4 Systeemomschrijving auroSTEP plus 0020097005_00
Het vloeistofvolume in de dunne collectorvloeistofleidin-
gen en in het collectorveld is gering in vergelijking met
het volume in de dikke spiraalbuis in de boilereenheid.
Daarom daalt het peil van de collectorvloeistof bij lopen-
de collectorpomp(en) slechts beperkt. In het bovenste
deel (3) van de spiraalbuis verzamelt de uit de collector-
vloeistofleidingen en het collectorveld verdrongen lucht
zich.
Bij het opwarmen van het systeem zetten de collector-
vloeistof en de lucht zich een beetje uit. De druk van de
in het zonnesysteem ingesloten lucht stijgt dan een
beetje. De ingesloten luchtbel in het systeem vervult
hierbij de taak van een expansievat. Deze druk is nood-
zakelijk en mag in geen geval verlaagd worden. Daarom
mag in het zonnesysteem geen ontluchter ingebouwd
worden.
Bij lopende collectorpomp(en) komt de collectorvloeistof
in het bovenste deel van de spiraalbuis (3) permanent
met lucht in contact.
Uit het hier beschreven werkingsprincipe kan het vol-
gende opgemaakt worden:
– Omdat gedurende het koude jaargetijde bij stilstand
van het zonnesysteem er zich alleen lucht in de collec-
tor en in de collectorvloeistofleidingen bevindt, hoe-
ven vorstwerende maatregelen alleen voor de stand-
plaats van de boilereenheid te worden getroffen.
– De voorgeschreven installatie van het collectorveld
alsmede van de collectorvloeistofleidingen en met
name de helling van de leidingen vormen een basis-
voorwaarde voor het correct functioneren van het
zonnesysteem.
– Het vloeistofvolume van het collectorveld alsmede
van de collectorvloeistofleidingen moet precies op het
zonnesysteem zijn afgestemd. Daarom mogen de mini-
male en maximale lengte van de collectorvloeistoflei-
dingen niet overschreden worden, mogen er geen col-
lectorvloeistofleidingen met een afwijkende binnendia-
meter gebruikt worden en mogen het type alsmede
het aantal collectors niet veranderd worden.
– De fysische eigenschappen van de collectorvloeistof
horen eveneens tot de basisvoorwaarden voor het
storingvrij functioneren van het systeem. Daarom mag
bij het verversen van de vloeistof alleen de Vaillant
originele collectorvloeistof zonder enige additieven
bijgevuld worden.
2.4 Functies van de zonneregelaar
De zonnesystemen auroSTEP plus worden door de geïn-
tegreerde, microprocessorgestuurde zonneregelaar ge-
regeld. De instelling van de standby-temperatuur van de
boiler of ook van de maximale boilertemperatuur kunt u
bij de thermostaat uitvoeren.
De geïntegreerde zonneregelaar is een compleet uitge-
rust systeem voor de regeling van een collectorveld met
1-2 collectoren en een boiler.
Voor de installatie biedt de regelaar een voldoende
groot aansluitbereik, voor de weergave van gegevens en
het invoeren van alle vereiste parameters beschikt hij
over bedieningselementen en een groot display.
Temperatuurverschilregeling
De zonneregelaar werkt volgens het principe van de
temperatuurverschilregeling. De regelaar schakelt de
collectorpomp(en) altijd in als het temperatuurverschil
(temperatuur collector - temperatuur boiler) groter is
dan het inschakelverschil.
De regelaar schakelt de collectorpomp(en) uit als het
temperatuurverschil (temperatuur collector - tempera-
tuur boiler) kleiner is dan het uitschakelverschil.
Het inschakeltemperatuurverschil richt zich naar de in
de regelaar opgeslagen curves, waarbij voor systemen
met een of twee collectors verschillende curves be-
staan.
Nalaadfunctie (geldt voor versie M)
Het naverwarmen dient ervoor om het door de zon
voorverwarmde boilerwater tot een hogere temperatuur
op te warmen, b.v. als er niet voldoende zonne-op-
brengst mogelijk is. Hierbij gebeurt het naverwarmen
via een nageschakelde warmwaterbereider, b.v. een gas-
waterverwarmer of een circulatiewaterverwarmer.
Nalaadvertraging (geldt niet voor versie M)
Voor het vermijden van het onnodig naladen via een ex-
terne warmteopwekker resp. via een elektrisch verwar-
mingselement is de thermostaat met een nalaadvertra-
ging uitgerust. Hierbij wordt het naladen met max.
30 min. vertraagd als de collectorpomp(en) loopt/lopen
en er dus zonne-opbrengst is. Blijft/blijven de
collectorpomp(en) staan of is de gewenste boilertempe-
ratuur na het verstrijken van de vertragingstijd niet be-
reikt, dan gebeurt het naladen van de boiler via de ex-
terne warmteopwekker.
De nalaadvertraging wordt op installateurniveau geacti-
veerd.
Bescherming tegen de legionellabacterie (geldt niet
voor versie M)
Voor de bescherming tegen de legionellabacterie moet
voor zelfinbouw de accessoire Vaillant legionellapomp
worden gebruikt.
De functie bescherming tegen de legionellabacterie
dient om kiemen in de boiler en in de buisleidingen te
doden.
Is deze functie geactiveerd, dan worden een keer per
week (woensdag om 14 uur) de boiler en de warmwater-
leidingen op een temperatuur van 70 °C gebracht.
Eerst wordt alleen met de zonne-opbrengst geprobeerd
om de gewenste temperatuur over een tijdspanne van
90 min. te bereiken. Indien dit niet lukt, wordt de be-
scherming tegen legionella via een externe warmteop-
wekker uitgevoerd. De functie bescherming tegen de le-
gionellabacterie wordt beëindigd, wanneer gedurende
een periode van 30 min. een temperatuur van ten min-
ste 68 °C gemeten wordt.
De erkende installateur activeert op installateurniveau
de functie bescherming tegen de legionellabacterie en
stelt in of de opwarming om 15.30 h of in de komende
2 Systeembeschrijving