran-
den of een waarschuwingszoemer klinkt
Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van
de waarschuwingslampjes gaat branden of knipperen. Als een
van de lampjes gaat branden of knipperen en daarna weer uit-
gaat, is er niet noodzakelijkerwijs een defect in het systeem aan-
wezig. Als deze situatie echter blijft voortduren, laat uw auto dan
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Overzicht waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers
Waarschu-
wingslampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
Waarschuwingslampje remsysteem rood (waarschu-
wingszoemer)
*
1
Geeft het volgende aan:
Het remvloeistofniveau is te laag; of
Er zit een storing in het remsysteem.
Dit lampje gaat ook branden als de parkeerrem niet
gedeactiveerd is. Als het lampje uitgaat nadat de par-
keerrem gedeactiveerd is, werkt het systeem normaal.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwingslampje remsysteem in geel
Geeft aan dat er een storing is in:
Het regeneratieve remsysteem; of
Het elektronisch geregelde remsysteem
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 529 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
530
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Geeft aan dat de motor oververhit raakt. (Blz. 582)
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
Het hybridesysteem;
Het elektronische motorregelsysteem; of
De elektronische smoorklepregeling
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektri-
sche stuurbekrachtiging
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbe-
krachtiging (EPS)
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschu-
wingslampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 530 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
531
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
(Gaat branden)
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
De VSC (Vehicle Stability Control);
De TRC (Traction Control); of
De Hill Start Assist Control
Het lampje gaat knipperen wanneer het ABS, de VSC of
de TRC in werking is. (Blz. 340)
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoe-
mer klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Geeft aan dat het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) tijde-
lijk niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil,
beslagen of bedekt door condens, ijs, stickers, e.d.
Verwijder het vuil, de condens, het ijs, de stickers,
enz. (Blz. 284)
De temperatuur van de sensor voor ligt buiten het wer-
kingsbereik
Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor
voor voldoende is afgekoeld.
Het VSC (Vehicle Stability Control-systeem) of het PCS
(Pre-Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide
systemen zijn uitgeschakeld.
Schakel om het Pre-Crash Safety-systeem in te scha-
kelen zowel het VSC-systeem als het PCS-systeem in.
(Blz. 289, 341)
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof onge-
veer 6,8 liter of minder is
Vul de brandstoftank.
Waarschu-
wingslampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 531 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
532
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders-
en voorpassagiersgordel
*
2
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de
veiligheidsgordel vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet
ook de veiligheidsgordel voor de voorpassagier wor-
den vastgemaakt, zodat het waarschuwingslampje
(de waarschuwingszoemer) uitgaat.
Controlelampjes (waarschuwingszoemer) veiligheids-
gordel achterpassagiers
*
2
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel
om te doen.
Doe de veiligheidsgordel om.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
Natuurlijke oorzaken (Blz. 534)
Lekke band (Blz. 545, 557)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het sys-
teem nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige indien het
lampje niet dooft nadat de banden op spanning zijn
gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1
minuut geknipperd heeft:
Storing in het waarschuwingssysteem voor lage banden-
spanning (Blz. 534)
Laat het systeem controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Centraal waarschuwingslampje
Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat
branden en knippert om aan te geven dat het centrale
waarschuwingssysteem een storing heeft gesignaleerd.
Blz. 536
Waarschu-
wingslampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 532 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
533
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
*
1
: Waarschuwingszoemer remsysteem:
Als er zich een probleem voordoet dat de remprestaties nadelig zou kun-
nen beïnvloeden, gaat het waarschuwingslampje branden en klinkt er een
waarschuwingszoemer.
Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem:
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de parkeerrem nog niet is gede-
activeerd (als de auto een snelheid van 5 km/h heeft bereikt).
*
2
: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordels herinnert de
bestuurder en de passagiers eraan de veiligheidsgordel om te doen. De
zoemer klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van
ten minste 20 km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet
is vastgemaakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid
horen.
Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de brandstoftank volledig leeg
raakt. Vul de brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is. Het motorcontrole-
lampje gaat na enkele ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uit gaat.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
Als het waarschuwingslampje na enkele minuten niet uitgaat, controleer dan
of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaande
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 533 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
534
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
Als een wiel wordt vervangen door het reservewiel (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en -zender. Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage banden-
spanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door
het reservewiel. Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde
band en breng de band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje
lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan.
Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Blz. 477
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contact AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschu-
wingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er
een waarschuwingszoemer klinken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 534 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
535
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en laat uw auto
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De auto
kan tijdens het remmen extreem onstabiel worden en het ABS-systeem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor een aanrijding en ernstig letsel
kunnen ontstaan.
Als het waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging gaat
branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.Als het stuurwiel zwaarder
werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast en oefen meer kracht uit.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt
u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
Auto's met compact reservewiel: Als, nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden, kan dit erop
duiden dat er een band lek is. Controleer de banden. Vervang het wiel met
de lekke band door het reservewiel en laat de band repareren door de
dichtstbijzijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Auto's met bandenreparatieset: Als, nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden, kan dit erop
duiden dat er een band lek is. Controleer de banden. Repareer een lekke
band met de bandenreparatieset.
Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen
beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de rem-
men kunt verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen
in werking treedt.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem goed
werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende merken,
anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goed.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 535 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
536
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Centraal waarschuwingslampje
Het centrale waarschuwings-
lampje gaat ook branden of knip-
peren om aan te geven dat er op
dat moment een melding wordt
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Multi-informatiedisplay
Als er weer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven of een
controlelampje gaat branden na het uitvoeren van de volgende han-
delingen, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven
Het multi-informatiedisplay waarschuwt bij systeemstoringen en
onjuist uitgevoerde handelingen, of geeft meldingen over nood-
zakelijk onderhoud weer. Voer de juiste herstelprocedure uit
wanneer er een melding verschijnt.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 536 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
537
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
De waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers werken afhan-
kelijk van de soort melding. Als de melding aangeeft dat controle door
een dealer noodzakelijk is, laat dan de auto direct nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*: Een zoemer klinkt voor het eerst en er verschijnt een melding op het multi-
informatiedisplay
Meldingen en waarschuwingen
Waarschu-
wings-
lampje
systeem
Waarschuwings-
zoemer*
Waarschuwing
Gaat
branden
Klinkt
Duidt op een belangrijke situatie,
bijvoorbeeld wanneer een rijsys-
teem defect is of wanneer er
gevaar ontstaat wanneer de her-
stelprocedure niet wordt uitge-
voerd
Gaat
branden
of knippe-
ren
Klinkt of klinkt
niet
Duidt op een belangrijke situatie,
bijvoorbeeld wanneer de syste-
men die worden aangegeven op
het multi-informatiedisplay defect
zijn.
Knippert Klinkt
Geeft een bepaalde situatie aan,
bijvoorbeeld wanneer er schade
aan de auto is, of wanneer er
gevaar bestaat
Gaat
branden
Klinkt niet
Geeft een bepaalde conditie aan,
bijvoorbeeld een storing in de
elektronische onderdelen, de
staat van de onderdelen, of wan-
neer er onderhoud vereist is
Klinkt niet
Geeft een bepaalde situatie aan,
bijvoorbeeld wanneer een hande-
ling onjuist is uitgevoerd, of hoe
een handeling op juiste wijze
moet worden uitgevoerd
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 537 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
538
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
De volgende meldingen worden mogelijk weergegeven. Neem de
juiste maatregelen, zoals hieronder aangegeven:
Als “12-volt battery low. Shifting unavailable. Read Owner’s
Manual.” (12V-accu ontladen. Schakelen niet mogelijk. Raad-
pleeg handleiding) wordt weergegeven
Geeft aan dat er werd geprobeerd om de schakelstand te wijzigen
terwijl de spanning van de 12-V accu laag was.
Laad de 12V-accu op of vervang hem.
Als “Shifting temporarily unavailable. Wait a moment and try
again.” (Schakelen tijdelijk niet mogelijk. Wacht even en pro-
beer het opnieuw) wordt weergegeven
Geeft aan dat de selectiehendel en de schakelaar voor stand P her-
haaldelijk en snel achter elkaar werden bediend.
Wacht ongeveer 20 seconden en zet de selectiehendel in een
andere stand.
Als “Switched to N. To engage P mode, stop car then press P
switch.” (Schakelstand N ingeschakeld. Breng auto tot stil-
stand en druk op schakelaar stand P om stand P in te schake-
len) wordt weergegeven
Geeft aan dat de schakelaar voor stand P tijdens het rijden is inge-
drukt en dat de schakelstand automatisch is gewijzigd in stand N.
Breng, om schakelstand P te kunnen inschakelen, de auto volledig
tot stilstand en druk op de schakelaar voor stand P. Zet, om te kun-
nen blijven rijden, de selectiehendel in schakelstand D of R.
Als schakelen van de hybridetransmissie niet mogelijk is
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 538 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
539
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Laat de auto zo snel mogelijk controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als een van de volgende meldingen
wordt weergegeven.
Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en zorg ervoor dat de auto
goed op de parkeerrem staat.
Als “P lock malfunction. When parking, park in flat place and
apply parking brake securely” (Storing vergrendeling stand P.
Parkeer op een vlakke ondergrond en activeer parkeerrem
goed) wordt weergegeven
Geeft het volgende aan:
Het parkeerblokkeringsmechanisme werkt mogelijk niet. Ook kan
de selectiehendel mogelijk niet in stand P gezet worden.
Het hybridesysteem kan mogelijk niet gestart worden.
Het contact kan mogelijk niet UIT worden gezet.
Als het contact niet uitgezet kan worden, activeer dan de parkeer-
rem en bedien de startknop om het contact uit te zetten.
Als “Shift system failure. When parking, apply parking brake.
Read Owner’s Manual.” (Storing schakelsysteem. Activeer bij
parkeren parkeerrem. Raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Zie “P lock malfunction. When parking, park in flat place and apply
parking brake securely.” (Storing vergrendeling stand P. Parkeer op
een vlakke ondergrond en activeer parkeerrem goed).
Als “Shift system comm. failure. When parking, apply parking
brake. Read Owner’s Manual.” (Communicatiefout schakelsys-
teem. Activeer bij parkeren parkeerrem. Raadpleeg handlei-
ding) wordt weergegeven
Geeft aan dat de functie voor het automatisch selecteren van stand
P mogelijk niet werkt.
Druk op de schakelaar voor stand P alvorens het contact uit te zet-
ten. Controleer met behulp van de schakelstandindicator of de
schakelstand is gewijzigd naar P
Als er aandachtspunten zijn met betrekking tot het parkeren
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 539 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
540
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Als “12-volt battery low. When parking, apply parking brake.
Read Owner’s Manual.” (12V-accu ontladen. Activeer bij parke-
ren parkeerrem. Raadpleeg handleiding) wordt weergegeven
Geeft het volgende aan:
De 12V-accu is mogelijk niet voldoende opgeladen.
De selectiehendel kan mogelijk niet in stand P gezet worden.
Het hybridesysteem kan mogelijk niet gestart worden.
Laad de 12V-accu op of vervang hem. Na het laden van de 12V-
accu wordt de melding mogelijk nog weergegeven totdat de selec-
tiehendel in een andere stand dan P wordt gezet.
Als een van de volgende meldingen wordt weergegeven, neem dan
de juiste maatregelen, zoals hieronder aangegeven:
Als “Press brake when vehicle is stopped. Hybrid system may
overheat.” (Trap rempedaal in wanneer auto stilstaat. Hybri-
desysteem is mogelijk oververhit) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het gaspedaal wordt
ingetrapt om de auto op een helling omhoog te laten stilstaan, enz.
Als deze situatie blijft voortduren, kan het hybridesysteem overver-
hit raken. Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Als “Hybrid battery low. Hybrid system stopped. Shift to P and
restart.” (Batterijpakket bijna leeg. Hybridesysteem uitgescha-
keld. Zet selectiehendel in stand P en herstart) wordt weerge-
geven
De melding wordt weergegeven wanneer het batterijpakket (tractie-
batterij) bijna leeg is, doordat de selectiehendel lange tijd in stand N
heeft gestaan.
Volg de instructie en start het hybridesysteem.
Als “Hybrid system malfunction. Stop in a safe place. See
owner’s manual.” (Storing hybridesysteem. Breng auto op vei-
lige plaats tot stilstand. Raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Raadpleeg “Als een melding om de handleiding te raadplegen
wordt weergegeven”. (Blz. 541)
Als een melding over het hybridesysteem of het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt weergegeven
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 540 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
541
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Als “Hybrid battery low. Shift out of N to recharge.” (Batterij-
pakket bijna leeg. Zet selectiehendel in andere stand dan N om
te laden) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het batterijpakket (tractie-
batterij) bijna leeg is.
Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) lange tijd uitgeschakeld
is geweest, zet dan de selectiehendel in stand P, aangezien het
batterijpakket (tractiebatterij) niet kan worden geladen wanneer de
selectiehendel in stand N staat.
Als “Hybrid system overheated. Reduced output power.”
(Hybridesysteem oververhit. Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven tijdens het rijden onder
zware omstandigheden.
(Bijvoorbeeld wanneer u een lange steile helling op rijdt.)
Oplossing: Blz. 582
Als “Maintenance required for hybrid battery cooling parts at
your dealer.” (Onderhoud bij dealer vereist voor koelonderde-
len batterijpakket) wordt weergegeven
Het filter kan verstopt zitten, de ventilatieopening kan geblokkeerd
zijn of er kan een gat in het kanaal zitten. Laat onderhoud aan de
koelcomponent van het batterijpakket (tractiebatterij) uitvoeren
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als een van de volgende meldingen wordt weergegeven, neem dan
de juiste maatregelen, zoals aangegeven op de volgende bladzij-
den van deze handleiding:
“12-volt battery low. Shifting unavailable. Read Owner’s Manual.”
(12V-accu ontladen. Schakelen niet mogelijk. Raadpleeg hand-
leiding): Blz. 538
“Shift system failure. When parking, apply parking brake. Read
owner’s manual.” (Storing schakelsysteem. Activeer bij parkeren
parkeerrem. Raadpleeg handleiding): Blz. 539
Als een melding om de handleiding te raadplegen wordt weerge-
geven
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 541 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
542
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
“Shift system comm. failure. When parking, apply parking brake.
Read owner’s manual.” (Communicatiefout schakelsysteem.
Activeer bij parkeren parkeerrem. Raadpleeg handleiding):
Blz. 539
“12-volt battery low. When parking, apply parking brake. Read
Owner’s Manual.” (12V-accu ontladen. Activeer bij parkeren par-
keerrem. Raadpleeg handleiding): Blz. 540
Als de onderstaande meldingen worden weergegeven, is er moge-
lijk sprake van een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
“Brake effectiveness is reduced due to failure, please stop in a
safe area and check manual.” (Verminderde remwerking als
gevolg van een storing. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en raadpleeg de handleiding.)
“Hybrid system malfunction. Stop in a safe place. See owner’s
manual.” (Storing hybridesysteem. Breng auto op veilige plaats
tot stilstand. Raadpleeg handleiding)
Als onderstaande melding wordt weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing.
Laat de auto direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
“Shift system failure. Read Owner’s Manual.” (Storing schakel-
systeem. Raadpleeg handleiding)
Neem de juiste maatregelen, zoals aangegeven in de weergegeven
melding.
Als een van de onderstaande meldingen wordt weergegeven, raad-
pleeg ook dan de handleiding.
Als “Check charging system.” (Controleer laadsysteem) wordt
weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de
auto.
Andere meldingen die op het multi-informatiedisplay worden
weergegeven
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 542 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
543
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “Engine oil pressure low.” (Lage motoroliedruk.) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de motoroliedruk te laag is.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wanneer “Headlight system malfunction. Visit your dealer.”
(Storing in koplampsysteem. Ga naar uw dealer.) wordt weer-
gegeven
Er is mogelijk een storing in de onderstaande systemen aanwezig.
Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
De led-koplampen
De automatische verticale koplampverstelling
Automatic High Beam-systeem
Als “Front sensor systems are temporarily unavailable due to
inappropriate temp. Wait a moment.” (Sensorsystemen voor
zijn tijdelijk niet beschikbaar als gevolg van een onjuiste tem-
peratuur. Wacht een ogenblik.) of “Front Camera Vision Bloc-
ked Clean and Demist Windshield.” (Zicht camera voor
belemmerd. Reinig en ontwasem de voorruit.) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
De onderstaande systemen worden mogelijk tijdelijk uitgeschakeld
tot het in de melding aangegeven probleem is opgelost.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
LDA (Lane Departure Alert)
Automatic High Beam-systeem
RSA (Road Sign Assist)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 543 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
544
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Als “Shift to P Before Exiting Vehicle” (Zet selectiehendel in
stand P voordat u de auto verlaat) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl het contact niet UIT is gezet en de selectie-
hendel in een andere stand dan P stond.
Zet de selectiehendel in stand P.
Als “Shift is in N. Release accelerator before shifting” (Selec-
tiehendel staat in stand N. Laat vóór het schakelen het gaspe-
daal los) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het gaspedaal wordt
ingetrapt en de selectiehendel in stand N staat.
Laat het gaspedaal los en zet de selectiehendel in stand D of R.
Waarschuwingslampjes systeem
In de volgende situatie gaat het centrale waarschuwingslampje niet branden
of knipperen. In plaats daarvan gaat een apart waarschuwingslampje van het
systeem branden terwijl een melding op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
Storing in het remsysteem
Het waarschuwingslampje van het remsysteem gaat branden. (Blz. 529)
Hoge koelvloeistoftemperatuur
Het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur wordt weergege-
ven. (Blz. 530)
Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 544 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
545
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in. (Blz. 520)
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel)
Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan wor-
den vervangen door het reservewiel.
Voor meer informatie over banden: Blz. 473
WAARSCHUWING
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 545 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
546
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Plaats van reservewiel, krik en gereedschap
Gereedschapstas
Wielmoersleutel
Krikslinger
Sleepoog
Krik
Reservewiel
1
2
3
4
5
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 546 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
547
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Verwijder de afdekmat. (Blz. 435)
Haal de krik eruit.
Vastdraaien
Losdraaien
WAARSCHUWING
Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe leiden dat de auto van de krik valt, wat
tot ernstig letsel kan leiden.
Gebruik de krik uitsluitend voor het verwisselen van een wiel of de mon-
tage en het verwijderen van sneeuwkettingen.
Gebruik voor het verwisselen van een lekke band uitsluitend de met de
auto meegeleverde krik.
Gebruik de krik niet voor het verwisselen van wielen van andere auto's en
gebruik ook geen krik van een andere auto.
Zet de krik op de juiste wijze onder het kriksteunpunt.
Zorg ervoor dat er zich geen lichaamsdelen bevinden onder een auto die
alleen door een krik wordt ondersteund.
Start het hybridesysteem niet en ga niet met de auto rijden als deze door
de krik wordt ondersteund.
Krik de auto niet op als er nog iemand in de auto aanwezig is.
Plaats niets op of onder de krik als de auto wordt opgekrikt.
Krik de auto niet verder op dan voor het verwisselen van het wiel noodza-
kelijk is.
Plaats de auto op bokken als u onder de auto moet zijn.
Zorg wanneer u de auto laat zakken dat er niemand onder komt. Breng
mensen in de buurt op de hoogte van het laten zakken.
Verwijderen van de krik
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 547 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
548
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Verwijder de afdekmat en het
vak. (Blz. 435)
Draai de bevestiging van het
reservewiel los.
Verwijderen van het reservewiel
1
2
WAARSCHUWING
Bij het opbergen van het reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere lichaamsdelen tussen het reser-
vewiel en de carrosserie bekneld raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 548 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
549
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Plaats wielblokken.
Draai de wielmoeren iets los
(één slag).
Draai deel A van de krik met de
hand aan totdat de uitsparing in
de kop van de krik in contact
komt met het kriksteunpunt.
De aanduidingen van de kriksteun-
punten bevinden zich onder de
dorpel. Deze duiden de kriksteun-
punten aan.
Vervangen van een wiel met een lekke band
1
Lekke band Positie wielblok
Voor
Links Achter het rechter achterwiel
Rechts Achter het linker achterwiel
Achter
Links Voor het rechter voorwiel
Rechts Voor het linker voorwiel
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 549 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
550
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van
de grond is.
Verwijder alle wielmoeren en
het wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde
omhoog op de grond, om krassen
op de velg te voorkomen.
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 550 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
551
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Verwijder eventueel aanwezige
verontreinigingen van het con-
tactvlak van de velg.
Als er verontreinigingen op het
contactvlak aanwezig zijn, kunnen
tijdens het rijden de wielmoeren los
lopen, waardoor het wiel los kan
raken.
WAARSCHUWING
Vervangen van een wiel met een lekke band
Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen niet aan direct nadat met
de auto is gereden.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen tijdens het verwisselen
van een wiel, enz. met uw handen, voeten of andere lichaamsdelen aan-
raakt, kan dit leiden tot brandwonden.
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de
wielmoeren losraken, waardoor het wiel van de auto af kan lopen, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken.
Bovendien kunnen door gebruik van olie of vet de wielbouten of wiel-
moeren loslopen, waardoor het wiel los kan raken en een ernstig onge-
val kan ontstaan. Verwijder olie of vet van de wielbouten of wielmoeren.
Laat na het verwisselen van een wiel de wielmoeren zo snel mogelijk
met een momentsleutel vastdraaien met 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf).
Plaats een beschadigde naafdop niet opnieuw, omdat deze tijdens het
rijden los kan raken.
Gebruik bij het aanbrengen van een wiel uitsluitend wielmoeren die
speciaal zijn ontworpen voor het desbetreffende wiel.
Bij gescheurde of vervormde bouten, schroefdraad van moeren of bout-
gaten van het wiel, dient de auto te worden gecontroleerd door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Plaats de wielmoeren met de schuine kant naar het wiel toe.
(Blz. 493)
Plaatsen van het reservewiel
1
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 551 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
552
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Plaats het wiel en draai elke wielmoer met de hand ongeveer in
dezelfde mate vast.
Draai de moeren verder tot het
tapse gedeelte aan ligt tegen
de velg.
Laat de auto zakken.
Draai iedere moer twee of drie
keer aan in de volgorde die in
de afbeelding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
2
Taps gedeelte
Velg
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 552 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
553
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Het compacte reservewiel
Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. (Blz. 598)
Bij gebruik van het compacte reservewiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
Bij gebruik van het reservewiel (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 553 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
554
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Verklaring voor de krik
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 554 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
555
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
Vermijd plotselinge acceleratie, deceleratie, sterk afremmen en sterke
stuurbewegingen.
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
Automatic High Beam-systeem
(indien aanwezig)
Cruise control (indien aanwezig)
•EPS
PCS (indien aanwezig)
LDA (Lane Departure Alert)
(indien aanwezig)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 555 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
556
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het com-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is.
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig
bij het rijden over slechte wegen.
Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in nega-
tieve zin beïnvloeden.
Bij het vervangen van banden (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band de bandenspanningssensor en -zender. (Blz. 474)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 556 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
557
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een bandenreparatieset)
Uw auto is niet uitgerust met een reservewiel, maar wel met een
bandenreparatieset.
Een lek dat wordt veroorzaakt door een spijker of schroef die
door het loopvlak van de band steekt, kan tijdelijk worden gere-
pareerd met de bandenreparatieset. (De set bestaat uit een fles
met bandenreparatievloeistof. De bandenreparatievloeistof kan
slechts één keer worden gebruikt voor de tijdelijke reparatie van
één band, waarbij de spijker of schroef in het loopvlak moet blij-
ven zitten.) Afhankelijk van de schade kan deze set niet worden
gebruikt om de band te repareren. (Blz. 558)
Laat na de noodreparatie met de bandenreparatieset de band
repareren of vervangen door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Met de bandenreparatieset kunnen
alleen tijdelijke reparaties worden uitgevoerd. Laat de band zo
snel mogelijk repareren of vervangen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 557 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
558
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Vóór het repareren van de band
Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in. (Blz. 520)
Controleer de mate waarin
de band beschadigd is.
Haal de spijker of schroef
niet uit de band. Door het
verwijderen van de spijker of
de schroef kan het gat groter
worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepa-
reerd kan worden.
Een lekke band die niet kan worden gerepareerd met de bandenrepara-
tieset
In de volgende gevallen is reparatie van de band met behulp van de banden-
reparatieset niet mogelijk. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
De band is beschadigd door rijden met onvoldoende spanning
Wanneer de scheurtjes of beschadigingen zich niet in het loopvlak bevinden
maar bijvoorbeeld in de wangen van de band
De band is zichtbaar van de velg afgelopen
Het lek in of de beschadiging van het loopvlak is 4 mm of groter
De velg is beschadigd
Twee of meer banden zijn lek
Wanneer een enkele band door 2 of meer scherpe voorwerpen doorboord is
Wanneer de bandenreparatievloeistof over de uiterste houdbaarheidsdatum
is
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 558 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
559
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Plaats van de bandenreparatieset
Sleepoog Bandenreparatieset
1 2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 559 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
560
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Onderdelen van de bandenreparatieset
Verwijder de afdekmat. (Blz. 435)
Verwijder de bandenreparatieset. (Blz. 559)
Spuitmond
Slang
Compressorschakelaar
Bandenspanningsmeter
Ontgrendelknop
Voedingsaansluiting
Stickers
1
2
3
4
5
6
7
Verwijderen van de bandenreparatieset
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 560 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
561
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Verwijder de reparatieset.
