4.10 Toestel valt in vlamstoring (oranje lampje brandt)
4.10.1 Bij vlamvorming
-
Recirculatie verbrandingsgassen waardoor vlam afblaast.
- Ontsteekhoeveelheid te laag afgesteld.
- Ionisatie-elektrode bij aansluiting gecorrodeerd of
verkeerd afgesteld.
- Ionisatiekabel maakt sluiting t.o.v. massa.
- Ontsteekprint defect.
- Lamellen binnenwerk vervuild.
4.10.2 Bij geen vlamvorming
-
Lucht in gasleiding; bij propaan tank goed ontluchten.
- Ontsteektrafo defect.
- Ontsteekelektroden defect of verkeerd afgesteld
(zie afb. 32).
- Ontsteekkabels veroorzaken vonkoverslag t.o.v. massa.
- Gasmagneetventiel defect.
- Ontsteekprint defect.
Afbeelding 32
Bij nazien ontsteking/ionisa-
tie-elektroden: afstand van
beide elektroden tot brander
6-7 mm. Met inbussleutel
van 6 mm. te beproeven.
De punten van de ontsteek -
elektroden moeten een
onder
linge afstand van 2,5-3
mm hebben en precies
boven brandersleuf staan!
MAG Turbo 275/10 EW
58 58
4
Geysers