36
20. Zet het apparaat uitsluitend
op een effen, hittebesten
-
dige ondergrond neer.
21. Let op dat de aansluitkabel
zodanig gelegd wordt dat er
niemand over kan struikelen.
22. Wikkel de aansluitkabel
nooit om het apparaat, om
schade aan de kabel te ver
-
mijden.
23. Trek de netstekker steeds
direct aan de stekker uit het
stopcontact en trek nooit aan
de aansluitkabel, om schade
aan de kabel te vermijden.
24. Let op dat het gebruikte
stopcontact gemakkelijk
toegankelijk is, zodat de
stekker bij gevaar snel uit
het stopcontact kan worden
getrokken.
25. Let op dat de aansluitka
-
bel niet ingeklemd wordt of
langs een hoek wordt gelegd,
om schade aan de kabel te
vermijden.
26. Maak zo mogelijk geen
gebruik van een verlengka
-
bel. Als dit onvermijdelijk
is, rol de verlengkabel dan
a.u.b. helemaal af en neem
de prestatiegrenzen van de
betreffende kabel in acht.
27. Het apparaat is tijdens en
ook na het gebruik heel erg
heet, let er daarom op dat de
aansluitkabel niet in aanra
-
king kan komen met de hete
delen van het apparaat.
28. Zet het apparaat nooit direct
onder een stopcontact neer.
29. Om veiligheidsredenen mag
het apparaat niet in de buurt
van wasbakken, badkuipen
of wateraansluitingen wor
-
den gebruikt.
30. Raak het apparaat nooit met
natte of vochtige handen
aan – levensgevaar door een
elektrische schok!
31. Het apparaat mag om vei
-
ligheidsredenen niet voor de
volgende doeleinden worden
gebruikt:
Voor het ontdooien van
bevroren voertuigruiten / het
verwarmen van voertuigbin
-
nenruimtes
Bij het houden resp. fokken
van dieren
Commercieel gebruik
32. Houd voldoende veiligheid
-
safstand (minstens 1 meter)
tot andere voorwerpen, zoals
meubels, gordijnen enz.
en zorg ervoor dat de lucht
ongehinderd in- en uit kan
stromen.
33. Gebruik het apparaat niet om
de was te drogen – brandge
-
vaar.
34. Verlaat het huis nooit, als
het apparaat ingeschakeld
is. Laat het apparaat nooit
zonder toezicht aan staan.
35. Door de uittredende lucht
kunnen verwondingen ont
-
staan. Houd het apparaat
daarom bijv. buiten bereik
van kinderen.
36. Om te voorkomen dat het
apparaat oververhit raakt,
mogen alleen ruimtes wor
-
den verwarmd, die groter
zijn dan 4 m².
37. Steek geen voorwerpen in de
openingen van het apparaat,
er bestaat gevaar voor een
elektrische schok.
38. Gebruik geen licht ontvlam
-
bare stoffen of bv. sprays
in de nabijheid van het
apparaat – brandgevaar!
39. Berg het apparaat, als het
niet gebruikt wordt, uitslui
-
tend in een gesloten, droge
binnenruimte op. Let op
dat zich geen stof in het
apparaat verzamelt en reinig
het regelmatig.