Zorg er bij het verwijderen van de fles uit de originele zak voor dat de zak
niet scheurt en gooi de zak niet weg.
Bevestig de 2 stickers zoals
aangegeven.
Verwijder vuil en vocht van het wiel
voordat u de sticker bevestigt. Als
de sticker niet kan worden beves-
tigd, laat dan wanneer u de band
laat repareren of vervangen de
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige weten dat ban-
denreparatievloeistof is ingespo-
ten.
Verwijder het ventieldopje van
het wiel met de lekke band.
Verwijder het dopje van de
spuitmond.
Reparatiemethode in noodgevallen
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 561 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
562
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Sluit de spuitmond aan op het
ventiel.
Draai het uiteinde van de spuit-
mond zo ver mogelijk rechtsom.
De fles moet verticaal hangen,
zonder de grond te raken. Ver-
plaats de auto als de fles niet verti-
caal hangt, tot het ventiel zich op
de juiste plaats bevindt.
Verwijder het dopje van de fles.
Trek de slang uit de compres-
sor.
Sluit de fles aan op de com-
pressor.
Draai het uiteinde van de spuit-
mond zo ver mogelijk rechtsom.
5
6
7
8
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 562 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
563
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Zorg ervoor dat de compressor
is uitgeschakeld.
Verwijder de voedingsaanslui-
ting van de compressor.
Sluit de voedingsstekker aan
op de accessoireaansluiting.
(Blz. 441)
Controleer de voorgeschreven bandenspanning.
De bandenspanning wordt aangegeven op de sticker, zoals afgebeeld.
(Blz. 598)
9
10
11
12
Auto's met linkse besturing Auto's met rechtse besturing
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 563 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
564
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Schakel het hybridesysteem in.
Zet de compressor aan om de
bandenreparatievloeistof in te
spuiten en de band met lucht te
vullen.
Vul de band tot de voorge-
schreven bandenspanning
bereikt is.
De bandenreparatievloeistof
wordt ingespoten, de druk
loopt op en daalt vervolgens
geleidelijk.
De bandenspanningsmeter
geeft ongeveer 1 minuut (5
minuten bij lage temperatu-
ren) nadat de schakelaar aan
is gezet de werkelijke ban-
denspanning weer.
Vul de band tot de voorge-
schreven bandenspanning.
Als de bandenspanning nog
steeds lager is dan voorge-
schreven nadat de schakelaar
35 minuten aan staat, is de band
te veel beschadigd om nog
gerepareerd te worden. Scha-
kel de compressor uit en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Laat wat lucht ontsnappen wanneer de bandenspanning de voorge-
schreven waarde overschrijdt. (Blz. 567, 598)
13
14
15
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 564 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
565
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Schakel de compressor uit.
Haal de uitstroomopening van het velgventiel en haal daarna de
voedingsaansluiting uit de accessoireaansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van de slang wat bandenreparatie-
vloeistof.
Druk op de knop om de druk
van de fles te halen.
Draai de dop op de spuitmond.
Plaats het ventieldopje op het ventiel van het gerepareerde wiel.
Neem de slang los van de fles
en plaats de dop op de fles.
Plaats de fles in de originele zak en
rits deze dicht.
16
17
18
19
20
21
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 565 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
566
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Berg de fles en de compressor op in de bagageruimte.
Rijd, om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig over de band te
verdelen, meteen ongeveer 5 km met een snelheid van maximaal
80 km/h.
Breng de auto na ongeveer
5 km tot stilstand op een veilige
plaats met een stevige, vlakke
ondergrond en sluit de com-
pressor weer aan.
Controleer de bandenspanning.
Als de bandenspanning lager
is dan 130 kPa (1,3 kg/cm
2
of
bar, 19 psi): Het gat kan niet
worden gerepareerd. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskun-
dige.
Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm
2
of bar, 19 psi) of
hoger is, maar lager dan de voorgeschreven spanning: Ga door
naar .
Als de bandenspanning juist is (Blz. 598): Ga door naar .
Zet de compressor aan om de band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5 km en voer dan uit.
Berg de compressor op in de bagageruimte.
Voorkom plotseling remmen, plotseling accelereren en scherpe
bochten en rijd voorzichtig met een snelheid van minder dan
80 km/h naar de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige voor het repareren of vervangen van de band.
22
23
24
25
1
2
26
3
27
26
24
27
28
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 566 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
567
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Als de band te hard wordt opgepompt
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spanning aan-
geeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschreven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
Nadat een band is gerepareerd met de bandenreparatieset
Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knipperen.
Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 567 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
568
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Aanwijzing voor het controleren van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de bandenrepa-
ratievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles. Gebruik de ban-
denreparatievloeistof niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdatum is ver-
streken. Anders worden reparaties met de bandenreparatieset mogelijk niet
goed uitgevoerd.
Bandenreparatieset
De vloeistof in de bandenreparatieset kan slechts eenmalig worden gebruikt
om een enkele band tijdelijk te repareren. Als de bandenreparatievloeistof is
gebruikt en moet worden vervangen, koop dan een nieuwe fles bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De compressor kan opnieuw
worden gebruikt.
De reparatievloeistof kan worden gebruikt bij een buitentemperatuur van -
30°C tot 60°C.-
De reparatieset is speciaal ontworpen voor de standaard op uw auto
gemonteerde banden. Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende
maat of voor andere doeleinden.
De bandenreparatievloeistof is beperkt houdbaar. De uiterste houdbaar-
heidsdatum staat vermeld op de fles. Vervang de fles bandenreparatievloei-
stof vóór de uiterste houdbaarheidsdatum door een nieuwe fles. Neem voor
vervanging contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze vlekken ver-
oorzaken.
Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het wiel of de
carrosserie worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddellijk af met een
vochtige doek.
Tijdens de werking van de reparatieset wordt veel lawaai geproduceerd. Dit
is normaal en duidt niet op een storing.
Niet gebruiken om de bandenspanning te controleren of op de voorgeschre-
ven waarde te brengen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 568 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
569
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
Rijd niet door als de auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan er op de wang rondom een groef
ontstaan. In zo'n geval kan de band bij het gebruik van een reparatieset
exploderen.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
De reparatieset is speciaal ontworpen voor uw auto.
Gebruik de set niet voor andere auto's. Als u dat wel doet, kan dat leiden
tot een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende maat of voor andere
doeleinden. Als de banden niet volledig zijn gerepareerd, kan dit leiden tot
een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de bandenreparatievloeistof
Het inslikken van bandenreparatievloeistof is schadelijk voor uw gezond-
heid. Drink zo veel mogelijk water en raadpleeg direct een huisarts wan-
neer u bandenreparatievloeistof hebt ingeslikt.
Spoel direct met water wanneer bandenreparatievloeistof in uw ogen of op
uw huid is terechtgekomen. Raadpleeg een huisarts als u zich niet lekker
blijft voelen.
Bij het repareren van een lekke band
Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke ondergrond.
Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen direct nadat met de auto
is gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen met uw handen, voeten of
andere lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden tot brandwonden.
Laat ter voorkoming van beschadiging of ernstige lekkage de fles niet val-
len. Voer vóór gebruik een visuele controle van de fles uit. Gebruik uitslui-
tend onbeschadigde en niet-lekkende flessen. In dergelijke gevallen direct
vervangen.
Sluit de slang stevig aan op het ventiel terwijl het wiel aan de auto beves-
tigd is. Als de slang niet goed op het ventiel is aangesloten, kan er lucht-
lekkage optreden waarbij bandenreparatievloeistof naar buiten spuit.
Als de slang tijdens het vullen loskomt van het ventiel, is het mogelijk dat
de slang abrupte bewegingen maakt vanwege de luchtdruk.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 569 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
570
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Bij het repareren van een lekke band
Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters bandenreparatievloeistof
naar buiten komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lucht uit
de band laat ontsnappen.
Volg voor het repareren van de band de volgende procedure. Als u de pro-
cedures niet volgt, kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
Bewaar afstand tot de band wanneer deze gerepareerd wordt, omdat de
band kan klappen. Zet de schakelaar van de compressor direct uit als u
ziet dat de band scheurtjes vertoont of vervormt.
De reparatieset kan oververhit raken als deze langere tijd achter elkaar
wordt gebruikt. Gebruik de reparatieset niet langer dan 40 minuten achter
elkaar.
Delen van de reparatieset worden tijdens het gebruik heet. Wees voor en
na gebruik voorzichtig met de reparatieset. Raak het metalen deel rond de
verbinding tussen de fles en de compressor niet aan. Dit is namelijk zeer
heet.
Plak de waarschuwingssticker voor de rijsnelheid alleen op de aange-
geven plaats. Als de sticker wordt aangebracht op een plaats waar zich
een airbag bevindt, zoals op het stuurwielkussen, werkt de airbag mogelijk
niet goed meer.
Rijden om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
Breng de auto tot stilstand wanneer de auto niet rechtuit wil rijden of als u
voelt dat er aan het stuurwiel wordt getrokken en controleer het volgende.
Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
Bandenspanning. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm
2
of
bar, 19 psi) of lager is, is de band mogelijk ernstig beschadigd.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 570 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
571
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
OPMERKING
Een noodreparatie uitvoeren
Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het loopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de bandenreparatieset
niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik tijdens regen.
Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoals in het
zand of in de berm. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunnen er storin-
gen optreden.
Houd de fles tijdens het gebruik niet ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil en vocht.
Berg de reparatieset op in de gereedschapshouder onder de afdekmat,
buiten bereik van kinderen.
Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. (Blz. 474)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 571 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
572
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
De elektronische sleutel werkt mogelijk niet goed. (Blz. 575)
Er is mogelijk onvoldoende brandstof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
Er kan een storing aanwezig zijn in de startblokkering. (Blz. 82)
Er is mogelijk een storing aanwezig in het regelsysteem voor stand
P.
* (Blz. 249, 536)
Het hybridesysteem van de motor is mogelijk defect als gevolg van
een elektrische storing, zoals een ontladen batterij van de elektroni-
sche sleutel of een defecte zekering. Er bestaat echter, afhankelijk
van het soort storing, een noodmaatregel om het hybridesysteem
te starten. (Blz. 573)
*: Het is wellicht niet mogelijk om de selectiehendel vanuit stand P in een
andere stand te zetten.
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontladen. (Blz. 577)
De accuklemmen zitten mogelijk los of zijn gecorrodeerd.
(Blz. 468)
Als het hybridesysteem niet kan worden
gestart
Het niet starten van het hybridesysteem kan verschillende oor-
zaken hebben. Raadpleeg het volgende overzicht en onderneem
de bijpassende acties:
Het hybridesysteem kan niet worden gestart, ook al is de start-
procedure correct uitgevoerd. (Blz. 245)
De interieurverlichting en de koplampen gaan zwakker branden
of de claxon maakt geen of weinig geluid.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 572 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
573
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontladen. (Blz. 577)
Een of beide klemmen van de 12V-accu kunnen loszitten.
(Blz. 468)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als
het probleem niet verholpen kan worden of als de reparatieprocedure niet
bekend is.
Wanneer het hybridesysteem niet start maar de startknop normaal
werkt, kan het systeem aan de hand van de volgende stappen voorlo-
pig worden gestart.
Gebruik deze startprocedure alleen in noodgevallen.
Activeer de parkeerrem.
Zet het contact in stand ACC.
Houd de startknop gedurende 15 seconden ingedrukt terwijl het
rempedaal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het hybridesysteem met behulp van deze stappen kan wor-
den gestart, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
De interieurverlichting en de koplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 573 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
574
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Gebruik de mechanische sleutel
(Blz. 127) om de volgende han-
delingen uit te voeren:
Vergrendelen van alle portieren
Ontgrendelen van alle portieren
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
Als de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto
is verbroken (Blz. 143) of de elektronische sleutel niet kan
worden gebruikt omdat de batterij leeg is, werken het Smart
entry-systeem met startknop, de startknop en de afstandsbedie-
ning niet. In dergelijke gevallen kunnen de portieren en de ach-
terklep worden geopend of kan het hybridesysteem worden
gestart volgens onderstaande procedure.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 574 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
575
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Trap het rempedaal in.
Houd de zijde van de elektroni-
sche sleutel met het Toyota-
logo tegen de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gedetecteerd, klinkt er een
zoemer en wordt het contact AAN
gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop of de startknopfunc-
tie via de persoonlijke voorkeursin-
stellingen is uitgeschakeld, wordt
het contact in stand ACC gezet.
Trap het rempedaal stevig in en controleer of op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven.
Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige als het hybridesysteem nog steeds niet kan worden gestart.
