1-6. Antidiefstalsysteem
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transponderchips
die voorkomen dat de motor kan worden gestart met een sleutel die niet
in een eerder stadium is geregistreerd in de boordcomputer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar absolute
beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet worden gegarandeerd.
Auto's zonder Smart Entry-
systeem en startknop
Het controlelampje gaat knippe-
ren als de sleutel uit het con-
tactslot is verwijderd, om aan te
geven dat het systeem is inge-
schakeld.
Het controlelampje stopt met
knipperen als de geregis-
treerde sleutel in het contactslot
is gestoken om aan te geven
dat het systeem is uitgescha-
keld.
Auto's met Smart entry-sys-
teem met startknop
Het controlelampje knippert
nadat het contact UIT is gezet
om aan te geven dat het sys-
teem in werking is.
Het controlelampje houdt op
met knipperen als het contact in
stand ACC of AAN is gezet om
aan te geven dat het systeem is
uitgeschakeld.