Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_0038
Legenda bij afb. 6.12
3 Warmtepomp geoTHERM VWS
5 Warmwaterboiler
13 Weersafhankelijk energiebalansregelaar
13 Afstandsbediening VR 90
13 Mengmodule VR 60
16 Buitenvoeler/DCF-ontvanger
19 Maximaalthermostaat
30 Zwaartekrachtrem
31 Regelklep
32 Kapventiel
33 Spatkap
36 Thermometer
40 Warmtewisselaar passieve koeling
42a Veiligheidsklep
42b Membraan-expansievat
42c Membraan-expansievat drinkwater
43 Veiligheidsgroep warmwateraansluiting
52 Klep regeling afzonderelijke ruimte
58 Vul- en aftapkraan
66 Pomp koelcircuit
67 Menger koelcircuit
KP Circulatiepomp warmtepompcircuit
HKa-P Warmtepompcircuit
HKb-P CV-pomp
HKa CV-circuitmenger
HKb Circuitmenger
LP/UV1 Omschakelklep
RF1 Teruglooptemperatuursensor
SK2-P Omschakelklep koeling
SP Boilertemperatuurvoeler
VFa Aanvoertemperatuurvoeler
VFb Aanvoertemperatuurvoeler
VF1 Aanvoertemperatuurvoeler
VF2 Aanvoertemperatuurvoeler
ZH Elektrische extra verwarming
ZP Circulatiepomp
a
Attentie!
Gevaar van lekkage bij het gebruik van
caliumcarbonaat als brijnvloeistof!
Het gebruik van caliumcarbonaat/water
als brijnvloeistof is bij de installatie bij
de klant van passieve koelingen niet toe-
gestaan, omdat reacties kunnen ont-
staan met de gebruikte afdichtingkunst-
stoffen in de mengklep.
a
Attentie!
Gevaar voor temperatuurdaling onder
het dauwpunt en voor condensvorming!
Alle buizen van het CV-circuit moeten
dampdiffisiedicht geïsoleerd zijn.
Radiatorverwarmingen zijn voor het ge-
bruik met de hier beschreven Vaillant
warmtepomp geoTHERM niet geschikt.
a
Attentie!
Gevaar voor temperatuurdaling onder
het dauwpunt en voor condensvorming!
De cv-aanvoertemperatuur mag in het
koelbedrijf niet te laag worden ingesteld.
Ook bij een aanvoertemperatuur van
20 °C is gegarandeerd dat de koelfunctie
voldoende is.
h
Aanwijzing
Verdere hydraulisch systemen die moe-
ten worden ingesteld, vindt u in de bijbe-
horende PLI (planningsinformatie).
6.7 DCF-ontvanger aansluiten
AF
0
DCF
AF
0
DCF
1
L L L L L 1 LN N N N N 2 N 2 1 2 1L N
2 3 4 5 SCH 6 7 8 ASB
N NAufZuL N 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2
DCFOT AF
- +
AufZu
ZH
NL
ZP
NL
SK2-P
NL
HK2-P HK2 VF2 RF1 VF1 SP BUS DCF/AF EVU 1xZPLP/UV 1
Afb. 6.13 VRC DCF-ontvanger aansluiten
• Bedraad de DCF-ontvanger overeenkomstig afb. 6.13:
— links: meegeleverde buitenvoeler (DCF-ontvanger)
— rechts: speciale oplossing met externe buitenvoeler
Een speciale oplossing met gescheiden buitenvoeler
VRC 693 is nodig als er bijv. geen draadloze ontvangst
op de installatieplaats van de buitenvoeler is.
6.8 Toebehoren aansluiten
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging!
Schakel de stroomvoorziening uit voor-
dat u extra toestellen op de eBus aan-
sluit.
U kunt de volgende toebehoren aansluiten:
— Maximaal zes mengmodules VR 60 voor de uitbreiding
van het systeem met twaalf systeemcircuits (in de fa-
briek ingesteld als mengcircuits).
— Maximaal acht afstandsbedieningen VR 80/VR 90
voor de regeling van de eerste acht CV-circuits.
— vrnetDIALOG 840/2 of 860/2
— Aansluiting telkens op eBus-klem (zie afb. 6.6 pos. 14),
parallel geschakeld.
6 Elektrische installatie