Uitschakelen van het hybridesysteem
Activeer de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P en druk op de start-
knop zoals u normaal doet bij het uitschakelen van het hybridesysteem.
Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij
van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ont-
laden is. (Blz. 496)
Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt
gebruikt om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechanische sleu-
tel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 575 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
576
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en de stand verandert iedere
keer dat de knop wordt ingedrukt. (Blz. 247)
Als de elektronische sleutel niet goed werkt
Controleer of het Smart entry-systeem met startknop en startknopfunctie
niet is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie
uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 604)
Controleer of de batterijspaarmodus is ingeschakeld. Is de functie ingescha-
keld, schakel hem dan uit. (Blz. 142)
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 576 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
577
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Als u de beschikking hebt over een set startkabels en een tweede
voertuig met een 12V-accu, kunt u uw auto starten met behulp van de
onderstaande hulpstartprocedure.
Auto's met een alarm: Contro-
leer of u de elektronische sleu-
tel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan
het alarm afgaan of kunnen de por-
tieren worden vergrendeld, afhan-
kelijk van de situatie. (
Blz. 97)
Open de motorkap en de afdek-
kap van de zekering.
Open het deksel van de speci-
ale hulpstartaansluiting.
Als de 12V-accu is ontladen
Als de 12V-accu ontladen is, kan het hybridesysteem met behulp
van de onderstaande procedures worden gestart.
U kunt ook contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 577 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
578
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Sluit de startkabels als volgt aan:
Sluit de positieve startkabel aan op de speciale hulpstartaanslui-
ting van uw auto.
Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de posi-
tieve accupool (+) van de tweede auto.
Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-)
van de tweede auto.
Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto
met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt meta-
len punt, ver weg van de hulpstartaansluiting en bewegende
delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets
en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de 12V-accu van uw auto op te laden.
Open en sluit een van de portieren terwijl het contact UIT staat.
Laat de motor van de tweede auto met een iets verhoogd toerental
draaien en start het hybridesysteem van uw auto door het contact
AAN te zetten.
Controleer of het controlelampje READY gaat branden. Neem als
het controlelampje niet gaat branden contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
4
1
2
3
4
5
6
7
8
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 578 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
579
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Verwijder de startkabels als het hybridesysteem gestart is in exact
de omgekeerde volgorde van aansluiten.
Sluit het deksel van de speciale hulpstartaansluiting en plaats het
deksel van de zekeringenkast weer in de oorspronkelijke positie.
Haak het deksel van de zekeringenkast bij het plaatsen eerst vast aan de
twee uitsteeksels aan de achterzijde.
Laat, nadat het hybridesysteem is gestart, de auto zo snel mogelijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Starten van het hybridesysteem wanneer de 12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart door de auto aan te duwen.
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Zet de koplampen en het audiosysteem uit als het hybridesysteem is uitge-
schakeld.
Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende lan-
gere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
Als de 12V-accu verwijderd of ontladen is
Mogelijk start het hybridesysteem niet. (Blz. 470)
Als de 12V-accu ontladen is geraakt terwijl stand P was geselecteerd, kan
geen andere schakelstand dan P worden geselecteerd. In dit geval kan de
auto niet worden gesleept zonder beide voorwielen van de grond te tillen,
doordat de voorwielen door de parkeerblokkering zijn geblokkeerd.
(Blz. 523)
Als de 12V-accu weer is aangesloten: start het hybridesysteem, trap het
rempedaal in en controleer of de selectiehendel in alle schakelstanden kan
worden gezet.
Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in
gebruik is. Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van
bepaalde elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de 12V-accu ontladen en kan het hybridesysteem mogelijk niet meer
worden gestart. (De 12V-accu laadt automatisch op wanneer het hybridesys-
teem in werking is.)
9
10
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 579 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
580
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Bij het bijladen of vervangen van de 12V-accu
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer de 12V-accu ontla-
den is, is het in sommige gevallen niet mogelijk om de portieren te ontgren-
delen met het Smart entry-systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te vergrende-
len of te ontgrendelen.
Mogelijk start het hybridesysteem niet bij de eerste poging nadat de 12V-
accu weer is opgeladen, maar start hij wel normaal na de tweede poging.
Dit wijst niet op een storing.
De stand van het contact wordt door de auto geregistreerd. Wanneer de
12V-accu weer wordt aangesloten, keert het systeem terug naar de stand
die was geselecteerd voordat de 12V-accu ontladen was. Zorg dat het con-
tact UIT staat voordat de 12V-accu wordt losgenomen.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de 12V-accu wanneer u niet
zeker weet in welke stand het contact stond voordat de 12V-accu werd
opgeladen.
WAARSCHUWING
Voorkomen van brand en explosie van de 12V-accu
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de 12V-accu kan komen, per ongeluk tot ont-
branding komt:
Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aangesloten startkabel niet in contact
komt met andere onderdelen of metalen oppervlakken, zoals metalen
steunen en ongelakt metaal.
Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met
elkaar.
Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de 12V-accu.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 580 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
581
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen 12V-accu
De 12V-accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de
accu bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het
omgaan met de 12V-accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
Draag bij het werken met de 12V-accu altijd een veiligheidsbril en zorg
ervoor dat de accuvloeistof niet in contact komt met de huid, kleding of de
carrosserie van de auto.
Leun niet over de 12V-accu heen.
Was vloeistof van de 12V-accu die op de huid of in de ogen terecht is
gekomen direct weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
Houd kinderen uit de buurt van de 12V-accu.
Na het laden van de 12V-accu
Laat de 12V-accu zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als de 12V-accu verouderd raakt en nog wordt gebruikt, kan een onwelrie-
kend gas worden uitgestoten. Dit kan schadelijk zijn voor de gezondheid
van de passagiers.
Vervangen van de 12V-accu
Blz. 472
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 581 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
582
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
De waarschuwing hoge koelvloeistoftemperatuur (Blz. 530) ver-
schijnt op het multi-informatiedisplay of u merkt dat het hybridesys-
teem minder vermogen levert (de rijsnelheid neemt bijvoorbeeld
niet toe).
“Hybrid system overheated. Reduced output power.” (Hybridesys-
teem oververhit. Gereduceerd uitgangsvermogen) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Er komt stoom onder de motorkap uit.
Als de waarschuwing hoge koelvloeistoftemperatuur op het
multi-informatiedisplay verschijnt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en schakel de
airconditioning en vervolgens het hybridesysteem uit.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Controleer nadat het hybride-
systeem voldoende is afge-
koeld de slangen en het
radiateurblok (radiateur) op
sporen van lekkage.
Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een
grote hoeveelheid koelvloei-
stof onmiddellijk contact op
met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als uw auto oververhit raakt
Het volgende kan erop duiden dat de auto oververhit raakt.
Correctieprocedures
1
2
3
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 582 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
583
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Het koelvloeistofniveau is
correct als het zich tussen de
streepjes FULL en LOW
bevindt.
Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)
Vul indien nodig koelvloei-
stof bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
Schakel het hybridesysteem en de airconditioning in en contro-
leer of de koelventilatoren van de radiateur draaien en of er geen
koelvloeistof lekt uit de radiateur of de slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de airconditioning wordt ingescha-
keld direct na een koude start. Controleer of de ventilatoren draaien
door ernaar te luisteren en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u
hier niet zeker van bent de airconditioning nog een aantal keer in en uit.
(De ventilator werkt mogelijk niet bij temperaturen beneden het vries-
punt.)
Als de koelventilatoren niet draaien:
Schakel het hybridesysteem onmiddellijk uit en neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de ventilatoren draaien:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
4
1
2
3
5
6
7
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 583 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
584
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
Als “Hybrid system overheated. Reduced output power.”
(Hybridesysteem oververhit. Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Schakel het hybridesysteem uit en open de motorkap voorzich-
tig.
Controleer nadat het hybride-
systeem is afgekoeld de
slangen en het radiateurblok
(radiateur) op sporen van
lekkage.
Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een
grote hoeveelheid koelvloei-
stof onmiddellijk contact op
met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Het koelvloeistofniveau is
correct als het zich tussen de
streepjes FULL en LOW
bevindt.
Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)
Vul indien nodig koelvloei-
stof bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
1
2
3
1
2
4
1
2
3
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 584 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
585
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Schakel het hybridesysteem in en houd het multi-informatiedis-
play in de gaten.
Als de melding niet verdwijnt:
Schakel het hybridesysteem uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de melding niet wordt weergegeven:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Bij controles in de motorruimte van uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel,
zoals brandwonden, tot gevolg hebben.
Als er stoom onder de motorkap vandaan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen. De motorruimte kan zeer heet zijn.
Controleer nadat het hybridesysteem is uitgeschakeld of het controle-
lampje van de startknop en het controlelampje READY beide uit zijn.
Als het hybridesysteem in werking is, kan de benzinemotor automatisch
worden gestart of kan de koelventilator automatisch aanslaan, ook nadat
de benzinemotor is uitgeschakeld. Kom niet in de buurt van bewegende
delen zoals de ventilator en raak ze niet aan. Als uw vingers of kleding-
stukken (stropdas, sjaal) ertussen komen, kan ernstig letsel het gevolg
zijn.
Draai de dop van het koelvloeistofreservoir niet los als het hybridesysteem
en de radiateur heet zijn.
Er kan hete stoom of koelvloeistof uit spuiten.
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 585 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
586
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Bijvullen van koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat het hybridesysteem voldoende is afge-
koeld. Het te snel bijvullen van koude koelvloeistof bij een heet hybridesys-
teem kan schade aan het hybridesysteem veroorzaken.
Voorkomen van beschadigingen aan het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
Zorg dat de koelvloeistof niet verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof)
Gebruik geen koelvloeistofadditief.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 586 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
587
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
8
Bij problemen
Activeer de parkeerrem. Zet de selectiehendel in stand P en stop
het hybridesysteem.
Verwijder modder, sneeuw of zand rond de voorwielen.
Leg een stuk hout, stenen of ander materiaal onder de voorwielen
om de wielen grip te geven.
Schakel het hybridesysteem weer in.
Zet de selectiehendel in stand D of R en deactiveer de parkeerrem.
Trap vervolgens voorzichtig het gaspedaal in.
Wanneer u de auto moeilijk los kunt krijgen
Als de auto vast komt te zitten
Voer de volgende procedures uit als de banden doorslippen of
als de auto vastzit in modder, sneeuw, enz.:
Druk op om de TRC uit te schake-
len.
WAARSCHUWING
Bij het vrij proberen te krijgen van een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen door te “schommelen”, controleer dan
eerst of er in de omgeving van de auto geen andere auto's, objecten of per-
sonen aanwezig zijn die geraakt zouden kunnen worden als de auto plotse-
ling in beweging komt. De auto kan ook een plotselinge beweging maken
als de wielen weer grip krijgen. Neem de grootst mogelijke voorzichtigheid
in acht.
Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel niet in een andere stand als het gaspedaal is inge-
trapt.
Als u dat wel doet, kan de auto onverwacht snel accelereren, waardoor een
aanrijding en ernstig letsel kunnen ontstaan.
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 587 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
588
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
Om beschadiging van de transmissie en andere componenten te voor-
komen
Vermijd dat de voorwielen doorslippen en dat u het gaspedaal verder dan
noodzakelijk intrapt.
Als de auto na deze pogingen nog steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 588 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
589
9
Voertuigspecificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.) .590
Informatie over brandstof...602
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen.......604
9-3. Initialisatie
Te initialiseren
onderdelen.......................611
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 589 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
590
UK AURIS_HV_HB_EE
9-1. Specificaties
*
1
: Ongeladen auto
*
2
: Auto's met 195/65R15 banden
*
3
: Met 205/55R16 banden
*
4
: Auto's met 225/45R17 banden
*
5
: Het maximaal toelaatbare voertuiggewicht is ook vermeld op het informa-
tielabel (typeplaatje). (
Blz. 238)
*
6
: Auto's met trekhaakpakket (Blz. 235)
Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil,
enz.)
Afmetingen en gewichten
Totale lengte 4.330 mm (170,5 in.)
Totale breedte 1.760 mm (69,3 in.)
Totale hoogte*
1
1.475 mm (58,1 in.)
Wielbasis 2.600 mm (102,4 in.)
Spoorbreedte
Voor
1.535 mm (60,4 in.)
*
2
1.525 mm (60,0 in.)*
3
1.515 mm (59,6 in.)*
4
Achter
1.525 mm (60,0 in.)
*
2
1.515 mm (59,6 in.)*
3
1.505 mm (59,3 in.)*
4
Maximaal toelaatbaar
voertuiggewicht
*
5
1.840 kg (4.057 lb.)
1.815 kg (4.002 lb.)
Maximale asbe-
lasting
Voor 1.020 kg (2.249 lb.)
Achter 1.010 kg (2.227 lb.)
Kogeldruk*
6
55 kg (121 lb.)
