12
NL
• Gebruik geen beschadigde, gebogen, gebroken, verroeste of versleten accessoires. Deze
accessoires kunnen tijdens gebruik verder beschadigden, wat mogelijk resulteert in
gebruikersletsel. Controleer accessoires voor elk gebruik en gooi ze onmiddellijk weg
wanneer deze in slechte staat verkeren. Maak enkel gebruik van scherpe bladen
• Zorg ervoor dat accessoires juist op de machine bevestigd zijn en dat de
bevestigingshulpmiddelen voor gebruik verwijdert zijn
• Probeer vastgelopen bladen/accessoires niet te bevrijden voordat de machine ontkoppeld
is van de stroombron
• Inspecteer het werkstuk voor gebruik of het geschikt is voor het te gebruiken accessoire.
Verwijder spijkers, nietjes en andere bevestigingsmiddelen voordat u het werk start
• Klem het werkstuk stevig op de werkbank vast
• Zorg voor een goede verlichting. Wanneer uw zicht op het werkstuk slecht is, versterkt en
verplaatst u de verlichting. Neem uw veiligheidsbril nooit af
• Gebruik de machine niet in de buurt van ontvlambare materialen. Vonken van metaal
snijden veroorzaken vaak zaagsel brand
• Wanneer accu’ s buiten opgeladen dienen te worden, beschermd u de stroombron en de
oplader tegen slechte weersomstandigheden
• Start de machine en laat deze op volledige snelheid komen voordat u de machine in contact
brengt met het werkstuk. P as de snelheid van de machine met behulp van het controlewiel,
naar het te gebruiken accessoire aan
• Oefen geen overmatige druk op de machine uit. Laat de machine en het accessoire het
werk doen. Zo behoud u een optimale grip op de machine wanneer deze door het materiaal
breekt en minimaliseert u de slijtage wat de levensduur maximaliseert. Een overmatige
druk buigt en draait het accessoire mogelijk wat mogelijk resulteert in breuk en persoonlijk
letsel. Houd de machine wanneer mogelijk met twee handen vast en hanteer de machine
voorzichtig
• Zagen, snijden en schuren produceren warmte. Dit heeft een mogelijk effect op het
werkstuk en de machine. Houd het warmteniveau in de gaten en schakel de machine
wanneer nodig uit om de machine te laten afkoelen voordat u het werk hervat. Sommige
machines koelen sneller af door deze op volle snelheid, onbelast te laten draaien
• Stof wordt via de ventilatiegaten mogelijk in de machine gezogen, wat kan resulteren in
elektrische gevaren wat de machine vernield. Minimaliseer het stof/zaagsel niveau in de
werkplaats en hout de ventilatiegaten vrij
• Houdt het stroomsnoer te allen tijde achter de machine en uit de buurt van het bewegende
accessoire
• Reik niet onder het werkstuk, steun het werkstuk niet op uw lijf en houdt het werkstuk
tijdens het bewerken niet vast. Bladen en accessoires kunnen ernstig letsel veroorzaken
• Het dragen van trilling bestendige handschoenen is aanbevolen, vooral bij langdurig gebruik
• Bij het gebruik van machines met roterende delen is het dragen van kleding en/of
handschoenen met rafelige draden en sieraden verboden. Loshangende draden kunnen
door de delen gegrepen worden waardoor uw hand in het accessoire getrokken wordt, wat
kan resulteren in ernstig letsel. Draag strakke werkkleding
• Laat schuurvellen niet volledig verslijten. Dit beschadigd de schuurschijf waardoor delen
mogelijk van de schijf afvliegen, wat resulteert in persoonlijk letsel
• Raak bewegende schuurvellen niet aan
• Draadborstel haren doorboren dunne kleding en huid gemakkelijk. Oefen niet te veel druk
op draadborstels uit
Let op: Gebruik de machine enkel voor doeleinden waarvoor het bedoeld is. Enige andere
gebruiksdoelen worden gezien als misbruik. De gebruiker , niet de fabrikant, is aansprakelijk
voor schade en/of letsel resulterend uit misbruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor
aanpassingen aan de machine en resulterende schade/letsel
Acculader veiligheid
Juist gebruik van de oplader
• Raadpleeg het deel in deze handleiding wat betrekking heeft op het gebruik van de oplader ,
voor het opladen van de accu.
