Functiebeschrijving
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 370 0020124580_01
23
5
5.2 Modi
U kunt de modi via de rechter functietoets "Modus"
instellen.
De padopgave aan het begin van de beschrijvingen van
een modus geeft aan hoe u in de menustructuur naar
deze modus gaat.
5.2.1 Modi voor het CV-circuit
Autostand
Modus ¬ (actuele modus) ¬ Autostand
De autostand regelt het CV-circuit volgens de ingestelde
gewenste temperatuur "Dag", de ingestelde tijdsvensters
en de door de installateur ingestelde gewenst tempera-
tuur "Nacht".
In de functie "Tijdsprogramma" hebt u tijdsvensters van
het CV-circuit ingesteld. Als u geen tijdsvensters inge-
steld hebt, dan houdt de thermostaat in de autostand
rekening met de in de fabrieksinstelling vastgelegde
tijdsvensters (¬Tab. 4.2).
Binnen de tijdsvensters regelt de thermostaat de kamer-
temperatuur op de ingestelde gewenste temperatuur
"Dag" (Dagstand).
Buiten de tijdsvensters regelt de thermostaat de kamer-
temperatuur op de ingestelde gewenste temperatuur
"Nacht" (Nachtstand).
De installateur kan bij de installatie van de thermostaat
het regelingsgedrag voor de gewenste temperatuur
"Nacht" instellen.
> Bespreek met de installateur welke instellingen voor u
optimaal zijn.
Zomerstand
Modus ¬ (actuele modus) ¬ Zomerstand
De verwarmingsfunctie is voor het CV-circuit uitgescha-
keld en de vorstbeveiligingsfunctie is geactiveerd. De
warmwaterbereiding en de circulatie regelt de thermo-
staat afhankelijk van de hiervoor ingestelde tijdsven-
sters.
Dagstand
Modus ¬ (actuele modus) ¬ Dagstand
De modus "Dagstand" regelt het CV-circuit op de inge-
stelde gewenste temperaturen "Dag" zonder met tijds-
vensters rekening te houden.
Laagstand
Modus ¬ (actuele modus) ¬ Laagstand
De modus "Laagstand" regelt het CV-circuit op de inge-
stelde gewenste temperaturen "Nacht" zonder met tijds-
vensters rekening te houden.
Systeem UIT
Modus ¬ (actuele modus) ¬ Systeem UIT
De verwarmingsfunctie is uitgeschakeld. De vorstbeveili-
gingsfunctie is geactiveerd.
5.2.2 Modi voor de warmwaterbereiding en de
circulatie
i
De modus voor de warmwaterbereiding en de
circulatie komt overeen met de ingestelde
modus van het CV-circuit. Er is geen daarvan
afwijkende modus instelbaar.
Autostand en zomerstand
De autostand en de zomerstand regelen de warmwater-
bereiding volgens de ingestelde gewenste temperatuur
voor "warm water" en de ingestelde tijdsvensters. In de
functie "Tijdsprogramma" hebt u tijdsvensters voor de
warmwaterbereiding ingesteld. Als u geen tijdsvensters
ingesteld hebt, dan houdt de thermostaat bij de warm-
waterbereiding rekening met de in de fabrieksinstelling
vastgelegde tijdsvensters (¬Tab. 4.2).
Binnen de tijdsvensters is de warmwaterbereiding inge-
schakeld en behoudt deze de ingestelde temperatuur
van het warm water in de boiler. Buiten de tijdsvensters
is de warmwaterbereiding uitgeschakeld.
De autostand en de zomerstand regelen de circulatie
van het warm water in de warmwaterleidingen volgens
de ingestelde tijdsvensters.
Binnen de tijdsvensters is de circulatie ingeschakeld en
buiten de tijdsvensters is de circulatie uitgeschakeld.
Dagstand
De dagstand regelt de warmwaterbereiding volgens de
ingestelde gewenste temperatuur voor "warm water"
zonder rekening te houden met tijdsvensters.
De circulatie is ingeschakeld en met de tijdsvensters
voor de circulatie wordt geen rekening gehouden.
Laagstand en Systeem UIT (vorstbeveiliging actief)
De warmwaterbereiding en de circulatie zijn uitgescha-
keld. De vorstbeveiligingsfunctie is geactiveerd.