Maximaal aanhangwagengewicht*
6
385 kg (848 lb.)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 590 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
591
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is het wettelijke identificatie-
nummer van uw auto. Dit is het belangrijkste identificatienummer
van uw Toyota. Het wordt gebruikt voor het op naam zetten van de
auto.
Dit nummer is aangebracht
onder de rechter voorstoel.
Dit nummer staat ook op het
typeplaatje.
Motornummer
Het motornummer is op de aan-
gegeven plaats ingeslagen in
het motorblok.
Identificatie van de auto
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 591 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
592
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
Motor
Model 2ZR-FXE
Type 4-cilinder lijnmotor, 4-takt benzinemotor
Boring x slag 80,5 88,3 mm (3,17 3,48 in.)
Cilinderinhoud 1.798 cm
3
(109,7 cu. in.)
Klepspeling
(koude motor)
Automatische afstelling
Brandstof
Brandstofsoort
Als u dit soort labels aantreft bij het tankstation,
gebruik dan alleen brandstof met een van de
onderstaande labels.
EU:
Uitsluitend loodvrije benzine conform de Euro-
pese norm EN228
Behalve EU:
Uitsluitend loodvrije benzine
Research-octaangetal
(RON)
95 of hoger
Inhoud brandstoftank
(Referentie)
45 l (11,9 gal., 9,9 Imp. gal.)
Elektromotor (tractiemotor)
Type Motor met permanente magneet
Maximaal vermogen 60 kW
Maximaal koppel 207 Nm (21,1 kgm, 153 ft•lbf)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 592 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
593
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
*: De aangegeven hoeveelheid motorolie is een referentiehoeveelheid voor
het verversen van de motorolie. Breng de motor op bedrijfstemperatuur en
schakel het hybridesysteem uit, wacht ten minste 5 minuten en controleer
het oliepeil met de peilstok.
Keuze motorolie
De motor is af fabriek gevuld met originele Toyota-motorolie. Toyota
beveelt het gebruik van originele Toyota-motorolie aan. Er kan ook
andere motorolie van gelijkwaardige kwaliteit worden gebruikt.
Oliesoort:
0W-20, 5W-30 en 10W-30:
API SL “Energy-Conserving”, SM “Energy-Conserving”, SN
“Resource-Conserving” of ILSAC multigrade-motorolie
15W-40:
API SL, SM of SN multigrade-motorolie
Batterijpakket (tractiebatterij)
Type Nikkel-metaalhydride batterij
Spanning 7,2 V/module
Inhoud 6,5 Ah (3 h)
Aantal 28 modules
Totale spanning 201,6 V
Smeersysteem
Inhoud carter
(verversen indicatie
*)
Met filter 4,2 l (4,4 qt., 3,7 Imp. qt.)
Zonder filter 3,9 l (4,1 qt., 3,4 Imp. qt.)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 593 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
594
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
Aanbevolen viscositeit (SAE):
Uw Toyota is af fabriek gevuld
met motorolie met een viscosi-
teit van SAE 0W-20. Deze
motorolie is de beste keuze
voor uw auto vanwege een laag
brandstofverbruik en goede
starteigenschappen bij koud
weer.
U kunt de viscositeit SAE 5W-
30 gebruiken als SAE 0W-20
niet beschikbaar is. Deze dient
echter bij de volgende verver-
sing vervangen te worden door
SAE 0W-20.
Bij het gebruik van motorolie
met een viscositeit van SAE
10W-30 of hoger, kan het bij
extreme kou voorkomen dat de
motor moeilijk start. Daarom
wordt dan motorolie met een
viscositeit van SAE 0W-20 of
5W-30 aanbevolen.
Viscositeit (als voorbeeld wordt hier 0W-20 gebruikt):
Het gedeelte 0W in 0W-20 geeft aan dat de olie ervoor zorgt dat
de motor goed start bij koud weer. Olie met een lage waarde voor
de W zorgt dat de motor goed start bij koud weer.
Het gedeelte 20 in 0W-20 geeft de viscositeit van de olie weer als
de olie een hoge temperatuur heeft. Olie met een hogere viscosi-
teit (hogere waarde) is mogelijk beter geschikt wanneer met
hoge snelheden of met veel belading wordt gereden.
Te verwachten temperatuurbereik
tot de volgende verversing
Aanbevolen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 594 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
595
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
Merktekens oliekwaliteit:
Let er bij het aanschaffen van motorolie op of ten minste één van
beide bovenstaande symbolen op de verpakking is gedrukt.
API-symbool
Bovenste deel: API SERVICE
SN geeft de kwaliteit van de
motorolie aan en is vastgesteld
door API (American Petroleum
Institute).
Middelste deel: SAE 0W-20
geeft de viscositeit aan.
Onderste deel: In dit deel staat
“Resource-Conserving”, wat
staat voor brandstofbesparende
en groene eigenschappen.
ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International Lubricant Standardization and Appro-
val Committee) staat op de voorzijde van de verpakking.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 595 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
596
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
Koelsysteem
Inhoud (referentiewaarde)
Benzinemotor
Met uitlaatgaswarmte-
recirculatiesysteem
Zonder uitlaatgaswarmte-
recirculatiesysteem
Vermogensregeleenheid
7,0 l (7,4 qt., 6,2 Imp. qt.)
6,3 l (6,7 qt., 5,5 Imp. qt.)
2,1 l (2,2 qt., 1,8 Imp. qt.)
Soort koelvloeistof
Gebruik een van de volgende middelen:
“Toyota Super Long Life Coolant”
Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
Ontstekingssysteem
Bougie
Merk DENSO SC16HR11 of DENSO SC20HR11
Elektrodenafstand 1,1 mm (0,043 in.)
OPMERKING
Bougies met iridium elektroden
Gebruik alleen bougies met iridium elektroden. Wijzig de elektrodenafstand
niet.
Elektrisch systeem
12V-accu
Klemspanning bij
20C (68F):
12,6 12,8 V Volledig geladen
12,2
12,4 V Half geladen
11,8
12,0 V Ontladen
(De spanning wordt gemeten 20 minuten nadat
het hybridesysteem en de verlichting zijn uitge-
schakeld.)
Laadstroom Max. 5 A
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 596 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
597
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
*: De aangegeven hoeveelheid vloeistof dient als referentie.
Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
*
1
: Minimumafstand van pedaal tot vloer bij een pedaalkracht van 294 N (30
kgf, 66 lbf) terwijl het hybridesysteem in werking is
*
2
: Vrije slag parkeerremhendel bij aantrekken met 200 N (20,4 kg, 45,0 lbf)
Hybridetransmissie
Hoeveelheid* 3,4 l (3,6 qt., 3,0 Imp. qt.)
Soort vloeistof Originele Toyota ATF WS
OPMERKING
Transmissievloeistof
Door het gebruik van andere transmissievloeistof dan originele To y ot a AT F
WS kan de schakelkwaliteit verminderen, de lockup van de transmissie ver-
gezeld gaan van trillingen en uiteindelijk schade aan de transmissie van uw
auto ontstaan.
Remmen
Afstand van pedaal tot
vloer
*
1
Auto's met linkse
besturing
Auto's met rechtse
besturing
Min. 73 mm (2,87 in.)
Min. 83 mm (3,27 in.)
Vrije slag pedaal 1 6 mm (0,04 0,24 in.)
Slag parkeerrem-
hendel
*
2
6 9 klikken
Soort vloeistof
SAE J1703 of FMVSS nr. 116 DOT 3,
SAE J1704 of FMVSS nr. 116 DOT 4
Stuurinrichting
Vrije slag Minder dan 30 mm (1,2 in.)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 597 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
598
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
15 inch velgen
*: De specificaties voor de bandenspanning staan op het informatielabel voor
de bandenspanning. (
Blz. 490)
Banden en velgen
Bandenmaat 195/65R15 91H
Bandenspanning
(Aanbevolen
bandenspanning
koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm
2
of
bar, psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm
2
of
bar, psi)
Voor snelheden
boven 160 km/h
(100 mph)
Type A*:
260 (2,6, 38)
Type B
*:
270 (2,7, 39)
Type A*:
260 (2,6, 38)
Type B
*:
270 (2,7, 39)
Voor snelheden tot
160 km/h
(100 mph)
Type A*:
230 (2,3, 33)
Type B
*:
240 (2,4, 35)
Type A*:
230 (2,3, 33)
Type B
*:
240 (2,4, 35)
Wielmaat 15 6 J
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 598 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
599
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
16 inch banden
*
1
: Voor een laag brandstofverbruik wordt ECO-bandenspanning aanbevolen.
De bandenspanning is van invloed op het comfort, de weggeluiden en het
stuurgedrag.
*
2
: Auto's met label ECO-bandenspanning (Blz. 490)
Bandenmaat 205/55R16 91V
Bandenspanning
(Aanbevolen
bandenspanning
koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm
2
of
bar, psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm
2
of
bar, psi)
Voor snelheden
boven 160 km/h
(100 mph)
260 (2,6, 38) 260 (2,6, 38)
Normale druk:
Voor snelheden
onder 160 km/h
(100 mph)
230 (2,3, 33) 230 (2,3, 33)
ECO-bandenspan-
ning
*
1
:
Voor snelheden tot
160 km/h
(100 mph)
250 (2,5,
36)
*
2
250 (2,5,
36)
*
2
Wielmaat 16 6 1/2 J
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 599 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
600
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
17 inch banden
Compact reservewiel
Bij het rijden met een aanhangwagen
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm
2
of bar, 3 psi) en houd
rekening met de lagere toegestane maximumsnelheid, van minder dan
100 km/h (62 mph).
Bandenmaat 225/45R17 91W
Bandenspanning
(Aanbevolen
bandenspanning
koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm
2
of
bar, psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm
2
of
bar, psi)
Voor snelheden
boven 160 km/h
(100 mph)
260 (2,6, 38) 260 (2,6, 38)
Voor snelheden tot
160 km/h (100
mph)
230 (2,3, 33) 230 (2,3, 33)
Wielmaat 17 7 J
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Bandenmaat T125/70D17 98M
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
420 kPa (4,2 kg/cm
2
of bar, 60 psi)
Wielmaat 17 4 T
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 600 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
601
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
Lampen
Lampen W Type
Exterieur
Halogeenkoplampen* 55 A
Mistlampen voor* 19 B
Richtingaanwijzers voor 21 C
Richtingaanwijzers opzij 5 C
Richtingaanwijzers achter 21 D
Remlichten 21 E
Achteruitrijlicht 16 F
Kentekenplaatverlichting 5 F
Interieur
Make-upverlichting* 5 G
Interieurverlichting/leeslampjes voor 8 F
Interieurverlichting achter* 8 G
Leeslampjes achter* 8 F
Bagageruimteverlichting 5 G
A: HIR2 halogeenlampen
C: Glassokkellampen (oranje)
E: Bolvormige lampen (helder)
G: Buislampjes
*: Indien aanwezig
B: H16 halogeenlampen
D: Bolvormige lampjes (oranje)
F: Glassokkellampen (helder)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 601 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
602
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
Gebruik van benzine vermengd met ethanol in een benzinemotor
Toyota staat het gebruik van benzine vermengd met ethanol toe wanneer de
hoeveelheid ethanol maximaal 10% bedraagt. Controleer of het octaangetal
van de benzine met ethanol aan bovenstaande voorwaarden voldoet.
Als de motor pingelt
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het kan een enkele keer voorkomen dat u de motor licht hoort pingelen tij-
dens accelereren of bij het oprijden van een heuvel. Dit is normaal en is
geen reden tot bezorgdheid.
Informatie over brandstof
Als u dit soort labels aantreft bij het tankstation, gebruik dan
alleen brandstof met een van de onderstaande labels.
EU:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine conform de Europese
norm EN228.
Gebruik loodvrije benzine met een octaangetal van 95 RON
(Research Octane Number) of hoger voor optimale prestaties
van uw auto.
Behalve EU:
Gebruik alleen loodvrije brandstof.
Gebruik loodvrije benzine met een octaangetal van 95 RON
(Research Octane Number) of hoger voor optimale prestaties
van uw auto.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 602 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
603
9-1. Specificaties
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
OPMERKING
Opmerking over de brandstofkwaliteit
Gebruik de juiste brandstoffen. De motor zal beschadigd raken wanneer u
de verkeerde brandstof gebruikt.
Gebruik geen loodhoudende benzine.
Gebruik van loodhoudende benzine zal de werking van de driewegkataly-
sator blijvend aantasten, waardoor het emissieregelsysteem niet goed kan
werken.
