3
spanningsniveau (zie het etiket onderaan de rijstkoker voor het juiste
spanningniveau).
Vergeet niet de stekker uit het stopcontact te halen wanneer de pan
niet in de rijstkoker zit, of wanneer de rijstkoker niet in gebruik is.
Vergeet niet dat de warmhoudfunctie altijd aanstaat wanneer de
stekker in het stopcontact zit.
Plaats de binnenpan in de rijstkoker voordat u het apparaat aanzet.
Draai de pan voorzichtig naar links en rechts.
Als de schakelaar niet goed in de kookpositie gezet kan worden,
probeer deze dan niet te forceren. Dit gebeurt meestal wanneer de
binnenpan niet goed in de rijstkoker zit of wanneer het kookproces
net afgelopen is.
Plaats het deksel op de binnenpan tijdens het koken, houd het
deksel op de pan na het serveren, om te voorkomen dat de rijst
uitdroogt of verkleurt.
Houd de onderkant van de binnenpan en het oppervlak van de
warmhoudplaat schoon, om defecten te voorkomen.
ONDERHOUD
Verwijder de binnenpan en het deksel en was ze af met warm water
en zeep. Spoel ze grondig af en droog ze af met een zachte doek.
Reinig de buitenzijde van het apparaat een schone, vochtige doek.
Reinig de onderdelen van de rijstkoker nooit met een schuurmiddel.
Gebruik een vochtige doek of spons met water en een mild
afwasmiddel. Dompel de onderdelen van de rijstkoker niet onder in
water. Was alleen de binnenpan en het deksel af.
Voor de reiniging van de warmhoudplaat en de
temperatuurcontroleplaat kunt u staalwol gebruiken om resten te
verwijderen. Daarna afvegen met een vochtige doek. Laat het
apparaat geheel afdrogen voordat u het weer gebruikt. Houd de
warmhoudplaat en de temperatuurcontroleplaat schoon, anders kan
de rijstkoker niet goed functioneren.
Als u de rijstkoker niet op de juiste manier reinigt kan er een
vervelende geur ontsaan.
Resten van azijn of zout kunnen de pan aantasten.
GEBRUIK
1.Gebruik de bijgeleverde maatbeker om rijst af te meten en in de
binnenpan te doen.