BELANGRIJK
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voordat u accu’s gaat laden. Opgelet – accu’s niet overladen. Ni-Cd-batterijen kunnen
tot 1.000 maal toe worden geladen. Bescherm het milieu en geef verbruikte accu’s af bij het desbetreffende depot in uw gemeente!
WAARSCHUWING: onderbreek altijd eerst de stroomtoevoer naar het acculaadstation, voordat u de accu’s erin plaats of eruit verwijdert.
Voorkom gevaar: als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door de fabrikant, door de technische dienst of door
een erkende vakman. Probeer nooit, niet-oplaadbare batterijen te laden. Dit toestel is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
U kunt steeds tussen 1 en 4 accu’s van de types Micro AAA, mignon AA, Baby C, mono D en 1 en maximaal 2 9V-blokbatterijen laden.
LAADTIJDEN
Accutypes Ni-Cd Ni-MH Ontladingstijd Ni-Cd
AAA-MICRO / UM 4 0.180mAh/ 02 - 05 uur 0.550mAh/ 08 - 10 uur De tijd voor het ontladen
AA-MIGNON / UM3 0.500mAh/ 05 - 08 uur 1.200mAh/ 10 - 20 uur is afhankelijk
C-BABY 7 UM2 1.200mAh/ 10 - 20 uur 1.800mAh/ 15 - 25 uur van de capaciteit
D-MONO / UM1 1.200mAh/ 12 - 25 uur 2.000mAh/ 20 - 30 uur en de toestand
9V-BLOK / 006P 0.100mAh/ 05 - 10 uur 0.140mAh/ 08 - 15 uur van de accu’s.
BEDIENING VAN HET LAADTOESTEL
U kunt zowel Ni-Cd- als Ni-MH-accu’s laden.
Opmerking: het laadproces wordt alleen gesignaleerd via de rode indicatielampjes boven het desbetreffende
laadvakje. De indicator ባ signaleert alleen de toestand van de accu’s en batterijen in de bedieningsfunctie ”TEST”,
zoals in het volgende hoofdstuk wordt beschreven.
a) Let bij het plaatsen van de accu’s op dat zij goed contact maken en dat de polariteit
(+/-) juist is.
b) Sluit de stekker aan op de contactdoos (bedieningsknop ቢ in laadpositie »CHARGE«).
c) De rode LED gaat branden zodra het laadproces begint.
d) Overlaad de accu’s niet – let op de aangegeven laadtijden!
ACCU’S EN BATTERIJEN TESTEN
U kunt accu’s en batterijen alleen in het eerste laadvak ቤ (naarst de schakelaar) testen.
1) Schuif de bedieningsknop ቢ naar de stand »TEST«. De rode LED brandt.
2) Plaats de batterij die u wilt testen in het eerste vak.
3) De laadindicator ባ geeft de resterende batterijcapaciteit / -sterkte aan.
– Wijzer naar rechts (»GOOD«): batterij of accu heeft nog voldoende resterende capaciteit.
– Wijzer naar links (»DEAD«): batterij of accu verbruikt/leeg. Opnieuw laden of verwijderen.
4) Opmerking: door het testen wordt het laadproces in de overige vakken niet onderbroken.
ACCU’S ONTLADEN
• Schuif de bedieningsknop ቢ naar de ontladingspositie »DISCHARGE«.
Let bij het plaatsen van de accu’s op dat zij contact maken en dat de polariteit
(+/-) juist is.
• Alle rode LED’s doven. Het ontladingsproces is begonnen.
Belangrijk: dit laadtoestel schakelt na de ontlading van de accu’s niet automatisch over naar het laadproces.
!