EU: Gebruik geen bio-ethanolbrandstof die wordt verkocht onder de naam
E50 of E85, of brandstof met een hoog ethanolgehalte. Bij gebruik van
deze brandstoffen wordt het brandstofsysteem beschadigd. Neem bij twij-
fel contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Behalve EU: Gebruik geen bio-ethanolbrandstof die wordt verkocht onder
de naam E50 of E85, of brandstof met een hoog ethanolgehalte. Uw auto
is geschikt voor benzine met maximaal 10% ethanol. Bij het gebruik van
brandstof met meer dan 10% ethanol (E10) wordt het brandstofsysteem
van de auto beschadigd. Zorg ervoor dat u brandstof tankt met de juiste
specificaties en de vereiste kwaliteit. Neem bij twijfel contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Gebruik geen methanolhoudende benzine, zoals M15, M85 of M100. Door
methanolhoudende benzine te gebruiken kan de motor beschadigd raken
of kunnen er storingen in optreden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 603 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
604
UK AURIS_HV_HB_EE
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Wijzigen op het scherm van het navigatie-/multimediasysteem
(auto's met navigatie-/multimediasysteem)
Druk op de toets SETUP.
Kies “Vehicle” (auto) op het scherm “Setup” (instellen).
Selecteer het gewenste item.
Er kunnen verschillende instellingen worden gewijzigd. Raadpleeg
het overzicht met instellingen die kunnen worden gewijzigd voor
meer informatie.
Wijzigen met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
Blz. 114
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van
andere functies. Neem voor meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Instellingen die u kunt wijzigen op het scherm van het navigatie-/
multimediasysteem (auto's met navigatie-/multimediasysteem)
Instellingen die u met de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel kunt wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige kunnen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
Uw auto is voorzien van verschillende elektronische functies die
naargelang uw persoonlijke voorkeur kunnen worden ingesteld.
De instellingen van deze functies kunnen worden gewijzigd met
de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel, op het
scherm van het navigatie-/multimediasysteem of bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan de persoonlijke voorkeur
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
1
2
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 604 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
605
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (Blz. 108, 111)
*
1
: Voor meer informatie over elke functie: Blz. 117
*
2
: De standaardinstelling verschilt per land.
*
3
: Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Portugees, Nederlands, Zweeds, Noors,
Deens, Russisch, Fins, Grieks, Pools, Oekraïens, Turks, Hongaars, Tsje-
chisch, Slowaaks, Roemeens
*
4
: 2 van de volgende items: actueel brandstofverbruik (weergave meter), actueel
brandstofverbruik (numeriek display), gemiddeld brandstofverbruik (sinds
resetten), gemiddeld brandstofverbruik (sinds starten), gemiddeld brandstof-
verbruik (sinds tanken), gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten), gemiddelde
rijsnelheid (sinds starten), verstreken tijd (sinds resetten), verstreken tijd (sinds
starten), afstand (actieradius), afstand (sinds starten), leeg.
*
5
: Indien aanwezig
Functie*
1
Standaardinstelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Taal*
2
Engels *
3
O
Eenheden*
2
km (l/100 km)
km (km/liter)
O O
mijlen (MPG)
°C °F O O
EV-controlelampje Aan (zelfontstekend) Uit O
Rij-informatie 1
Actueel brandstofver-
bruik (weergave meter)
*
4
O
Gemiddeld brandstof-
verbruik
(sinds resetten)
Rij-informatie 2
Afstand
(actieradius)
*
4
O
Gemiddelde rijsnelheid
(sinds resetten)
Rij-informatie 3
Gemiddeld brandstof-
verbruik
(sinds starten)
*
4
O
Afstand
(sinds starten)
Pop-updisplay*
5
Aan Uit O
1 2 3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 605 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
606
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
UK AURIS_HV_HB_EE
Smart entry-systeem met startknop* en afstandsbediening
(Blz. 130, 135, 140)
*: Indien aanwezig
Smart entry-systeem met startknop*
1
(Blz. 130, 135, 140)
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Auto's met linkse besturing
Startknopfunctie* (Blz. 175)
*: Indien aanwezig
Afstandsbediening (Blz. 126, 130, 135)
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Bedieningssignaal
(alarmknipperlichten)
Aan Uit O O
Tijd totdat na het ontgren-
delen, zonder dat een
portier wordt geopend, de
portieren automatisch
weer worden vergrendeld
30 seconden
60 seconden
O
120 seconden
Waarschuwingszoemer
open portier/achterklep
Aan Uit O
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Smart entry-systeem met
startknop
Aan Uit O O
Aantal opeenvolgende
portiervergrendelingen
*
2
2 keer
Zo veel als
gewenst
O
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Startknopfunctie Aan Uit O O
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Afstandsbediening Aan Uit O
1 2 3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 606 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
607
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
Richtingaanwijzerschakelaar (Blz. 261)
Automatische verlichting* (Blz. 263)
*: Indien aanwezig
Follow Me Home-systeem (Blz. 265)
LDA (Lane Departure Alert)* (Blz. 299)
*: Indien aanwezig
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Het aantal keren dat de
richtingaanwijzers auto-
matisch knipperen wan-
neer de richtingaanwij-
zerschakelaar wordt
bewogen naar de eerste
3
5
O7
Uit
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensor Standaard -2 - 2 O O
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Tijd die verstrijkt voordat
de koplampen automa-
tisch worden uitgescha-
keld
30 seconden
60 seconden
O90 seconden
120 seconden
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid LDA-waar-
schuwing
Hoog Standaard O
1 2 3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 607 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
608
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
UK AURIS_HV_HB_EE
RSA (Road Sign Assist)* (Blz. 308)
*: Indien aanwezig
Toyota Parking Assist-sensor*
1
(Blz. 318)
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Auto's met navigatie-/multimediasysteem
*
3
: Wanneer Toyota Parking Assist-sensor in werking is.
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
RSA-systeem Aan Uit O
Meldingsmethode snel-
heidsoverschrijding
Alleen
weergave
Weergave en
zoemer
O
Uit
Meldingsmethoden voor
andere zaken dan snel-
heidsoverschrijding
Alleen
weergave
Weergave en
zoemer
O
Uit
Meldingsniveau snel-
heidsoverschrijding
2 km/h
(1 mph)
10 km/h (5 mph)
O
5 km/h (3 mph)
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist
Sensor-systeem
Aan Uit O
Detectieafstand van de
binnenste sensoren
voor
*
2
Ver weg Dichtbij O O
Detectieafstand van de
binnenste sensoren
achter
*
2
Ver weg Dichtbij O O
Zoemervolume*
2
5 1 - 4 O O
Instelling display*
2, 3
Alle sensoren
worden
weergegeven
Display uit O O
1 2 3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 608 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
609
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
Automatische airconditioning (Blz. 414)
Verlichting (Blz. 424)
*: Indien aanwezig
Waarschuwingszoemer achteruitrijden (Blz. 257)
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
schakelaar AUTO gekop-
pelde recirculatiemodus
Aan Uit O O
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Regeling interieurverlich-
ting
*
Aan Uit O O
Tijd die verstrijkt voordat
de interieurverlichting uit-
gaat
15 seconden
7,5 seconden
O* O
30 seconden
Werking nadat het con-
tact UIT is gezet
Aan Uit O
Werking als de portieren
worden ontgrendeld
Aan Uit O
Werkt wanneer u de auto
nadert en de elektroni-
sche sleutel bij u draagt
*
Aan Uit O
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Werkingssignalen (zoe-
mer) bij inschakelen van
de achteruit
Enkel piep-
signaal
Herhaald
piepsignaal
O
1 2 3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 609 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
610
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
UK AURIS_HV_HB_EE
Persoonlijke voorkeursinstellingen auto
Als de portieren niet worden geopend nadat de portieren zijn ontgrendeld en
de timer automatisch opnieuw vergrendelen wordt geactiveerd, worden er
signalen gegenereerd overeenkomstig de instelling van de bedieningssig-
naalfunctie (alarmknipperlichten).
WAARSCHUWING
Tijdens het aanpassen van de persoonlijke voorkeursinstellingen
Aangezien de motor tijdens het aanpassen moet draaien, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met voldoende ventilatie. In een afgeslo-
ten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het schadelijke
koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto terechtkomen. Dit
kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het hybridesysteem tijdens het instellen draait, om te voor-
komen dat de 12V-accu ontladen raakt.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 610 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
611
UK AURIS_HV_HB_EE
9
Voertuigspecificaties
9-3. Initialisatie
*: Indien aanwezig
Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-
accu of onderhoud aan de auto, moet het volgende systeem
worden geïnitialiseerd, zodat het weer op de juiste manier werkt.
Onderwerp Wanneer initialiseren Overzicht
Bandenspanningswaar-
schuwingssysteem
*
Verwisselen van voor- en
achterwielen met een ver-
schillende bandenspanning
Als de bandenmaat wordt
aangepast
Als de bandenspanning
wordt gewijzigd omdat de rij-
snelheid of de belading ver-
andert.
Blz. 475
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 611 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
612
9-3. Initialisatie
UK AURIS_HV_HB_EE
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 612 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
613
Index
UK AURIS_HV_HB_EE
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ..............614
Alfabetische index ......................617
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 613 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
614
UK AURIS_HV_HB_EE
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Als u uw sleutel of mechanische sleutel verloren bent, kan een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige een nieuwe originele sleutel of mecha-
nische sleutel leveren. (Blz. 127)
Als u uw sleutels of elektronische sleutels verloren bent, neemt de kans
dat uw auto wordt gestolen aanmerkelijk toe. Neem direct contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. (Blz. 129)
Is de batterij van de sleutel zwak of leeg? (Blz. 496)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Staat het contact AAN?
Zorg dat het contact UIT staat wanneer u de portieren vergrendelt.
(Blz. 247)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto?
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
De functie werkt mogelijk niet goed als gevolg van de radiogolven.
(Blz. 143, 177)
Is het kinderslot geactiveerd?
Het achterportier kan niet vanaf de binnenzijde van de auto worden
geopend wanneer het kinderslot is geactiveerd. Open het achterportier
vanaf de buitenzijde en deactiveer het kinderslot. (Blz. 133)
Als u een probleem hebt, controleer dan het volgende voordat u
contact opneemt met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
De portieren kunnen niet worden vergrendeld, ontgrendeld,
geopend of gesloten
U bent uw sleutels verloren
De portieren kunnen niet worden vergrendeld of ontgren-
deld
Het achterportier kan niet worden geopend
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 614 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
615
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
UK AURIS_HV_HB_EE
Hebt u op de startknop gedrukt terwijl u het rempedaal ingetrapt hield?
(Blz. 245)
Staat de selectiehendel in stand P? (Blz. 245)
Kan de elektronische sleutel in de auto worden gesignaleerd?
(Blz. 140, 176)
Is de batterij van de elektronische sleutel zwak of leeg?
Het hybridesysteem kan in dit geval worden gestart op een tijdelijke
manier. (Blz. 574)
Is de 12V-accu ontladen? (Blz. 577)
Is de blokkeerschakelaar van de ruitbediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten, behalve die van het bestuurdersportier,
kunnen niet worden bediend als de blokkeerschakelaar van de ruitbedie-
ning wordt ingedrukt. (Blz. 219)
De auto power off-functie wordt bediend als het contact gedurende een
bepaalde tijd in stand ACC of AAN staat (het hybridesysteem werkt niet).
(Blz. 248)
Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(Blz. 532)
Het waarschuwingslampje remsysteem (rood) brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? (Blz. 262)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. (Blz. 529, 536)
Als u denkt dat er iets mis is
Het hybridesysteem start niet
De ruiten kunnen niet worden geopend of gesloten met de
schakelaars van de ruitbediening
Het contact wordt automatisch UIT gezet
Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 615 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
616
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
UK AURIS_HV_HB_EE
Heeft iemand een portier geopend of bewoog er iets in de auto* tijdens het
instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. (Blz. 95)
*: Wanneer de auto is uitgerust met een inbraaksensor.
Zet om het alarm te stoppen het contact AAN of start het hybridesysteem.
Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. (Blz. 536)
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwings-
melding wordt weergegeven, raadpleeg dan Blz. 529, 536.
Auto's met een reservewiel:
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en vervang de lekke band
door het reservewiel. (Blz. 545)
Auto's met een bandenreparatieset:
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en repareer de lekke band
met de bandenreparatieset. (Blz. 557)
Voer de procedure uit voor als de auto vastzit in modder, vuil of sneeuw.
