21Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_00
Bij gebruik van grondwater als warmtebron moet voor
de installatie de kwaliteit van het grondwater worden
onderzocht. Hiervoor moet een watermonster laborato-
risch worden onderzocht en aan de hand van hulpmid-
delen die door Vaillant beschikbaar zijn gesteld voor de
beoordeling van de kwaliteit van het grondwater (tabel-
len, programma's voor de berekening) worden beslist of
het grondwater als warmtebron kan worden gebruikt.
Eventueel moet bij slechte grondwaterkwaliteit een
VWS-warmtepomp met een zelf te monteren tussen-
warmtewisselaar worden gebruikt (meer hiervoor zie
PLI geoTHERM Vaillant nr. 877959).
• Monteer de warmtebronleidingen met alle bijbehoren-
de componenten.
• Voorzie alle leidingen van een dampdiffusiedichte
warmte-isolatie. Het toebehoren bevat de isolatiemat
die bestemd is voor warmte-isolatie van de aansluit-
plaat.
4.11 Montage buitentemperatuurvoeler VRC DCF
Monteer de voeler conform de meegeleverde montage-
handleiding.
4.12 Afstandsbediening VR 80/VR 90 monteren
Als u meerdere CV-circuits installeert, kunt u voor de
eerste acht ervan telkens een eigen afstandsbediening
VR 80 of VR 90 aansluiten. Het maakt de instelling van
de bedrijfsfunctie en van de gewenste kamertempera-
tuur mogelijk en houdt eventueel met behulp van de in-
gebouwde kamervoeler rekening met de kamertempera-
tuur.
U kunt ook de parameters voor het bijbehorende
CV-circuit (tijdprogramma, stooklijn enz.) instellen en
speciale functies (party enz.) selecteren.
Daarnaast kunnen gegevens over het CV-circuit worden
opgevraagd en kunnen onderhouds- of storingsmeldin-
gen worden weergegeven.
Voor de montage van de afstandsbediening VR 80, resp.
VR 90 zie meegeleverde montagehandleiding. Voor de
installatie ervan zie hfdst. 6.8.1.
4.13 Mengmodule VR 60 installeren
Met de mengmodule kunt u de regeling van de CV-in-
stallatie met twee mengcircuits uitbreiden. U kunt maxi-
maal zes mengmodules aansluiten.
Op de mengmodule stelt u met de draaischakelaar een
eenduidig busadres in. De instelling van de verwar-
mingsprogramma's en alle vereiste parameters voert u
via de bedieningsconsole uit. Alle voor het CV-circuit
specifieke aansluitingen (voelers, pompen) geschieden
direct op de mengmodule via ProE-stekkers.
Voor de montage van de mengmodule VR 60 zie de
meegeleverde montagehandleiding. Voor de installatie
ervan zie hfdst. 6.8.22.
5 CV- en warmtebronsysteem vullen
Voordat de warmtepomp in gebruik kan worden geno-
men, moeten het CV-circuit en het pekelcircuit (alleen
VWS) worden gevuld.
5.1 CV-circuit vullen
• Draai alle thermostaatkranen van het CV-systeem
open.
• Sluit een vulslang op een waterkraan aan.
• Bevestig het vrije einde van de vulslang op de vul-
kraan (zie afb. 2.6, pos. 5).
• Open de vulkraan.
• Draai de waterkraan langzaam open en vul zo lang
water bij tot op de manometer een systeemdruk van
ca. 1,5 bar is bereikt.
• Draai de vulkraan dicht en maak de slang los.
• Ontlucht het systeem opnieuw op de hiervoor bestem-
de punten.
• Controleer vervolgens nogmaals de waterdruk van het
systeem (herhaal indien nodig het vullen).
Montage en installatie 4
CV- en warmtebronsysteem vullen 5