5.3 Elektronische ontsteking
De aansteekbrander (XIP) of de hoofdbrander (Turbo)
wordt door een bougie ontstoken.
De vlam wordt door een ionisatiepen bewaakt.
De ontsteekautomaat is voor zowel de bewaking van de
waakvlam als voor de aansturing van het servo-ventiel
verantwoordelijk.
Ontstaat tijdens de ontsteekfase binnen 45 seconden
(XIP) of 10 seconden (Turbo) geen toereikende ionisatie-
stroom, dan onderbreekt de ontsteekautomaat de aan-
sturing naar het servo-ventiel en de vonkgenerator.
5.4 Thermische Terugslag Beveiliging
De T.T.B. controleert constant de afvoer van de verbran-
dingsgassen en mag daarom niet verbogen of be schadigd
zijn. Sinds 1988 is deze beveiliging standaard in de MAG
apparaten met de aanduiding X gebouwd.
Zodra er enige terugstroming is van verbrandingsgassen
via de T.T.B.-voeler, schakelt de hoofd- en waakvlambran-
der onmiddellijk uit. De positie van de voeler op de trek-
onderbreker mag nooit veranderd worden.
5.5 Testen van de ionisatiebeveiliging
Sluit tijdens bedrijf de bewakingselektrode kort met massa.
De elektronische ontsteking levert direct een vonkentrein
aan de ontsteekelektrode. De hoofdbrander gaat laag
branden (op de ontsteekhoeveelheid). Na 10 seconden
stopt de vonkentrein en de hoofdbrander dooft.
Het toestel staat in vlamstoring.
Het testen van de veiligheidsfuncties5
Geysers
85 85