(Blz. 587)
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt
(auto's met alarmsysteem)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoe-
mer
(auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt een
waarschuwingsmelding weergegeven
Wanneer zich een probleem heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band heeft
De auto zit vast
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 616 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
617
UK AURIS_HV_HB_EE
Alfabetische index
Alfabetische index
A/C.............................................414
Interieurfilter..........................494
Aan/uit-schakelaar airbag ......... 49
ABS (antiblokkeersysteem) ....339
Waarschuwingslampje..........530
Accessoireaansluitingen ........441
Accu (12V-accu)....................... 468
Accu controleren ...................468
Als de 12V-accu is
ontladen..............................577
Voorbereidingen en
controles bij rijden in
de winter ............................. 348
Achterklep ...............................135
Achterlichten............................263
Lampen vervangen ............... 517
Lichtschakelaar ..................... 263
Achterruitenwisser .................. 275
Achterruitverwarming
Achterruit............................... 418
Buitenspiegels.......................418
Voorruit ................................. 418
Achterstoel
Neerklappen..........................208
Achteruitrijlichten
Lampen vervangen ............... 504
Wattage................................. 601
Afdekplaat ................................ 434
Afmetingen ............................... 590
Afstandsbediening .................. 126
Batterij vervangen .................496
Energiebesparende
functie .........................142, 176
Vergrendelen/ontgrendelen ..130
Airbags ....................................... 39
Aan/uit-schakelaar airbag ....... 49
Aanbrengen van wijzigingen
en demonteren van
airbags.................................. 44
Airbags.................................... 39
Algemene voorzorgs-
maatregelen airbags............. 41
De juiste houding
achter het stuur .................... 32
Plaats van airbags .................. 39
Voorwaarden voor activering
curtain airbags...................... 45
Voorwaarden voor
activering side airbags.......... 45
Voorwaarden voor
activering side airbags en
curtain airbags...................... 45
Voorwaarden voor activering
van airbags........................... 45
Voorzorgsmaatregelen airbag
voor kinderen........................ 41
Voorzorgsmaatregelen
curtain airbags...................... 43
Voorzorgsmaatregelen
side airbags.......................... 41
Voorzorgsmaatregelen
side airbags en
curtain airbags...................... 41
Waarschuwingslampje
SRS .................................... 530
Airconditioning ........................ 414
Interieurfilter.......................... 494
Alarm .......................................... 95
Waarschuwings-
zoemer ....................... 529, 536
Alarmknipperlichten................ 520
Antennes (Smart entry-
systeem met startknop)........ 140
A
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 617 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
618
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Antennes (startknopfunctie)... 175
Antiblokkeersysteem (ABS)....339
Waarschuwingslampje..........530
Antidiefstalsysteem
Alarm.......................................95
Inbraaksensor .........................98
Startblokkering........................ 82
Supervergrendeling...............101
Armsteun .................................. 442
Asbakken..................................440
Audio-ingang
* .........................354
Audiosysteem
*........................352
Audio-ingang.........................354
Audiotoetsen op het
stuurwiel ............................. 353
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting.................. 354
Bluetooth
®
-audio...................384
CD-speler..............................360
Draagbare
audioapparatuur .................383
iPod.......................................368
MP3/WMA-disc ..................... 360
Optimaal gebruik................... 355
Radio..................................... 357
USB-geheugen .....................376
Automatic High Beam-
systeem ..................................304
Automatische verticale
koplampverstelling................ 268
AUX-aansluiting
*..................... 354
Baby- of kinderzitje ................... 52
Baby- of kinderzitje met
ISOfix-bevestigingssysteem
plaatsen................................ 65
Baby- of kinderzitje plaatsen
met bovenste gordel............. 66
Baby- of kinderzitje plaatsen
met veiligheidsgordels.......... 62
Babyzitjes, definitie ................. 52
Babyzitjes, plaatsen................ 62
Kinderzitjes, definitie............... 52
Kinderzitjes, plaatsing............. 62
Zitkussens, definitie ................ 52
Zitkussens, plaatsing .............. 64
Bagageafdekking..................... 437
Bagagehaken ........................... 433
Band met lage wang................ 476
Banden ..................................... 473
Als uw auto een
lekke band heeft ......... 545, 557
Bandenmaat ......................... 598
Bandenreparatieset .............. 557
Bandenspanning................... 598
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem ..... 474
Controleren ........................... 473
Reservewiel .......................... 545
Sneeuwkettingen .................. 349
Vervangen ............................ 545
Waarschuwingslampje.......... 532
Winterbanden ....................... 350
Wisselen van wielen ............. 473
Bandenreparatieset ................. 557
Bandenspanning ..................... 490
Onderhoudsgegevens .......... 598
B
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 618 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
619
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem .......474
Functie ..................................474
Initialisatie .............................474
Plaatsen van banden-
spanningssensoren
en -zenders ........................474
Registreren van
identificatiecodes ................ 475
Resetknop
bandenspannings-
waarschuwingssysteem......475
Waarschuwingslampje..........532
Batterijpakket
(tractiebatterij) .........................75
Bekerhouders........................... 431
Bevestigingssteunen................. 61
Binnenspiegel ..........................214
Blokkeerschakelaar
ruitbediening..........................219
Bluetooth
®
*
Audiosysteem .......................401
Handsfree-systeem (voor
mobiele telefoon) ................ 404
Bougie.......................................596
Bovenste gordel.........................66
Brake Assist............................. 339
Brandstof..................................277
Brandstofmeter .....................108
Informatie .............................. 602
Inhoud ...................................592
Tanken ..................................277
Type ..............................277, 592
Waarschuwingslampje..........531
Buitenspiegels .........................216
Buitenspiegelverwarming......418
Verstellen en inklappen.........216
CD-speler
* ............................... 360
Centraal
waarschuwingslampje .......... 532
Claxon....................................... 212
Condensor................................ 466
Consolevak .............................. 429
Contact (startknop) ................. 245
Controlelampje
veiligheidsgordel................... 532
Controlelampjes ...................... 106
Cruise control .......................... 314
Curtain airbags .......................... 39
Dagrijverlichting ...................... 267
Dagtellers ................................. 113
Dashboardkastje...................... 429
Disc met WMA-bestanden
* .... 360
Draaiknop
koplampverstelling ............... 266
C
D
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 619 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
620
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
ECB (Elektronisch geregeld
remsysteem) ..........................339
ECO-rijmodus........................... 256
Elektrisch bedienbare
ruiten ......................................219
Blokkeerschakelaar
ruitbediening.......................219
Klembeveiliging.....................220
Werking.................................219
Elektrische
stuurbekrachtiging (EPS) .....340
Waarschuwingslampje..........530
Elektromotor (tractiemotor) ......71
Elektronisch geregeld
remsysteem (ECB) ................339
Elektronische sleutel...............126
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ...................574
Batterij vervangen .................496
Energiebesparende
functie .........................142, 176
Energiemonitor ........................121
EPS (elektrische
stuurbekrachtiging)............... 340
Waarschuwingslampje..........530
EV-modus .................................251
Extra opbergvakken ........432, 435
Fleshouders .............................430
Follow Me Home-systeem.......265
Gereedschap....................546, 559
Gewicht.....................................590
Haken
Bagagehaken........................ 433
Bevestigingshaken
(vloermat) ............................. 30
Kledinghaakjes ..................... 443
Tashaken .............................. 433
Handgrepen.............................. 442
Handsfree-systeem
(voor mobiele telefoon)
* ...... 404
Hendel
Ontgrendelingshendel
motorkap ............................ 458
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................... 261
Ruitenwisserhendel ...... 271, 263
Selectiehendel ...................... 253
Veiligheidshaak..................... 458
Hill Start Assist Control .......... 340
Hoofdsteunen .......................... 210
Hoogspanningsonderdelen ...... 75
Hybridesysteem......................... 71
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestart ...... 572
Energiemonitor/
verbruiksscherm ................. 121
EV-modus ............................. 251
Hoogspanningsonderdelen..... 75
Hybridesysteemindicator ...... 109
Oververhitting ....................... 582
Rijden met een
hybrideauto......................... 345
Starten van het
hybridesysteem .................. 245
Startknop .............................. 245
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen........................ 76
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................... 75
Hybridesysteemindicator........ 109
Hybridetransmissie ................. 253
E
F
G
H
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 620 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
621
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Identificatie...............................591
Auto....................................... 591
Motor.....................................591
Inbraaksensor ............................98
Initialisatie
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem......474
Elektrisch bedienbare
ruiten................................... 220
Instellingen weergave
instrumentenpaneel............117
Inrijperiode, tips ......................225
Instapverlichting ......................427
Instrumentenpaneel.................108
Controlelampjes .................... 106
Instellingen............................117
Multi-informatiedisplay ..........111
Regeling verlichting
instrumentenpaneel............117
Tellers ...................................108
Waarschuwingslampjes ........105
Interieurfilter.............................494
Interieurverlichting .................. 424
ISOfix-bevestigingssysteem.....61
Kentekenplaatverlichting........263
Lampen vervangen ............... 504
Lichtschakelaar ..................... 263
Wattage................................. 601
Kilometerteller.......................... 113
Kindersloten.............................133
Kledinghaakjes ........................443
Klembeveiliging
Elektrisch bedienbare
ruiten .................................. 220
Zonnescherm
panoramadak ..................... 444
Klok........................................... 440
Knie-airbags............................... 39
Koelsysteem ............................ 464
Oververhitting
hybridesysteem .................. 582
Koelvloeistof............................ 464
Controleren ........................... 464
Hoeveelheid.......................... 596
Voorbereidingen en
controles bij rijden in
de winter............................. 348
Waarschuwingslampje.......... 530
Koelvloeistof
vermogensregeleenheid....... 464
Controleren ........................... 464
Inhoud................................... 596
Voorbereidingen en
controles bij rijden in
de winter............................. 348
Koplampen ............................... 263
Automatic High Beam-
systeem .............................. 304
Follow Me Home-systeem .... 265
Lampen vervangen ............... 504
Lichtschakelaar..................... 263
Wattage ................................ 601
Koplampsproeiers ................... 271
Krik
Bij de auto geleverde krik ..... 546
Plaatsen van de krik ............. 460
Krikslinger................................ 546
I
K
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 621 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
622
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Lampen
Vervangen.............................504
Wattage................................. 601
Lane Departure Alert (LDA) ....299
LDA (Lane Departure Alert) .... 299
Leeslampjes .............................426
Wattage................................. 601
Leeslampjes achter ................. 426
Wattage................................. 601
Leeslampjes voor .................... 426
Wattage................................. 601
Lekke band
Auto's met een reservewiel... 545
Auto's zonder een
reservewiel .........................557
Make-upspiegels...................... 439
Make-upverlichting.................. 425
Wattage ................................ 601
Meters ....................................... 108
Mistachterlicht ......................... 269
Lampen vervangen ............... 504
Toets..................................... 269
Mistlampen............................... 269
Lampen vervangen ............... 504
Toets..................................... 269
Wattage ................................ 601
Mistlampen voor ...................... 269
Lampen vervangen ............... 504
Toets..................................... 269
Wattage ................................ 601
Motor......................................... 592
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart............. 572
Contact ......................... 245, 247
Identificatienummer .............. 591
Motorkap............................... 458
Motorruimte........................... 461
Oververhitting ....................... 582
Stand ACC............................ 247
Starten van het
hybridesysteem .................. 245
Startknop .............................. 245
Motorcontrolelampje ............... 530
Motorkap .................................. 458
Openen ................................. 458
Motorolie .................................. 462
Controleren ........................... 462
Hoeveelheid.......................... 593
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter........... 348
L
M
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 622 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
623
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
MP3-disc*................................. 360
Multi-informatiedisplay ...........111
Instellingen............................117
LDA (Lane Departure Alert) ..301
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)..................... 286, 289
Rij-informatie.........................115
RSA (Road Sign Assist)........ 309
Taal .......................................118
Noodstopsignaal...................... 340
Olie
Motorolie ............................... 593
Onderhoud
Exterieur ............................... 446
Interieur................................. 450
Lichtmetalen velgen.............. 447
Onderhoud en reparatie........ 453
Onderhoudsgegevens .......... 590
Zelf uit te voeren
onderhoud .......................... 456
Veiligheidsgordels................. 451
Opbergmogelijkheden............. 428
Openingssysteem
Achterklep............................. 135
Motorkap............................... 458
Tankdopklep ......................... 279
Oververhitting,
hybridesysteem..................... 582
N
O
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 623 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
624
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Parkeerlichten voor .................263
Lampen vervangen ............... 504
Lichtschakelaar ..................... 263
Parkeerrem ............................... 262
Waarschuwingszoemer
geactiveerde parkeerrem.... 262
Werking.................................262