• Gebruik de oplader niet in combinatie met een accu, anders dan die verstrekt bij de
machine. Houd de oplader schoon; stof en/of vuil kan leiden tot kortsluiting en een verstopte
ventilatie wat kan resulteren in oververhitting en/of brand
• Wanneer het stroomsnoer beschadigt is, laat u deze door de fabrikant vervangen om
gevaren te voorkomen
• Controleer de oplader regelmatig op schade, vooral de stekker en het stroomsnoer . Wanneer
de oplader beschadigd is laat u deze reparen
Waarschuwing: Herlaad geen niet-oplaadbare accu’ s
Juist gebruik van de accu
• Laad de accu alleen op met de oplader verstrekt bij de machine. Gebruik enkel de
bijgeleverde accu, of accu’ s aangeraden door de leverancier. Houd uw accu schoon; stof
en/of vuil kan leiden tot kortsluiting. Laat de accu, na het opladen of na lang gebruik,
15 minuten afkoelen. Het falen van het opvolgen van deze instructies kan leiden tot
oververhitting en/of brand.
• Wanneer accu’ s niet in gebruik zijn bergt u deze op een droge plek, met een
kamertemperatuur van ± 20 ˚C op. Zorg ervoor dat de accu’ s, wanneer opgeborgen, niet
kunnen zorgen voor een kortsluiting.
Accu en oplader veiligheidskenmerken
De accu en de oplader zijn voorzien van een aantal veiligheidskenmerken welke tijdens
opladen of gebruik getriggerd kunnen worden
• Overlading bescherming: De oplader schakelt automatisch uit wanneer de accu volledig is
opgeladen om zo de interne delen van de accu te beschermen tegen beschadigen
• Ontlading bescherming: Beschermt de accu tegen ontlading verder dan het aangeraden
laagste spanningspunt
• Oververhittingsbescherming: Een ingebouwde sensor schakelt de machine uit wanneer
de accu te heet wordt. Dit kan gebeuren wanneer de belasting te groot is en wanneer de
machine voor langere periode gebruikt wordt. Afhankelijk van de tempera tuur heeft de accu
mogelijk een koelperiode van 30 minuten nodig.
• Overbelasting bescherming: De accu stopt tijdelijk wanneer deze wordt overbelast of
wanneer de maximale spanning wordt overschreden om zo de interne onderdelen te
beschermen tegen beschadiging. De accu zal de werking hervatten wanneer de spanning
terug op een veilig niveau komt. Dit duurt mogelijk een aantal seconden.
• Kortsluiting bescherming: De accu stopt onmiddellijk wanneer kortsluiting plaats vindt. Dit
voorkomt beschadiging aan de accu en de machine.
Onderdelenlijst
1. Aan-/uitschakelaar
2. Motor ventilatiegaten
3. Variabel snelheidscontrolewiel
4. Accu verlosschakels
5. Accu
6. Blad sluitring
7. Blad bout
8. Bevestigd blad
9. Bladbevestiging
10. As-behuizing
11. Accu oplader
12. T weede accu
13. Blad sluitring
14. Blad bout
15. Blad inbussleutel
Accessoires (niet afgebeeld):
• Accessoire set
• Zachte opbergkoffer
Let op: De handleiding is mogelijk inbegrepen in verschillende set samenstellingen en
inbegrepen accessoires variëren mogelijk
Gebruiksdoel
De draadloze machine is geschikt voor snij- en schuurwerkzaamheden, met behulp van snij-,
zaag- en schuurbladen en schuurvellen.
Het uitpakken van uw gereedschap
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle kenmerken en
functies vertrouwd raakt.
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Als er onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze vervangen worden voor u dit toestel /
gereedschap gebruikt.
V oor gebruik
WAARSCHUWING: Ontkoppel de accu van de machine voordat u accessoires wisselt of
enige aanpassingen maakt
• De machine wordt verscheept met een laag geladen accu (5). Laad de accu voor gebruik
volledig op
Oplaad operatie
• De accu (5) en oplader (11) worden tijdens het opladen mogelijk warm. Dit is normaal en
duidt niet op problemen
• Gebruik de oplader op normale kamertemperaturen. Om oververhitting te voorkomen
bedekt u de oplader niet en houdt u de oplader buiten direct zonlicht
Wanneer de accu niet normaal laadt:
• Controleer de spanning van het stopcontact door het aansluiten van bijvoorbeeld een lamp
• Wanneer het probleem aanhoudt, laat u de machine, de accu en de oplader door een
elektricien of technici nakijken
Het opladen van de accu
1. Druk de accu verlosschakels (4) in en haal de accu van de machine
2. Plaats de accu in de oplader (11). Deze horen soepel samen te klikken
3. Het groene lampje brand mogelijk om zo het laadniveau weer te geven. Tijdens het opladen
brand het rode lampje en dooft het groene lampje.
4. Wanneer de accu volledig is opgeladen dooft het rode lampje en brand het groene lampje
5. De oplader neemt het laadniveau van de accu constant waar
6. Wanneer de accu is opgeladen haalt u deze onmiddellijk van de oplader
103691_Z1MANPRO.indd 12 31/08/2016 11:16