29
CONTROLE/ONDERHOUD
Onderhoud
Voor het uitvoeren van de volgende
onderhoudswerkzaamheden moet het
toestel eerst afgetapt worden.
Schoonmaken van de warmtewisselaar
Let erop als de warmtewisselaar
wordt uitgebouwd dat de verwar-
mingsschacht niet verbogen wordt.
•
Bij geringe vervuiling is het vol-
doende de lamellen van de
warmtewisselaar met een harde
waterstraal door te spoelen.
•
Bij zware vervuiling kan ook een
zachte, in de handel verkrijgbare
borstel gebruikt worden voor het
schoonmaken van de lamellen. Het
lamellenblok het liefst van boven
naar beneden in een bak met heet
water schoonmaken.
☞ Druk niet te hard met de borstel.
De lamellen mogen in geen
geval verbogen worden!
•
Spoel daarna de warmtewisselaar
onder stromend water af.
•
Bij vervuiling met olieachtige of
vethoudende bestanddelen moet de
warmtewisselaar met een
vetoplossend handafwasmiddel in
een heet waterbad schoongemaakt
worden.
Gebruik in geen geval staalborstels of
andere harde borstels voor het
schoonmaken van de
warmtewisselaar.
Bij het schoonmaken kan een deel
van de beschermlaag losraken.
Het functioneren van het toestel wordt
daardoor echter niet negatief beïn-
vloed.
Let er bij de uitbouw en inbouw van
de warmtewisselaar op dat ver-
warmingschacht en aansluitleidingen
niet verbogen worden en dat de bran-
derkamers recht onder de verwar-
mingsschacht liggen.