27Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_00
nodig uit te schakelen door een toongemoduleerd sig-
naal. Hoe lang en hoe vaak de uitschakeling plaatsvindt,
bepaalt de netexploitant of wordt met hem afgesproken.
• Sluit de stroomvoorziening op de hoofd-netvoeding
aan (3). Hierdoor worden compressor en regeling in
het apparaat verzorgd.
• Sluit de externe (op montagepositie te monteren)
CV-pomp op de klemmen (4) aan.
h
Aanwijzing
Voor de externe en door de klant te
leveren CV-pomp geldt:
I
max
= 2 A; U
max
= 230 V
Bij overschrijding van deze waarden
moet de CV-pomp via een relais/beveili-
ging op de montageplaats worden ge-
schakeld.
Als u een (door de klant te leveren) extra verwarming
wilt aansluiten:
a
Attentie!
Gevaar voor overbelasting!
Het maximale vermogen van de extra
verwarming mag 3 x 3 kW (3 x 13 A) niet
overschrijden. De elektrische extra ver-
warming moet door een niet automati-
sche terugzettende alpolige temperatur-
begrenzer worden beveiligd.
• Sluit de stroomvoorziening op de extra verwarming
aan (1). Sluit de de extra verwarming zelf aan (2).
Installeer een (door de klant te leveren) veiligheids-
temperatuurbegrenzer (STB) voor de extra verwar-
ming aan.
• Sluit het relais voor het toongemoduleerde signaal op
klem 12 "EVU" (zie afb. 6.6) aan, als dit door de netex-
ploitant wordt gevraagd. Met dit signaal wordt bij ge-
sloten contact de warmtepomp geblokkeerd.
Alleen voor VWW:
• Sluit de dompelpomp aan (7).
• Stel het thermisch overstroomrelais voor de dompel-
pomp in (zie afb. 5.1, pos. 5) volgens de stroom van uw
dompelpomp. Stel de uitschakelstroom 10 % boven de
nominale stroom van uw dompelpomp in.
Als u een (door de klant te leveren) koeling wilt aanslui-
ten:
• Sluit de 3-weg-mengklep CV/koeling aan op de (8).
Een overzicht van het complete stroomloopschema
vindt u in de bijlage.
Elektrische installatie 6