1-1. Voor een veilig gebruik
● Auto's zonder knie-airbag voor de
bestuurder: Bevestig niets aan en laat
niets rusten tegen componenten als het
dashboard of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag en de voorpassa-
giersairbag geactiveerd worden.
● Auto's met knie-airbag voor de bestuur-
der: Bevestig niets aan en laat niets rus-
ten tegen componenten als het
dashboard, het stuurwielkussen of het
onderste deel van het dashboard.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de air-
bag voor de bestuurder, de airbag voor
de voorpassagier en de knie-airbag
voor de bestuurder geactiveerd worden.
● Auto's zonder curtain airbags: bevestig
niets aan gedeeltes zoals portier, voor-
ruit of portierruit.
● Auto's met curtain airbags: Bevestig
niets aan het portier, de voorruit, de zij-
ruit, de voor- en achterstijl, de dakzijrail
of de handgreep. (Behalve het label
voor de snelheidsbeperking Blz. 400)
● Auto's met knie-airbag voor de bestuur-
der, maar zonder Smart entry-systeem
en startknop: Bevestig geen zware,
scherpe of harde voorwerpen zoals
sleutels of accessoires aan de contact-
sleutel. De voorwerpen kunnen het
opblazen van de knie-airbag voor de
bestuurder hinderen, of weggeslingerd
worden door de kracht waarmee de air-
bag wordt geactiveerd en gevaar ople-
veren.