30
CONTROLE/ONDERHOUD
Kleinere beschadigingen aan de
beschermlaag van de warmtewisselaar
Kleinere beschadigingen aan de
beschermlaag kunnen zonder moeite
met de hiervoor bestemde Supral-stift
(onderdeelnr. 99-0310) hersteld wor-
den.
Hiertoe moet de beschadigde plek
droog, schoon en vetvrij zijn. Schud
de Supral-stift goed voor gebruik en
breng het beschermingsmateriaal dun
en gelijkmatig aan.
☞ De beschermlaag droogt vanzelf en
behoeft geen verdere bewerking.
Het toestel kan direct na het
behandelen weer gebruikt worden.
Ontkalken van de warmtewisselaar
Naar gelang de hardheid van het
water wordt een periodieke ontkal-
king van de warmtewisselaar aan-
geraden met een in de handel ver-
krijgbaar ontkalkingsmiddel. Lees
de betreffende gebruiksaanwijzing.
Schoonmaken van de brander
Verwijder eventuele verbrandingsresten
met een messing borstel. Inspuiters en
injectors eventueel met een zachte
penseel schoonmaken en met pers-
lucht uitblazen. Bij een sterke vervui-
ling kan de brander met zeepsop uit-
gewassen worden en met schoon
water nagespoeld worden.
Controle van de waterschakelaar
De waterschakelaar moet geregeld op
vervuiling of verkalking gecontroleerd
worden.
Bij afzetting van kalk en dergelijke op
de membraanschotelstift of lekkage
van de pakkingbus is een reparatieset
14-0350 verkrijgbaar.
Reserveonderdelen
Een lijst met eventueel benodigde
reserveonderdelen staat in de reserve-
onderdelencatalogus.
Functietest
Voer na controle/onderhoudswerk-
zaamheden altijd een functietest uit:
•
Neem het toestel in bedrijf.
•
Controleer het toestel op lekkages.
•
Controleer het functioneren van de
TTB-beveiliging (pag. 28).
•
Controleer het vlambeeld van de
hoofdbrander.
•
Controleer alle besturings- en con-
trole-inrichtingen op de juiste instel-
ling en het correct functioneren.
•
Als het toestel uit bedrijf wordt
genomen, moet na minder dan 60
seconden de hoofdgasklep sluiten.