1-1. Voor een veilig gebruik
● Auto's zonder knie-airbag voor de
bestuurder: Bevestig niets aan en laat
niets rusten tegen componenten als het
dashboard of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag en de voorpassa-
giersairbag geactiveerd worden.
Auto's met knie-airbag voor de bestuur-
der: Bevestig niets aan en laat niets rus-
ten tegen componenten als het
dashboard, het stuurwielkussen of het
onderste deel van het dashboard.
Dergelijke items kunnen als een projec-
tiel worden gelanceerd als de airbag
voor de bestuurder, de airbag voor de
voorpassagier en de knie-airbag voor
de bestuurder geactiveerd worden.
● Bevestig geen voorwerpen aan onder-
delen van de auto, zoals het portier, de
voorruit, de portierruit, de voor- of ach-
terstijl, de dakstijl en de handgreep.
(Behalve het label voor de snelheidsbe-
perking Blz. 673, 678)
● Auto's zonder Smart entry-systeem en
met knie-airbag voor de bestuurder:
Bevestig geen zware, scherpe of harde
voorwerpen zoals sleutels of accessoi-
res aan de contactsleutel. De voorwer-
pen kunnen het opblazen van de knie-
airbag voor de bestuurder hinderen, of
weggeslingerd worden door de kracht
waarmee de airbag wordt geactiveerd.