Vakwoordenlijst
36
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 470 0020116706_01
Tijdsprogramma
Als u de CV-installatie in de modus "Auto" gebruikt, dan
activeert u tijdsvensters waarin de thermostaat de CV-
installatie inschakelt en de aangesloten kamers op de
vastgelegde gewenste temperatuur "Dag" (dagstand)
opwarmt. Buiten deze tijdsvensters schakelt de thermo-
staat de CV-installatie op nachtstand en laat de ver-
warmde kamers afkoelen tot op de ingestelde gewenste
temperatuur "Nacht" (nachtstand). Als de gewenste tem-
peratuur "Nacht" bereikt is, dan behoudt de thermostaat
de kamertemperatuur en verhindert tot het starten van
het volgende tijdsvenster dat de verwarmde kamers ver-
der afkoelen.
Met tijdsprogramma’s kunt u ook de warmwaterberei-
ding en de circulatie zo regelen dat warm water in de
ingestelde tijdsvensters met de ingestelde gewenste
temperatuur "warm water" klaar staat.
Tijdsvenster
Een tijdsvenster is een vooringestelde vaste periode
waarin de CV-ketel, de warmwaterbereiding of de circula-
tie ingeschakeld zijn.
Veiligheidscategorie
De veiligheidscategorie omschrijft de indeling en ken-
merking van elektrische toestellen m.b.t. de voorhanden
veiligheidsmaatregelen voor het verhinderen van een
elektrische schok.
Verlagingstemperatuur
De verlagingstemperatuur is de gewenste temperatuur
"Nacht" waarop de thermostaat de kamertemperatuur
buiten de ingestelde tijdsvensters laat dalen (nacht-
stand).
Vooruitschakeltijd
Als de installateur een vooruitschakeltijd ingesteld heeft,
dan wordt de CV-installatie in de vastgelegde vooruit-
schakeltijd voor het einde van een tijdsvensters niet
onnodig tot op de gewenste temperatuur "Dag" opge-
warmd.
Voorverwarmingstijd
Als de installateur een voorverwarmingstijd ingesteld
heeft, dan start de thermostaat het CV-circuit al in de
vastgelegde voorverwarmingstijd voor het eerste tijdsven-
ster van de dag opdat de gewenste temperatuur "Dag" al
bij het begin van het eerste tijdsvenster bereikt is.
Vorstbeveiligingsvertragingstijd
Door het instellen van een vorstbeveiligingsvertragingstijd
(installateurniveau) kan het activeren van de verwar-
mingsregeling via de vorstbeveiligingsfunctie (buitentem-
peratuur < 3 °C) met een bepaalde tijdspanne (1 - 12 uur)
worden vertraagd. De ingestelde vorstbeveiligingsvertra-
gingstijd heeft een invloed op de instelling "ECO". De ver-
tragingstijd voor de vorstbeveiliging wordt actief wanneer
de buitentemperatuur onder de 3 °C zakt.
Warmwaterbereiding
Het water in de boiler wordt door de CV-ketel tot op de
gewenste temperatuur "warm water" opgewarmd. Als de
temperatuur in de boiler met een bepaalde waarde daalt,
dan wordt het water opnieuw tot op de gewenste tempe-
ratuur opgewarmd "warm water" opgewarmd.
Weersafhankelijke regeling
Automatische wijziging van de warmwatertemperatuur
afhankelijk van de buitentemperatuur.
De buitentemperatuur wordt door een afzonderlijke, in
de open lucht aangebrachte voeler gemeten en naar de
thermostaat geleid. Bij lage buitentemperaturen zorgt de
thermostaat voor een verhoogde aanvoertemperatuur,
bij hogere buitentemperaturen voor een gereduceerde
aanvoertemperatuur.
Zonneopbrengst
De in een bepaalde periode (meestal een jaar) door een
zonnesysteem gewonnen warmte-energie. Deze warmte-
energie wort voor het opwarmen van de boiler gebruikt.
11