Parking Assist-sensoren.........318
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)................................. 286
Schakelaar PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)..................289
Waarschuwingslampje..........531
Pech, wat te doen bij
Als de 12V-accu is ontladen .577
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ...................574
Als de waarschuwings-
zoemer klinkt ...................... 529
Als een waarschuwingslampje
gaat branden ...................... 529
Als er een waarschuwings-
melding wordt
weergegeven...................... 536
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart.............574
Als u denkt dat er iets mis
is .........................................528
Als uw auto een
lekke band heeft .........545, 557
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht..............................521
Als uw auto moet worden
gesleept .............................. 522
Als uw auto oververhit raakt..582
Als uw auto vast komt te
zitten ................................... 587
Portieren
Achterklep............................. 135
Buitenspiegels ...................... 216
Kinderslot achterportier......... 133
Portieren ............................... 130
Portierruiten .......................... 219
Portierslot...................... 130, 135
Supervergrendeling .............. 101
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep........ 133, 136
Portierslot
Achterklep............................. 135
Afstandsbediening ................ 130
Portieren ............................... 130
Smart entry-systeem met
startknop..................... 130, 135
Pre-Crash Safety-systeem
(PCS) ...................................... 286
Schakelaar PCS (Pre-Crash
Safety-systeem) ................. 289
Waarschuwingslampje.......... 531
P
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 624 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
625
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Radiateur .................................. 466
Radio
*.......................................357
Rear View Monitor-systeem
*
Regeling helderheid
Regeling verlichting
instrumentenpaneel............117
Regeling verlichting
instrumentenpaneel ..............117
Remlichten
Lampen vervangen ............... 504
Wattage................................. 601
Remsysteem
Noodstopsignaal ................... 340
Parkeerrem ...........................262
Vloeistof ................................597
Waarschuwingslampje..........529
Reservewiel .............................. 545
Bandenspanning................... 600
Opbergmogelijkheden........... 546
Rij-informatie............................ 115
Richtingaanwijzers .................. 261
Lampen vervangen ............... 504
Richtingaanwijzerschakelaar 261
Wattage................................. 601
Richtingaanwijzers achter ......261
Lampen vervangen ............... 504
Richtingaanwijzerschakelaar 261
Wattage................................. 601
Richtingaanwijzers opzij.........261
Lampen vervangen ............... 504
Richtingaanwijzerschakelaar 261
Wattage................................. 601
Richtingaanwijzers voor .........261
Lampen vervangen ............... 504
Richtingaanwijzerschakelaar 261
Wattage................................. 601
Rijden........................................ 224
Correcte houding .................... 32
Procedures ........................... 224
Rijden in de winter ................ 348
Rijden met een
hybrideauto......................... 345
Tips voor inrijden .................. 225
Rijden in de winter................... 348
Rijden met een
aanhangwagen ..................... 235
Road Sign Assist (RSA) .......... 308
RSA (Road Sign Assist) .......... 308
Ruiten ....................................... 219
Achterruitverwarming............ 418
Elektrisch bedienbare
ruiten .................................. 219
Ruitenwissers voor ................. 271
Ruitenwissers met
intervalafstelling.................. 271
Ruitenwissers met
regensensor ....................... 272
R
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 625 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
626
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Schakelaars
Aan/uit-schakelaar airbag .......49
Afstandsbediening
audiosysteem
* ...................353
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel............114
Blokkeerschakelaar
ruitbediening.......................219
Contact.................................. 245
Cruise control-schakelaar .....314
EV-modusschakelaar............251
Lichtschakelaars ...................263
Resetknop
bandenspannings-
waarschuwingssysteem......475
Schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming....418
Schakelaar
alarmknipperlichten ............520
Schakelaar centrale
vergrendeling...................... 132
Schakelaar ECO MODE .......256
Schakelaar LDA
(Lane Departure Alert)........301
Schakelaar mistlampen......... 269
Schakelaar PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)..................289
Schakelaar PWR MODE.......256
Schakelaar ruitenwissers
en -sproeiers...............271, 275
Schakelaar Simple-IPA .........326
Schakelaar stand P...............255
Schakelaar VSC OFF ... 340, 341
Schakelaar zonnescherm
panoramadak...................... 443
Schakelaars buitenspiegels ..216
Schakelaars centrale
vergrendeling...................... 132
Schakelaars ruitbediening.....219
Spraaktoets
*.........................389
Startknop............................... 245
Stoelverwarmings-
schakelaars ........................ 423
Telefoontoetsen
*.................. 389
Toets ODO/TRIP .................. 113
Schoonmaken.................. 446, 450
Exterieur ............................... 446
Interieur................................. 450
Lichtmetalen velgen.............. 447
Veiligheidsgordels................. 451
Selectiehendel ......................... 253
Sensor
Automatic High Beam-
systeem .............................. 282
Automatisch
koplampsysteem ................ 267
Binnenspiegel ....................... 215
Inbraaksensor ......................... 98
LDA (Lane Departure Alert).. 299
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)............................. 282
RSA (Road Sign Assist)........ 308
Ruitenwissers met
regensensor ....................... 272
Toyota Parking Assist-
sensor................................. 318
Sensor voor.............................. 282
Servicestekker ........................... 75
Side airbags ............................... 39
Simple-IPA................................ 325
Slepen/trekken
Maximaal
aanhangwagengewicht....... 590
Rijden met een
aanhangwagen................... 235
Sleepoog............................... 525
Slepen in een noodgeval ...... 522
S
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 626 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
627
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Sleutels .....................................126
Afstandsbediening ................ 126
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ...................574
Als u uw sleutels verliest.......127
Batterij vervangen .................496
Elektronische sleutel ............. 126
Energiebesparende
functie .........................142, 176
Mechanische sleutel .............127
Plaatje met sleutelnummer ...126
Smart entry-systeem.....130, 135
Startknop............................... 245
Waarschuwingszoemer......... 141
Smart entry-systeem
Afstandsbediening ................ 130
Smart entry-systeem met
startknop..................... 130, 135
Smart entry-systeem met
startknop ................................140
Instapfuncties................130, 135
Plaats van antenne ...............140
Starten van het
hybridesysteem ..................245
Sneeuwkettingen .....................349
Snelheidsmeter ........................108
Specificaties.............................590
Spiegels
Binnenspiegel .......................214
Buitenspiegels.......................216
Buitenspiegelverwarming......418
Make-upspiegels................... 439
Spraakcommandosysteem
*
Spraaktoets*............................ 389
Sproeiers ..........................271, 275
Controleren ...........................466
Toets ............................. 271, 275
Voorbereidingen en controles bij
rijden in de winter ...............348
Startblokkering .......................... 82
Startknop.................................. 245
Startknopfunctie ...................... 175
Plaats van antenne ............... 140
Starten van het
hybridesysteem .................. 245
Stoelen.............................. 206, 208
Baby- en kinderzitjes
plaatsen................................ 61
Hoofdsteunen ....................... 210
Juiste zithouding ..................... 32
Schoonmaken....................... 450
Stoelverwarming ................... 423
Verstellen.............................. 206
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot verstellen ..... 207
Stoelverwarming...................... 423
Stuurbekrachtiging.................. 340
Waarschuwingslampje.......... 530
Stuurwiel .................................. 212
Audioschakelaars
* ............... 353
Verstellen.............................. 212
Supervergrendeling................. 101
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen........... 604
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 627 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
628
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Taal
(multi-informatiedisplay) ......118
Tankdopklep.............................277
Tanken ..................................277
Tanken ...................................... 277
Brandstofsoorten...................592
Hoeveelheid ..........................592
Openen van de tankdop........279
Tashaken ..................................433
Telefoontoetsen
*..................... 389
Toyota Parking Assist-
sensor.....................................318
Toyota Safety Sense................ 280
Automatic High Beam-
systeem .............................. 304
LDA (Lane Departure Alert) ..299
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)............................. 286
RSA (Road Sign Assist)........ 308
Tractiebatterij (batterijpakket) .. 75
Tractiemotor (elektromotor) .....71
Traction Control (TRC) ............339
Transmissie..............................253
TRC (Traction Control) ............339
USB-aansluiting
*..................... 354
Vastzitten
Als de auto vast komt
te zitten............................... 587
Vehicle Stability Control
(VSC) ...................................... 339
Veiligheidsgordels..................... 34
Baby- en kinderzitjes
plaatsen................................ 62
Blokkeerautomaat (ELR) ........ 35
Controlelampje en
waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel................. 532
Dragen van
veiligheidsgordels door
kinderen................................ 35
Gordelspanners ...................... 35
Hoe de veiligheidsgordel te
dragen .................................. 32
Veiligheidsgordel afstellen ...... 35
Veiligheidsgordels
schoonmaken en
onderhouden ...................... 451
Waarschuwingslampje
SRS .................................... 530
Zwangere vrouwen,
correct gebruik van
veiligheidsgordel................... 37
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen .......................... 51
Baby- en kinderzitjes .............. 52
Batterij elektronische sleutel,
voorzorgsmaatregelen........ 497
Blokkeerschakelaar
ruitbediening....................... 219
Dragen van
veiligheidsgordels door
kinderen................................ 35
Kindersloten
achterportieren ................... 133
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes ........................... 61
T
U
V
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 628 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
629
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Voorzorgsmaatregelen
12V-accu .................... 471, 581
Voorzorgsmaatregelen
airbags..................................41
Voorzorgsmaatregelen
elektrisch bedienbare
ruiten................................... 221
Voorzorgsmaatregelen
stoelverwarming ................. 423
Voorzorgsmaatregelen
veiligheidsgordels ................. 38
Zonnescherm
panoramadak,
voorzorgsmaatregelen........444
Velgen .......................................492
Bandenmaat.......................... 598
Vervangen.............................492
Ventilatieopeningen
batterijpakket
(tractiebatterij) .........................76
Verlichting
Automatic High Beam-
systeem .............................. 304
Bagageruimteverlichting .......136
Follow Me Home-systeem ....265
Instapverlichting....................427
Interieurverlichting.................425
Lampen vervangen ............... 504
Leeslampjes..........................426
Lichtschakelaar ..................... 263
Make-upverlichting................425
Overzicht
interieurverlichting ..............424
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................... 261
Schakelaar mistlampen......... 269
Wattage................................. 601
Verlichting, automatische.......263
Vermogensregeleenheid...........75
Vervangen
Banden ................................. 545
Batterij elektronische
sleutel ................................. 496
Lampen................................. 504
Zekeringen............................ 499
Verwarming
Buitenspiegels ...................... 418
Stoelverwarming ................... 423
Vloeistof
Hybridetransmissie ............... 597
Remsysteem......................... 597
Sproeiers .............................. 466
Vloermatten................................ 30
Voertuig-
identificatienummer .............. 591
Voorstoelen.............................. 206
De juiste houding achter
het stuur ............................... 32
Hoofdsteunen ....................... 210
Schoonmaken....................... 450
Stoelverwarming ................... 423
Verstellen.............................. 206
VSC (Vehicle Stability
Control) .................................. 339
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 629 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
630
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Waarschuwingen voor
het geval de auto bij een
ongeval betrokken raakt.........79
Waarschuwingslampjes .......... 105
ABS.......................................530
Centraal
waarschuwingslampje ........532
Controlelampje
Traction Control .................. 531
Controlelampje
veiligheidsgordel................. 532
Elektrische
stuurbekrachtiging ..............530
Laag brandstofniveau ...........531
Motorcontrolelampje ............. 530
Remsysteem .........................529
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur .... 530
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning.................532
Waarschuwingslampje
PCS ....................................531
Waarschuwingslampje
SRS ....................................530
Waarschuwingsmeldingen ..... 536
Waarschuwingszoemers
Achterklep geopend.............. 136
Elektrische
stuurbekrachtiging .............. 530
LDA (Lane Departure Alert).. 299
Portier geopend .................... 133
Pre-Crash-waarschuwing ..... 286
Remsysteem......................... 529
RSA (Road Sign Assist)........ 308
Toyota Parking Assist-
sensor................................. 318
Waarschuwingssysteem
veiligheidsgordels............... 532
Wassen en in de was zetten ... 446
Weergave
Multi-informatiedisplay .......... 111
Waarschuwingsmelding ....... 536
Weergave
buitentemperatuur ................ 108
Winterbanden........................... 350
W
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 630 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
631
Alfabetische index
UK AURIS_HV_HB_EE
Zekeringen................................499
Zelf uit te voeren
onderhoud..............................456
Zonnekleppen ..........................439
Zonnescherm
Panoramadak........................443
Zonnescherm panoramadak...443
Z
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 631 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
632
UK AURIS_HV_HB_EE
INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION
Veiligheidshaak Tankdopklep
Blz. 458 Blz. 279
Ontgrendelings-
hendel motorkap
Tankdopklep-
ontgrendeling
Bandenspanning
Blz. 458 Blz. 279 Blz. 598
Inhoud brandstoftank
(bij benadering)
45 l (11,9 gal., 9,9 Imp. gal.)
Brandstofsoort Blz. 592
Bandenspanning
koud
Blz. 598
Hoeveelheid
motorolie
(aftappen en
verversen —
bij benadering)
Blz. 593
Soort motorolie
Originele Toyota-motorolie of gelijkwaardig
Blz. 593
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 632 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
05-2018
PZ49X-12M76-NL
Auris Hybrid Handleiding
631

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Toyota Auris Hybrid 2018 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info