4
• Dompel in geen geval het apparaat onder in water of een andere vloeistof en
laat het er niet mee in contact komen. Gebruik het apparaat niet met natte of
vochtige handen.
• Wanneer het apparaat vochtig of nat wordt, haal dan onmiddellijk de stekker uit
het stopcontact. Reik niet met uw hand in het water.
• Gebruik het apparaat alleen waarvoor het bedoeld is.
Overzicht van de bedieningselementen
1. Tankopening 9. Waterpeilindeling
2. Warmteplaatje 10. Filterhouder
3. Functieschakelaar 11. Speciale hendel
4. Controlelamp POWER 12. Filter klein (1 kopje)
5. Controlelamp READY 13. Filter groot (2 kopjes)
6. Aan-/uitschakelaar (0/1) 14. Druppelbakje
8. Stoommond 15. Vlotter
Vóór de ingebruikname
Pak de espressomachine voorzichtig uit. Verwijder alle hulpstukken en het
verpakkingsmateriaal. Was de hulpstukken af. Laat vóór de eerste espressobereiding 2-3
maal alleen schoon water door het apparaat lopen - zoals beschreven onder punt 1 t/m 7
"Espresso bereiden", echter zonder espressopoeder.
Espresso bereiden
1. Sluit het apparaat aan op een correct geïnstalleerde en geaarde contactdoos 230 V,
50 Hz.
2. Overtuig u ervan dat de aan-/uitschakelaar (0/1) (6) op "0" staat.
3. Leg het druppelrooster op de uitsparing van het druppelbakje (14).
4. Open het deksel en trek de watertank aan de greep naar buiten.
5. Vul de tank met de gewenste hoeveelheid helder, koud water.
6. Draai de filterhouder (10) aan de greep naar links (INSERT) los.
7. Leg een filter (12 of 13) in de filterhouder (10). Vul deze met een of twee
afgestreken maatlepels koffie. Verdeel de koffie gelijkmatig en druk het poeder even
aan met een maat- of aandruklepel. Het aandrukken is eigenlijk meer bedoeld om de
koffie gelijkmatig te verdelen en niet om het vast aan te drukken. Wij adviseren het
gebruik van een platte oppervlaktestamper. Let op dat de filterhouder vast in de
waterkop zit.
8. Om uw espressokopjes voor te verwarmen kunt u deze op het warmteplaatje (2)
boven de waterkop zetten.
9. Schakel het apparaat in via de aan-/uitschakelaar (0/1) (6). De controlelampjes (4 +
5) rechts en links in de functieschakelaar branden nu.
10. Zodra het water de juiste temperatuur heeft bereikt, schakelt het controlelampje
(5) aan de rechterzijde (READY9 uit. Opmerking: wanneer het lampje weer inschakelt