3. Voer de laagste frequentie in en druk op
“LIMIT” om deze zoekgrens op te slaan.
Voorbeeld 450.000 MHz.
4 Voor de hoogste frequentie in en druk op
“LIMIT” om de andere grens van de te door-
lopen bandbreedte in te voeren.
Voorbeeld: 456.000 MHz.
5 Druk op “•SRC” om het automatisch scan-
nen te starten. Om het automatisch scannen
te verlaten, drukt u op “MANUAL”.
De scanner stopt bij de eerste actieve frequentie
die hij vindt.
* Druk op “•HOLD” om het zoeken te stoppen of om de frequentie te
programmeren.Ga daarna door met de stappen 6a, 6b of 6c.
* Als u deze frequentie niet wilt programmeren, drukt u op “•SRC”, om
door te gaan met zoeken.
6a. Programmeer de frequentie in het huidige
kanaal:
Druk op “E”
6b. Programmeer de frequentie in een ander
kanaal:
1. Druk op “SEND”, om in de transfer-mode te
komen.
2. Voer het kanaalnummer in.
Voorbeeld: kanaal 200.
15
2. Kies CHAN met de Freq/Chan schakelaar.
Draai dan aan de draaiknop. Voorbeeld:
kanaal 52. Draai naar rechts, om door de
kanalen naar boven te gaan; of naar links,
om omlaag te sturen.
3. Kies een frequentie.
Voorbeeld: 123.7750.
4. Voor de frequentie in. Druk op “E”.
5. Om bij een nieuwe frequentie te komen,
kiest u FREQ met de Freq/Chan schake-
laar, draai dan naar rechts om omhoog, of
naar links om omlaag te sturen.
Voorbeeld: 123.7875 (draai daarvoor naar rechts)
Denk er aan: zolang de kanaalaanduiding op het display knippert, geeft dat
aan dat de afgebeelde frequentie (nog) niet in het kanaal geprogrammeerd is.
6. Druk op “E”, om het kanaal op te slaan.
Herhaal, om meerdere kanalen met de draaiknop
te programmeren, de stappen 2 tot 6.
Programmeren met automatisch zoeken
Bij het automatisch zoeken wordt er gezocht naar actieve frequenties binnen
een door u uitgekozen bandbreedte, die u dan allemaal of gedeeltelijk in de
kanalen kunt opslaan.
Let op: controleer voor u met het zoeken begint of u de ruisonderdrukking
ingesteld heeft.
1. Kies een frequentiebereik. Voorbeeld: 450.000 MHz tot 456.000 MHz.
2. Druk op “MANUAL”.
14