1-8. Veiligheidsinformatie
Stel op onderstaande wijze de juiste zitpositie in:
Ga zo rechtop mogelijk in de
stoel zitten met uw rug stevig
tegen de leuning. (→Blz. 112)
Schuif de stoel zo ver naar
voren of naar achteren dat u
de pedalen goed kunt berei-
ken en voldoende ver kunt
intrappen. (→Blz. 112)
Stel de rugleuning zo in dat u
de bedieningsorganen ge-
makkelijk kunt bedienen.
(→Blz. 112)
Stel het stuurwiel zodanig in
hoogte en diepte af dat de
airbag op uw borst gericht is.
(→Blz. 128)
Vergrendel de hoofdsteun
met het midden zo dicht
mogelijk bij de bovenkant van
uw oren. (→Blz. 119)
Draag de veiligheidsgordel
op de juiste wijze.
(→Blz. 121)