Als alleen de “Line” aansluiting (Mic) gebruikt wordt, moet u met Pause/Stop
de duur van de registratie bepalen.
Bij gebruik van beide kabels geschiedt de opname “automatisch”, zodra een
aanwezig ontvangstsignaal sterker is dan het ingestelde ruisonderdruk-
kingsniveau.
Bij de opname moet een normale “luisterluidsterkte” op de BC 9000 XLT
ingesteld worden, omdat het “opnamevolume” daar direct van afhankelijk is!
Om de ingebouwde luidspreker uit te schakelen, steekt u gewoon de
hoofdtelefoon in de “EXT SP” (luidspreker/hoofdtelefoon) bus. Bij stereo-
hoofdtelefoons is er slechts één kanaal in gebruik (monobus).
In de functie “Manual” kan een kanaal gemonitord worden. Daartoe drukt u
op toets “AUX” en er verschijnt “Record” op het display. De cassetterecor-
der moet nu in de opnamepositie gebracht worden. Toets ‘Rec’ (opname)
indrukken.
De regelaar Squelch (ruisonderdrukking) dient vooraf zo ingesteld te zijn, dat
de basisruis verdwijnt en nog iets verder, opdat u later meer dan alleen maar
‘ruis’ op de band heeft.
In de functie ‘Scan’ kunt u een kanaal registreren en tussendoor andere
kanalen afluisteren, als u het te registreren kanaal als voorrangskanaal
geprogrammeerd heeft. U kunt ook meerdere kanalen als ‘Record’ marke-
ren, alleen krijgt u dan een ‘gemengde opname’ (niet zinvol).
Er kan alleen in ‘Manual’ of ‘Scan’ opgenomen worden.
Voor het afspelen van de opname moet de stekker ‘Remote’ uit de casset-
terecorder getrokken worden.
Doorlopen van de geheugenplaatsen (Scan)
Anders dan bij normale AM- of FM-radiostations zenden de meeste
Simplex-zenders (zie onder) niet continu. De BC 900 XLT scant geprogram-
meerde kanalen met een snelheid van maximaal 100 kanalen per seconde,
tot hij een geactiveerde frequentie vindt. Bij deze actieve frequentie stopt de
scanner en blijft op dit kanaal staan, zolang de activering duurt. Zodra de uit-
zending eindigt en er geen antwoord ontvangen wordt, gaat de scanner ver-
der met zijn activiteit, tot er een andere uitzending ontvangen wordt.
Er kan een extra vertraging ingesteld worden, zodat de scanner langer dan
2 seconden op een kanaal blijft, wachtend op een uitzending. Als die niet
komt, hervat de scanner zijn activiteiten.
9
Ingebruikname
Aansluiting van de BC 9000 XLT
1. Steek de DC-stekker van de AC adapter in de DC 13.8V-bus aan de
achterzijde van het apparaat.
2. Sluit de AC adapter aan op een normale 230 V wandcontactdoos.
3. Steek de telescoopantenne in de “ANT”-opening. Trek de antenne
over de volledige lengte uit. Bij frequenties hoger dan 406 MHz kan
ook het inschuiven van de antenne de ontvangst verbeteren.
4. Als u het display onder een andere hoek wilt bekijken, kunt u de
voorkant van de scanner optillen, door de steunvoetjes van het appa-
raat uit te klappen.
Het gebruik van een extra externe luidspreker
Sluit de externe luidspreker aan op de “EXT SP” opening, die zich aan de
voorkant van het apparaat bevindt (4 – 8 Ohm).
Het aansluiten van een optionele cassetterecorder
Er moeten een aparte microfoon en remote bus (opnamestuurfunctie) aan-
wezig zijn; b.v. Philips D 6280 of AQ 6350. Voor dit voorbeeld heeft u twee
kabels nodig.
LINE : 3.5 mm jack op 3.5 mm jack 2-polige afgeschermde NF-kabel.
AUX : cinch op 2.5 mm jack 2-polige luidsprekerkabel (of afgeschermd).
Voor andere cassetterecordermerken zouden eventueel andere stekkers
nodig kunnen zijn. Uw radio- en TV-technicus kan dergelijke kabels voor u
maken.
8