8 Bedienings- en weergavefuncties
12 Installatiehandleiding multiMATIC 0020198205_02
– Met deze functie kunt u instellen, met welke functionaliteit
de multifunctionele uitgang bezet moet worden.
Aansluiting van de actoren en sensoren op VR 70
(→ Pagina 32)
Als u bij de VR 70 de configuratie 3 (Config. VR70, adr. 1)
ingesteld hebt, dan mag u niet Laadpomp of Leg.pomp
instellen.
De functie MA VR70, adr. 1 verschijnt niet op het display,
als door de systeemconfiguratie de functionaliteit van de
multifunctionele uitgang is vastgelegd.
8.3.5 Multifunctionele uitgang van de VR 71
configureren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Confi-
guratie systeemschema ----] → MA VR71
– Met deze functie kunt u instellen, met welke functionaliteit
de multifunctionele uitgang bezet moet worden.
Aansluiting van de sensoren op VR 71 (→ Pagina 33)
Aansluiting van de actoren op VR 71 (→ Pagina 33)
Als u bij de VR 71 de configuratie 3 (Config. VR71) inge-
steld hebt, dan mag u TV-reg. niet instellen. Bij de configura-
tie 6 mag u niet Laadpomp, Leg.pomp of TV-reg. instellen.
De functie MA VR71 verschijnt niet op het display, als door
de systeemconfiguratie de functionaliteit van de multifunctio-
nele uitgang is vastgelegd.
8.4 Extra module
8.4.1 Multifunctionele uitgang configureren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Extra
module ----] → Multifunct. uitg.2
– U kunt de multifunctionele uitgang 2 gebruiken om de
circulatiepomp, de ontvochtiger of de legionellabescher-
mingspomp aan te sturen.
Afhankelijk van het vastgelegde systeemschema is de multi-
functionele uitgang 2 met een enkele functie opgegeven of u
kunt een functie uit een selectie van twee of drie functies in-
stellen.
8.4.2 Uitgangsvermogen van de extra CV-ketel
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Extra
module ----] → Uitg. extra verw.
– Als u een aroTHERM aangesloten hebt, dan kunt u deze
functie Uitg. extra verw. gebruiken. Met deze functie
stelt u de stand (max. uitgangsvermogen) in, waarmee
de extra CV-ketel bij een warmteaanvraag mag werken.
U kunt de extra CV-ketel in drie verschillende standen (uit-
gangsvermogens) gebruiken.
8.4.3 Multifunctionele ingang configureren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Extra
module ----] → Multifunct. uitg.
– Als een warmtepomp aangesloten is, dan kunt u de func-
tie Multifunct. uitg.gebruiken. Daarvoor vraagt de ther-
mostaat de ingang van de warmtepomp op.
– Ingang bij de aroTHERM is: ME van de aanvullende
module VWZ-AI
– Ingang bij de flexoTHERM is: X41, klem FB
Als op de ingang van de warmtepomp een signaal aanwezig
is, dan zijn de volgende functies mogelijk.
n.aangesl.: de thermostaat activeert geen functies. De ther-
mostaat negeert het aanwezige signaal.
1xcircul.: de gebruiker heeft op de toets voor de circulatie
gedrukt. De thermostaat stuurt de circulatiepomp voor een
korte periode aan.
PV: de aangesloten fotovoltaïsche installatie genereert
overtollige stroom, die voor de CV-installatie gebruikt moet
worden. De thermostaat activeert eenmalig de functie 1 x
boilerlading. Blijft het signaal aan de ingang bestaan, dan
activeert de thermostaat het laden van het buffervat in het
CV-circuit. Daarbij wordt de buffertank met de aanvoertem-
peratuur en een offset, zie Offset voor buffertank instellen
(→ Pagina 11) zolang geladen, tot het signaal op de ingang
van de warmtepomp weer daalt.
8.5 Warmteopwekker 1, warmtepomp 1, extra
module
8.5.1 Status aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Boiler
1 ----] → Status
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie
[Warmtepomp 1 ----] → Status
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Aan-
vullende module ----] → Status
– Met deze functie kunt u aflezen, welke behoefte de ther-
mostaat aan de warmteopwekker, de warmtepomp of de
extra module van de warmtepomp meldt.
standby: de thermostaat meldt geen energiebehoefte.
Verw.m.: de thermostaat meldt een energiebehoefte voor de
CV-functie.
Koelen: de thermostaat meldt een energiebehoefte voor het
koelbedrijf.
Warmw.: de thermostaat meldt een energiebehoefte voor de
warmwaterbereiding.
8.5.2 Aanvoertemperatuur aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [ Boi-
ler 1 ----] → act. aanvoertemp.
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [ Boi-
ler 1 ----] → act. aanvoertemp.
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [ Aan-
vullende module ----] → act. aanvoertemp.
– Met deze functie kunt u de werkelijke aanvoertempera-
tuur van de warmteopwekker, de warmtepomp of van de
extra module van de warmtepomp aflezen.