Bedienings- en weergavefuncties 8
0020198205_02 multiMATIC Installatiehandleiding 9
8.2 Systeem
8.2.1 Foutstatus aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Foutstatus
– Met de functie kunt u de status van de CV-installatie af-
lezen. Als er geen storing is, dan verschijnt de melding
geen fout. Als er een storing is, dan verschijnt als status
Foutenlijst. Als u de rechter keuzetoets indrukt, worden
de foutmeldingen (→ Pagina 21) weergegeven.
8.2.2 Waterdruk van de CV-installatie aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Waterdruk
– Met deze functie kunt u de waterdruk van de CV-installa-
tie aflezen.
8.2.3 Systeemstatus aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Systeemstatus
– Met deze functie kunt u aflezen, in welke modus de CV-
installatie zich bevindt.
standby: de CV-installatie meldt geen energiebehoefte.
Verw.m.: de CV-installatie bevindt zich in het CV-bedrijf voor
de CV-circuits.
Koelen: de CV-installatie bevindt zich in het koelbedrijf.
Warmw.: de CV-installatie bevindt zich in de verwarmings-
modus voor warm water in de boiler.
8.2.4 Vorstbescherming instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Vertraging vorstbev.
– Met deze functie kunt u de activering van de vorstbe-
scherming vertragen door een vertragingstijd in te stellen.
8.2.5 Temperatuurgrens voor continu verwarmen
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → BT continu verw.
– Als de buitentemperatuur lager is dan of gelijk is aan de
vastgelegde temperatuurwaarde, dan regelt de thermo-
staat het CV-circuit met de ingestelde dagtemperatuur en
stooklijn ook buiten de tijdsvensters.
AT ≤ ingestelde temperatuurwaarde: geen nachtverlaging of
totale uitschakeling
8.2.6 Softwareversie aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Thermostaatmodules
– Met deze functie kunt u de softwareversies van het
display, de warmteopwekker en van de uitbreidingsmo-
dules aflezen.
8.2.7 Adaptieve stooklijn activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Adaptieve stooklijn
– Met deze functie kunt u een automatische stooklijn acti-
veren.
Als u deze functie met de instelwaarde Ja geactiveerd hebt,
dan stelt de thermostaat automatisch de stooklijn bij. De
automatische aanpassing van de stooklijn gebeurt in kleine
stappen. Stel de stooklijn met de functie Stooklijn voor het
gebouw passend in, zodat de functie Adaptieve stooklijn
nog de fijne aanpassing moet uitvoeren.
Voorwaarde is:
– De thermostaat is in de woonruimte gemonteerd.
– Een evt. beschikbare afstandsbediening is in de woon-
ruimte gemonteerd
– De thermostaat of evt. de afstandsbediening is in de
functie Zonetoewijzing aan de correcte zone toegewe-
zen.
– Bij de functie Binnencompensatie is de waarde Ther-
most. of Compens. gekozen.
8.2.8 Bedrijfstand configureren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Moduswerking conf.
– Met deze functie kunt u vastleggen op welke zones de
instelling van de modus en gewenste temperatuur uit het
gebruikersniveau moet werken.
Voorbeeld: er zijn twee zones aangesloten en u stelt ZONE1
in. Voor beide zones activeert u met de linker keuzetoets
Menu → Basisinstellingen → Modus de modus Verwarmen
→ Auto. Als de gebruiker nu met de rechter keuzetoets Mo-
dus de modus in Dag wijzigt, dan wordt alleen voor ZONE1
de modus gewijzigd. Voor ZONE2 blijft verder de modus
Auto bestaan.
8.2.9 Automatische koeling activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Autom. koeling
– Met deze functie activeert of deactiveert u de automati-
sche koeling.
Als een warmtepomp aangesloten is en de functie Autom.
koeling geactiveerd is, dan schakelt de thermostaat automa-
tisch tussen verwarmings- en koelbedrijf om.
8.2.10 Temperatuur Koelen starten instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → BT koelen starten
– Met deze functie kunt u de koelstarttemperatuur instellen.
Als de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde
koelstarttemperatuur, dan is het koelbedrijf mogelijk.
Koelen mogelijk activeren (→ Pagina 15)
8.2.11 Bronregeneratie activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Bronregeneratie
– Als de functie Autom. koeling geactiveerd is, dan kunt u
de functie Bronregeneratie gebruiken.
Bij de geactiveerde functie Dagen buitenshuis plannen
schakelt de thermostaat het verwarmen en koelen uit. Als u
bijkomend de functie Bronregeneratie activeert, dan scha-
kelt de thermostaat het koelen opnieuw in zorgt deze ervoor
dat de warmte uit de woonruimte via de warmtepomp aan de
grond teruggegeven wordt.